0

HET MAANDBLAD VAN DE BRUSSELSE ONDERNEMINGEN NIEUW LEVEN voor NATUUR IN DE STAD Barometer: DE MOBILITEIT ZIT WEER VAST dossier Stedenbouw & immobiliën PLEIDOOI VOOR EEN GEDEELDE STAD Nr 52 / FEBRUARI 2020 De DICHTHEID die METROPOLEN VERDIENEN OP NAAR een ander ENERGIENETWERK SOPHIE LE CLERCQ Gasthoofdredactrice ISSN 2406-3711

Woord vooraf Beci: waardevol advies Eind januari ondertekende Beci samen met de Brusselse regerin partners de strategie GO4Brussels 2030. Dit sociaaleconomisch plan is bedoeld om de overgang van de gewestelijke economie naar een koolstofarm model de voorwaarden voor welvaart, duurzaamheid en collectief welzijn te gar doelstellingen die in dit kader werden gedefinieerd, behoren de steun onderzoek en innovatie, werkgelegenheid en opleiding, digitale transitie en mobiliteit onderwerpen die de ondernemers na aan het hart liggen. Een lang proces van overleg met de sociale partners ging de ondertek al zette de vorige Brusselse regering gelijkaardige stappen. De wil om v aan overleg – waaraan Beci trouwens actief deelneemt – mag zeker w recht om standpunten te formuleren en advies te geven aan de ov van de fundamentele functies van kamers van koophandel. Beci oef uit namens haar leden. Nog vóór de Brusselse regering beslissingen neemt en keuzes maakt, en nog vóór wetten worden aangenomen, is het van groot belang dat wijzen op de impact van een of andere maatregel op de werkgelegenheid, de aantrekkelijkheid van Brussel of de ontwikkeling van de ondernemingen. Soms is het eindresultaat totaal bevredigend. Soms maar half. E helemaal niet. Hoe dan ook is het resultaat toch altijd beter dan wanne werkgevers niet waren geraadpleegd, al was het maar om de negatie effecten van bepaalde maatregelen enigszins te verzachten. Voorbeelden waar Beci zich om verheugt? De beschikbaarheid van de aan de ondernemingen toegezegde steun van 30 miljoen euro. Stimulansen voor de circulaire economie. Investeringen in mobiliteitsinfrastructuur. Het beleid rond open data. Administratieve vereenvoudiging eindelijk op de agenda. De start van digitaliseringsprojecten. Gecoördineerde initiatieven inzake mobiliteitsprojecten. Steun aan initiatieven van het vrouwelijk ondernemerschap. De prioriteit aan knelpuntberoepen. Opleidingsprioriteiten die beter aansluiten bij de realiteit van de mark Bij al deze onderwerpen greep Beci in, met haar kennis van het Brusselse ondernemerschap en van de dagelijkse realiteit van haar leden. Beci speelt een leidende rol in de vertegenwoordiging van Brusselse ondernemingen en werkgevers. Wij zijn blij dat deze rol wordt erkend en blijv er waakzaam voor zorgen dat er beter rekening wordt gehouden de belangen van deze werkgevers en ondernemers. We zullen een bijdrage lev beleid van deze regering, of het zo nodig aanpassen, maar hierbij steeds luis naar de kleine en grote ondernemers, de zelfstandigen en de vrije ber op Beci vertrouwen. Marc Decorte, Voorzitter van Beci Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 1

Inhoud Brussel Metropool Nr 52 – Februari 2020 In maart: Grow Your Business 4 6 7 Beci online Podcast : Marc Filipson Digest Ideeën 10 11 12 16 Verantwoordelijke uitgever Olivier Willocx – ow@beci.be - T +32 2 648 50 02 Louizalaan 500 - 1050 Brussel www.beci.be Redactie Media Coordinator Emmanuel Robert - er@beci.be T +32 2 643 78 44 Hebben meegewerkt aan dit nummer: Amélie Alleman, Alexis Bley, Elisa Brevet, Giles Daoust, Johan Debière, Ophélie Delarouzée, Marc Decorte, Vincent Delannoy, Nancy Demaude, Tim Devriese, Sophie Le Clercq, Ophélie