0

Nr 5 - mei 2015 het maandblad van de Brusselse ondernemingen Deeleconomie is een vorm van economie! Openbare aanbestedingen: deelnemen of niet? Kristiaan Borret: de kijk van de bouwmeester Topic Silver Economy Supplement: DE BEDRIJFSOVERDRACHT ISSN 2406-3711

>> De nieuwe smart forfour smart plezier voor vier. De nieuwe smart forfour verenigt het iconische smart-DNA met een opzienbarende functionaliteit. Met zijn kleine draaicirkel, compacte afmetingen en laag verbruik loodst deze unieke vierzitter je steeds zuinig en effi ciënt door de verkeersdrukte. Zijn grote dosis fun, knappe looks en comfortabel interieur bieden alle luxe voor actieve werkweken en ontspannende weekends. Ontdek de smart forfour en zijn aantrekkelijke fi nancieringsvoorwaarden bij je smart center of op smart.com smart fortwo: 4,2 - 4,7 L/100 KM • 97 - 108 G CO2 Milieu-informatie KB 19/03/2004: www.smart.com - Geef voorrang aan veiligheid. /KM

WOORD VOORAF Amper 200 miljoen meer … Een jaar geleden, op 12 mei 2014 om precies te zijn, liep de eerste projectoproep ondersteund door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) van stapel. Op het programma krioelde het van de schitterende ideeën: het ging daar om innovatie, ondernemerschap, kringeconomie, doordacht gebruik van hulpbronnen of bijvoorbeeld ook de strijd tegen de sociale kloof. 200 miljoen euro om het geheel te financieren. Hiermee zou het Brussels economisch landschap tot 2020 een flinke duw in de rug krijgen. BECI bleef niet bij de pakken zitten. Wij brachten onze steun aan een twintigtal dossiers – als piloot of financiële partner van een tiental, en als niet financiële partner voor de andere helft. Samenwerkingsverbanden kwamen tot stand met de overheid, de verenigingssector en de beroepen. Thierry Willemarck, Voorzitter van BECI Tussen al die projecten zat ook de uitbreiding tot alle ondernemingen van de troeven die de ResilieNtWEB hulpmiddelen te bieden hebben, bijna drie jaar lang, evenals de steun aan ondernemingen in moeilijkheden, met inbegrip van failliet verklaarde ondernemers, die op die manier een nieuwe kans krijgen. Voor de eerste keer is BECI in zeer ruime mate op deze projectoproep ingegaan. We zijn dan ook bijzonder trots op de bijdragen van onze medewerkers, onze ondernemingsadviseurs, onze deskundigen in internationale ontwikkeling (met een schitterend project voor de integratie van bevolkingsgroepen van uitheemse afkomst in het Brussels economisch weefsel – Ummagora), en van ons kenniscentrum. Op die manier kunnen ze allen hun deskundigheid ten dienste van de bedrijven en de werkgelegenheid in Brussel aanvullen. De projectoproep liep tot 25 juni 2014, meer dan negen maanden geleden, dus. En nu? Wel, niets meer, of toch bijna … Het programma, dat zes jaar moest duren, heeft zodanig veel vertraging opgelopen dat de eerste maanden wellicht al verloren zijn. Behalve dan misschien voor bepaalde projectdragers (waar BECI niet bij hoort) die nu al weten, nog vóór de bekendmaking van de laureaten, dat hun project werd weerhouden. Via-via vernemen wij dat de overheid hier wel bij zou varen, terwijl men op Europees niveau op een economisch herstel mikte. Een voorbeeld? Innovatie: hiervoor zouden alleen dossiers uit de overheid en de universiteiten bij de selectie horen. Wij betwijfelen in geen geval de bekwaamheid van de begunstigden of de waarde van hun projecten. Maar leg ons alstublieft uit op welke manier ze de 150 ondernemingen die in het activiteitenplan voorzien zijn, gaan mobiliseren. Dat kan toch niet alleen via informatiesessies? Moeten we hiervan afleiden dat een programma van economisch herstel in feite zal dienen voor een herfinanciering van overheidsdiensten? Wij willen geen kwaad spreken, maar stellen gewoon de vraag. Graag het bewijs dat wij ons vergissen ... BECI - Brussel metropool - mei 2015 1

INHOUD Think Tank 4 6 CHAMBRE DE COMMERCE & UNION DES ENTREPRISES DE BRUXELLES KAMER VAN KOOPHANDEL & VERBOND VAN ONDERNEMINGEN TE BRUSSEL Speaker’s Corner: een andere kijk op het politieke en economische nieuws Deeleconomie is ook economie! 10 Fiche Staatshervorming: toegang tot het beroep 11 Vóór of tegen : deelnemen aan openbare aanbestedingen 12 Kristiaan Borret: Bouwen aan Brussel International 16 Europese Small Business Act: prioriteiten volgens de KMO’s 17 Cuba, si ! Topic : silver economy 18 Brussel en België grijzer, maar wel rooskleurig 20 Welke toekomst voor de residentiële ouderenzorg? 21 Silver Economy, Golden Age? 24 Senioren, een actieve kracht 26 Ouder worden op het werk: het kan beter 28 Experience@Work: herbronnen in de herfst van je carrière 32 50s@Work voor herwonnen vertrouwen Dynamiek 34 Starter: Drone TechniXX 36 Entr’apprendre: leraren stappen naar bedrijven 37 Dienstencheques: het Brusselse Gewest aan het stuur 38 Self-employed corner 40 Prins Albert Fonds krijgt nieuw leven ingeblazen Community 41 Impression of a Brit 42 Restotip: Mangeoire 45 Het BECI nieuws in beeld 46 Agenda 50 News 52 Toetredingsaanvragen Bruxelles Métropole N° 00 Janvier 2015 Brussel metropool Nr 5 mei 2015 Le mois prochain Mai Green 2015 dossier PME Verantwoordelijke uitgever Olivier Willocx – ow@beci.be Louizalaan 500 - 1050 Brussel T +32 2 648 50 02 - F +32 2 640 93 28 www.beci.be Editeur responsable Olivier Willocx - ow@beci.be Avenue Louise 500 1050 Bruxelles T +32 2 648 50 02 F +32 2 640 93 28 www.beci.be Redactie Media Coordinator Emmanuel Robert - er@beci.be Rédaction Media Coordinator Productie Design Isabelle André Opmaak & druk db Group.be Vertaling Litteris Foto's Reporters, behalve anders aangegeven Production Maquette Isabelle André Impression DB Print Traduction Litteris Photos Reporters, sauf indication contraire Abonnementen Prijs: 80 € voor 10 nummers Info: er@beci.be – T +32 2 643 78 44 Publicité Publiciteit Brussel metropool/Bruxelles métropole wordt maandelijks door meer dan 23.000 decision makers gelezen. Gemiddelde oplage 15.000 ex. per nummer Max Saey - msa@beci.be T +32 2 563 68 53 F +32 2 640 93 28 Membership Catherine Mertens - cm@beci.be T +32 2 643 78 16 Inlichtingen en reservaties Max Saey – T +32 2 563 68 53 F +32 2 640 93 28 – msa@beci.be Membership Wim Desloovere – T +32 2 648 50 02 F +32 2 640 93 28 – wde@beci.be Lid van BRUXELLES ENVIRONNEMENT ENTREPRISE DYNAMIQUE ECO DYNAMISCHE ONDERNEMING LEEFMILIEU BRUXELLES BRUSSEL ENVIRONNEMENT ENTREPRISE DYNAMISCHE ECO LEEFMILIEU BRUSSEL ONDERNEMING DYNAMIQUE label n. 2014/351/2 label n. 2014/351/2 Volgende maand: Emmanuel Robert - er@beci.be 2 10-32-2225 PRINTED ON TCF PAPER

SPEAKER’S HET POLITIEKE GEDOE LIEVE FAMILIELEDEN Wij wensen Melchior Wathelet het allerbeste. Deze voormalige hoofdfiguur van de cdH struikelde over onze hoofdstad. Het Brusselse vluchtenplan viel hem als een bijl op de nek en onthoofde een nochtans geduldig opgebouwde politieke carrière. Dit vinden wij spijtig, want deze man vertoonde een veelbelovend profiel. Hij was pedagogisch ingesteld, kende zijn dossiers en kwam sympathiek over (hetgeen ook verdacht kan zijn, want een vriendelijke politicus wordt vaak als oneerlijk en schijnheilig aangezien). | Michel Geyer De manier waarop ‘Kinou’ – zijn bijnaam – door zijn vriendjes aan zijn lot werd overgelaten en zelfs gelyncht, zou een aantal politieke families tot nadenken moeten stemmen. Niemand is de uitspraak van Joëlle Milquet vergeten: “de vergissing van Melchior Wathelet, waarvoor wij in geen geval verantwoordelijk waren, en zeker ik niet” (sic). Wij denken hier aan de gezinnen Maingain, Ducarme, Moureaux of onlangs nog de familie Uyttendaele­Onkelinx waarvan één van de leden na de jongste verkiezingen gewestelijk volksvertegenwoordiger is geworden. Politiek is zodanig gruwelijk dat een zetel van volksvertegenwoordiger voor zoon of dochter al gauw een gifbeker wordt. “In de politiek heb je alleen vijanden en tegenstanders. De tegenstanders bevinden zich in de andere partijen”, zo wordt gezegd. Blijkbaar terecht. Lang geleden vertrouwde Henri Simonet zijn zoon Jacques aan Louis Michel, met de vraag “zorg goed voor de kleine”. Dat deed Louis Michel in elk geval tot het uiterste voor zijn eigen zoon Charles. Maar ook deze tradities gaan met de tijd teloor. Korte rekening, lange vriendschap De gebroken carrière van Wathelet heeft het beheer van Brussel gelukkig niet verstoord. Van beheer gesproken: het is voortaan een traditie dat dit aan bod komt tijdens het overlegcomité tussen gewesten en federale staat. Een niet te missen happening! Weet u nog? Verleden keer moest 4 BECI - Brussel metropool - mei 2015 CORNER De politiek is als de bedrijfswereld of de showbusiness: een grote familie : ) ‘onze Rudi’, alias Vervoort, wat uitleg geven over zijn dubieuze historische vergelijkingen tussen de huidige federale regering en het nazibewind van destijds. Het heeft daar nogal gestoven. Het stuift soms ook in de andere richting, wanneer het gewest de federale overheid op de vingers tikt, bijvoorbeeld voor de manier waarop de Staat berekent waar het gewest volgens de financieringswet recht op heeft. “12% minder dan het aangekondigde budget”, riep Brussel, verontwaardigd. “Allemaal volgens het boekje van de financieringswet”, antwoordden de federale boekhouders met een spierwit communiezieltje. Bij Minister van Budget Guy Vanhengel, van wie de partij zowel op gewestelijk als op federaal niveau zetelt, schoot dit waarschijnlijk in het verkeerde keelgat. Hij vreesde voor een valstrik en vermeed voorzichtig al wie eventueel een journalist had kunnen zijn. Hoe de rest van dat wereldje toen reageerde? Jacqueline Galant vond dit allemaal wellicht heel normaal. Pascal Smet had zeker een vernieuwend voorstel in petto om ‘alles onder controle te hebben’. Bianca Debaets had in haar handtas waarschijnlijk een of ander perscommuniqué dat meteen de deur uitkon. En misschien heeft Fadila Laanan aan een nieuwe vuilniszak gedacht om al het minder plezante weg te werpen. Lachwekkend? Niet echt als je even denkt aan de verdeling van de belastinginkomsten tussen de verschillende deelstaten van een zelfde land. Hieruit blijkt hoe immatuur onze politieke wereld wel is. En zijn onbekwaamheid om het federale systeem, dat hij zelf gewild en ontwikkeld heeft, fatsoenlijk te doen werken. De ondernemer? Hij kan machteloos vaststellen dat een dergelijk budgettair wanbeheer en gebrek aan management in zijn eigen onderneming gewoon ondenkbaar zou zijn. ●

SPEAKER’S HET ECONOMISCHE GEDOE DE WOLF PAST OP DE SCHAPEN De crisis knaagt, verminkt en doodt, soms met de medeplichtigheid van diegenen die ze zouden moeten bestrijden. | Jean Blavier Akelige jubilea volgen zich sinds verleden jaar aan een snel tempo op. Een eeuw geleden begon de Eerste Wereldoorlog, met zijn 9 miljoen dodelijke slachtoffers (vandaar waarschijnlijk de hoofdletters). Volgende maand vieren we de 200e verjaardag van de Slag bij Waterloo en zijn – amper – 12.000 doden). Wij huldigden ook de 70e verjaardag van de Slag om verjaardag van de bevrijding van de concentratiekampen (liever geen statistieken) en de 100e de Dardanellen (100.000 gesneuvelden). Maar over een andere ramp wordt geen woord gerept: hoeveel slachtoffers vielen er sinds de economische crisis van 2008? Van hoeveel huisvaders werd de carrière gebroken en hoeveel jongeren, al dan niet met een diploma, zwoegen zich te pletter om toch maar een eerste degelijke baan te vinden? Hoeveel huishoudens liepen op de klippen omdat ze hun hypothecaire lening niet meer konden betalen? (45.000 slachtoffers). Hoeveel kunnen hun kredietlijnen niet meer aan? (200.000 slachtoffers) Misschien oppert u dat “dit niet met de oorlog en de kampen kan worden vergeleken”. Toch wel. Net voor het schrijven van dit artikel hoorde ik op de radio dat 400 vluchtelingen uit Afrika 48 uur vroeger waren verdronken toen hun boot in de Middellandse Zee kapseisde. Denkt u soms dat ze de Italiaanse kust probeerden te bereiken om te komen zonnebaden? De economische crisis knaagt hersenen kapot. Ze verminkt toekomstuitzichten. En soms doodt ze heimelijk of midden de algemene onverschilligheid, wat op hetzelfde neerkomt. Wie zal ooit hulde brengen aan al deze mensen van wie het leven sinds 2008 werd gebroken? Ik stel u de vraag omdat ik weet dat u en ik het antwoord heel duidelijk kennen: niemand. De wolf past op de schapen en zolang hij niet in onze eigen kuiten bijt, veinzen wij van niets op de hoogte te zijn. Zijn die nu stapelgek geworden? Er rijzen twee fundamentele vragen. Ten eerste: zijn de topmensen van multinationals gek geworden? Erger nog: moet men gek zijn om aan het hoofd te staan van zulke moordende ondernemingen? Overdrijf ik? Een maand geleden werd een van mijn vrienden, een 50-plusser van wie eerlijk mag worden gezegd dat hij zowel toegevoegde waarde als tewerkstelling voor ons land had gecreëerd voor rekening van een wereldwijde bankgroep, met zijn ganse team ontslagen. Reden hiervoor: “de Belgische markt is niet meer voldoende aantrekkelijk.” Of die markt een ‘last’ of een ‘kost’ was geworden? Nee, hoor, gewoon niet meer ‘voldoende’ aantrekkelijk. Tweede vraag: wat doet de politie? Er gaat geen maand voorbij zonder dat onze federale/ regionale/communautaire overheden luidkeels verklaren dat de diplomaten vandaag op de frontlijn van onze economie staan. Waarom wordt hen niet gevraagd een hinderlaag te organiseren om een minister te sturen – we hebben er meer dan genoeg – die topmensen van multinationals eens serieus gaat afbekken? U weet wel, de mannen die ‘s avonds tegen mevrouw vertellen dat de dag goed is verlopen terwijl ze tientallen gezinnen de ellende hebben ingestuurd. Wanneer men op die manier de economie van een land aantast, verdient men niet beter dan als persona non grata te worden verklaard. Een persreisbriefing die waarschijnlijk heel wat volk zou aantrekken: afspraak in Brussel-Zuid om 8 uur, publieke uitkaffering van de heer Zus of zo om 11 uur aan de Belgische ambassade, ontspannende lunch, terug naar Brussel in de namiddag. Embargo om middernacht, zodat alles met foto de volgende dag in de pers staat. Aangezien er toch zo weinig belangstelling bestaat voor de slachtoffers van de economie, waarom huldigen wij dan niet de alledaagse helden die aan het hoofd staan van een kleine, middelgrote of grote onderneming, die waarde en tewerkstelling creëren ondanks alle tegenspoed en die – in daden, niet in woorden – gestalte geven aan ethiek in business? Zulke mensen dragen zorg voor de gemeenschap, gedragen zich niet als wolven en weten, zoals mijn grootmoeder zei, “dat je sommige zaken nu eenmaal niet doet”. Sire, als ik even mag voorstellen: deze mensen verdienen op het Paleis te worden ontboden. ● Amper 45 min. om uw onderneming op te richten Neem afspraak met ons ondernemingsloket voor een kosteloos en persoonlijk gesprek. J Ondernemingsnummer J BTW J Sociaal verzekeringsfonds 02 643 78 09 J Ziekenfonds J Verzekeringen wwww.beci.be/nl/loket BECI - Brussels Business - janvier 2015 5 CORNER

THINK TANK Deeleconomie is ook economie! Airbnb, Uber, Vayable, Peerby, ListMinut … De zogenaamde ‘deeleconomie’ berust op uitwisselingen tussen particulieren, organiseert zich via het internet en doostaat een pijlsnelle ontwikkeling. Opgelet: wanneer een dergelijke verdeling of uitwisseling inkomsten genereert, geldt die als een vorm van business, waarbij bepaalde regels dienen te worden nageleefd. Emmanuel Robert W aarom zou ik een friteuse kopen, als ik die van de buurman kan gebruiken? Enne … ik zou die buurman bijvoorbeeld naar het station kunnen brengen; dan hoeft hij geen taxi te bestellen. Ik zou ook het Ardense vakantiehuisje van mijn collega kunnen huren, om goedkoop met vakantie te gaan. In ruil kan ik zijn heggen komen snoeien … De uitwisseling van allerlei diensten tussen particulieren is verre van nieuw. Op het eerste gezicht biedt dit alleen voordelen: er worden minder grondstoffen gedolven (goed voor onze planeet), bepaalde diensten worden toegankelijker en ook de sociale dimensie vaart er wel bij (goed voor de mensen). Wél nieuw is de uitbreiding die de internetrevolutie hieraan heeft gegeven: naast de buren, vrienden en collega’s hebben we nu ook te maken met volstrekt onbekenden die ergens aan de andere kant van de stad, het land of de wereld wonen en die toevallig precies wat ik zoek, aanbieden. Zo ontstonden talloze platformen waardoor informele vraag en aanbod elkaar vinden en tegelijk contacten en uitwisselingen een hoge vlucht nemen. Voorbeelden zijn Airbnb om bij gewone mensen te overnachten, Uber voor de verplaatsingen, Vayable om een toeristische gids te vinden, Peerby om voorwerpen te ontlenen, ListMinut voor dienstverlening van allerlei aard enz. Met het web ontstaat een nieuw uitwisselingsmodel: de deeleconomie of samenwerkingseconomie. 6 BECI - Brussel metropool - mei 2015 Wanneer delen de business toer opgaat Delen en uitwisselen gebeuren normaal gratis. De meeste van deze webplatforms zagen echter van kosteloosheid af en voerden een betalend systeem in dat verder reikt dan een gewone deelname in de kosten. Wanneer u in een Uber wagen stapt, dekt de gevraagde prijs meer dan uw bijdrage tot de brandstofkosten: u betaalt ook de chauffeur die u is komen oppikken en u naar uw bestemming heeft gebracht. Dit heeft dus niets meer te maken met car sharing, wel met betalend vervoer van personen. De operator van het webplatform voorziet bovendien een commissie voor de financiering van de oplossing die deze ‘uitwisseling’ mogelijk maakt. De deeleconomie is ondertussen tot een volwaardige business uitgegroeid. Het beste bewijs hiervan zijn de beurswaarden van Uber of Airbnb: die lopen in de (tientallen) miljarden dollars op. Een nieuwe vorm van concurrentie? De opkomst van innoverende modellen is op zich goed nieuws, want ze zorgen voor extra economische activiteit, nieuwe diensten en extra inkomsten voor heel wat mensen. Het succes is te danken aan de manier waarop ze op bepaalde verwachtingen inspelen. De aangeboden oplossingen slaan soms beter aan dan die van bestaande spelers. Welke ondernemer zal zich bijvoorbeeld willen verplaatsen voor een piepklein schil

Bij Merak zijn uw gegevens in goede handen. Merak is de internationale specialist in dataopslag en -archivering. Elke dag helpen wij lokale en globale bedrijven om hun cruciale gegevens op de veiligste en meest rendabele manier te bewaren. Onze geautomatiseerde systemen garanderen de perfecte bewaaromstandigheden. En onze gestandaardiseerde verpakkingen met barcode garanderen 100% anonimiteit. Bovendien zijn onze Merak-koeriers 24 uur op 24, 7 dagen op 7 beschikbaar. Zo verzekeren we ook in noodsituaties een maximale beschikbaarheid van uw gegevens. www.merak.be