Legast, Vinciane Pigarella en Guy Van den Noortgate. Opmaak db Studio.be Druk DB Group.be Design cover Denis Séguy Vertaling Litteris Abonnementen Prijs: 80 € voor 10 nummers Publiciteit Brussel Metropool/Bruxelles Métropole wordt maandelijks door meer dan 21.000 decision makers gelezen. Gemiddelde oplage per nummer: 15.000 ex. Inlichtingen & reservaties Anne Schmit – T +32 2 563 68 53 F +32 2 640 93 28 – asc@beci.be Membership Catherine Mertens – T +32 484 071 887 cm@beci.be Member van BRUXELLES ENVIRONNEMENT ENTREPRISE DYNAMISCHE ECO LEEFMILIEU BRUSSEL ONDERNEMING DYNAMIQUE label n. 2014/351/2 39 Sophie Le Clercq Gasthoofdredactrice: Vóór of tegen een CO2-heffing aan de grenzen van de EU? Open Source Barometer: de mobiliteit zit weer vast in de files Brusselse KMO’s moeten nu de digitale stap zetten Internationaal 18 Registratie van chemicaliën: ook iets voor u? Stedenbouw & immobiliën 20 22 25 26 28 30 31 Sophie Le Clercq: Pleidooi voor een gedeelde stad Nieuw leven voor de natuur in de stad Een manifest voor de stedelijke fauna Jacht op automobilisten? Brussel, schoolvoorbeeld voor tijdelijke gebruiksprojecten? De ontluikende verandering van energienetwerken De dichtheid die metropolen verdienen Dynamiek 34 36 37 38 Opnieuw succesvol na een mislukking Transitie: (Re)lighting is een kunst Starter: Macaria Publicaties in het Belgisch Staatsblad: gedaan met het geknoei Aanvaardt de werkgever binnenkort een video CV als sollicitatiebrief 3.0? 10-32-2225 PRINTED ON TCF PAPER Community 40 41 35 39 40 40 Index Foto’s van het Beci nieuws In de voetsporen van … Catherine Bodson Kleine verhalen van grote ondernemers Toetredingsaanvragen Agenda

Warrants als bonus voor uw top performers Wilt u één of meerdere medewerkers belonen voor hun inzet? Heeft u al gedacht aan warrants? Bekijk nu al met wie u dit jaar in zee gaat om dit voordeel toe te kennen aan de medewerkers die u zeker wilt belonen en aan u wilt binden. Partena Professional ondersteunt u van A tot Z tijdens de implementatie en de opvolging. Wilt u meer weten? Contacteer ons via innovation@partena.be of meer info op partena-professional.be/warrants

Beci online Social Media Op 17 januari onthaalden Beci en de Club van Lotharingen Eerste Minister Sophie Wilmès. Zie ook p. 40. #BECImember: Een beurs of een tentoonstelling in het buitenland? Moet u een kunstwerk installeren of verplaatsen? Nieuw Beci lid Artexpo is de specialist in delicate logistieke operaties. Zie www.expo-onthemove.be. Bent u van plan om uw bedrijf in 2020 te lanceren? Bereid u goed voor! Ontvang onze nieuwsbrief ‘Starters’ en kom – gratis – lunchen met onze adviseurs. Informatie: Emmanuelle Einhorn, eei@beci.be. “De stad is een levend organisme, dat moet gevoed worden en waarvan het hart moet blijven kloppen.” Interparking CEO Roland Cracco was onlangs te gast bij onze podcast ‘Metropool’. U kunt het interview (in het Frans) beluisteren op www.beci.be/podcast. Volg ons op Facebook, LinkedIn, Twitter. 4 ❙ Brussel Metropool - februari 2020

Beci online In uw nieuwsbrieven van december Forfaitaire onkostenvergoedingen: 5 tips op onze website Bent u zeker dat de informatie die in het Belgisch Staatsblad over uw bedrijf verschijnt, wel degelijk klopt? Lees het artikel op p. 38. Een gratis vertaalhulpmiddel voor Europese KMO’s? Momenteel in testfase! Abonneer u op onze nieuwsbrieven via www.beci.be/newsletter Dit leest u op onze website Al deze artikelen vindt u ook op www.beci.be Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 5

Podcast Marc Filipson: "Verandering is continuïteit." Naar aanleiding van het 30-jarig bestaan van boekhandel Filigranes is de oprichter te gast bij een ietwat tegendraadse aflevering van de Next Steppodcast. Hij volgt al vier decennia lang dezelfde leidraad. Verwacht van hem dus geen kentering of radicale verandering. Hij beschouwt zichzelf eerder als een winkelier dan een boekhandelaar. In Brussel kent nagenoeg iedereen de boekhandel Filigranes en zijn stichter, maar het begin van het verhaal is minder bekend... Hoe is dit avontuur eigenlijk begonnen? Ik studeerde destijds om leraar te worden. Tegelijkertijd werkte ik, om mijn boterham te verdienen, als student in de boekhandel La Providence, in de Nijverheidsstraat. Helaas kreeg de zaakvoerder een beroerte. Zijn vrouw vroeg me om zijn plaats in te nemen en toen de man overleed, volgde ik hem op. Ik vestigde me dus in deze kleine winkel en ontwierp al snel nieuwe meubels met een driedubbele diepte. Ik moest trouwens een oplossing vinden voor al die boeken. Het was een kleine, ouderwetse boekwinkel. Ik wist precies waar het boek stond dat ik wou aanraden aan een klant. En meestal lag het onder tien andere. De Nijverheidsstraat ligt in een woonwijk. Het was daar niet gemakkelijk om een zaak te vestigen … Veel gebouwen in de buurt werden aan de Paters Redemptoristen geschonken. Ik had het een en het andere met hen geregeld. Zo kon ik op een dag het huis naast de boekwinkel betrekken. Omdat ik het me niet kon veroorloven om door de scheidingsmuren heen te breken, gaf ik de sleutels aan de klanten, zodat ze hun eigen keuze konden maken. Ik moest creatief zijn om bekendheid te verwerven: ik was de eerste die volledige pagina's vulde in het tijdschrift Pourquoi pas?, het vroegere Vif-L'Express, waar ik promoties in presenteerde. Hoe ben je erin geslaagd om klantenbinding op te bouwen? Vanaf de eerste dag heb ik een koffiemachine geïnstalleerd. Ik bood mijn klanten koffie aan en aan het eind van de dag schonk ik een glaasje portwijn. Het was een klein geschenk dat een beetje gezelligheid in de zaak bracht. In 1988 werd ik onteigend. Ik wandelde door de buurt en vond een vrije ruimte op de Kunstlaan. 6 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 In de pers beweer je soms dat de boekhandel succes heeft omdat je anders werkt dan de anderen. Wat moeten wij ons daarbij inbeelden? Ik ben inspiratie gaan putten bij mijn oom, een schoenenhandelaar, die diepe etalages had. De deur bleef bij hem open. De klant kijkt links en rechts en zo komt hij heel snel in de winkel te staan. In alle weersomstandigheden staat ook bij mij de deur altijd open. Ik heb me nooit elitair opgesteld. Bij mij vonden de klanten alles. De enige collectie die ik niet had was die van Barbara Cartland, om de eenvoudige reden dat er honderden titels waren en die te veel ruimte in beslag namen. Aan klanten die erom vroegen, antwoordde ik: 'Ik heb net het laatste exemplaar verkocht, maar kijk, ik heb u nog iets anders te bieden.’ Natuurlijk moet je houden van wat je verkoopt, je moet een passie hebben voor het product, maar bovenal moet je houden van verkoop. Bestaan er onfeilbare verkooptechnieken? Het plezier van de gedachtewisseling en een hartelijk onthaal! Dat probeer ik door te geven aan mijn team. Je moet met klanten praten: over wat je zelf hebt gelezen, maar ook je dagelijks leven. ● Elisa Brevet Het volledige gesprek kunt u beluisteren in onze Next Step podcast: https://www.beci.be/podcast. Podcast inspiratie : Radiolab – 60 Seconds : Wetenschapper Hetty Helsmoortel noemt deze podcast “de oermoeder van de wetenschapspodcasts”. Radiolab verzamelt, herbergt en koestert verschillende afleveringen over diverse onderwerpen. 60 seconds gaat over één zin die de wereld blijft beroeren. En die nog steeds hoogst actueel is: de oorlogsverklaring van de VS tegen terreur na elf september 2001. © gladdys.be