THINK TANK Voor een samenhangend ‘taxiplan’ Aan de ene kant, de taxideropdrachtje? En waar vindt u een taxi voor een afstand van 2 of 3 km? Gaat het hier om concurrentie? Wel ja, en een gezonde bovendien, want ze dwingt de bestaande dienstverleners hun eigen serviceniveau in vraag te stellen en te verbeteren. Zo heeft een taximaatschappij onlangs haar eigen mobiele applicatie ontwikkeld. Vragen hierbij … Een aantal regels dienen te worden nageleefd zodra een activiteit inkomsten genereert. Het gaat hier om de bescherming van de consument, de naleving van de reglementering, de betaling van belastingen enz. Precies hier wringt het schoentje. Moet een particulier die overnachtingen aanbiedt ook een nooduitgang voorzien, zoals in een hotel? Moet de Uber chauffeur het vervoer van personen laten verzekeren, zoals dat voor taxi’s het geval is? Onder welk statuut werken die mensen? Bestaat er een band van ondergeschiktheid ten aanzien van het internetplatform, wat gelijk staat met een arbeidsovereenkomst? Zijn deze mensen zelfstandig? In hoofd- of in bijberoep? Geven ze hun inkomsten aan? Moeten ze sociale lasten betalen? Zijn ze btw-plichtig? En wie gaat dat allemaal controleren? Delen betekent nog niet solidair zijn In de praktijk bestaat er weinig controle. Mogelijk misbruik wordt nauwelijks bestreden en voor de consument gelden er weinig of geen waarborgen. De financiële transparantie blijft nagenoeg onbestaand, wat trouwens ook het geval is voor de fiscale bijdragen. De deeleconomie, die zich vaak participatief en solidair voordoet, heeft helaas veel weg van een wilde vorm van economie. Het gaat hier om overleving, mini-jobs, kortom een parallelle economie waar zwartwerk via het internet wordt beheerd. De deeleconomie omzeilt reglementeringen en de op belastingen uitgebouwde solidariteit. Daar moeten anderen dan maar voor opdraaien. De anderen? Hotelhouders, taxichauffeurs, schilders, loodgieters, elektriciens, huishoudhulpen en binnenkort waarschijnlijk nog andere mensen die regels moeten naleven, belastingen betalen, controles ondergaan en nu dus met een vorm van oneerlijke concurrentie te kampen krijgen. De consument is natuurlijk opgetogen, want hij betaalt minder. Maar beseft hij dat hij in feite de prijs van een dumping betaalt? Een ander voorbeeld: ik zou tijdens het weekend brood kunnen bakken en dit aan de buren verkopen. Daar zou iedereen mee tevreden zijn: ikzelf met dit extra inkomen, en de buren met goedkoop vers brood. En daar zouden de FAVV, de bakkers en de fiscus zeker geen graten in zien, nietwaar? Eerder begeleiden dan verbieden Zich verzetten tegen de deeleconomie is verloren moeite. Ze beantwoordt namelijk aan reële verwachtingen en aan de nieuwe gedragingen die met mobiele consumptie gepaard gaan. Wat we ook doen, deze vorm van economie zal doorbreken. Misschien stellen we ons best een aantal vragen: als deze nieuwe modellen, buiten de klassieke regels, zoveel succes oogsten, betekent dit dan niet dat de regelgeving te 8 BECI - Brussel metropool - mei 2015 ’s met hun monopolie en hun soms dubieuze reputatie (weigering van kleine afstanden, niet aanvaarden van kredietkaarten enz.). Aan de andere kant, een nieuwe speler (zelfs meerdere, want Uber is niet de enige), met een innoverend aanbod (mogelijkheid om de stromen te volgen, de chauffeur te evalueren enz.), maar die aan elke vorm van reglementering van een beroepsactiviteit ontsnapt en die daarom in Brussel, ondanks de veroordelingen, illegaal blijft functioneren. Tussen deze twee sectoren woedt een conflict dat soms met de vuisten wordt uitgevochten. Zie hier een mooi voorbeeld van ontaarde ‘deeleconomie’. Het door Pascal Smet voorgesteld ‘taxiplan’ was bedoeld om orde op zaken te zetten, maar in dit stadium biedt het niet echt een oplossing. Het plan maakt een onderscheid tussen ‘hoofdberoep’ en ‘bijberoep’, maar legt geen samenhangende regels op waardoor beide systemen naast elkaar zouden voortbestaan. Het opentrekken van de markt zoals het nu wordt opgevat, houdt geen voordelen in voor de taxi’s zolang deze worden onderworpen aan een beperkt aantal licenties en gereglementeerde tarieven. Een hervorming van het personenvervoer zou nochtans de sector moderniseren, de concurrentie aanzwengelen en de verschillende diensten beter onderscheiden. Dit vereist wel een samenhangende wettelijke basis die voor een billijke concurrentie zorgt (same level playing field). Daarmee bedoelen we één enkel wettelijk kader, één markt (met dezelfde veiligheidsnormen en fiscale regels voor iedereen), geen beperking meer van het aantal licenties, de liberalisering van de tarieven, het identificeren van de voertuigen en de integratie van Uber onder de taximaatschappijen. Het welslagen van deze hervorming geldt waarschijnlijk als een test voor de samenwerkingseconomie in Brussel. zwaar en te belastend is geworden, ook voor de huidige spelers? En als de bestaande regels niet op de nieuwe modellen kunnen worden toegepast, moeten we dan geen nieuwe regels ontwerpen? Verbieden is nutteloos. Dan maar begeleiden, en zo snel mogelijk trouwens, opdat de business rond de deeleconomie zich volgens eerlijke concurrentieregels zou ontwikkelen. Op dit vlak is Brussel zeker geen pionier. Spijtig, want de hoofdstad van Europa zou een voorbeeld moeten zijn in een domein dat een snelle evolutie tegemoet gaat. ●

GROOTSE ACTIE #SAMENDELENWEDEWEG Oproep aan alle Belgen! Touring verdeelt 1 miljoen duostickers voor op je zijspiegels. Zo blijven ook tweewielers in je gedachten plakken. Kleef je mee? “Ik doe ook mee” Eddy Merckx “Vroeger zag iedereen me rijden. Ik reed dan ook dikwijls op kop. Vandaag is dat anders. Maar pas op: ik kan nog altijd opduiken in je dode hoek. Hou hem dus goed in de gaten …” Ook kampioenen willen gezien worden. Bekijk het verhaal van Eddy Merckx op www. samendelenwedeweg.be NU IS HET AAN JOU! 1. Kleef je stickers op je zijspiegels 2. Schrijf je in op www.samendelenwedeweg.be 3. Wie weet win jij deze toffe Yamaha Tricity-scooter (waarde € 4.390), een Eddy Merckx AMX racefiets (waarde €1.099) of 1 van de 100 andere prijzen. #SAMENDELENWEDEWEG Met de sympathieke steun van :

THINK TANK FICHE STAATSHERVORMING Toegang tot het beroep De overheveling van federale bevoegdheden en budgetten naar de Gewesten in het kader van de Zesde Staatshervorming heeft ook voor bedrijven grote gevolgen. Om u wegwijs te maken, publiceren wij maandelijks een factsheet in dit blad. Vincent Delannoy Met de zesde staatshervorming werd de toegang tot het beroep als bevoegdheid naar de gewesten overgeheveld. In feite werd deze materie gedeeltelijk al via een andere weg gedefederaliseerd: denk maar aan de toegang tot beroepen in het onderwijs, de functies van gemeentelijke of gewestelijke ambtenaren of nog de taxisector. Hoe ver staan we vandaag? De uitoefening van bepaalde beroepen vereist dat aan sommige toegangs- en vestigingsvoorwaarden wordt voldaan. Voorbeelden: het bewijs leveren van zijn basiskennis beheerstechnieken wanneer men als zaakvoerder of bestuurder van een nieuwe KMO optreedt; bepaalde vakbekwaamheden kunnen bewijzen voor sommige beroepen die onder zelfstandigestatuut worden beoefend; regels naleven in vrije en intellectuele beroepen… Deze oorspronkelijk federale reglementering blijft van toepassing tot wanneer een gewest beslist wijzigingen of nieuwe regels in te voeren. Dit staat in de zesde Staatshervorming, samen met een lijst van beroepen waarvan de toegangsvoorwaarden een federale bevoegdheid blijven. Ondertussen zijn de drie gewesten het eens geworden over een stelsel van wederzijdse erkenning in dit domein. Om de geldende wetgeving zo coherent mogelijk te blijven interpreteren, confronteren de gewesten hun meningen. De respectievelijke besturen komen regelmatig bijeen om een goede toepassing van het huidige systeem te verzekeren. Wat zegt Didier Gosuin, de huidige Brusselse Minister van Werk, hierover? “Rekening houdend met de mobiliteit van de ondernemingen, vind ik een regionalisering van de toegang tot het beroep geen schitterend idee. (…) Brussel heeft er alle baat bij een zo breed mogelijke harmonisering in stand te houden. (…) In feite hebben wij de bevoegdheden overgenomen en tussen gewesten afgesproken dat wij ons wat bedenktijd gunnen, om te vermijden dat wij eenzijdig met bepaalde initiatieven van start zouden gaan.” Praktisch De toegangsprocedure verloopt meestal nog steeds via een ondernemingsloket, dat nagaat of de nodige bekwaamheden voor ondernemerschap wel aanwezig zijn. Bij twijfel richten de loketten in het Brusselse Gewest zich voor advies tot het bestuur Brussel Economie en Werkgelegenheid. Volgens Minister Gosuin bestaat er geen enkele reden waarom de procedure duurder of langer zou zijn. En wat betreft de verplichte inschrijving van ondernemingen bij de Kruispuntbank: die blijft een federale bevoegdheid. Iedereen staat vrij deel te nemen aan de examens van de Centrale Examencommissie om toegang tot een beroep te krijgen. Wel dient vermeld dat de overgehevelde middelen voor de uitoefening van deze nieuwe bevoegdheid, belachelijk klein zijn: 4.000 € voor het Brusselse Gewest, aangevuld door de inschrijvingsgelden (35 € per examen). Wat staat ons morgen te wachten? Op middellange termijn moeten we te weten komen welke richting de andere gewesten zullen inslaan. Komen er afspraken om in de toekomst een eensgezind politiek beleid te voeren? Er heerst bijvoorbeeld wat discussie rond een mogelijke aanpassing van het verplichte niveau bedrijfsbeheer. Ondertussen kondigt de Brusselse minister aan dat ordonnanties werden voorgelegd “om een eventuele juridische leemte te voorkomen”. Dit is trouwens het geval, zegt hij, voor alle ordonnanties in verband met economische transfers. 10 BECI - Brussel metropool - mei 2015 De mening van BECI • De toegang tot het beroep is nuttig omdat het voor de klant een eerste waarborg vormt en hem afraadt bij de informele economie te gaan aankloppen. Het huidige systeem dient dus te worden behouden, maar er moet regelmatig worden onderzocht of de criteria nog overeenstemmen met de evoluties op technologisch en management vlak. • Toegang krijgen is niet echt een drempel, maar eerder een stimulans voor de betrokken professionals. Het verhindert wel oneerlijke concurrentie en sociale dumping. • De regionalisering riskeert onverzoenbare verschillen tussen professionals teweeg te brengen in functie van het gewest waar de maatschappelijke zetel is gevestigd. Een harmonisering zou welkom zijn, en dan nog liefst op Europees niveau. FICHE 8

THINK TANK VÓÓR OF TEGEN Deelnemen aan openbare aanbestedingen Jaar in, jaar uit betekenen openbare aanbestedingen in België ongeveer 30 miljard euro. Om te garanderen dat het geld van de gemeenschap goed wordt aangewend, volgen deze aanbestedingen zeer strikte procedures. Zij moeten een billijke concurrentie en de objectieve keuze van de beste offertes garanderen. Of de ondernemingen hiermee opgetogen zijn, is een andere vraag. Gaëlle Hoogsteyn Yves Cabuy, Afdeling Plaatselijke Besturen, Ministerie van het BHG Vandaag vertegenwoordigen overheidsbestellingen ongeveer 17% van het Belgische BBP. Sectoren van de Belgische economie als de bouwsector en wegenbouw leven in ruime mate van zulke aanbestedingen. Ook voor de dienstensector treden er verschuivingen op, want steeds meer taken die de overheid vroeger intern uitvoerde, worden nu uitbesteed. Voor de bedrijfswereld bestaan er dus talrijke afzetmogelijkheden. In de bouw danken heel wat bedrijven nagenoeg 80% van hun omzet aan openbare aanbestedingen. Er komen trouwens talrijke kandidaten bij de bekendmaking van een openbare offerteaanvraag opdagen. Als medecontractant geniet de onderneming de waarborg dat ze betaald wordt. Overheidsdiensten staan wel bekend voor hun neiging laattijdig te betalen, maar deze toestand is wel gevoelig verbeterd. Onlangs kwam er een nieuwe richtlijn tot stand die de betaalregels grondig herziet, met nieuwe lasten ingeval van laattijdige betalingen. Bovendien zijn verwijlintresten veel rendabeler dan een spaarrekening. Dit neemt niet weg dat overheidscontracten grote verschillen vertonen met klassieke verkoopovereenkomsten. Hun eenzijdige dimensie kan dwingend overkomen. De aanbestedende macht heeft inderdaad het recht eenzijdig het contract te wijzigen, zelfs als het al in uitvoering is. Maar dit recht heeft ook zijn beperkingen: het voorwerp van de overeenkomst moet onveranderd blijven, de waarde van de verandering moet zich beperken tot 15% en de leverancier of dienstverlener heeft recht op een billijke compensatie. Alles verloopt vlot als de onderneming de uitvoering van zulke contracten gewoon is en wanneer ze haar offerte goed voorbereid en gebudgetteerd heeft. Bedrijven die zich echter voor de eerste keer op dit terrein wagen, hebben er alle baat bij uitvoerige informatie in te winnen over de contractuele eigenheden van openbare aanbestedingen. De grote werkgeversorganisaties beschikken trouwens over raadgevers: contacteer ze! Virginie Dor, Advokate Op zich zijn de beginselen van transparantie en objectiviteit van de openbare aanbestedingen positieve zaken. Het grote probleem zit echter in de procedures, zowel bij de toekenning als tijdens de uitvoering: die zijn bijzonder log. Om te beginnen is het op gang brengen van een openbare aanbesteding ook binnen de overheidsdiensten een hele karwei. Zij zijn de eerste die moeilijkheden ervaren om de procedure correct te organiseren. Natuurlijk zorgt dit ook voor moeilijkheden in de bedrijven. Daarna zal de toewijzing enorm tijdrovend zijn. Het begint al met ellenlange termijnen voor de bekendmaking. Daarna volgen de analyse van de offertes, de redactie van de toewijzingsverslagen, de bekendmakingsprocedure enz. De keuze van de onderneming die de opdracht zal uitvoeren, kan tot zes maanden in beslag nemen, soms een jaar. En het bedrijf dat een offerte heeft ingediend, kan onmogelijk achteruit, zelfs als het orderportefeuille ondertussen vol zit. De ondernemingen ervaren de eenzijdige dimensie van zulke contracten als een vorm van dwang. De aanbestedende macht stelt namelijk een lastenboek op waar de onderneming niet mag van afwijken. Het bedrijf heeft gewoon niets te zeggen en mag over geen enkele clausule onderhandelen. Bovendien heeft de aanbestedende macht, ook tijdens de uitvoering, het recht de overeenkomst eenzijdig te wijzigen. Ook als er meningsverschillen optreden, is de ondernemer verplicht het project volledig uit te voeren. Hierbij komt nog dat de overheidsdiensten de reputatie hebben wanbetalers te zijn. De onderneming heeft natuurlijk de waarborg betaald te worden, maar wanneer dit zal gebeuren, weet niemand. Volgens mij is dit typisch voor de werking van overheidsdiensten, en niet specifiek voor openbare aanbestedingen. Een professionalisering van de vragen van de overheid zou een oplossing bieden. Ik bedoel hiermee dat zowel de overheidsdiensten als ondernemingen zich in deze materie zouden moeten specialiseren. In heel wat bedrijven is dit trouwens al het geval. Maar voor een onderneming die voordien nooit op een openbare aanbesteding is ingegaan, is het absoluut noodzakelijk voldoende informatie in te winnen om hiermee te beginnen. Nuttige informatiebronnen zijn Agoria, de Confederatie Bouw en ook advocatenkantoren en kamers van koophandel. Geef ons uw mening BECI - Brussel metropool - mei 2015 11

Kristiaan Borret: Bouwen aan Brussel Sinds 1 januari van dit jaar heeft Brussel een nieuwe “Bouwmeester”: Kristiaan Borret. Brussel Metropool sprak met de man die de architecturale kwaliteit van Brussel een zetje moet geven en de leefbaarheid van de stad moet verbeteren. “Brussel is een stad met een hoek af, maar dat maakt haar net zo interessant”. Frédéric Petitjean W ie een beetje interesse heeft in stadsplanning of architectuur, zal de naam Kristiaan Borret allicht niet vreemd in de oren klinken. Van 2006 tot 2014 was hij immers de Bouwmeester van de stad Antwerpen. Een moeizame samenwerking met de politieke leiding van de Scheldestad zorgde er echter voor dat hij die taak eerder dan verwacht moest stopzetten. Borret trok daarop terug naar Brussel, waar hij ook al die tijd woonde en nam de job van Bouwmeester gewoon weer op, maar dan in de hoofdstad. Hoe bevalt uw nieuwe werkplaats u? Prima, hoor (lacht). Ik ben officieel nog maar sinds 1 januari begonnen, dus het zijn nog een beetje de wittebroodsweken, maar tot nog toe bevalt het mij uitstekend. Ik voel heel veel goede wil, zeker ook bij de politieke partijen, zowel de Nederlandstalige als de Franstalige en dat stemt mij hoopvol, natuurlijk. Brussel heeft absoluut ambitie om de stadsvernieuwing op een goede, doordachte manier aan te pakken, het staats zelfs in het regeerakkoord, wat uniek is. De wil om te veranderen is er, nu is het moment om dat in daden om te zetten. Voor wie er zich niets bij kan voorstellen: wat doet een Bouwmeester? Het is mijn taak om te waken over de ruimtelijke kwaliteit van de stad. Ik ben zowel betrokken bij stedenbouwkundige projecten als pure architecturale vraagstukken, eventueel ook als dat privéprojecten zijn. In al die dossiers zal ik dus de betrokkenen aanmoedigen tot en adviseren over een zo goed mogelijke ruimtelijke aanpak. Een belangrijk aspect is bijvoorbeeld het organiseren van architectuurwedstrijden. Daarnaast doe ik ook veel informeel werk achter de schermen. Ik spreek met ontwerpers, ambtenaren en bouwheren en probeer de neuzen zo veel mogelijk in dezelfde richting te zetten. Er is natuurlijk niemand die zal zeggen dat hij kwaliteit niet belangrijk vindt, maar tussen woorden en daden gaapt vaak nog een groot gat (lacht). 12 BECI - Brussel metropool - mei 2015 Zien de opdrachtgevers en de projectontwikkelaars u graag komen? Een vrees is vaak dat door mijn tussenkomst de uitvoering van het project langer zal duren en dat de kostprijs zal stijgen. Ik denk dat we in Antwerpen hebben bewezen dat door het vroeg inschakelen van de Bouwmeester je juist tijd kan besparen. Het is dan wel belangrijk om zo snel mogelijk aan tafel te gaan zitten, liefst in het prille begin van het gehele ontwerptraject. Als de bouwaanvraag bij manier van spreken al klaar is en je gaat dan nog dingen aanpassen, dan verzand je snel in logge procedures natuurlijk. U woont al twintig jaar in Brussel, hoe is de stad op al die tijd veranderd? Ik doe niet mee aan een soort mismoedigheid over Brussel. Ik leg me dat opzettelijk op en wil een optimistische dynamiek uitstralen. De leefbaarheid is zeker toegenomen en ik zie veel positieve zaken. Er is in Brussel zeker genoeg intellectuele bagage om het nog beter te doen, alleen ontbrak er vaak een coherente visie. Veel mensen en diensten deden hun best, maar er was niet één groot verhaal waar iedereen zich kon achter scharen. Nu is er een sense of urgency om dat wel te doen, een collectief verlangen naar kwaliteit. Vergelijkt u Antwerpen eens met Brussel. Goh, Brussel is natuurlijk een behoorlijke complexe stad. In Antwerpen was er één baas, de burgemeester, in Brussel heb je te maken met negentien gemeenten en een Gewest. Brussel is dus minder beheersbaar, de stad volgt zowat zijn eigen logica, wat ik overigens ook fascinerend vind (lacht). De stadsdiensten van Antwerpen waren ook al een soort goed geoliede machine als het op kwalitatieve ruimtelijke ordening aankwam, in Brussel moet men daar nog een beetje aan werken. Nu goed, Brussel is ook dubbel zo groot, dus dat maakt de uitdaging zeker niet minder.