News CEO’s en hun communicatie: een riskante onderneming? De relaties tussen bedrijven en hun stakeholders worden steeds complexer en het vertrouwen in leiders wordt soms op de proef gesteld. In deze context publiceerde het adviesbureau Whyte Corporate Affairs een enquête over de positionering van Belgische bedrijfsleiders. 55 CEO’s namen eraan deel. verantwoordelijk voor de reputatie van het bedrijf dat hij leidt. Hij belichaamt de onderneming. Zijn acties en standpunten zullen hoe dan ook worden geïnterpreteerd. Een goed beheerde communicatie van de bedrijfsleider is een echte troef en een krachtige hefboom. Deze communicatie moet de organisatie helpen vooruitgang te boeken en haar positie bij de stakeholders duidelijk te versterken. Een manager die communiceert, zonder alomtegenwoordig en alwetend te zijn in de media, kent de wereld waarin zijn bedrijf leeft en ook de uitdagingen. Effectief communiceren is dus meer dan over zichzelf praten: ook gedachtewisseling bevorderen is belangrijk, want zo zullen de gesprekspartners de boodschap verder verspreiden. Op zich een veel krachtiger strategie. Informatie: www.whyte.be Wat reputatie en strategische positionering aangaat, beschouwt 75% van deze bedrijfsleiders hun rol als ambassadeur voor hun organisatie als een topprioriteit. Inzake communicatie en het uitspreken van standpunten beweert 67% van de ondervraagden tamelijk proactief te zijn. 53% beschikt zelfs over een positioneringsstrategie. Meer dan de helft heeft echter geen duidelijk beeld van hun reputatie. Op de vraag naar hun relatie met de pers is 58% van de respondenten zich ervan bewust dat van hen soms een standpunt wordt verwacht over maatschappelijke kwesties die weinig met hun organisatie te maken hebben. Ze kunnen zich daarbij ongemakkelijk voelen. Ongeveer hetzelfde aantal bereidt zich zorgvuldig voor op externe communicatie, maar slechts 35% vindt deze ontmoetingen met de pers prettig; ze worden eerder als een noodzaak gezien. 46% van de Belgische CEO's zegt meer tijd te besteden aan interne dan aan externe communicatie. 35% stelt dat het creëren van begrip voor de strategie en de visie van het bedrijf hun grootste interne uitdaging is. Voor een andere derde is dit eerder het verkrijgen van vertrouwen en betrokkenheid. Slechts 15% van de CEO's aarzelt niet om over hun privéleven te communiceren, terwijl 56% dit onnodig of zelfs ongepast vindt. 45% zou professioneel actief op de sociale media zijn, terwijl 42% daar geen prioriteit van maakt. Onder degenen die actief zijn, is 85% dat uitsluitend als vertegenwoordiger van hun bedrijf. 31% van de niet-actieve personen erkent het belang van de sociale media maar heeft daar geen tijd voor. 24% vindt deze vorm van communicatie delicaat of zelfs gevaarlijk. Willens nillens is de bedrijfsleider in ruime mate Brussels Airport innoveert met een privé 5G-netwerk Brussels Airport Company ontwikkelt momenteel een 5G ready netwerk, dat efficiëntere, betrouwbaardere en snellere connectiviteit biedt dan wifi of 4G. Dit gebeurt in samenwerking met het Finse Nokia en de Belgische operator Citymesh. Met dit netwerk, dat eind maart operationeel zal zijn, zal de luchthaven als een van de eerste sites