Let the cars for your team be the cars of their dreams. De nieuwe CLA Shooting Brake. Maak de droom nu waar. Reserveer uw testrit op www.mynextmercedes.be/fleet 3,9 - 7,1 L/100 KM • 101 - 165 G CO2 /KM Milieu-informatie KB 19/3/2004: www.mercedes-benz.be - Geef voorrang aan veiligheid. A Daimler Brand

Diversiteit: de kracht achter uw onderneming! De samenleving verandert, en uw onderneming verandert mee. Om voorop te kunnen blijven in de uithoudingsrace van optimale prestaties, moet u uw werknemers de nodige impuls geven waardoor ze zich goed, aanvaard en gehoord voelen! Wist u dat ... managementteams die bestaan uit mannen en vrouwen voor hogere omzetcijfers zorgen? teams met een gemengde culturele achtergrond de interne creativiteit, en zo ook de prestaties, verhogen? de samenwerking tussen jong en oud in uw teams, wijsheid en innovatie samenbrengt? Gebruik de hulpmiddelen waarover u beschikt! BECI staat klaar om u te helpen bij iedere stap van de aanwerving, zowel voor, tijdens als na het proces. Haal alle voordelen uit diversiteit, zij het op het vlak van • vreemde afkomst • het evenwicht mannen/vrouwen • het evenwicht jong/oud • taal • handicaps • seksuele geaardheid • … U wilt • Een diversiteitsonderzoek uitvoeren in uw onderneming? • Meer informatie over de fi nanciële steun? • Meer vrouwen in managementfuncties? • Een slechtziende of dove persoon integreren in uw team? • Kunnen omgaan met culturele verschillen? • Een interne communicatie ontwikkelen voor al uw werknemers? • Interne opleidingen organiseren voor uw managementteams of werknemers? Doe een beroep op de Cel Diversiteit van BECI – Onze adviseurs luisteren naar uw behoeften en staan ten dienste van uw onderneming. Contact : Bouchra El Mkhoust -02 643 78 20 (bem@beci.be)

THINK TANK Wat zijn de grote uitdagingen waar Brussel mee te maken gaat krijgen de komende jaren? De demografie en het internationale karakter van de stad. Om met dat laatste te beginnen: we zullen een balans moeten vinden tussen de internationale roeping van Brussel en de lokale, stedelijke kwaliteit die we willen. Dat zal dus onder meer gaan over hoe we kunnen vermijden dat de EU zich in de stad gaat inplanten zoals dat vroeger ging. Een goede zaak daarbij is dat veel betrokkenen ondertussen ook Brusselse burgers zijn geworden en dus geïnteresseerd zijn in Brussel als “hun” stad en niet alleen als een plek waar ze gaan werken en waar ze voor de rest niks mee te maken hebben. rand. Er zijn ook zeer veel jongeren die in de stad zelf wonen die voor deze jobs opgeleid zijn. Een goede stad heeft bedrijfjes nodig, er moet plaats zijn voor zowel wonen, als werken als ontspanning. Al die functies moeten verweven worden. En onze uitdaging in de Kanaalzone is dus om al die elementen samen te brengen. Tour & Taxis is nog zo’n site die op uw agenda staat. Juist, daar zitten we met ongeveer dezelfde problematiek en dat dossier gaat ook al heel lang mee. Ik denk dat het nu echt wel tijd is om daar in actie te schieten. Als je te lang wacht, krijg je immers onvermijdelijk kwaliteitsverlies. De dynamiek gaat verloren, men begint compromissen te sluiten om het vooruit te laten gaan…dat moeten we absoluut vermijden. Brussel heeft absoluut ambitie om de stadsvernieuwing op een goede, doordachte manier aan te pakken. De wil om te veranderen is er, nu is het moment om dat in daden om te zetten. En de demografie? Wel, de bevolking zal de komende jaren zonder twijfel aangroeien en die mensen moeten gehuisvest worden. Je kan je afvragen: moet dat absoluut allemaal binnen de stad gebeuren? Moet de verdichting zich beperken tot de stadsgrenzen of kan dat ook in de buitenwijken gebeuren? Dat soort gemeenten maken de facto al deel uit van de stad, ze hangen er ook van af. We zullen ons die vraag dus moeten stellen, denk ik. De Kanaalzone is een van de meest in het oog springende projecten waar u mee bezig bent. Wat is daar de bedoeling? De Kanaalzone is een grote brownfield waar je heel veel mensen zou kunnen huisvesten. Alleen moet je dan natuurlijk ook zorgen dat je ook plaats maakt voor bedrijven en bedrijfjes, want anders jaag je alle lokale tewerkstelling weg, buiten de stad. Met Plan Canal proberen we dus zowel te verdichten en woningen te bouwen als bedrijven te behouden. En met bedrijven bedoel ik dus niet van die hippe ateliers waar men apps maakt of aan 3D-printing doet. Nee, ik wil daar een loodgieter zien, een schrijnwerkerij, een parketlegger… dat zijn het soort jobs dat de stad altijd nodig zal hebben en die we dus niet moeten verbannen naar KMO-zones in de Tegelijk vliegen ook de plannen voor shopping-centra ons om de oren. Een goede zaak? Ik ben daar geen groot voorstander van, nee. Ik houd van de stad, dus ik vind dat je beter in de stad kan gaan winkelen, dan in zo’n groot shopping center. De overheid spreekt hiermee zichzelf ook tegen: aan de ene kant willen ze de kernstad vernieuwen en zuurstof geven, aan de andere kant keuren ze dit soort projecten goed. Ik heb ook mijn twijfels over het ganse concept van “shopping als beleving”. Men maakt nu ons al bijna tien jaar wijs dat het zo vernieuwend is. Zitten mensen daar nog steeds op te wachten? Nu goed, als je ’t dan toch doet, kan je beter een shopping center bouwen dat toch nog min of meer verbonden is met de stad, dan ergens in de middle of nowhere. Wat dat betreft, zie ik Neo iets meer zitten dan Uplace. Daar zijn dan toch meer en realistischere mogelijkheden om de site te ontsluiten met openbaar vervoer.” Brussel heeft in de jaren zestig en zeventig een paar flinke urbanistische opdoffers gekregen. De gevolgen daarvan zijn nog altijd zichtbaar. Komt het nog goed met de stad? Dat zal tijd kosten en we zullen daaraan moeten werken en we zullen dat ook zo snel mogelijk doen. Brussel heeft zijn stadsvernieuwing de laatste jaren altijd met kleine, “guerrilla-achtige” technieken aangepakt. Nu zitten we op een scharniermoment, waarop we een versnelling hoger willen schakelen, maar je moet ook geen overmoed krijgen. Dat gezegd zijnde: een stad is wat het is. We willen allemaal een veilige, leefbare en goed geordende stad, maar als we dan in Italië of in Istanbul komen, vinden we dat net charmant (lacht). Ik bedoel maar: als het allemaal té netjes is, is er ook niet veel meer aan. Brussel is een beetje een stad met een hoek af, maar dat maakt haar net zo interessant. ● BECI - Brussel metropool - mei 2015 15

INTERNATIONAAL ENTERPRISE EUROPE BRUSSELS Small Business Act: prioriteiten volgens de KMO’s In september organiseerde de Europese Commissie een grootschalige raadpleging over prioriteiten in het KMO-steunbeleid. De resultaten bevestigen grosso modo de uitgangspunten van de ‘Small Business Act’. D e Europese Unie ontwikkelde in 2008 een ‘Small Business Act’ (SBA) bedoeld om de ontwikkeling van KMO’s als essentiële schakels van het Europese economische weefsel te ondersteunen. Zes jaar later besliste de Commissie de SBA door de voornaamste belanghebbenden – de ondernemers, dus – te laten beoordelen. De in september gestarte raadpleging – door Enterprise Europe Network overgenomen – haalde recordcijfers, met 1800 antwoorden, veel meer dan tijdens vroegere raadplegingen. De antwoorden verdelen zich als volgt: 63% ondernemingen (meestal met minder dan 10 personeelsleden), 14% beroepsorganisaties die zelf ettelijke miljoenen ondernemingen vertegenwoordigen, 13% burgers en 10% andere deelnemers, onder meer overheidsdiensten. De deelname lag in België bijzonder hoog, met 15% antwoorden (vergeleken met 7% in een land als Duitsland). De resultaten zijn voor ons land dus bijzonder representatief. Smeken naar administratieve vereenvoudiging De opiniepeiling bevestigt zowel de hoge verwachtingen van KMO’s als de fundamentele uitgangspunten die in de SBA worden uitgestippeld. De ondernemers staan massaal achter de vier pijlers van de SBA: een verlichting van de administratieve last, toegang tot financiering, toegang tot de markten en internationalisering, en ten slotte ondersteuning van ondernemerschap en innovatie. De KMO’s beschouwen administratieve vereenvoudiging als de absolute prioriteit (97% van de deelnemers achten dit ‘nuttig’ tot ‘zeer belangrijk’). De meest verwachte maatregelen hebben betrekking tot het bepalen van al wat in de nationale wetgevingen de groei van KMO’s kan belemmeren (77% ‘zeer nuttig’), de vereenvoudiging van fiscale procedures voor starters (75% en zelfs 82% van de Brusselse deelnemers) en de opzet van een Europese campagne om de administratieve formaliteiten te verminderen (70%). Wat financiering aangaat, wensen de KMO’s een versterking van de huidige maatregelen, meer bepaald bij de inzet van de COSME fondsen (het EU programma ter ondersteuning van de concurrentiekracht aan ondernemingen). Hier dient wel worden gezegd dat de overheid eerder de voorkeur geeft aan de versterking van de kapitaalmarkt… De ondernemers hebben verder belangstelling voor de afschaffing van alle hinderpalen op de weg naar alternatieve financiering (gemengde financiering, crowdfunding, enz.) Emmanuel Robert Het luik markttoegang voor KMO’s dekt twee vraagstukken: enerzijds de interne EU markt en anderzijds de internationale markten buiten de EU. Iedereen is het eens over de noodzakelijke steun aan de internationale ontwikkeling van KMO’s. Dit moet gebeuren door een betere dialoog met de voornaamste handelspartners in de EU (48% ‘zeer belangrijk’). Verder pleiten de deelnemers voor de modernisering van Enterprise Europe Network, onder andere door de ontwikkeling van lokale samenwerkingsverbanden met de stakeholders (organisaties die KMO’s verenigen). De meest gewaardeerde steunmaatregel aan het ondernemerschap (55% ‘zeer nuttig’) betreft de opname van ondernemerschap in de programma’s van het middelbaar onderwijs. Dit scoort beter dan de uitbreiding van het Erasmusprogramma voor jonge ondernemers (43%). Verder ging veel aandacht naar bedrijfsoverdrachten, namelijk met een vurig gewenste maatregel: de oprichting van actieplannen en unieke nationale loketten voor bedrijfsoverdrachten (‘belangrijk’ tot ‘zeer belangrijk’ voor 83% van de Brusselse respondenten). Vorming, de vijfde pijler De deelnemers ondersteunden een voorgestelde vijfde SBA pijler: de opleiding van ondernemers en personeel om het hoofd te bieden aan een zekere schaarste aan vaardigheden. In Brussel scoorden de drie voorgestelde maatregelen vrij hoog: verbetering van het imago van technische en ambachtelijke beroepen (54% ‘zeer belangrijk’), alternerende beroepsopleiding (53%) en vormingsprogramma’s voor gekwalificeerde arbeidskrachten (43%). Informatie: J.-Ph. Mergen – BECI/Enterprise Europe Brussels – Tel.: 02 210 01 77 – E-mail : jpm@beci.be. ● 16 BECI - Brussel metropool - mei 2015

INTERNATIONAAL Cuba, si ! Meer dan een halve eeuw embargo hebben Cuba niet klein gekregen. En wanneer dit embargo zal worden opgeheven, begint het eiland aan zijn ontwikkeling en klampt het zich waarschijnlijk aan de Amerikaanse markt vast. De naburige VS zijn trouwens de meest voor de hand liggende commerciële partner. Toch bestaan er ook voor ons uitzichten: de heer Dias de Sousa, Economisch en Handelsattaché van Brussels Invest & Export1 , vertelt er ons meer over. Het embargo op Cuba is nog steeds van kracht. Is het opheffingsproces voldoende gevorderd om een bedrijf aan te zetten deze markt te verkennen? Een hele resem praktische maatregelen gaan de opheffing vooraf. Ik denk aan de heropening van een Amerikaanse ambassade, de versoepeling van de beperkingen op transfers van fondsen e.d. En dan zijn er nog de duidelijke verklaringen van de presidenten Obama en Castro. Het embargo heeft kracht van wet en zijn afschaffing moet nog eerst door het Amerikaanse Congres worden goedgekeurd. Het is echter nagenoeg zeker dat de commerciële belangen de doorslag zullen geven. Ook in Cuba zelf verandert de situatie snel sinds de partij de ‘richtlijnen voor een nieuw economisch en sociaal model’ heeft goedgekeurd. Die richtlijnen trachten duidelijk buitenlands kapitaal aan te lokken. Didier Dekeyser pen aan het klassieke aandeel van 50% van de Cubaanse Staat. Welke sectoren zouden in aanmerDe heer Dias de Sousa king komen? Verschillen de uitzichten in Cuba van wat men in andere ontwikkelingslanden kan tegenkomen? Alle sectoren staan open, behalve het leger en het onderwijs. En waarom Cuba eerder dan een ander land? Gewoon omdat er 50 jaar economische en industriële achterstand moet worden ingehaald, maar dan wel in een land dat redelijk goed functioneert. Vóór het embargo was Cuba namelijk actief en soms In Cuba bestaan er twee wettelijke valuta, elk met een dubbele wisselkoers: de binnenlandse en de bankkoers. Vormt dit een hindernis? Bevordert de wet over buitenlandse investeringen een doorbraak? Verrichtingen gebeuren in dollars of euro’s. Daarom is het ‘probleem’ van de dubbele valuta eerder van lokale dan van internationale aard. Vergeet niet dat zakenvoeren in Cuba nog steeds met de Staat gebeurt. Per slot van rekening is uw gesprekspartner de Cubaanse overheid zelf. U kunt zich niet tot de lokale privésector richten en u kunt hem niets rechtstreeks verkopen. De Staat is de tussenpersoon die op zijn beurt de lokale privésector aanspreekt. Deze situatie belet echter helemaal niet het zakendoen. De wet over buitenlandse investeringen werd in 2014 bijgestuurd. De Cubaanse overheid heeft namelijk zeer goed ingezien dat alleen investeringen vanuit het buitenland het moderniseringsproces van het land op gang kunnen brengen. Deze wetgeving vormt een kader dat potentiële handelsrelaties structureert en vereenvoudigt. Ze bevat bovendien een aantal maatregelen dat het land aantrekkelijker moet maken: voordelige fiscale voorwaarden of bevoorrechte vestigingsgebieden bijvoorbeeld. Het ontwikkelingsgebied Mariel biedt bijvoorbeeld 10 jaar vrijstelling van belasting en de mogelijkheid om bedrijven te vestigen waarvan het kapitaal 100% van buitenlandse afkomst is en die dus niet worden onderwor1 De heer De Sousa vertegenwoordigde de drie Belgische gewesten en het Groothertogdom Luxemburg in Cuba. welvarend in heel wat domeinen. In een aantal sectoren kan een inhaalmaneuver dus heel snel verlopen. De Cubanen hebben in sommige activiteiten een niet te onderschatten deskundigheid behouden. Dit geldt onder andere in de gezondheidszorg. In dit specifieke domein kunnen goede ondernemers misschien inspelen op de behoeften aan medische infrastructuur. De handelsattachés van Brussels Invest & Export staan bekend voor hun doeltreffendheid. Een voorbeeld van uw successen, misschien? In alle bescheidenheid moet ik wel toegeven dat onze deskundigheid wordt gewaardeerd. Onlangs zijn we erin geslaagd een grote Belgische naam uit de baggersector te helpen een grootschalig contract binnen te halen. Dit is typisch voor ons: wij helpen zowel de ZKO’s als de grootste ondernemingen. Ons bureau is sinds 2001 in Cuba gevestigd, waar wij een uitgebreid relatienetwerk hebben ontwikkeld. Dit is een van de factoren die onze bedrijven zouden moeten aanzetten deze markt te verkennen nog voor zij zich snel tot haar naburige afzetmarkt richt, namelijk de Verenigde Staten. Een gelegenheid bij uitstek is een aanwezigheid op het Belgische paviljoen van de multisectorale beurs van La Havanna, in november dit jaar! Info: www.invest-export.irisnet.be/nl/cuba-fihav-2015 ● BECI - Brussel metropool - mei 2015 17 R.T.

Brussel en België grijzer, maar wel rooskleurig SILVER ECONOMY Al tientallen jaren waarschuwen demografen voor de gevolgen van de Europese “demografische winter” en geboorteafname. De bevolkingspiramide is zodanig van structuur veranderd, dat er grondig moet worden nagedacht over een nieuw sociale zekerheidsstelsel. De vergrijzing en toenemende levensverwachting zetten de overheidsuitgaven dan ook aanzienlijk onder druk: elk jaar eisen de vergrijzingskosten een alsmaar groter deel van het BBP op. Gelukkig is de Silver Economy big business. Vincent Delannoy D e budgettaire impact van de vergrijzing qua zorgkosten, pensioenlasten, lagere participatiegraad, enz., valt niet meer tegen te spreken. De economische sector is anders wel gediend met de grijze druk: business opportunities en marktkansen alom. Denk bijvoorbeeld aan de senioren-gsm, een waar succesverhaal. De “zilveren economie” is dan ook volledig afgestemd op de niet-medische behoeften van de “grijze haren”. Van ondernemerskansen gesproken: in sectoren zoals vrije tijd, toerisme, transport, voeding, veiligheid, thuis- en gezondheidzorg, huisvesting, sociale woningbouw, verzekeringen, mantelzorg, robotica, telefonie, ICT en sport zijn er gouden zaken te doen. De senioreneconomie is per definitie afgestemd op senioren (of wat dacht u?). Deze vallen meestal in drie categorieën, zijnde actieve senioren (werkende of pas gepensioneerde senioren), kwetsbare senioren (70- en 80-plussers) en zorgbehoevende senioren. Alle drie gaan er op aantal én koopkracht vooruit ten opzichte van jongere groepen. Wereldwijd vertegenwoordigt deze “markt” 900 miljoen 60 plussers, waarvan er in 2050 twee miljard zullen zijn. Wat zijn zo de voornaamste seniorenmarktactiviteiten? Uit een recente Franse studie blijkt dat de helft van de marktspelers zich vooral op het gebied van ondersteuning ontplooit. Een derde is actief in afhankelijkheidspreventie en nog eens 33% is actief in het bieden van diensten ter ondersteuning van mantelzorgers (wat meer dan 3/3 oplevert, maar eenzelfde speler kan op meerdere gebieden een actieve rol vervullen). Overige activiteiten richten zich op voeding, veiligheid, vrije tijd, meubelen, distributie, robotica, human resources, financiën, huisinrichting, kleding, schoeisel en advies… Tot slot zet ongeveer 20% van de marktspelers zich in voor telezorg, gezondheidszorg en ICT. Een Belg op vijf Rest het aandeel ouderen in België en Brussel. Met 13% telt Brussel in vergelijking met Vlaanderen (19%) en Wallonië (17%) naar verhouding minder senioren boven de 65. Wel telt Brussel evenveel hoogbejaarden (85+, 2%) als de andere Gewesten. Vanaf 2030 zal het aandeel 65-plussers aanzienlijk stijgen, van 155.000 naar ruim 180.000 in Brussel, van meer dan 1,24 miljoen naar meer dan 1,65 miljoen in Vlaanderen en van 630.000 naar 840.000 in Wallonië. De categorie 65-plussers zal er in 15 jaar ongeveer 600.000 ouderen bijkrijgen, omgerekend een verschuiving van 17,7% naar 22,6%. Met andere woorden: een groeimarkt voor de Belgische silver economy… ● Bron demografische kerncijfers: BISA 18 BECI - Brussel metropool - mei 2015

Risicobeheer 2015 VEILIGHEID EFFICIËNTIE ORGANISATIE MOBILITEIT DELEN ETHIAS PREVENTION REPORTER DECAVI-TROFEE VOOR PREVENTIE Een echte innovatie in risicobeheer! Deze nieuwe digitale applicatie van Ethias zal de rapportering voor preventieadviseurs in collectiviteiten en ondernemingen vergemakkelijken: geolokalisatie, multimedia, risicoclassificatie gekoppeld aan de wetgeving, advies ... Dankzij de vele functionele troeven heeft deze applicatie de eerste DECAVI-trofee voor preventie in de wacht kunnen slepen! Meer informatie op www.ethias.be/preventioncorner Ethias nv, verzekeringsonderneming toegelaten onder het nr. 0196 Powered by

TOPIC SILVER ECONOMY Welke toekomst voor de residentiële ouderenzorg? Zullen de Brusselse woonzorgcentra gelijke tred kunnen houden met de stijgende opnamevraag en tegelijk hun aanbod betaalbaar houden? Thuiszorg krijgt op dit moment beleidsmatig de voorrang, vermits de opname in een zorginstelling enkel in laatste instantie wordt geadviseerd. Trendmatig is er een duidelijke vervanging van plaatsen voor ouderen in rustoorden voor bejaarden (semivalide ouderen) door plaatsen in rust- en verzorgingstehuizen (zwaar zorgbehoevende ouderen). Vincent Delannoy A llereerst: wat zeggen de cijfers? Het Brussels Gewest telt ongeveer 15.000 “bedden”. 25% hiervan bestaat uit RVT-bedden (rust- en verzorgingstehuizen), 75% uit ROB-bedden (rustoorden voor bejaarden). Vergeleken met het Belgische bevolkingsaandeel, stijgt de dekkingsgraad in het Brussels Gewest duidelijk boven die van de andere twee Gewesten. Per 100 hoogbejaarden (80+), zijn er in Brussel 30, in Wallonië 26 en in Vlaanderen 20 bedden beschikbaar. Daar waar Vlaanderen en Wallonië bedden voor kortverblijf alsook dagverzorging aanbieden, blijft het Brussels aanbod zeer beperkt. Wie zijn de grootste spelers in dit verhaal? In eerste instantie de private woonzorg (62%), gevolgd door het OCMW (24%) en de private instellingen met vzw-statuut, een marktverdeling die in de afgelopen 20 jaar bijna onveranderd is gebleven. Kenmerkend voor Brussel is het groter aantal bewoners onder de 65 jaar (goed voor bijna 8% van de bevolking). Wel komt thuiszorg in Brussel veel minder aan bod. Ter vergelijking: in Vlaanderen doen de 65-plussers tweemaal zo vaak beroep op thuiszorg. Verwacht wordt dat de vraag naar residentiële zorg in Brussel tussen 2010 en 2030 op 15% zal uitkomen, tegen 35% in Wallonië en nagenoeg 60% in Vlaanderen. Immuun voor de vergrijzing is Brussel echter niet, want na 2025 zullen de gevolgen ervan zich steeds harder laten voelen. Het huidig debat rond (en dus ook de financiering van) het aantal residentiële zorgplaatsen in Brussel kan niet los worden gezien van de Zesde Staatshervorming. Die voorziet in een overheveling van bevoegdheden via een overgangsmechanisme, met het oog op het overstappen van de huidige mono communautaire instellingen (de COCOF bij de Franstaligen, de VGC bij de Nederlandstaligen) op de gemeenschappelijke GGC-instelling. Na afloop van de tot 31 december 2017 lopende overgangsperiode, zal de financiering van de zorgkosten dan ook geheel in handen van de deelstaten zijn. Uit de begroting 2015 voor RVT-financiering valt 200 miljoen dotatie de GGC ten deel. Ongeveer 80% hiervan wordt aan de financiering van het RVT-zorgpakket besteed, d.w.z. de aan verpleging-, verpleger-, verzorging- en fysiotherapie verbonden kosten. Daar komt een op 59 miljoen geraamde begroting bij ter dekking van het instellingsgewijs overgaan op de GGC. Van die 200 miljoen euro zullen 11 miljoen verder uitgaan naar het bezorgen van 1.300 extra bedden (vermits de dotatieverdeelsleutel geen rekening hield met de stijgende vraag naar bedden). Qua kosten zal men eveneens rekening moeten houden met het aanscherpen van de ROB- en RVT normen. Uit recent onderzoek blijkt dat de exploitatiekosten en ontvangsten van ROB’s en RVT’s respectievelijk gemiddeld 143 en 121 euro per inwoner bedragen voor instellingen die van het OCMW afhangen. Het verschil wijst hier op een financieringstekort. Pluspunt is wel: de aangekondigde vergrijzing zal plaats ruimen voor moderne, innovatieve woonformules die inspelen op nieuwe behoeften aan o.m. gemeenschapshuizen, Abbeyfieldhuizen en intergenerationeel wonen. Uiteraard moet de verdere uitbouw van thuiszorg en kortverblijf in Brussel op termijn ook meer ROB- en RVT-plaatsen vrijmaken – een trend die reeds ingezet werd. ● Bron demografische kerncijfers voor residentiële ouderenzorg in Brussel: Karel Van den Bosch, Planbureau 20 BECI - Brussel metropool - mei 2015

Silver Economy, Golden Age? SILVER ECONOMY We worden steeds ouder en leven langer als ‘bejaarde’. De leeftijdspiramide ziet er in vele rijke landen al geruime tijd heel anders uit, aangezien de senioren om het langst leven1 . Daarnaast verschrompelt het slappe geboortecijfer de basis van wat we vandaag eerder de ‘leeftijdstoren’ zouden moeten noemen. Een enorme uitdaging voor onze samenleving, maar des te meer kansen voor bedrijven ... en senioren. Didier Dekeyser D e doelgroep blijft voor veel producten en diensten de jonge volwassenen, waarbij ouderen vaak vergeten worden. Toch vormen ze een segment van de consumentenmarkt dat over een grote koopkracht en veel vrije tijd beschikt. De zeldzame marketingpogingen hebben voornamelijk betrekking op specifieke producten en diensten, alsof het niet interessant zou zijn om senioren warm te maken voor ‘normale’ goederen. Op eenzelfde markt rond eenzelfde product naar twee doelgroepen communiceren, is ongetwijfeld moeilijk, maar senioren hebben het nadeel noch ‘sexy’ noch ‘trendy’ te zijn... De seniorconsument: een verwaarloosd doelpubliek Guy-Marc Beaude, CEO van Wise Management2 , benadrukt hoe belangrijk en zelfs dringend het is om aandacht te besteden aan het aanzienlijke potentieel van wat ook wel de silver economy wordt genoemd: “De vergrijzing van de bevolking in Europa is een verborgen fenomeen, dat vaak – deels terecht – als een probleem wordt beschouwd. Toch biedt het een groot onbenut groeipotentieel. Wanneer ik het heb over de vergrijzing van de wereldbevolking en de impact daarvan op de economie en op ons sociaal model, valt er in het beste geval een beleefde stilte, of krijg ik opmerkingen als ‘Over ouderen praten is saai’ of ‘Daar verkoop je niets mee’. De feiten liegen er echter niet om. Bedenk dat wij op een dag deel uit zullen maken van deze categorie: waarom zouden we ineens een passieve en oninteressante consument worden? De meest recente gegevens over ouder worden geven bovendien aan dat de levensverwachting 1 http://www.un.org/en/development/desa/population/publications/pdf/ageing/WorldPopulationAgeing2013.pdf 2 www.wisemanagement.be BECI - Brussel metropool - mei 2015 21 in de OESO-landen met drie maanden per jaar stijgt en dat de 50-plussers de snelst groeiende groep uitmaken. En het is net deze groep die in termen van economische groei de grootste hefboom voorstelt! Ten slotte stijgt de afhankelijkheidsratio (zie het interview met Chris Peck, p. 24-25) in ons land en over de hele wereld, en bovendien sneller dan verwacht. De groei is vooral sneller dan de middelen om ermee om te gaan, enerzijds vanuit politiek oogpunt en anderzijds vanuit het perspectief van het marktaandeel voor bedrijven.” “Deze gebrekkige kennis van de feiten over deze doelgroep voedt een verouderde en negatieve benadering die eerder proactief en positief zou moeten zijn. Wanneer we het economische aspect bekijken, zien we een uitzonderlijke bron van welvaart- en jobcreatie. Merk daarbij inderdaad op dat senioren meestal eigenaar en merk- en producttrouw zijn, 80% van het spaargeld vertegenwoordigen en zelden financiële problemen kennen. Enkele ruwe cijfers: ze kopen 50% van de nieuwe auto's; ze luisteren en kijken dagelijks gemiddeld 4 uur radio en televisie; ze zijn goed voor bijna 65% van de restaurant-, entertainment- en reisuitgaven; kopen 78% van de schoonheidsbehandelingen; enz. Niet slecht voor een doelgroep die bedrijven onderschatten!” "Senioren vormen een bonte groep in termen van marktsegmentatie: het gaat zowel om de babyboomers van 50 tot 59 jaar, de ‘vrijgevochtenen’ tot 70 jaar, de 'vreedzamen' tot 80 jaar en tot slot de ‘ouderen'; zij vertegenwoordigen verschillende doelgroepen in termen van producten, diensten en verwachtingen. Zij worden

TOPIC de beïnvloeders en beslissers van morgen vanwege hun aantal en hun koopkracht. Zij verwachten toegewijde producten en diensten van merken en bedrijven. 80 % van de senioren in goede gezondheid en die over tijd beschikken, wensen thuis te blijven. Zij zullen dus aan de basis staan van nieuwe types thuisbanen, ontwikkeling van nieuwe technologieën (domotica, digitaal e.d.), nieuwe retaildiensten, enz. De Europese Unie is zich bewust van deze verandering, en voorziet miljarden investeringen om deze golf te ondersteunen: bedrijven die besluiten om hiermee rekening te houden, zullen er de vruchten van plukken.” Een specifieke aanpak voor een specifieke consument De Federatie Voedingsindustrie (FEVIA3 ) heeft de omvang van het fenomeen gemeten. Een van haar leden, Naredi, die de industrie van de voedselsupplementen in België vertegenwoordigt, hecht bijzonder veel aandacht aan de seniorenmarkt. Woordvoerder Hugo de Smet legt uit dat de ‘Belgische’ kwaliteit op zich al een succesfactor is in de benadering van deze doelgroep. “Deze markt is inderdaad bijzonder interessant – ze is nu al groot en groeit – en heeft specifieke behoeften die om bijzondere producten vragen. Dit is het geval voor onze voedingssupplementen. Het is vandaag echt moeilijk om gezond te eten, of het vergt op zijn minst veel inspanningen. Onze federatie raadt in de eerste plaats aan om deze inspanning toch te leveren, en stelt dan voor om onze voeding, en die van senioren in het bijzonder, met supplementen aan te vullen. Hoewel deze markt naar verwachting met 6% per jaar zal groeien, hinken we op dit gebied achterop in vergelijking met andere landen, zoals de Verenigde Staten bijvoorbeeld. Onze meer curatieve dan preventieve benadering van gezondheid vormt daarbij het belangrijkste obstakel. De hogere kosten voor de sociale zekerheid op de korte termijn wegen niet op tegen de aanzienlijke voordelen op de lange termijn. Merk op dat de strenge regelgeving en de ernstige en efficiënte kwaliteitscontrole in België een garantie en troef vormen om onze producten te promoten.” Hoewel alle sectoren betrokken zijn, is dat des te meer het geval voor de financiële sector, aangezien onze senioren over spaargeld beschikken. Ook hier is er weinig sprake van een specifieke aanpak: banken bieden vaak enkel een gepersonaliseerde klantenrelatie aan. Dat is handig, maar voldoet niet echt aan de verwachtingen van klanten die meestal hun omgeving om advies vragen rond een thema met een overvloedig aanbod aan diensten en waarvan de bankiers de complexiteit niet altijd ontrafelen. Sommige banken hebben echter begrepen dat ze verschillende investeringsmogelijkheden dienden aan te bieden, naar het beeld van wat de KBC doet met zijn afhankelijkheidsplan, dat een mengDe senioren kopen 50% van de nieuwe auto's; ze zijn goed voor bijna 65% van de restaurant-, entertainment- en reisuitgaven; kopen 78% van de schoonheidsbehandelingen; enz vorm is van een levensverzekering tak 21 en een aanvullende zorgverzekering. Deze intelligente en passende aanpak biedt een gemakkelijk te begrijpen en duidelijk voordelig concept voor senioren, terwijl het een relatief complexe investering betreft (storting van kapitaal in een verzekering met gewaarborgde rentevoet, die op zijn beurt een reserve vormt voor de financiering van een aanvullende zorgverzekering). De wijze pedagogie van dit product ligt in het feit dat het expliciet alle scenario's beschrijft waarvoor ouderen attent zijn, zonder een blad voor de mond te nemen. ● 3 fevia.be 22 BECI - Brussel metropool - mei 2015

Design: www.acg-bxl.be BRUSSEL, HAVENSTAD IN HET HART VAN EUROPA UITGELEZEN LIGGING De Brusselse haven ligt op vijf uur varen van Antwerpen en biedt een uitzonderlijke toegankelijkheid voor binnenschepen en zeeschepen tot 4.500 ton. De haven ligt bovendien midden in een dicht netwerk van snelwegen en spoorwegen. PERFORMANT WERKTUIG In de voorhaven is er een containerterminal operationeel die aansluit op de vier transportmodi: binnenvaart, zeevaart, spoorwegen en autowegen. Behalve de terreinen langsheen de waterweg heeft de Haven van Brussel ook nog 160.000 m2 pakhuizen in het TIR-centrum. TEN DIENSTE VAN BRUSSEL Het havendomein bedient een afzetgebied van twee miljoen inwoners en vertegenwoordigt een belangrijk economisch gewicht: zowat 350 ondernemingen, goed voor 12.000 directe en indirecte jobs, een jaartrafiek over de waterweg van 6,6 miljoen ton. Jaarlijks 625 000 vrachtwagens minder in de stad – Een jaarlijkse besparing van 97 000 ton CO2 www.port.brussels Redersplein, 6 B -1000 Brussel T : +32 (0)2 420 67 00

TOPIC Senioren, een actieve kracht SILVER ECONOMY In een vergrijzende samenleving worden senioren steeds vaker beschouwd als een bron van kennis, terwijl de pensioenleeftijd alsmaar minder een absolute grens voorstelt. Dat heeft het Amerikaanse bedrijf YourEncore, dat gepensioneerden verbindt met bedrijven die op zoek zijn naar expertise, goed begrepen. Didier Dekeyser D e dramatische vergrijzing is relatief weinig voorbereid. Toch zal dit verwaarloosde fenomeen belangrijke gevolgen hebben op onze maatschappelijke structuur. In de meeste industrielanden ligt de ‘afhankelijkheidsratio’1 , die de verhouding tussen de bevolking die afhankelijk is van anderen en zij die voor deze groep moeten instaan, al ruim boven de grens van 50%. Kort na 2030 zal dit cijfer nog stijgen tot 70% (zie kader). Dat betekent concreet dat één actieve persoon drie niet actieve mensen zal moeten onderhouden (de werkloze beroepsbevolking wordt als actief beschouwd). Het is nu echter al duidelijk dat de productiviteit tijdens deze periode niet in dezelfde mate zal toenemen. Onze pensioenleeftijd lijkt dan ook steeds minder realistisch, terwijl een archaïsche wetgeving de senioren ertoe dwingt inactief te blijven. Dit kader is niet in alle landen even beperkt of enkel voorbehouden voor zij die over bijzondere kennis beschikken. In de VS zet de firma YourEncore2 volop in op de kansen die deze demografische ontwikkeling biedt. Met succes. Het bedrijf heeft gepensioneerde experts van hoog niveau aangeworven en kan zo consultancydiensten aanbieden. Chris Peck, Expert Ontwikkeling van YourEncore, vertelt ons meer. Wat is de voornaamste motivatie van uw consultants om voor uw bedrijf te werken: het geld, de wil om nog een maatschappelijke rol te vervullen of de wens om hun kennis door te geven? Chris Peck: We moeten eerst benadrukken dat het concept van het pensioen de laatste tien jaar sterk is veranderd. Het is vandaag niet langer synoniem voor een onderbreking, maar eerder een verandering van tempo en van richting. Voor velen betekent het evenveel werken als voorheen, maar dan wel alleen voor wat ze echt waarderen. Om kort op uw vraag te antwoorden, zou ik zeggen dat deze mensen willen werken om een ‘verschil’ te maken, ook al zijn hun beweegredenen talrijk en divers. Onze experts hebben levenslang kennis opgebouwd. Die is niet alleen voor andere bedrijven van grote waarde, maar ook voor het personeel van deze bedrijven. Voor de meerderheid van onze medewerkers draait het om kennisoverdracht, om ervoor te zorgen dat hun knowhow niet verloren gaat. Daarnaast wensen ze ook hun praktische kunde bij te werken en in contact te blijven met mensen met dezelfde interesses uit hun sector. Onze experts hechten inderdaad veel belang aan hun professionele relaties en wensen op een hoog niveau mee te 1 werk.belgie.be 2 yourencore.com 24 BECI - Brussel metropool - mei 2015 Chris Peck blijven spelen. Bovendien willen sommigen het hoofd bieden aan de toenemende kosten van hun levensonderhoud, met inbegrip van de gezondheidszorg. Kortom: deze hoogopgeleide werknemers zijn om verschillende redenen gemotiveerd, gaande van het genoegen om aan projecten deel te nemen, tot de wens om hun expertise te gebruiken en de zoektocht naar een bijkomende bron van inkomsten. Welke specifieke meerwaarde hebben uw ‘gepensioneerde’ experts voor de bedrijven die hen aanwerven en voor hun werknemers? YourEncore steunt op het principe dat de ervaring een sleutelelement is tot succes, of het nu gaat om het bakken van een cake of om een geneesmiddel tegen kanker te vinden! Dankzij ervaring maken mensen die in een bedrijf of rond een project werken veel sneller vooruitgang. Werknemers met meer dan 20 jaar ervaring en opgebouwde kennis weten hoe ze een probleem moeten benaderen en voelen maar al te goed aan wat wel of niet werkt. Daarnaast beschikken ze al over een zekere discipline en een werkmethode en zijn dus onmiddellijk operationeel met veel minder begeleiding: hun jarenlange ervaring heeft hun geleerd zich aan te passen aan verschillende managementstijlen en om snel positieve werkrelaties uit te bouwen. R.T.

TOPIC Evolutie en voorspelling van de afhankelijkheidsgraad 2000 2013 Algemene afhankelijkheidsgraad (1) VLAAMSE GEWEST WAALSE GEWEST WAARONDER DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BELGIE WAALSE GEWEST WAARONDER DE DUITSTALIGE GEMEENSCHAP BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BELGIE 51,0 54,7 53,0 52,9 52,4 Afhankelijkheidsgraad van ouderen (2) VLAAMSE GEWEST 25,3 26,0 24,2 25,6 25,5 In vergelijking met andere werknemers biedt hun reactiesnelheid en rust wanneer ze aan een taak beginnen (ze hebben zich bevrijd van de stress om een carrière uit te bouwen) veel voordelen voor hun ploeg. Ze zijn ook een schat aan kennis op hun eigen gebied, waardoor ze anderen kunnen begeleiden en hen erg waardevolle zaken kunnen bijbrengen om hun project tot een goed einde te brengen. Zij vormen de toekomstige generaties in onderzoek en ontwikkeling en de volgende zakelijke leiders. 53,8 52,9 51,4 48,8 53,0 28,9 25,9 27,4 19,9 27,0 2020 58,9 56,9 56,3 50,0 57,3 32,6 29,4 31,4 19,9 30,2 2030 68,3 64,4 69,1 53,2 65,3 41,0 36,1 41,6 22,7 37,3 2040 73,8 69,0 74,9 56,5 70,2 46,5 40,7 47,9 26,4 42,3 2050 75,6 69,9 73,9 59,0 71,9 47,9 41,6 47,0 28,8 43,6 2060 76,1 71,7 75,6 60,4 72,8 48,3 43,2 48,0 30,0 44,5 Bron: Statistieken van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg Kunt u ons enkele successen opsommen? Dankzij onze uitstekende selectie en onze experts kunnen we vandaag 21 van de 25 grootste bedrijven in de biotechnologie tot onze klant rekenen, en 5 van de 9 grootste voedingsbedrijven. Procter & Gamble en Eli Lilly zijn bijvoorbeeld klanten die we mogen vernoemen. Daar mogen we trots op zijn. ● BEDRIJFSLEIDER Hijs uw persoonlijke bescherming op de hoogste mast! Uw onderneming is goed verzekerd. Maar bent u, als bedrijfsleider, even goed beschermd? Om u actief voor vier aanzienlijke risico’s te behoeden, ontwikkelde IZEO een voor bedrijfsleiders specifiek pakket dat bestaat uit: de bescherming van uw e-reputatie, juridische bijstand bij strafrechtelijke vervolgingen, een fiscale bescherming en een jaarlijks preventief gezondheidsonderzoek. Bezoek onze website, ontdek er al onze voordelen en word lid voor amper 149€ per jaar. IZEO biedt ook packages voor starters en zelfstandigen (99€ per jaar), evenals voor vrije beroepen (119€ per jaar). www.izeo.be

Ouder worden op het werk: het kan beter SILVER ECONOMY De verschuiving van de pensioenleeftijd naar 67 jaar en het tewerkstellingsplan voor 45-plussers getuigen van de aandacht die politieke en bedrijfskringen aan de tewerkstelling van senioren besteden. Twee deskundigen stippelen denkpistes uit voor een harmonieuze afloop van de carrière. Gaëlle Hoogsteyn O ns woordenboek definieert senioren als mensen die meer dan 50 jaar oud zijn. Voor de Europese Unie geldt dit begrip echter al vanaf 45 jaar. Hoe dan ook, er wordt algemeen beweerd dat een werknemer vanaf 45 jaar zich minder competitief opstelt en precies daarom moeilijker werk vindt. Wie rekening houdt met de verlenging van de studiejaren en het uitstel van de pensioenleeftijd ziet echter in dat de aanwerving en het behoud van de tewerkstelling van 45-plussers op demografisch en economisch vlak een noodzaak zijn. UCL professor en IRES vorser Vincent Vandenberghe verklaart dat “een verhoging van de pensioenleeftijd met een aantal maatregelen gepaard moet gaan. Werknemers kunnen niet voor een voldongen feit worden geplaatst, want dan is de harmonie zoek. Er moeten dus modaliteiten worden uitgewerkt die tegelijk voor werknemer en onderneming gunstige gevolgen hebben.” Een betere ergonomie “Maatregelen die de ergonomie verbeteren, spelen duidelijk in het voordeel van beide partijen”, aldus Vincent Vandenberghe. De ergonomie ‘fine-tunen’ betekent natuurlijk een kost voor de werkgever, maar kan door een verhoging van de productiviteit snel worden gerentabiliseerd. Voor een werknemer wordt het vanaf een zekere leeftijd soms moeilijk de ganse dag recht te staan, zware lasten te dragen of voor een computerscherm te zitten. “De werkomstandigheden moeten aanvaardbaar blijven als men de werknemer operationeel wil houden”, zegt de professor. Factoren die bij oudere werknemers het risico op vermoeidheid vergroten, dienen dus duidelijk in kaart te worden gebracht. En werkposten verdienen te worden aangepast om de zwaarte van bepaalde taken te verminderen. Investeren in continue opleiding Hetzelfde principe geldt voor voortgezette vorming, want zowel werkgever als werknemer vaart er wel bij. “Voor de 26 BECI - Brussel metropool - mei 2015 Vincent Vandenberghe (UCL) onderneming bestaat de uitdaging erin zowel de troeven als de beperkingen van oudere werknemers te identificeren en tegelijk de behoeften van het bedrijf op het vlak van werkgelegenheid en vaardigheden te voorspellen”, verklaart VOB Secretaris-Generaal Jan de Brabanter. “Van zijn kant moet de werknemer rekening houden met de verlenging van zijn carrière, inzicht krijgen in zijn vaardigheden, troeven, beperkingen en moEen verhoging van de pensioenleeftijd moet met een aantal maatregelen gepaard gaan. Er moeten modaliteiten worden uitgewerkt die tegelijk voor werknemer en onderneming gunstige gevolgen hebben tivaties, en vooral bepalen hoe hij de touwtjes in handen kan nemen.” Er bestaan heel wat hulpmiddelen om de balans op te maken van ervaring, verzuchtingen en bekwaamheden, en om een carrière nieuw leven in te blazen (een balans rond het midden van de loopbaan, een overzicht van de vaardigheden enz.), maar ze worden vandaag nog te weinig gebruikt. Volgens de Pensioneringsbarometer wenst 63% van de 45+ loontrekkenden een individuele balans van de werkgever. Mentorschap Een uitbreiding van het mentorschap is zeker de overweging waard. “Een senior medewerker beschikt over een onschatbare R.T.