in België de 5G-technologie verwelkomen en inzetten om zijn operationele efficiëntie te verbeteren en andere technologische innovaties te ondersteunen. "Als een van de eerste sites in België en een van de eerste Europese luchthavens die een eigen 5G ready netwerk installeren, bevestigt Brussels Airport zijn leiderspositie op het gebied van digitale innovatie. Wij blijven de operaties op de luchthaven verder optimaliseren en gaan nu ook de digitale innovatie versnellen met 5G-technologie. Die laat toe om toekomstgerichte technologieën op een unieke manier te integreren", zegt Arnaud Feist, CEO van Brussels Airport Company. De superieure capaciteit van de 5G effent de weg naar de integratie van nog meer technologie, zoals Internet of Things (IoT), geautomatiseerde voertuigen, mobiele monitoringsystemen of de track & trace technologie. Hiermee verbeteren zowel de operationele efficiëntie als Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 7 D.R.

News de betrouwbaarheid van de systemen op Brussels Airport. "De toegevoegde waarde van dit privé 5G-netwerk toont het belang van dergelijke connectiviteitszones aan. Hierdoor ontstaat een scala aan toepassingen die met wifi en openbare netwerken niet zouden kunnen bestaan. Met hun grensverleggend partnerschap stellen Citymesh en Brussels Airport zich op als pioniers en voorbeelden voor andere sectoren in België om concurrentievoordeel te creëren via privé mobiele connectiviteit”, besluit Mitch De Geest, CEO van Citymesh. Informatie: www.brusselsairport.be Consument niet te verleiden tot delen van persoonlijke betaaldata De beveiliging van betaaldata blijft problematisch. Slechts 20% van de Europese consumenten is bereid hun betaalgegevens te delen om een beroep te kunnen doen op andere diensten. Als ze dan toch overstag gaan, worden fintechs of de datagiganten op het web het minst vertrouwd. De voorkeur gaat uit naar de eigen bank. Dat blijkt uit een studie van Strategy&, PwC's strategische adviestak. “Voorlopig verwachten we nog niet meteen een ‘big bang’ op de Belgische financiële markt. De consument heeft moeite om de vele voordelen van zo’n open banksysteem in te zien. Toch heeft het streven naar een open banksysteem het financieel landschap in Europa alvast drastisch hertekend. Steeds meer banken zetten in op digitale innovatie en gaan de samenwerking aan met niet-traditionele spelers, zoals fintechs en databedrijven”, legt Fernand Dimidschstein, Partner van Strategy& uit. De Belgische consument gelooft ook niet meteen in een cashloze samenleving, al gebruikt hij smartphonebetalingen, die naar verwachting tot 68% zullen stijgen. Toch blijft zo’n 30% van de Belgen bezorgd over databescherming bij mobiele betalingen. “De cijfers geven aan dat de consument uiteindelijk de eigen bank toch het meest vertrouwt met persoonlijke data. Open Banking kan alleen werkelijkheid worden als banken de wensen van hun klanten radicaal vooropstellen in hun dienstenaanbod. Banken kunnen het verschil maken door technologie in te zetten om digitale betalingen net zo eenvoudig en transparant te maken als betalen met cash geld”, besluit Fernand Dimidschstein. Informatie: www.pwc.be Orange Belgium lanceert als eerste in België een 5G-testhub voor bedrijven Orange Belgium activeerde als eerste in België een 5G-testhub voor bedrijven: de Orange Industry 4.0 Campus. Dankzij deze innovatiehub zal de operator de handen in elkaar kunnen slaan met partners in de industrie om reële applicaties te ontwikkelen die het volle potentieel van de 5G-technologie