TOPIC ervaring, is vaak bereid zijn kennis van zaken aan de jongere generaties door te geven en zijn vele troeven in te zetten voor de ontwikkeling van het bedrijf, waarvan hij trouwens meestal een van de vurigste voorstanders is”, verzekert Jan de Brabanter. Er is voor ervaren loontrekkenden een taak weggelegd in de overdracht van de geschiedenis, de waarden, de operationele knowhow en de gedragscode binnen de onderneming. “Beter dan Er moet aan een diversifiëring van de functies worden nagedacht binnen het bedrijf. De vraag is: welke taak krijgt de oudere werknemer om zo gelukkig en productief mogelijk te zijn? wie ook kunnen senioren de integratie van jongeren bevorderen, gekwalificeerd personeel opleiden en ervoor zorgen dat vakkundige jonge medewerkers het roer overnemen en het voortbestaan van de onderneming verzekeren.” Kortere werktijden Wat betreft de organisatie van de arbeidstijd reageert prof. Vandenberghe voorzichtiger. Hij vindt dat maatregelen die telewerk of deeltijds werk bevorderen vooral voor de werknemers voordelig zijn. “Ik vrees ervoor dat oudere werknemers door zulke maatregelen nog aan aantrekkelijkheid zullen inboeten bij hun werkgevers. Hun handicap bestaat erin dat zij potentieel minder productief zijn dan jongeren en tegelijk beter worden betaald. Als nu wordt ingespeeld op de arbeidstijd, bestaat het gevaar dat hun loonkost nog stijgt en die mensen nog minder ‘interessant’ worden voor de onderneming.” Bovendien gaat deeltijds werk meestal gepaard met een vermindering van de verantwoordelijkheden, wat de werkkracht als frustrerend kan ervaren. “In meer lichamelijke beroepen (bouwsector, grootdistributie, onderhoud, Horeca), is dit echter voor overweging vatbaar”, geeft Jan de Brabanter toe. Een begeleiding van interne en externe mobiliteit Vincent Vandenberghe meent dat er in België te weinig gebruik wordt gemaakt van interne en vooral externe mobiliteit. Indien een medewerker vanaf een zekere leeftijd ‘in graad wordt teruggezet’, een minder zware taak krijgt – minder lichamelijk of van geringer strategisch belang – en indien een loonvermindering hiermee gepaard gaat, is het gevaar voor frustratie bijzonder groot. “Ik ben er niet van overtuigd dat zulke veranderingen aanvaardbaar zijn voor de werknemer binnen zijn bedrijf. De beoordeling van de collega’s, de gevoelens tegenover de hiërarchie of de werkgever … Dit weegt zwaar door. Is het dan niet beter in een ander bedrijf een nieuwe start te nemen? In sommige landen van Noord-Europa en in Japan wordt deze formule al op grote schaal toegepast. Zulke heroriënteringen van loopbanen genieten een zorgvuldige begeleiding; de werknemer wordt in geen geval aan zijn lot overgelaten”, aldus Vandenberghe. De verlenging van loopbanen zal misschien vrij grondige veranderingen teweegbrengen. Een typisch voorbeeld is de ingenieur Jan De Brabanter (BECI) die 30 jaar lang in een grote onderneming heeft gewerkt en daarna leraar wordt. Anderzijds schakelen talrijke 50-plussers naar consultancy over om in te spelen op de vraag van ondernemingen die hoe langer hoe meer taken uitbesteden. “De belanghebbenden aanvaardden dit meestal als een redelijk alternatief, al is het op financieel vlak natuurlijk minder geruststellend”, vindt prof. Vandenberghe. Jan de Brabanter voegt eraan toe dat “er aan een diversifiëring van de functies binnen het bedrijf moet worden nagedacht. De vraag is: welke taak krijgt de oudere werknemer om zo gelukkig en productief mogelijk te zijn? Verder moet er ook worden gewerkt aan de angst voor verandering, bij de werknemers zelf.” ● Tewerkstellingsdrempels wegwerken Werkzoekende senioren hebben het, in crisistijd, steeds moeilijker om een arbeidscontract getekend te krijgen. Sommige ondernemingen vinden hun loon meteen te hoog. Andere vrezen ervoor dat zij een element gaan aanwerven dat competenter is dan zijn toekomstige overste. Verder bestaat de angst dat de oudere werknemer de nodige vaardigheden niet of niet meer bezit. “We hebben hier te maken met arbeidskrachten van wie de motivatie en de bekwaamheden een dalende trend volgen, maar dan wel met een hoog loonniveau wegens hun anciënniteit. Senioren staan vaak bovenaan de loonroosters, hoewel ze minder presteren”, vertelt Vincent Vandenberghe. Er is echter geen sprake van een minderwaarde. In Zweden zijn bijvoorbeeld 70% van de arbeidskrachten tussen 55 en 64 nog steeds actief. De oudere werknemer moet zijn eigen maturiteit en kennis van zaken als verkoopargument hanteren. Hij biedt knowhow, een grondige kennis van het beroep en van de clientèle, ervaring met een productieproces, met projectmanagement enz. Zijn troeven zitten in de ervaring die hem op operationeel houdt. De oudere werkkracht die uitzendopdrachten, interim management en contracten van bepaalde duur aanvaardt, vult zijn loopbaan aan en komt bij aanwervers bijzonder actief over. Volgens Jan de Brabanter heeft dit vraagstuk ook een politiek tintje: “Vandaag worden alle financiële middelen gefocust op de tewerkstelling van laaggekwalificeerde jongeren. Hoe kunnen op die manier bedrijven worden aangezet een zeker evenwicht te houden in de leeftijdspiramide? Wij vragen een vermindering van het aantal groepen dat bij aanwerving een korting op de sociale bijdragen geniet. De overheid moet bedrijven financieel aanmoedigen senioren aan te werven. Actiris is trouwens verplicht begeleiding te bieden aan bruggepensioneerden die op de arbeidsmarkt beschikbaar moeten blijven.” BECI - Brussel metropool - mei 2015 27

Het doel: oudere werkkrachten helpen het einde van hun carrière beter te beheren. SILVER ECONOMY Herbronnen in de herfst van je carrière “We zullen allemaal langer moeten werken.” Die mantra heeft zich de voorbije jaren zo vaak herhaald dat het bedrijven tot denken aanzet. AXA, Proximus en KBC inspireerde het tot Experience@Work, waarbij ze oudere medewerkers extern inzetten. Peter Van Dyck E Eind 2012 kwam het thema langer werken op een strategische meeting bij KBC op tafel. Het bedrijf concludeerde dat het zich beter zelf voorbereidde op de grote demografische en arbeidsorganisatorische uitdagingen dan te wachten tot de overheid maatregelen oplegde. Dit leidde tot het Minervaplan, waarbij de oudere werknemers uit vijf loopbaanpaden kunnen kiezen. Track 1: je loopbaan verderzetten zoals ze nu is. Track 2: minder gaan werken. Track 3: lichter werk gaan doen. Track 4: een combinatie van minder en lichter werk. Track 5: externe opdrachten aannemen. Psychologisch contract Iedere 55-plusser krijgt de stimulans om op eigen initiatief aan introspectie te doen over zijn loopbaan. “Ik wil dat ze bewust stil staan bij wat ze doen, door middel van vier vragen”, vertelt Herman Verhoelst, hoofd gepersonaliseerde HR-services van KBC. “De eerste vraag luidt: ‘Sluit je huidige job goed aan bij je competenties en wat je graag doet?’. Tweede vraag: ‘Is de work/life balance oké?’. Derde: ‘Ga je constant in het rood of heb je het gevoel dat je nog reserve hebt?’. Laatste vraag: ‘Hoe lang denk je nog te kunnen werken?’. De antwoorden die deze zelfreflectie oplevert, dienen ze vervolgens te vertalen naar één van de vijf keuzemogelijkheden van ons Minervaplan.” De oudere KBC-medewerker heeft een gesprek met zijn leidinggevende om te bekijken welke track het beste bij hem past. Samen concretiseren ze de gemaakte keuze in een deal. “Ik ga akkoord met de stelling van de Amerikaanse professor Denise Rousseau dat werknemer en werkgever een psychologisch contract dienen af te sluiten”, stelt Herman Verhoelst. “Afspraken moeten een wederzijds engagement inhouden.” 28 BECI - Brussel metropool - mei 2015 Droom waarmaken Herman Verhoelst deed enkele opmerkelijke vaststellingen. “Dat heel wat van onze medewerkers met vrijwilligerswerk of andere nevenactiviteiten bezig waren en daarvoor capaciteiten aanspraken die ze niet altijd in hun job bij KBC kwijt konden. Ook ontving ik geregeld signalen van werknemers dat ze op professioneel vlak best nog wel eens andere dingen wilden doen, maar zonder hun verworvenheden zoals pensioenrechten en anciënniteit te laten vallen. Er waren mensen bij die 35 jaar geleden commercieel medewerker werden bij ons omdat ze toen moeilijk aan de slag konden in de sociale sector. De gedachte dat ze op het einde van hun loopbaan alsnog hun initiële droom zouden kunnen waarmaken enthousiasmeerde hen.” In dezelfde periode waarin hij het Minervaplan ontwikkelde, leerde Verhoelst HazelHeartwood kennen, een consultancybedrijf dat de ervaring van senior managers wil valoriseren. Misschien was de filosofie van HazelHeartwood wel het antwoord op Track 5 van het Minervaplan: oudere werknemers die dat wensen extern inzetten? Verhoelst vroeg HazelHeartwood of hun concept van kennisoverdracht voor uitbreiding vatbaar was. Expertisenood bij KMO’s Zo groeide het idee voor Experience@Work, een platform waar de ene organisatie zijn vacatures kan plaatsen en de andere zijn medewerkers ter beschikking kan stellen. België is rijk aan KMO’s die geen expertise kunnen binnenhalen wegens te duur. Aan de andere kant van het spectrum heb je grote bedrijven met een pak 55-plussers die tot nog toe te weinig geactiveerd werden. Via Experience@Work zouden de seniors hun aanzienlijke

LA TOURNETTE GOLF ACADEMY Ontdek de golfsport in één van de mooiste Clubs van het land, gelegen dichtbij de ring ten zuiden van Brussel: GOLF ONTDEKKINGSNAMIDDAG elke zondag ! Programma (2u15): • 14u45 Onthaal van de deelnemers • 15u00 GOLF INITIATIE • 16u30 Drankje en informatie: hoe te beginnen met golf? € 5,- p.p. – beperkt aantal plaatsen – correcte kledij vereist (geen jeans). Schrijf u snel in ! info@tournette.com • 067-894 266 www.tournette.com Chemin de Baudemont 21 - 1400 Nijvel

Initiatie? Wedstrijd? Schrijf in op www.beci.be Peugeot & BECI Golf Trophy 21 05 2015 Networking on the green!

TOPIC bagage ten dienste van kleine organisaties kunnen stellen. Proximus werkte sinds 2010 met het project Mature Workforce aan oplossingen voor langer werken en stapte daarom snel mee aan boord. Ook AXA verbond zich aan Experience@Work. Het personeelsbestand van dat bedrijf heeft een leeftijdspiramide van gemiddeld 48 jaar, wat zelfs binnen de financiële sector vrij oud is. “Via een enquête peilden we bij onze 55-plussers hoe zij hun eindeloopbaan wensen te managen. Verder vroegen we via workshops aan onze 45-plussers wat hen de energie geeft om langer te werken”, vertelt François Peeraer, HR-program manager bij AXA. “We leerden snel dat er geen eenduidige antwoorden zijn. Het gedachtengoed van HazelHeartwood bleek wél een antwoord op één van de vele pistes, meer bepaald die van de 30 procent van 55-plussers die openstaat voor verdere ontwikkeling en nieuwe uitdagingen.” Constant bijschaven De interne mobiliteitsverantwoordelijken (SPOC’s: single point of contact) van alle partners komen geregeld samen om het concept van Experience@Work bij te schaven. François Peeraer: “Waar we nu bijvoorbeeld naar streven, is de vlotte en uniforme doorstroming van geïnteresseerde en gemotiveerde medewerkers naar jobopportuniteiten bij andere bedrijven van ons uitwisselingsplatform.” Onlangs richtten de partners de CVBA Experience@Work op. Inge Janssens, in dienst bij Proximus, werd tot directeur aangesteld. Zij gaat aan de slag met de database van de medewerkers die zich kandidaat hebben gesteld enerzijds en de binnengelopen vacatures anderzijds. “Zie ik een match, dan kunnen we een dienstenovereenkomst afsluiten”, legt ze uit. “Het kan om tijdelijke projecten gaan, maar evengoed kunnen mensen voor onbepaalde duur aangesteld worden. Tot aan je pensionering extern aan de slag blijven, is perfect mogelijk.” Trots op switches Proximus en AXA hebben een aantal medewerkers in de mobiliteitspool, maar voorlopig geen concrete cases. KBC heeft wél al 16 mensen die volgens dit systeem werken en in de geest van social responsibility ingeschakeld zijn bij uiteenlopende organisaties als de KMO-adviesraden van Unizo, Broeders van Liefde en Leuven Klimaat Neutraal. Herman Verhoelst is blij verrast door sommige switches. “Als ik zie dat bijvoorbeeld een beleidsmedewerker financieel verantwoordelijke is geworden bij het Don Bosco Onderwijscentrum en een ex-kantoordirecteur nu bij opvangcentrum De Schakel werkt, dan ben ik trots dat deze mensen een totaal andere maatschappelijke rol op zich nemen.” KBC organiseerde voor de pioniers al een ‘terugkeerdag’, waarop ze ieder een kwartier kregen toegewezen om hun collega’s uit te leggen waar ze mee bezig zijn. “Dat kwartier werd bij velen al snel drie kwartier”, lacht Verhoelst. “Het enthousiasme droop van de medewerkers af. Van links naar rechts: Guido De Grefte (HazelHeartwood), François Peeraer (Axa), Inge Janssens (Proximus) en Herman Verhoelst (KBC). Tegelijk onderstreepten ze allen dat ze zich nog altijd een KBC’er in hart en nieren voelen.” Win-win Geven ze aan dat het een serieuze aanpassing is? Vragen ze om coaching? Verhoelst: “De SPOC begeleidt hen doorheen het hele traject. Onze ervaring is dat er in de beginfase weleens onduidelijkheden kunnen zijn, maar onoverkomelijk zijn die nooit.” KBC, Proximus en AXA zijn eensluidend: Experience@ Work is een win-winsituatie voor alle partijen. De oudere medewerkers krijgen de kans om zich in de herfst van hun loopbaan te herbronnen, zonder zich in de onzekerheid te storten. Dat de werknemers goed gemotiveerd blijven, is ook goed voor hun werkgevers. En de kleine organisaties, die genieten van extra expertise tegen een redelijke prijs. Ook de overheid kan enkel tevreden zijn. Signaal aan de overheid Waar Inge Janssens nu op wil inzetten, is schaalvergroting. “Hoe meer profielen op het platform, hoe meer we kunnen beantwoorden aan de behoeften van de KMO’s. Daarom werken we nu aan de bekendheid van ons initiatief in de bedrijfswereld. Oorspronkelijk hadden we wel wat schrik: zal men hier wel mee in willen stappen? Toch voel ik wederzijdse belangstelling, zowel bij de potentiele gevende bedrijven als bij de mogelijke ontvangende organisaties. Als ik op conferenties Experience@Work ga voorstellen, klampen mij tijdens de pauze toch altijd geinteresseerde mensen aan.” Pijnpunt bij de schaalvergroting is, volgens Herman Verhoelst, dat nog hard aan het wettelijke kader gesleuteld zal moeten worden. “Onze sociale wetgeving is niet op maat van flexibele loopbanen gemaakt. Integendeel, ze dateert nog van de tijd dat iemand aan één werkgever gebonden was. Het besef groeit nu toch stilaan dat je hele carrière hetzelfde blijven doen, niet voor iedereen goed is. Om de statuten voor Experience@Work in orde te krijgen, is spitstechnologie vereist. Het kost ons enorm veel inspanning om een case te realiseren. Daarom willen we aan de overheid een duidelijk signaal geven: als je wil dat mensen langer werken, creëer dan een kader waarin dit vlotter kan.” ● BECI - Brussel metropool - mei 2015 31

TOPIC 50s@Work voor herwonnen vertrouwen SILVER ECONOMY Het is op onze arbeidsmarkt niet gemakkelijk om na een ontslag weer recht te veren, vooral wanneer de ervaring na 50 jaar of soms al 45 jaar uitgroeit tot een handicap eerder dan een troef. Jean-Luc Louis wil daar vanuit zijn persoonlijke ervaring en via de vereniging 50s@Work verandering in brengen. Olivier Fabes Z even jaar geleden kondigde Jean-Luc Louis zijn werkgever, de kredietverzekeraar Euler Hermes, aan dat hij een punt wenste te zetten achter zijn dertigjarige carrière als algemeen directeur van de Belgische dochteronderneming. Zonder enige afkeer, maar met als doel van carrière en leven te veranderen. “Ik wou weg uit de routine, om opnieuw risico’s te nemen.” 35 mensen voor een eerste cross coaching pilootproject: vier teams van zeven tot acht mensen werden opgeleid om zes maanden lang een bedrijfs- of onderzoeksproject uit te werken. “Het doel is om mensen opnieuw aan het werk te krijgen, niet per se om er ondernemers van te maken. Het ondernemerschap is echter een geweldige manier om de zaken weer in handen te nemen, opnieuw te wennen aan het bedrijfsleven, met inbegrip van wat discipline en een 'dress code'. De meeste van deze mensen, met verschillende achtergronden en die gemiddeld drie tot vier jaar hadden afgehaakt, beschikten niet eens over een visitekaartje.” Drie projecten hebben betrekking op de oprichting van een bedrijf: een galerij voor moderne kunst, een e-commerce platform voor civieltechnische apparatuur en een aanwervingskantoor voor 45-plussers. Het onderzoek richtte zich op Brusselse bedrijven die creatieve mobiliteitsoplossingen hebben geïmplementeerd. Jean-Luc Louis Deze ‘jonge ondernemer’ van zestig is nog steeds actief rond kredietadvies in het buitenland, maar voegde ook andere pijlen aan zijn boog toe. Hij koppelde het nuttige aan het aangename en verleent nu ook advies aan de toeristische sectoren van de regio’s Umbrië en Venetië. Hij is eveneens actief in diverse Brusselse beroepsverenigingen en bestuurder van Edebex, een jong bedrijf dat gespecialiseerd is in de overname van online schuldvorderingen, waarover we het vorige maand hadden. Daarnaast besteedt Jean-Luc Louis veel van zijn tijd, ervaring en energie om de terugkeer naar werk voor 45-plussers te bevorderen. Een groep die maar al te vaak gemarginaliseerd dreigt te worden: “Velen hebben de neiging op te geven, voor hun televisietoestel te zitten in plaats van nieuwe contacten op te zoeken,” zegt JeanLuc Louis. Hij wil daar via de vzw 50s@Work iets aan doen: “Personen die afhaken hebben vooral behoefte aan herwonnen zelfwaarde, aan een nieuw sociaal imago ten opzichte van anderen en dan vooral ten opzichte van hun familie en kinderen.” Een succesvol pilootproject Vorig jaar verenigde de vzw dankzij veel goede wil, en een duwtje in de rug van € 12.500 van voormalige Brusselse minister van Economie Céline Fremault, 32 BECI - Brussel metropool - mei 2015 Tot oktober vorig jaar kwamen de deelnemers minstens eenmaal per week samen voor hun projecten. Ze bepaalden ook zelf de onderwerpen, die het voorwerp werden van op maat gemaakte seminars. “Hoe zich op LinkedIn voor te stellen,” bijvoorbeeld. Op dit moment heeft er nog geen project geleid tot de oprichting van een vennootschap, maar enkele komen erg dichtbij. Elk project resulteerde in een gedetailleerd rapport en een businessplan met een tastbaar spoor van het werk dat deel kan uitmaken van een cv. Het meest bemoedigende resultaat is dan ook dat 13 van de 35 deelnemers al opnieuw, tijdens de stage, werk hebben gevonden. “Een van de deelnemers aan de mobiliteitsstudie werd aangenomen via de manager logistiek die hij voor de enquête had geïnterviewd. Deze 13 nieuwe carrières werden waardig gevierd”, zegt Jean-Luc Louis. De vereniging 50s@Work heeft bij het kabinet Gosuin evenals bij Actiris een subsidieaanvraag ingediend. Ze hoopt zo de nodige financiële middelen (ongeveer € 35.000) bij elkaar te brengen om met een tweede groep van veertig mensen aan de slag te gaan en deeltijds iemand aan te werven als ondersteuning van de organisatie. “Ons initiatief is vrij uniek in Wallonië en Brussel, waar vooral de jeugdwerkloosheid de aandacht trekt.” ● R.T.

bedrijfsleiders die niet bang zijn om naar de gevangenis te gaan Gevangenisarbeid werkt efficiënter dan u denkt. Zowel voor uw onderneming als voor de gedetineerden. Gevangenisarbeid loont. In de meer dan 30 penitentiaire ateliers in België staan dagelijks flexibele en gemotiveerde krachten voor u klaar. Montage, boekbinden, packaging, confectie of ander werk? U krijgt kwaliteit tegen een aantrekkelijke prijs. En de gedetineerden? Werken geeft hen de kans om hun verantwoordelijkheid te nemen en de slachtoffers te vergoeden. Ze verwerven levensdiscipline en beroepservaring, en vinden later makkelijker hun plaats in de maatschappij. Iedereen wint dus big time! Waarom zou u dan niet naar de gevangenis gaan? Afspraak op www.cellmade.be Regie van de Gevangenisarbeid 33

Dynamiek STARTER Drone TechniXX: in de wolken van een idee! Het droneconcept, dat ook RPAS (Remotely Piloted Aircraft Systems) wordt genoemd, is relatief oud: de eerste pogingen van vliegende objecten zonder piloot dateren uit de beginjaren van de luchtvaart. Toch zijn de populariteit en de ontwikkeling van drones een veel recenter verschijnsel. Tenminste, als het om burgertoepassingen gaat. Dat verklaart meteen ook waarom overheden nog geen wettelijk kader hebben vastgelegd voor de commerciële exploitatie van deze vliegende machientjes boordenvol technologieën, waarvan enkel – zo lijkt het toch – de verbeeldingskracht de grenzen van de mogelijkheden bepaalt. E n precies aan verbeeldingskracht en ideeën heeft Pierre Desmets geen gebrek. Na een loopbaan van 25 jaar in de marketing en de verkoop, beslist hij een nieuwe draai aan zijn beroepsleven te geven. “In september van vorig jaar heb ik op de Franse televisie een reportage gezien over mensen die na hun vijftigste hun leven veranderen. Eén van die mensen was iemand die een bedrijf met drones had opgericht, om luchtbeelden te maken,” vertelt hij. Het idee slaat meteen in. Hij zoekt informatie over dit onderwerp en hij beseft direct dat er voor een dergelijke activiteit ook in België een markt bestaat. “Om alle mogelijkheden af te wegen, ga ik actief op verkenning in verschillende activiteitensectoren, waarbij ik gesprekken heb met representatieve marktdeelnemers van deze sectoren. In een eerste fase is het mijn bedoeling om sleutelvaardigheden te ontwikkelen en de noodzakelijke instrumenten operationeel te maken die mij zullen helpen om een terugkerende omzet te realiseren,” gaat hij verder. “Met andere woorden, het komt er op aan om aan geïnteresseerde professionals een service met een sterke toegevoegde waarde te bieden. Er zijn tal van toepassingen mogelijk en het is essentieel om de juiste keuze te maken. Er bestaan heel verschillende dronemodellen en hetzelfde geldt voor al het opnamematerieel. Door een beetje in dit domein te graven, besef je al gauw dat het lang niet volstaat dat je vliegt en filmt. Het is een volwaardig beroep in volle evolutie en je wordt enkel als vakman erkend als je om te slagen daadwerkelijk hebt geïnvesteerd in alle betekenissen van het woord.” Een beloftevol potentieel Maar hoe zit het in de praktijk? Hoe werkt de drone die hij wil gebruiken? “De drone bestaat uit meerdere armen en elke arm kan met één of twee rotors worden uitgerust,” legt hij uit. “Onderaan zit een gondel waarop een camera is bevestigd die al naargelang het gondeltype min of meer is gestabiliseerd. Wij zullen professioneel opnamematerieel gebruiken dat HD-beelden zal leveren. De besturing van het camera/gondel geheel werkt apart van de besturing van de drone. Er zijn dus twee afstandsbedieningen nodig. Bijgevolg moet je met zijn tweeën de opdracht uitvoeren: de piloot en de cameraman. De drone werkt op batterijen die tot ongeveer 20 min autonome werking kunnen bieden.” 34 BECI - Brussel metropool - mei 2015 Pierre Desmets Pierre Desmets volgde een vorming in een pilotenschool en net zoals zijn medestudenten wacht hij nu op het van kracht worden van het opgesteld koninklijk besluit. De procedure loopt. De relatief lange termijn heeft te maken met het feit dat er heel wat belanghebbenden bij het dossier betrokken zijn. Maar hij heeft niet gewacht totdat het besluit wordt ingevoerd. Hij bereidt zich nu al bezig voor. Samen met twee vennoten heeft hij geïnvesteerd in dit project om met een burgerdrone beelden te maken en om een bedrijf op te richten onder de naam Drone TechniXX. Door deel te nemen aan de BECI Start’Hub Challenge, zet Desmets de voorbereiding voort in afwachting dat het wettelijk kader eindelijk wordt vastgelegd, waarna hij zich meteen actief op het terrein wil lanceren. Het potentieel van drones in de sectoren waarop hij mikt, is redelijk beloftevol. Drones bieden aan klanten aanzienlijke besparingen omdat ze vermijden dat ze ander, duurder materieel moeten inzetten dat tijdrovend is of waarbij mensen moeten aanwezig zijn in soms moeilijk toegankelijke en/of gevaarlijke omgevingen. “Tegenwoordig heb je voor het fotograferen van gebouwen, bijvoorbeeld om hun beschadigingsgraad te meten, al naargelang het geval gondels, kranen, steigers of gespecialiseerde hoogtewerkers nodig. Met een drone kun je volgens de omstandigheden sneller werken aan een veel interessantere prijs,” zo besluit hij. Meer info: www.dronetechnixx.be ● Guy Van den Noortgate R.T.

Mobiliteit: maak uzelf het parkeren gemakkelijk 1. Blijf veilig In plaats van urenlang te zoeken naar een parkeerplaats op straat met alle nadelen en risico’s van dien, zoals het verspillen van brandstof, het parkeren op een ongure plaats of het oplopen van een parkeerboete, trakteer uzelf op een Pcard+ en geef uzelf toegang tot de vele gemakkelijk bereikbare, veilige Interparkings. De “Pcard+”: parkeren in alle gemoedsrust Er zijn mensen die uren rondjes rijden om een parkeerplaatsje in de stad te vinden, en anderen die zich rechtsteeks met gerust gemoed naar een beveiligde parking begeven. In België wordt dit marktsegment beheerd door onder meer Interparking, dat met 71 vestigingen in totaal meer dan 40.000 parkeerplaatsen biedt. 2. Bespaar tijd Het grote voordeel van de PCard+ is dat u deze alleen maar even hoeft te scannen wanneer u een Interparking binnenrijdt: u hoeft dus geen kaartje te trekken en ook niet langs de betaalautomaat te gaan, wanneer u later uw auto weer ophaalt. Maar er zijn nog meer voordelen verbonden aan de Pcard+: Gebruikers kunnen genieten van speciale aanbiedingen, zoals een 10% korting op de tarieven van bepaalde Interparkings (Brussel, Gent, Antwerpen, Brugge, enz.) en op Brussels Airport. Een groot aantal parkings biedt tevens een gemaximeerd avondtarief van 5 € in Brussel, € 3 in Gent en € 5 in Antwerpen. 3. Vermijd administratieve rompslomp Met de Pcard+ wordt het parkeertarief bij particulier gebruik direct via uw credit card geïnd. Bij beroepsmatig gebruik wordt een factuur naar de onderneming verzonden, zodat de btw kan worden teruggevorderd. Daarnaast kunt u het gebruik online bijhouden. Om het leven gemakkelijker te maken voor houders van de Pcard+, heeft Interparking een app voor smartphones ontwikkeld, die u kan vertellen waar u een parking kunt vinden en hoeveel vrije plaatsen beschikbaar zijn. In 50 jaar is Interparking uitgegroeid tot een van de drie grootste ondernemingen in zijn soort in Europa, met thans aanwezigheid in negen landen. Dit succes is vooral te danken aan de voordelige abonnementen en de “Pcard+”, het vlaggenschip onder onze producten, die bijna tien jaar geleden is gelanceerd. De kaart, die zich zowel tot de bedrijfschauffeur als de particulier richt, maakt u het leven een stuk gemakkelijker. Met de “Pcard+” kunt u vol vertrouwen elke dag de klok rond terecht bij alle parkings van het netwerk, zowel in België als in Duitsland en Frankrijk. Met de Pcard+ kunt u profiteren van zowel uw gebruikelijke parking (tegen een maandelijkse vergoeding) als andere Interparkings (tarieven naar gebruik). Toegang tot het MIVB-net en het gehele carwashnetwerk van Fleetwash complementeert de functionaliteit van de kaart. Bisschopsstraat 1 , 1000 Brussel 02/549.54.10 (klantendienst) ■ pcard@servicepark.com www.interparking.be ■ www.pcard.be “Maak u het leven gemakkelijk”

Dynamiek Entr’apprendre: leraren stappen naar bedrijven Nagenoeg 60 leraren en werkplaatsoversten nemen tot eind mei 2015 deel aan een pilootproject rond stages in ondernemingen. Deze stages worden georganiseerd door de Fondation pour l’Enseignement, met de steun van Minister van Onderwijs Joëlle Milquet. Het initiatief moet de deelnemers helpen een duidelijker kijk te krijgen op de werkelijkheid binnen ondernemingen en de verwachtingen die de bedrijfswereld op het vlak van schoolopleidingen koestert. D insdag 17 maart 2015: twaalf leraren van het middelbaar onderwijs wandelen in het technisch centrum van de MIVB, in Haren. Onder leiding van een werkplaatshoofd bekijken ze assen van trams, autobus-schokdempers en remsystemen die hier een nieuwe jeugd krijgen. De bezoekers bespreken onderling de kwaliteit van reparaties of de gebruikte apparatuur. “Ik kom hier als hoofdleraar van het zevende jaar beroepsonderwijs”, vertelt Jean-Philippe Favart, van het Institut Technique Saint-Luc in Bergen. “Ik werkte 15 jaar geleden bij de TEC en ben nadien naar het onderwijs overgestapt. Ik neem dus opnieuw contact met de bedrijfswereld, om te zien wat ondertussen veranderd is. En dat is heel wat! Er wordt nu veel meer geautomatiseerd. Ik vind dit in elk geval bijzonder boeiend en ik verheug me dit alles aan mijn leerlingen te mogen uitleggen.” “Dit is een eerste stap”, vindt François Constant, Technical School & Knowledge Manager bij de MIVB. “Wij onthalen de Entr’apprendre stages omdat wij de vaardigheden van jonge afgestudeerden die wij aanwerven, willen uitbreiden. Maar dit is een lange-termijnvisie. Vandaag stel ik bij de leraren veel belangstelling vast.” Die week waren D’Ieteren, de MIVB en de Ateliers de la Meuse de eerste ondernemingen die leraren onthaalden voor een stage. Sindsdien hebben een zestigtal stagiairs uit 17 scholen kennis kunnen maken met de verwachtingen van de andere deelnemers aan dit pilootproject: Sonaca, Heidelberg Cement, Carmeuse, JTEKT en Techspace Aero. Inzicht krijgen in de werkelijkheid op de werkvloer De Fondation pour l’Enseignement werd in juni 2013, onder andere door toedoen van BECI, opgericht. Met dit pilootproject vervult de stichting de kern van haar opdracht: zorgen voor een toenadering tussen scholen en ondernemingen om het kwalificerende onderwijs beter af te stemmen op de werkelijkheid en de verwachtingen van bedrijven, zowel op het gebied van kennis van zaken (bekwaamheden), als wat betreft het gedrag. 36 BECI - Brussel metropool - mei 2015 “Entr'apprendre gebruikt de leraar als hefboom, want die gaat zijn collega’s en leerlingen informeren over wat hij zelf in het bedrijf heeft geleerd”, aldus Olivier Remels, secretaris-generaal van de Fondation pour l’Enseignement. Om het project tot een goed einde te brengen, werkt de stichting samen met instituten voor voortgezette vorming van het Franstalig onderwijs (binnen eenzelfde onderwijsnet en tussen verschillende netten) die zulke stages in hun opleidingscatalogi hebben opgenomen. De stichting runt bovendien het begeleidingscomité dat de uitvoering van het project opvolgt en de uitbreiding naar andere scholen, sectoren en bedrijven voorbereidt. De eerste positieve feedback van stagiairs, leraren en ondernemingen zet de partners aan het project verder te zetten. Hierbij hoort uiteraard een oproep tot Brusselse en Waalse ondernemingen, voor het programma van 2016. Meer info: www.fondation-enseignement.be. ● Oproep: onthaalbedrijven gezocht voor stages van leraren • Wie? Ondernemingen uit alle sectoren. • Wat? Het onthaal van kleine groepjes stagiairs (leerkrachten / werkplaatsoversten / Cefa opleiders van het verplichte onderwijs (3de graad technisch en beroepsonderwijs en alternerend onderwijs). Dit verloopt in twee stappen: observatie (één dag) en beroepsinleving (twee tot drie dagen). • Wanneer? Vanaf januari 2016. • Hoe? Programma moet vanaf september 2015 in overleg met het begeleidingscomité worden vastgelegd. Om uw belangstelling te melden: or@fondation-enseignement.be. R.T.

Dynamiek Dienstencheques: het Brusselse Gewest neemt trekkende rol op Met het diverse en vaak laaggeschoolde personeelsbestand in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vormt de opleiding van dienstenchequewerknemers een belangrijk aandachtspunt. Ook interessant: de regionalisering van de bevoegdheden voor dienstencheques hoeft geen aardschokken te veroorzaken. Peter Van Dyck H Het Opleidingsfonds dienstencheques, sinds 2007 operationeel, heeft een dubbele rol. De eerste taak van het opleidingsfonds is de erkenning van opleidingen voor dienstenchequewerknemers, de tweede de behandeling van de terugbetalingsaanvragen van de dienstencheque-ondernemingen (jaarlijks krijgt elk dienstenchequebedrijf een opleidingsbudget toegekend). In verband met die eerste kernopdracht kan het voor bedrijven interessant zijn om na te gaan welke opleidingen nu al aangeboden worden. “Daarvoor kunnen ze de catalogus van circa 500 externe opleidingen checken”, zegt Eric Maes, attaché bij de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel. “Goede opleidingen zijn belangrijk, zeker als je weet dat dienstencheque-werknemers doorgaans vrij laag geschoold zijn. In de bestaande opleidingen komen onder meer poetstechnieken, ergonomie en de efficiënte werkorganisatie aan bod. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is bovendien 75 procent van de dienstenchequewerknemers van buitenlandse origine. Logisch dus dat ook taallessen binnen het Opleidingsfonds passen.” De dienstenchequebedrijven kunnen ook zelf een vorming die nog niet op de lijst staat ter goedkeuring aan Brussel Economie en Werkgelegenheid (BEW) voorleggen. “Alles wat met de taken van de dienstencheque-werknemer te maken heeft, kan in aanmerking komen”, verduidelijkt Eric Maes. “Wat men niet goedkeurt en bijgevolg ook niet terugbetaalt, zijn opleidingen die betrekking hebben op het onthaal en de interne arbeidsorganisatie van een dienstenchequebedrijf.” Geen fundamentele veranderingen Door de zesde Staatshervorming zijn de bevoegdheden voor de dienstencheques geregionaliseerd. Momenteel verandert dit weinig of niets voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er wordt wel nagedacht om vanaf 1 januari 2016 een ander aanhechtingscriterium te hanteren voor het bepalen van het budget van de dienstencheque-ondernemingen, met name de vestigingseenheid waaraan de werknemer gelinkt is in plaats van naar het erkenningsnummer van het dienstencheque-bedrijf, wat vaak samenvalt met diens maatschappelijke zetel. Op 1 januari 2016 zal er ook een Brusselse, via een openbare aanbesteding aangeduide uitgiftemaatschappij komen. “Beleidsmatig zal op korte termijn niet zoveel veranderen”, vermoedt Eric Maes. “In grote lijnen zullen we het pad van onze federale voorgangers verder bewandelen. Aan de fundamenten van het huidige systeem zal niet getornd worden.” “Beleidsmatig zal op korte termijn niet zoveel veranderen”, vermoedt Eric Maes. Overleg tussen de gewesten Bij de dienstenchequebedrijven is er dus geen reden tot ongerustheid. Bij de bedrijven die de diensten afnemen, leeft een beetje de vrees dat er aan de prijs en de aftrekbaarheid van de dienstencheques zal geraakt worden. Het is wat vroeg om daarover uitspraken te doen. Eric Maes: “De continuïteit van het systeem waarborgen, lijkt me de absolute prioriteit. En vermits daar een fors mechanisme achter schuilt, zal die opdracht voor een klein gewest als Brussel al zwaar genoeg zijn.” Een en ander hangt af van wat de Waalse en Vlaamse tegenhangers zullen doen. Vlaanderen heeft al de 60-procentregel afgeschaft (de verplichting voor dienstencheque-ondernemingen om bij aanwervingen minstens 60 procent te rekruteren bij uitkeringsgerechtigde werkzoekenden en/ of leefloners); wellicht zal Brussel zich op termijn ook over zo’n maatregel moeten buigen. De gewesten plegen geregeld overleg via interregionale vergaderingen. “Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest neemt daar een trekkende rol op”, vertelt Eric Maes. “Recent is er een protocolakkoord onderhandeld. Cruciaal voor ons was dat voor de terugbetaling van de dienstencheques daarin het criterium ‘woonplaats van gebruiker’ werd vastgelegd. Dit om een scheve situatie recht te zetten, namelijk de grote incongruentie tussen het aantal aangekochte en het aantal terugbetaalde dienstencheques in ons gewest.” Later moet dit protocolakkoord uitmonden in een ruimer samenwerkingsakkoord. Het mag duidelijk zijn: ondanks de regionalisering van de materie, zal geen enkel gewest solo slim spelen. ● BECI - Brussel metropool - mei 2015 37 R.T.

Dynamiek SELF-EMPLOYED CORNER De e-reputatie, voornaamste risico van bedrijfsleiders Het maakt niet uit of u een ZKO, een KMO of een groot bedrijf leidt, want volgens Deloitte1 vormt uw e-reputatie tegenwoordig risico nr. 1 in de ontwikkeling van uw business. Met de opkomst van web 2.0 en de explosie van de sociale netwerken, is er geen ontsnappen meer aan het Net. Alles wat u doet, schrijft, zegt… in het verleden, vandaag of morgen… of wat anderen over u zeggen, kan tegen u worden gebruikt! En de gevolgen kunnen nefast zijn, zowel voor u als voor uw bedrijf, en zelfs voor uw naasten… M omenteel houden slechts 15% van de bedrijfsleiders zich bezig met hun reputatie op sociale netwerken, terwijl toch 58% van hen vinden dat het onderwerp belangrijk is. De e-reputatie van een bedrijfsleider is gebaseerd op zijn online gedrag, op wat hij publiceert, maar ook op wat anderen over hem zeggen, ook zonder zijn medeweten. Belangrijk om weten, is dat elke uitspraak, elk beeld of elk gedrag op de ene of de andere dag op het Net kan belanden en door een sociaal netwerk kan worden overgenomen. En omdat het Net een waar klankbord voor roddels is, kan dit een reputatie totaal vernielen. Een e-reputatie is wat u ervan maakt Meer dan ooit moet een bedrijfsleider op zijn imago letten. Hij is de ambassadeur van zijn bedrijf. In de ogen van de algemene opinie draagt hij een verantwoordelijkheid. Bijgevolg moet hij heel aandachtig omgaan met zijn foto’s, met wat hij schrijft, zegt, doet. Een bedrijfsleider is ook de verpersoonlijking van het bedrijf. Maar bedrijfsleiders mogen dit vooral niet verkeerd verstaan! Ze hoeven daarom nog geen verborgen leven te leiden, want Google heeft een hekel aan leegte. In elk geval is het tijdperk van “verborgen leven, gelukkig leven” voorgoed voorbij. Een e-reputatie kunt u draaglijk maken Het web 2.0 heeft voor een ware revolutie gezorgd in het internetgebruik. Eender welke gisteren nog passieve surfer (werknemer, vakbondslid, consument, klant, leverancier, partner, aandeelhouder, journalist, concurrent, NGO, militant…) is vandaag actief op het Net. Hij post zijn opmerkingen, geeft zijn indrukken over een bedrijfsleider… En voor de verspreiding van de informatie heeft hij tal van dragers ter beschikking: blogs, forums, sociale netwerken, community platforms… We zijn beland in het tijdperk van de vrije meningsuiting zonder grenzen. Vandaar de opleving van niet-gecontroleerde en niet-geverifieerde informatie… tot en met laster. Een reputatie kan dus overal en onaangekondigd worden aangetast. En zodra het kwaad is geschied, is het heel moeilijk om er iets tegen te doen, want Google bewaart alles in zijn geheugen. Een e-reputatie wordt opgebouwd en in de gaten gehouden Om te vermijden dat hij een gemakkelijk doelwit wordt, moet de bedrijfsleider op het internet en in de sociale media aanwezig zijn. Met het excuus dat ze er geen tijd voor hebben, hebben teveel bedrijfsleiders geen belangstelling voor hun digitaal imago. “Als bedrijfsleider is men willens nillens en min of meer blootgesteld en kan men zich onmogelijk verstoppen,” waarschuwt Cédric Manara2 , en hij voegt hieraan toe: ”Ons leven wordt meer en meer in de numerieke ruimte gegraveerd met exponentiële inhouden die voortdurend door zoekmachines worden geïndexeerd. De vraag die tegenwoordig over reputaties rijst, is waar en wanneer de bliksem kan inslaan!” Daarom is het zo belangrijk dat men zijn e-reputatie zelf opbouwt en bewaakt, door een waakfunctie in te stellen, door te anticiperen op de aantastingsrisico’s van de reputatie, en door het e-reputation dashboard (www.reputationvip.com) te gebruiken. Deloitte stelt vast dat de reputatierisico’s van bedrijfsleiders slechts in 15% van de bedrijven in de directiecomités worden besproken. Een cijfer dat eens te meer aantoont hoe weinig belang bedrijfsleiders aan hun reputatie hechten. Zie ook de e-reputation blog van ReputationVIP : www.reputationvip.com. Om bedrijfsleiders tegen eender welke aantasting van hun e-reputatie te beschermen, heeft IZEO in zijn “IZEO voor CEO’s en bedrijfsleiders” pakket een juridische e-reputatie garantie geïntegreerd. Meer info op www.izeo.be. ● Bronnen : 1 Enquête “Exploring Strategic Risk” door Forbes Insight voor rekening van Deloitte gevoerd bij 300 bedrijfsleiders wereldwijd: http://www.deloitte.com/assets/Dcom-France/Local%20Assets/Documents/publications/1311%20Exploring%20Strategic%20Risk/Exploring_strategic_risk_nov2013.pdf. 2 Presentatie van Cédric Manara in EDHEC : http://fr.slideshare.net/cedricm/dirigeants-comment-gerer-sa-reputation-en-ligne. 38 BECI - Brussel metropool - mei 2015

Op 16 en 17 MAART onthaalde BRUXELLES FORMATION op zijn site bf.logistique het SKILLSBELGIUM beroepsdorp en de nationale proef voor vrachtwagenchauffeurs. Tijdens deze 2 dagen konden scholen de logistiek- en transportberoepen komen ontdekken. Op 17 maart ontving Olivia P'tito, Algemeen Directrice van Bruxelles Formation, een tiental werkgevers tijdens een contactenlunch met als disgenoten partners, het Sociaal Fonds Transport en Logistiek, Forem en de BRC IrisTL. Peter van deze lunch was Olivier Willocx, Gedelegeerd Bestuurder van BECI. De D-30 kalender is een aanwervingstool. Hij bevat per sector en per vorming het aantal gevormde stagiairs die binnen de 30 dagen op de arbeidsmarkt beschikbaar zijn, samen met de gegevens van een contact- en adviespersoon. Informatie – Contact Cel Relaties ondernemingen: Tel. : 02 371 74 93 relationsentreprises@bruxellesformation.be www.bruxellesformation.be

Dynamiek Prins Albert Fonds krijgt nieuw leven ingeblazen Het Fonds ontstond in 1984. Dertig jaar later blijft het bij sommige ondernemers weinig bekend. De nieuwe voorzitter heeft als taak een nieuwe impuls te geven aan dit initiatief dat jonge Belgen in het buitenland begeleidt. David Hainaut W egens de economische situatie op wereldschaal is het vandaag voor talrijke ondernemingen van vitaal belang hun aanwezigheid in het buitenland te versterken. Toen hij nog Prins van Luik was, stond Prins Albert gekend voor zijn vele reizen. Hij getuigde van vooruitzicht toen hij, ter gelegenheid van zijn 50e verjaardag, onder zijn naam een fonds oprichtte dat ergens resulteerde van zijn eigen activiteit in de buitenlandse handel. Dit gebeurde een dertigtal jaar geleden met de bedoeling jonge naar het buitenland gestuurde ondernemers optimaal te ondersteunen en op te leiden. “Deze jongeren zijn voor ons een troef: ze hebben een andere perceptie van de wereld en een eigen manier om met bepaalde situaties om te gaan”, verklaarde het Fonds. (20) en Singapore (17). Een dergelijke buitenlandse opdracht geldt als een bijzonder waardevolle stap aan het begin van een loopbaan: één jaar lang ontwikkelen deze jongeren een leerrijke ervaring in het buitenland, ze leren het land kennen en bij hun terugkeer gaan heel wat deuren open. De domeinen zijn bijzonder divers, gaande van architectuur tot psychologie en, natuurlijk, het ganse economische luik. Op het einde van het avontuur ontvangt de kandidaat het diploma van Laureaat van het Prins Albert Fonds. Een zeer begeerde onderscheiding. Fonds 2.0 Het fonds werd in het leven geroepen door het Verbond van Belgische Ondernemingen en de Koning Boudewijnstichting, die voor het nodige kapitaal zorgde. Het voert een autonoom beleid dat door een eigen stuurcomité wordt uitgestippeld. Het orgaan staat vandaag op een keerpunt: “Naast de machtsoverdracht tussen Albert II en zijn dochter Astrid, werd ook een nieuwe raad van bestuur samengesteld” (waarin onze gedelegeerd bestuurder Olivier Willocx zetelt, nvdr), vertelt Anne-Catherine Chevalier, die voor het Fonds werkt. “Dit ter gelegenheid van ons dertigjarig bestaan, dus. Wij zijn van plan onze filosofie nog meer op ondernemerschap af te stemmen, onze selectiejury te versterken en een nieuw stijlboek afgestemd op het 2.0 tijdperk in gebruik te nemen.” Het Fonds selecteert kandidaten op een bijzonder nauwgezette manier met behulp van een onafhankelijke jury en is verder steeds op zoek naar stagiairs. Dezen ontvangen een beurs die als loon geldt, terwijl de ondernemingen de reis- en logieskosten voor hun rekening nemen en tegelijk een bijdrage aan het Fonds storten om de werkingskosten te dekken. Chris Burggraeve, nieuwe voorzitter van het Prins Albert Fonds. Bestemd voor jonge, gedreven ondernemers Sinds 1984 hebben 362 jonge Belgen een jaar lang een project buiten Europa mogen beheren. Ze werden gestuurd door 175 bedrijven, waaronder Barco, Umicore, Bekaert, Solvay en UCB zeker tot de meest actieve behoren. De meeste van deze jongeren waren bijzonder beloftevolle elementen die net hun diploma hadden binnengehaald of die aan een meestal internationale carrière begonnen. Gedrevenheid is hun gemeenschappelijke troef. Niet verrassend geven zij de voorkeur aan China (78 projecten), gevolgd door de Verenigde Staten (68), Brazilië (24), India 40 BECI - Brussel metropool - mei 2015 Nog beter geselecteerde kandidaten Voor de eerste keer is de voorzitter van het Fonds – Chris Burggraeve – een alumnus, een vroegere laureaat van het Fonds dus (namelijk in 1989). Dit is natuurlijk een buitenkansje. “Voor ons is dit de gelegenheid bij uitstek om de balans op te maken, en om na te gaan wat goed functioneert en wat we kunnen verbeteren. In 30 jaar tijd is heel wat veranderd. Reizen naar het buitenland is vandaag eerder de regel dan de uitzondering. Zoveel te beter, want dit verbetert nog de kwaliteit van onze kandidaten en versterkt de onderlinge banden”, zegt hij. Het nut en de meerwaarde van het Fonds zijn vandaag duidelijker dan ooit. Het orgaan gaat een mooie toekomst tegemoet. Praktisch: http://www.princealbertfund.be. Algemene informatie: 02/500 45 55 Specifieke informatie: Anne-Catherine Chevalier 02/549 61 85. ● © Emmanuel Crooÿ R.T.

IMPRESSION OF A BRIT Europe’s cases of mistaken identity History suggests that it may be easier to create an identity for others than to find one for oneself. This is an extension of the ‘Us and Them’ syndrome, where the ‘Them’ are dumped all together in a separate and communal basket. No doubt this goes back to unrecorded prehistory, but it’s unrecorded… Richard Hill T he Greeks called all foreigners barbaros, simply because they couldn’t decipher their babbling. Isocrates the Classical philosopher was magnanimous in his assertion that “we consider Greeks those who partake in our culture”. This sense of cultural superiority clearly helped the cultures concerned to lump all their neighbours into a single disparaging basket. In the early Middle Ages, people of the Islamic faith were indiscriminately called Saracens or Moors. And the Arabs at the time of the Crusades got their own back by calling all westerners Franks. From the viewpoint of ‘Westerners’, all people east of the Oder were for a long time just called Slavs (a word that mutated to ‘slave’, although some etymologists think it was the other way round). According to the historian Norman Davies, about the same time, the peoples of Spain defined the Catalans as Franks while, due to the previous existence of a Visigothic kingdom centred on Toulouse, the Catalans referred to the people of southern France as Goths. From the viewpoint of ‘Easterners’, all settlers who moved from the West to fill the vacuum left by the departing Turks were classed as Swabians, even though many of them hailed from elsewhere, notably Flanders. In the meantime, the Ottoman Turks responded by indiscriminately calling all inhabitants of the Balkans Greeks, while the West responded by referring to all the good folk manning the fortresses on the borderlands of Transylvania as Saxons, when many of them came from elsewhere, including Flanders and, to a lesser extent, the Moselle and Wallonia. Rather more mysteriously, throughout Europe, people ranged east of others living further to the west tend to use words beginning with ‘Wa’ or ‘We’ to describe their generally romanised neighbours. Examples include the Wallachians (Vlachs from the Slav root Volokh) in the Balkans, Welsch in German for anybody to the southwest, Walliser to describe the inhabitants of the south-western canton of Switzerland (the Valais, to most people) and Walloons in Belgium. Not, however, the Welsh who were anything but romanised. There is even a community in the French Vosges mountains speaking a Romance dialect and known as the Welche, i.e. ‘those who do not speak German’. Maybe all these cases of mistaken identity were, in reality, forgivable. Europe’s history before the emergence of the nation states was essentially one of migration and assimilation, so that fragile embryonic identities were easily absorbed and transformed into what came later. The process of creating a nation often meant running roughshod over individual identities and papering over the ethnic cracks. The inhabitants of Hungary – supposedly as ethnically distinct a body of people as the Finns or, almost, the Basques – are not just Magyars. According to a study undertaken jointly by a Budapest research institute and a German university, the country’s citizens include more than one Magyar strain, as well as Armenians, Ruthenians, Croats, Gypsies – and the Swabians again (a splinter group of this ubiquitous race settled in the southern part of the country). At least most Hungarian nationalists have some claim to a relatively distinct identity. Pity their poor neighbours, the Ukranians, who are still looking for such an identity, having been a subject nation to, first, the Lithuan ians, then the Poles and, last of all, the Soviets… No wonder they need a bit of encouragement from the West! ● BECI - Brussel metropool - mei 2015 41

COMMUNITY DE RESTAURANTTIP VAN AGENDA MAGAZINE LE MANGEOIRE •••• Het is duidelijk dat wijnbars dezer dagen de wind in de zeilen hebben. Maar wat vele daarvan nog niet begrepen hebben, is dat er van nieuwe plekken wordt verwacht dat ze iets bijzonders aanreiken, dat de plek een stel ware ontdekkingsreizigers onderdak biedt, gepassioneerde fijnproevers die uitzonderlijke producten opsporen. Le Mangeoire bedient u op dat vlak op uw wenken. Parijzenaars Camille en Jérémy kennen hun smaken. Camille, van Italiaanse komaf, beschikt over een uitzonderlijk netwerk voor pekelwaren uit Toscane en Piëmont. Jérémy op zijn beurt houdt zich onledig in de keuken. Dat alles samen resulteert in een kleine plek, die eerst wat koud aandoet door de wat saaie tegels, maar door het enthousiasme van de eigenaars snel opwarmt. Een met hout beklede toonbank met charcuterie en kazen van kleine producenten, enkele tafels, een kruideniershoek met in het aanbod een tiental natuurwijnen, pasta’s, ansjovis… maken grofweg het decor uit van deze plaats die we een lang leven toewensen. Er een aperitief nemen is een moment van puur geluk, dat we inzetten met een fles La Bulle du Facteur (28 euro), een natuurlijk parelende chenin die naar appel en peer hint. Daarbij kregen we een parel voorgezet die we in Brussel nog niet tegenkwamen: Boudeuseoesters van David Hervé, een kleine, vlezige variëteit. Daarop volgde een fles syrah van Hervé Souhaut (38 AGENDA is het uitmagazine van Brussel dat elke week door meer dan 150.000 mensen gelezen wordt. Ze krijgen het volledige overzicht van wat er te beleven valt in de stad: muziek, expo, resto, cinema, en nog veel meer. Met een advertentie in AGENDA bereikt u de actieve Nederlandstalige, Franstalige en Engelstalige Brusselaar. Meer informatie vindt u op www.agendamagazine.be/adverteren 42 BECI - Brussel metropool - mei 2015 euro), een rode wijn, gekruid maar niet zwaar, die sensationeel dialogeerde met een bord charcuterie (12 euro) – Toscaanse worst, verfijnd met witte wijn, bresaola, mortadella… We vertrokken pas na een laatste lekkernij: halfgebakken foie gras van Jérémy, die duidelijk maakt dat het huisgemaakte aspect, naast een neus voor producten, ook een specialiteit van het huis is. MICHEL VERLINDEN Info Congresstraat 34, Brussel, 02-223.00.02, ma > vr, 2e & 4e za van de maand 8.30 > 21.00, Voor meer restauranttips: agendamagazine.be © Saskia Vanderstichele

www.beci.be

COMMUNITY BECI nieuws in beeld Tijdens de Belgische economische missie in Katar en in de Arabische Emiraten sloot de Kamer van Koophandel van Brussel vertegenwoordigd door Mevrouw Sabine Soetens (links) een memorandum van overeenstemming met haar tegenhangster in Aboe Dhabi, vertegenwoordigd door CEO Mohammed Thani Murshid Al Rumaithi (rechts). Op de tweede rij herkent men op de foto, van links naar rechts, Mevrouw Dominique Mineur, Ambassadrice van België in de Emiraten, Mevrouw Cécile Jodogne, Brusselse Staatssecretaris van Buitenlandse Handel en HKH Prinses Astrid, voorzitster van deze missie. Het Marnix Auditorium van ING volzet: de BECI Start'Hub Night kende op 10 maart 2015 een geweldig succes! Het zakelijke netwerk van de BECI Start'hub Community breidt uit ... Kom erbij! De Kamer van Koophandel van Brussel heeft relaties aangeknoopt met haar tegenhangster in de Seychellen via een memorandum van overeenstemming. Op de foto, van links naar rechts: Philippe De Baets, honorair Consul-Generaal van de Seychellen in België, Z.E. Selby Pillay, Ambassadeur van de Seychellen in België, Olivier Willocx, Afgevaardigd Bestuurder van BECI en Sabine Soetens, International Business Development Manager van BECI. BECI - Brussel metropool - mei 2015 45 Belga Image

AGENDA Management & RH, Personal improvement 11.05.2015 Que puis-je faire pour prévenir le burnout de mes collaborateurs ? * 19.05.2015 Communiquer avec impact * 02.06.2015 Intelligence émotionnelle * 05.06.2015 Je me sens seul et je cours derrière mes objectifs, ras-le-bol ! * 09.06.2015 Présentez-vous, présentez un projet, un concept en 120 mots ou 45 secondes, ou l’Elevator Pitch * 10.06.2015 60’ chrono : Il n’y a que 4 manières de faire croître son entreprise * 19.06.2015 Excel : Tips ands Tricks * Handelsrecht Augustus tot december 2015 Opleiding Bemiddeling/Mediation te Gent September 2015 tot februari 2016 Cycle de formation à la médiation civile et commerciale - Bruxelles* Fiscaliteit en financiën Tot 10.06.2015 Cycle gestion et compta* (4 modules) : La gestion, j’adore* 13.05.2015 La gestion en très pratique * 27.05.2015 Le calcul du coût de revient – réel – de vos produits/services * 01.06.2015 La mobilité internationale - Transfert de personnel vers l'étranger * 10.06.2015 Faire son budget et optimiser ses ressources * Verkoop, marketing en communicatie Tot 03.06.2015 Cycle : du chiffre et des lettres * 20.05.2015 Formulation subtile * 27.05.2015 LinkedIn : comment l’utiliser * 03.06.2015 Formulation tonique * 46 BECI - Brussel metropool - mei 2015 08.06.2015 Vendre avec LinkedIn * 09.06.2015 Présentez-vous, présentez un projet, un concept en 120 mots ou 45 secondes, ou l’Elevator Pitch * Opleidingen op maat U vindt de opleiding niet die u zoekt? Contacteer ons! Ons opleidingsaanbod wordt opgesteld in functie van de vragen die u ons stelt. U wilt uw vaardigheden ontwikkelen, uw medewerkers beter laten presteren, de teamgeest in uw onderneming versterken? ➜ Brigitte van der Mensbrugghe +32 2 643 78 30 – bvdm@beci.be Sociale wetgeving 08.05.2015 Les vacances annuelles des employés * 19.05.2015 La mise du travailleur à la disposition d'utilisateurs : un procédé fréquent en pratique et non dépourvu de risques * 26.05.2015 Sociale verkiezingen 2016: ontdek de mogelijkheid van elektronisch stemmen ! 29.05.2015 L'occupation d'étudiants en 2015 * 01.06.2015 La mobilité internationale - Transfert de personnel vers l'étranger * 02.06.2015 Les plans bonus en assurance-groupe * 09.06.2015 Les nouvelles obligations des employeurs en matière d'égalité salariale entre les hommes et les femmes * 12.06.2015 BECI HR Lunch ➜ Frédéric Simon +32 2 643 78 17 – fs@beci.be Milieu, stedenbouw, mobiliteit 20.05.2015 Special Realty Logistique urbaine et mobilité utilitaire : l’impact du transport de marchandise sur les autres fonctions * 04.06.2015 Besoins en équipements (sportifs, scolaires, culturels), potentiels de développement * 15.06.2015 Perspectives de l'immobilier touristique et de congrès * 07.05.2015 e-Day 13.05.2015 Speed Business Lunch 21.05.2015 BECI Golf Trophy 04.06.2015 Afterwork ➜ Beci Events +32 2 643 78 13 – events@beci.be * Enkel in het Frans 22.06.2015 Quelles tendances pour l'immobilier à Bruxelles en 2025 ? * 07.05.2015 Een analyse van uw energiefactuur Jusqu’à juin 2016 Cycle management environnemental * 15.06.2015 Energiebesparingen: hoe haalt u uw energiefactuur naar beneden? ➜ Erick Thiry +32 2 643 78 36 - eth@beci.be 07.05.2015 Export Day 07.05.2015 Synergy Day 03-05.06.2015 Mission for Growth – Taiwan 21.05.2015 Financement européen pour la coopération et les investissements internationaux en Amérique Latine * 04.06.2015 Meet with Spanish agrofood producers 09.06.2015 Business breakfast met de Heer Denis Robert, Ambassador van Canada 11.06.2015 Financements européens : une réponse pour soutenir la compétitivité des PME bruxelloises ? * 17-18.06.2015 Greater Region Business Days – Luxembourg 24.06.2015 Halal opportuniteiten voor uw producten & diensten! ➜ Beci’s International Department +32 2 643 78 02 - sso@beci.be

Provincie Waals-Brabant: groen, authentiek en zo dichtbij! 01. Waals-Brabant organiseert een waaier aan activiteiten om u tijdens een zakenreis op 20 km van Brussel een unieke ervaring te bieden. Sommigen geven de voorkeur aan boomklimmen, anderen aan het Hergé Museum of een omweg langs de Stichting Folon … Of ze gaan de statige en indrukwekkende abdij van Villers-la-Ville bezoeken of het beroemde slagveld in Waterloo. Waals-Brabant nodigt u uit voor een herbronning in een van de talrijke weelderig groene parken en erkende golfterreinen. Voor een kwaliteitsvol logies is er keuze in overvloed. Van standingrijke hotels tot authentieke gastenkamers: u vindt beslist een formule naar uw smaak. En nog een pluspunt zijn de talrijke heerlijke gerechten voor fijnproevers in Waals-Brabant: zoete en hartige taarten, chocolade, artisanale bieren en veel andere Brabantse specialiteiten om te ontdekken en volop van te genieten. Contact: Beleef Waals-Brabant info@beleefwaalsbrabant Zaken doen in een levendige tuin! 02. Het Domein van de Grotten van Han Al meer dan twee eeuwen komen toeristen van over de hele wereld zich vergapen aan de grotten van Han-sur-Lesse. Je kan op het domein echter ook evenementen organiseren. De Wapenzaal in de grotten, meer dan honderd meter onder het aardoppervlak, kan een heel originele touch aan je conferenties, banketten of cocktailfeestjes geven. In de Tivoli, de vroegere tramterminus in het midden van het natuurreservaat, kan je een rustiek buffet of vergadering organiseren. Het Domein van de Grotten van Han-sur-Lesse biedt je een ruime keuze aan incentive activiteiten: een nacht met de beren in de pelsjagershut, survivalervaringen, een touwenparcours, een speleologie initiatie en gepersonaliseerde gidstochten door deze beroemde ondergrondse wereld. Faciliteiten: • Meerdere originele evenementenhallen • Events mogelijk in de grotten zelf • Capaciteit: 10 tot 3000 personen • Ruime keuze aan incentives • Restaurants met grote capaciteit Contact: events@grotte-de-han.be www.grotte-de-han.be Voor een onontbeerlijke meeting! © WBT-DidierBrancart © www.erikverdonck.be

Spa-Francorchamps Business Circuit Experience 03. Waarom zou je een congres, seminar of beurs organiseren op het circuit van Spa-Francorchamps, als het niet is voor de speciale sfeer die rond dit unieke Formule 1 parcours hangt. Je kan hier de mooiste en natuurlijkste regio van België ontdekken, maar je kan je gasten ook een gevoel van adrenaline schenken als ze door de beroemde Raidillon bocht scheuren naast een professionele piloot. Laat hen de bedrijvigheid in de backstageruimtes ontdekken met een meertalige gids. Teambuilding activiteiten beschikbaar op en rond het Circuit. Laat de mythische atmosfeer van Spa-Francorchamps jou en je team inspireren! Faciliteiten: • Meerdere zalen • Diner capaciteit : 450 • Receptie capaciteit: 600 • Incentives op het circuit Contact: thomas.dooms@spa-francorchamps.be www.spa-francorchamps.be 04. Plaats je organisatie in Pole Position! Dolce La Hulpe Brussels Dolce La Hulpe Brussels ligt in een vredige groene long – in het hart van het Zoniënwoud – op nog geen vijftien km van Brussel en zijn internationale luchthaven. Dit viersterrenhotel zorgt voor een superieure meetingervaring. De meer dan 4.500 m2 beschikbare vergaderruimte is uitgerust met geavanceerde audiovisuele technologie en een toegewijde en professionele ploeg. Dolce La Hulpe Brussel is modern en intelligent ontworpen en beschikt over een creatieve en gezonde keuken. Het fitness en wellness centrum en het luxueuze Cinq Mondes Spa bieden je de kans om de batterijen weer op te laden of om te herbronnen. Wat je doel ook is, Dolce La Hulpe Brussels zal elk aspect van je verblijf zo regelen dat je meer dan genoeg energie overhebt om op volle kracht aan het werk te blijven. Nieuw: The Academy by Dolce La Hulpe Brussels: een nieuwe ruimte die bestaat uit een autitorium en privés ruimtes om opleidingen en vergaderingen te houden, en wel in het midden van de natuur, in het hart van het Zoniënwoud. Faciliteiten: • 15 km van Brussel • Kamers: 264 • Totale meetingruimte: 4.500 m2 • Capaciteit Auditorium 1: 500 • Capaciteit Auditorium 2: 150 • Tentoonstelling ruimte : 750 m2 Contact: info@dolcelahulpe.com www.dolcelahulpe.com Een superieure vergaderervaring! © DLHB Canopee Auditorium - Marco pastori © DLHB Aerial view - Guy de Viron

Dream Hotel Mons Het Dream hotel is afgestemd op de noden van bedrijven en er vinden regelmatig bedrijfsvergaderingen, directiecomités, persconferenties, seminars, opleidingen en bedrijfsfeesten plaats. Het forum met een oppervlakte van meer dan 180 m² is een moduleerbare ruimte bestaande uit drie seminarzalen. Ze zijn volledig uitgerust voor audiovisuele voorstellingen en bieden plaats aan maximum 80 personen in theateropstelling of 45 personen in U-vorm. Deze goed doordachte moduleerbare ruimtes kunnen onafhankelijk van elkaar worden gebruikt en bieden gemakkelijk plaats aan 120 tot 160 personen. Alle zalen zijn uitgerust met beamers, grote schermen, micro’s, afspeelmogelijkheden geluid via USB-stick of andere drager, flipboard en gratis wifi. Het ervaren team van het Dream Hotel zorgt voor een professionele begeleiding om uw projecten en de organisatie ervan tot een goed einde te brengen ongeacht in welke taal: Frans, Nederlands, Engels, Italiaans, Spaans, Grieks en Arabisch. Voorzieningen: • Kamers: 57 gezellige kamers • Vergaderzalen: 3 • Vergadercapaciteit: 80 Contact: http://www.dream-mons.be info@dream-mons.be 06. 05. Waar authentieke charme en moderne inrichting elkaar ontmoeten! Le Val de Poix In hartje Ardennen, in de buurt van Saint-Hubert, ligt Le Val de Poix: de perfecte uitvalsbasis voor natuurliefhebbers. Zo is het grote bos van Saint-Hubert een adembenemend mooi kader waar je helemaal tot rust kan komen. Naast de idyllische ligging, staat Le Val de Poix ook bekend om zijn persoonlijke service, kindvriendelijkheid, overheerlijke keuken met lokale producten en de typisch Ardense sfeer. Met zijn natuurlijke omgeving als verfrissende inspiratiebron is dit hotel ook ideaal voor meetings en incentives. Verblijf in Le Val de Poix en ontdek de charmes van de Ardennen! Faciliteiten: • Kamers: 42 • Meeting rooms: 3 • Meeting capaciteit: 50 Contact: info@hotelvaldepoix.com www.levaldepoix.com De perfecte uitvalsbasis voor natuurliefhebbers! © Hotel Le Val De Poix - Jacques Bourdon © Dream Hotel - Gil De Angelis © Hotel Le Val De Poix - Jacques Bourdon © Dream Hotel - Gil De Angelis

COMMUNITY NEWS IZEO doet zijn intrede in de Brusselse Economische en Sociale Raad In oktober 2012 richtten enkele Brusselse zelfstandigen en KMO bedrijfsleiders de vzw IZEO, de beweging van zelfstandigen, op. IZEO staat voor ‘Indépendants Zelfstandigen Entrepreneurs Ondernemers’ en hiermee is de missie meteen duidelijk: de verdediging en de vertegenwoordiging van zelfstandigen en KMO bedrijfsleiders in Brussel en in het economisch gebied rond de hoofdstad. BECI en Partena, twee grote spelers van de diensten aan ondernemingen en de vertegenwoordiging van werkgevers in Brussel, werden de vanzelfsprekende stichtende partners van deze nieuwe beweging van zelfstandigen. De aanpak van BECI kende een waar succes: in amper twee jaar tijd is IZEO aanzienlijk gegroeid, zowel wat betreft het aantal leden als door zijn aanwezigheid in het sociaal economisch landschap en de pers. Vandaag beantwoordt IZEO aan alle criteria om te worden erkend als een interprofessionele organisatie die de zelfstandigen en de KMO in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vertegenwoordigt. Concreet betekent dit onder andere dat IZEO voortaan in de Economische en Sociale Raad van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal zetelen om er met klem en enthousiasme de belangen van de zelfstandigen (handelaars, ambachtslieden, vrije en intellectuele beroepen) en van de bedrijfsleiders van ZKO te verdedigen. IZEO rapporteert regelmatig in deze bladzijden en op zijn website www.izeo.be over zijn strijd en successen. Het staat in de E-mag En het welzijn van onze economie? Waar zijn de vrouwen gebleven? “Alles wordt men beu, behalve leren” Het ecodynamisch label: ook voor u! Incoterms Deze artikels staan ook op onze website: www.beci.be/newsletter/e_mag Ricoh Belgium neemt het postbeheer over van AXA in België Partnerschap tussen Brussels Airlines en eCab Brussels Airlines en Taxis Verts gaan samenwerken om hun klanten een korting van 15 euro op hun taxirit tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Brussels Airport te bieden. De klanten van Brussels Airlines kunnen deze korting genieten door zich online in te checken en een taxi te bestellen via de eCab app van Taxis Verts. eCab is een applicatie voor mobiele telefoons en tabletten. De app is gratis en beschikbaar in de Apple Store en de Google Play Store. Ze heeft een heel gebruiksvriendelijke user interface die toelaat om de aankomst van de taxi live te volgen, om de chauffeur een score te geven en om de betaalmethode te kiezen. Dankzij geolocalisatie is het niet meer nodig om het exacte adres waar u opgepikt wil worden, te kennen. De actie geldt de hele lente, tot eind juni. 50 BECI - Brussel metropool - mei 2015 Ricoh Belgium, specialist in document management en outsourcing, werd geselecteerd om de drukwerkactiviteiten en het postbeheer van AXA in België integraal over te nemen. Eric Gryson, CEO RICOH Belgium/Luxembourg, legt uit: “Voor ons is AXA België een belangrijke nieuwe klant, die ons in staat zal stellen om onze positie in het outsourcen van document management (scannen en printen) te versterken. We voorzien een sterke groei van onze activiteiten in de komende jaren en we zijn ervan overtuigd dat dit een toegevoegde waarde zal bieden aan al onze klanten. Dat maakt ons een speler op het gebied van outsourcing waar je niet omheen kunt.” Samen met Speos, een dochteronderneming van bpost en marktleider in de outsourcing van transactionele documenten, bood Ricoh een innovatieve en concurrentiële oplossing aan die voldoet aan de huidige en toekomstige verwachtingen van de verzekeringsgigant. “Deze overeenkomst voorziet in een business model waarmee we zullen kunnen omgaan met de daling van de postvolumes in het kader van de digitaliseringsstrategie van AXA, terwijl we tegelijk carrièremogelijkheden bieden aan de overgedragen AXA medewerkers,” aldus Virginie Babinet en Thomas Schelenz, Executive sponsor AXA België en AXA Technology Services. Deze samenwerking tussen Ricoh Belgium/Speos en AXA wordt aangegaan voor een periode van minimaal zeven jaar. De mailroom- en printroommedewerkers van AXA in België zullen dus onder leiding van Ricoh Belgium komen te staan. Die zal geen enkele weerslag hebben op de werkgelegenheid.

COMMUNITY Mobiliteit in Brussel: de aanbevelingen van IBM IBM stelde in maart het voorlopige rapport van de Brussels Smarter Cities Challenge voor aan het bestuur en de stakeholders inzake mobiliteit van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een team van zes internationale IBM kaderleden evalueert daarin de situatie in Brussel en presenteert tien aanbevelingen die, gespreid in de tijd, de mobiliteit van de inwoners en pendelaars verbeteren. De adviezen vertrekken vanuit de mobiliteit van de burger en bundelen zich rond vier thema’s: open data (aanmoedigen van een real time inzameling van data door de burgers), infrastructuur (dynamische toewijzing van rijvakken tijdens de spitsuren, real-time en statische analyse van de prestaties, betere aansluiting van fiets, autodelen en openbaar vervoer, gebruik van intelligente technologieën…), mobiliteitsbeleving (tweerichtingscommunicatie met de burgers via de sociale media, geïntegreerde ticketverkoop en betaling dankzij mobiele technologieën, real time plannen van multimodale en interactieve verplaatsingen, verspreiding van informatie in real time via de verschillende transportmodi…), en uitvoering en beheer (een alliantie tussen de transportmaatschappijen MIVB, De Lijn, TEC en NMBS evenals de regelmatige verschijning van prestatie-indicatoren, en ten slotte een onderhandeling met de federale regering om een wijziging van de verwerking van de inkomstenbelasting en de btw op bedrijfswagens te verkrijgen). De Smarter Cities Challenge is een aantrekkelijk subsidiëringsprogramma waarbij een stad of regio gratis een beroep kan doen op de expertise van IBM om problemen in tal van domeinen aan te pakken, gaande van werk, gezondheid, financiën, publieke veiligheid, voeding en mobiliteit tot huisvesting, sociale dienstverlening, energie, onderwijs en duurzaamheid. BECI - Brussel metropool - mei 2015 51

COMMUNITY TOETREDINGSAANVRAGEN DOOR VOORLEGGING AAN DE RAAD VAN BESTUUR 20ème Siècle BVBA Pierre en Marie Curielaan 30 - 1050 Brussel Nace : 4759101 - de kleinhandel in meubels 4759201 - de kleinhandel in verlichtingsartikelen 47791 - Detailhandel in antiquiteiten in winkels afg. : Emmanuelle Einhorn Arabel - Al Manar Radio Belgique NV Wetstraat 28 - 1040 Brussel Nace : 59114 - Productie van televisieprogramma's 60100 - Uitzenden van radioprogramma's afg. : Lassaad Ben Yaghlane Banque Delen NV Tervurenlaan 72 - 1040 Brussel Nace : 64190 - Overige geldscheppende financiële instellingen 66199 - Overige ondersteunende activiteiten in verband met financiële diensten, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen, n.e.g. afg. : JeanFrançois Masset Beautiful Bride Chaussée de Huy 30 - 1300 Wavre afg. : Kindja Muongo Cecoforma NV Wetstraat 42 - 1040 Brussel Nace : 85592 – Beroepsopleiding afg. : Stéphane Hallet Excellence BVBA Joseph Hanse Hof 7 - 1170 Brussel Nace :70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering 73200 - Markt- en opinieonderzoekbureaus 82300 - Organisatie van congressen en beurzen afg. : Georges Ziant Fasano BVBA Hoedemaekers square 20 - 1140 Brussel Nace : 46492 - Groothandel in kantoor- en schoolbenodigdheden 46696 - Groothandel in meet-, controle- en navigatieinstrumenten afg. : Nathalie Gilis Gerkens Toma NP Kloosterdreef 43 - 1000 Brussel afg. : Toma Gerkens GET - General Engineering & Technology NV Antwerpsesteenweg 107 - 2390 Malle Nace : 18200 - Reproductie van opgenomen media 26200 - Vervaardiging van computers en randapparatuur 43211 - Elektrotechnische installatiewerken aan gebouwen afg. : Yves Lahaut 52 BECI - Brussel metropool - mei 2015 My Brico Desk - Baudouin Vaanoorbeeck BVBA De Frélaan 219 - 1180 Brussel afg. : Baudouin Van Noorbeeck Nerea Belgium BVBA Vorstlaan 191 - 1160 Brussel Nace : 58290 - Overige uitgeverijen van software 62020 - Computerconsultancy-activiteiten 63110 - Gegevensverwerking, webhosting en aanverwante activiteiten afg. : Marina Coenraets Nerinckx Véronique - Neirinckx Consult NP Avenue du Centenaire 55 - 1400 Nivelles Nace : 6622001 - Verzekeringsmakelaars en -agenten 6831101 - Bemiddeling bij de aankoop, verkoop en verhuur van onroerend goed afg. : Pierre Goffin Le Tour du Monde Jonniauxstraat 11 - 1040 Brussel afg. : Benoît Jordana Mendi (Volle Gas) BVBA Sans Soucistraat 83 - 1050 Brussel Nace : 5610101 - Restaurant van het traditionele type afg. : Lavdim Kelmendi Mercuri Urval NV Hippokrateslaan 16 - 1932 Sint-Stevens-Woluwe Nace : 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering afg. : Nathalie Mazy Mont-de Piété - Berg van Barmhartigheid ION Sint-Gisleinsstraat 21-23 - 1000 Brussel Nace : 84119 - Overig algemeen overheidsbestuur afg. : Etienne Lambert Culliganlaan 1 - 1831 Diegem Nace : 9329901 - De exploitatie van dansscholen en de activiteiten van dansleraren afg. : Peter Veekmans Ufund BVBA Louizalaan 235 - 1050 Brussel Nace : 59111 - Productie van bioscoopfilms 59112 - Productie van televisiefilms 59113 - Productie van films, m.u.v. bioscoop- en televisiefilms afg. : Yves Popieul Westinser - West International Services BVBA Alsembergsesteenweg 270 - 1190 Brussel Nace : 7311001 - Ontwerpen en voeren van reclame- en promotiecampagnes voor derden via de verschillende media afg. : Brigitte Marquilly Twice Entertainment NV Westlaan 159 - 8800 Roeselare Nace : 78100 - Arbeidsbemiddeling 82300 - Organisatie van congressen en beurzen 9004202 - Beheer en exploitatie van multifunctionele centra en evenementenhallen, overwegend ten behoeve van de scheppende en uitvoerende kunst afg. : Peter Huyghe UC Belgium BVBA Traiteur Van Eeckhout-Vanedem NV Sint-Annadreef 78 - 1020 Brussel Nace : 56210 - Catering afg. : Guillaume van Eeckhout Ines Wouters - Legisquadra BVBA Louizalaan 50 - 1050 Brussel Nace : 69101 - Activiteiten van advocaten - afg. : Ines Wouters Jean Piquemal Consultant NP Coghenlaan 162 - 1180 Brussel Nace : 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering 82990 - Overige zakelijke dienstverlening, n.e.g. 85599 - Overige vormen van onderwijs afg. : Jean Piquemal Kube Real Services - KubeKonsult BVBA Avenue de l'Etoile Polaire 3 - 1410 Waterloo afg. : Véronique Nerinckx Takeeateasy.be NV Aalststraat 7 - 1000 Brussel Nace : 63990 - Overige dienstverlenende activiteiten op het gebied van informatie, n.e. g. 79909 - Overige reserveringsactiviteiten 82990 - Overige zakelijke dienstverlening, n.e.g. afg. : Adrien Roose Tiberghien BV CVBA Havenlaan 86C - 1000 Brussel Nace : 69101 - Activiteiten van advocaten afg. : Alain Van Geel

Nieuwe opleidingen 2015-2016 Kenniscentrum van BECI Vormingscyclus: Milieubeheer 12 opleidingsmodules over alle aspecten die elke onderneming moet beheersen om de milieuverplichtingen om te zetten in een waaier van operationele en commerciële opportuniteiten. Hoe win ik door me aan de verandering aan te passen? Troeven ◗ Een exclusieve vorming die een beroep doet op interactiviteit, praktijk en dynamisme ◗ 12 opleidingsmodules en 6 webinars over één jaar ◗ Voordrachten van externe voorbeeldige ondernemingen; bedrijfsbezoeken ◗ Flexibiliteit: selectie van modules of volledig programma ◗ Inschrijving van de onderneming, zonder naam van deelnemer ◗ Exclusieve uitnodiging op Ekoburo, het ‘Salon du Bureau éco-responsable’ ◗ Beschikbaarheid van kwaliteitsvolle praktische tools Tot wie het zich richt ◗ Milieu- en MVO-verantwoordelijken ◗ Facility managers en verantwoordelijken economaat ◗ Preventie- en veiligheidsadviseurs ◗ Organisaties (ondernemingen of overheidsdiensten) die een milieubeheersysteem (MBS) of een lokale Agenda 21 overwegen ◗ Organisaties (ondernemingen of overheidsdiensten) waarvan het interne milieubeleid aan een nieuwe dynamiek toe is ◗ Ondernemingen met het label Ecodynamische Onderneming, of die het label trachten te verkrijgen De eerste modules Module 1 + 2 Basismodule milieumanagement: 2 dagen om te begrijpen wat belangrijk is en hoe in te grijpen om een milieuvriendelijkere onderneming te worden. Mobiliteit binnen de onderneming: beheer en ingrepen Mijn onderneming is vol energie : energiebesparingen, innovatieve oplossingen, energiebeheersystemen (met inbegrip van ISO50001), noodplan voor een mogelijke stroomuitval Module 5 Module 6 Geld in de vuilnisbak: beheer en preventie van bedrijfsafval, met inbegrip van ecologisch design; circulaire economie - is het voor mij? Dematerialisatie en verminderen van het papierverbruik: hoe, wat zijn de grenzen en wat zijn de voordelen voor mijn onderneming? Module 7 Wettelijke milieuverplichtingen (milieuvergunning / vergunning voor een gemengd project, bodemordonnantie, energieaudit, bedrijfsvervoerplan,…) Deze opleiding wordt in het Frans georganiseerd. Het aantal deelnemers is beperkt tot 20 per sessie om een goede interactiviteit en vlotte gedachtewisselingen mogelijk te maken. Wanneer? Tot juni 2016, 12 opleidingsmodules (van een halve of een volle dag) + 5 webinars Belangstelling? Contacteer Laura Rebreanu – Coördinator Duurzame Ontwikkeling – lr@beci.be 4 – 5 juni Module 3 Module 4 Juni (datum te bevestigen) September Oktober November December

DE FIFTY FIFTY AANBIEDING van Peugeot Professional be FIFTY-F Met de FIFTY - FIFTY aanbieding, geldig op het hele gamma, profiteert u van 50% korting op alle opties van uw Peugeot bedrijfswagen: zo doet u uzelf plezier en blijft u binnen uw budget. Dat is zeker! ll FIFTY aanbiieding geldig het hele jaar 2015 op a e a f brieksopties van het Peugeot-gamma, uitgezonderd bedrijfs ov ertuigen en accessoires, voor elke bestuurder van een bedrijfswagen waarvan het bedrijf in België een bedrijfsnummer of in het Groothertogdom Luxemburg een BTW-nummer hee ,ft en waarvan het o v ertuig (tot 3,5 T MTG) gebruikt wordt door het bedrijf en ingeschre ev n staat op naam van het bedrijf. 3,1 - 5,8 L /100 KM 82 - 134 G /KM Milieu-informatie [KB 19/03/2004] : www.peugeot.be AANBIEDING

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
Home


You need flash player to view this online publication