gaan benutten. Stefan Slavnicu, Chief Technology Officer bij Orange Belgium: “Vandaag bieden we in onze 5G testhub de meest geavanceerde vorm van 5G. Het levert een hele hoge verwerkingscapaciteit, lage latency, verbeterde beveiliging voor kritieke toepassingen en network slicing voor openbare en private netwerken. Bovendien zullen we ook de meest geavanceerde antennes gebruiken, waardoor de verwerkingscapaciteit er aanzienlijk op vooruit zal gaan.” Orange Belgium gelooft heel sterk in het potentieel van 5G voor de ontwikkeling van nieuwe diensten waar zowel burgers als bedrijven bij gebaat zullen zijn. “Wij zijn bijzonder trots dat we onze Orange Industry 4.0 Campus kunnen openen in de haven van Antwerpen, waar we reële 5G-toepassingen kunnen beginnen testen die het volle potentieel van 5G kunnen gebruiken. Dat is nodig om de competitiviteit van bedrijven te verhogen met connectiviteit op maat, afgestemd op specifieke vereisten van nieuwe innovatieve toepassingen, zoals draadloze productie, realtime automatisering, slimme steden, Internet of Things…”, aldus Michaël Trabbia, CEO van Orange Belgium. Om er echter een succes van te maken, moeten het juridische, regelgevende en administratieve kader nog altijd worden aangepast, alsook de vereiste spectrumtoewijzing aan de operatoren. Hun zware investeringen zullen een naadloze dekking garanderen in sectoren die voor alle gebruikers van vitaal belang zijn. Informatie: www.orange.be 8 ❙ Brussel Metropool - februari 2020

News VUB en ULB lanceren ambitieuze diversiteitsplannen met de steun van Actiris Als grote werkgevers in Brussel willen de universiteiten een voorbeeldfunctie vervullen op het gebied van gelijkheid. VUB-Rector Caroline Pauwels en ULB-Rector Yvon Englert stelden daarom hun diversiteitsplannen officieel voor aan Bernard Clerfayt, Minister van Werk in Brussel, en Cathy Van Remoortere, Directeur Arbeidsmarkt en Inclusie bij Actiris. Elektrische wagens verdienen zichzelf al terug vanaf 5de jaar Steeds meer Belgen denken na over een elektrische wagen. Dat blijkt uit onafhankelijk onderzoek van Mobly, een startup die mobiliteit tracht te bevorderen. De aankoop van een elektrisch voertuig blijft echter nog een zeldzaamheid. Het Belgisch wagenpark telt bijna 6 miljoen auto's maar slechts ongeveer 11.000 elektrische voertuigen (0,18%). En dit zijn voornamelijk bedrijfswagens. De iets hogere aankoopprijs blijft een probleem, hoewel de elektrische optie uiteindelijk vaak goedkoper blijkt te zijn. Caroline Pauwels en Yvon Englert, rectoren van de VUB en de ULB. Het actieplan "Gelijkheid" van de VUB richt zich op gender en etniciteit, leeftijd, oriëntatie, levensfilosofie en sociale klasse. De universiteit streeft er onder meer naar om tegen 2021 één derde vrouwelijke kandidaten voor vacante functies te hebben. Ze wil de diversiteit ontwikkelen en mensen sensibiliseren. Onlangs kwam er een gedragscode tot stand en verscheen een nieuwe diversiteitswebsite op het internet. De VUB heeft ook een adviseur aangesteld voor gelijkheid in HR, die de actiepunten zal behandelen. De ULB legt van haar kant de nadruk op duurzame diversiteit en wil een "gender- en diversiteitsbeleid" ontwikkelen. Zij wenst lacunes op te sporen, nieuwe projecten op gang te brengen, bestaande acties te consolideren, maar ook het wettelijk kader te respecteren en te overstijgen. De bestaande maatregelen werden opgesomd aan de hand van vijf thema's: handicap, gender, seksuele identiteit, leeftijd en culturele achtergrond. De acties worden dan binnen twee jaar uitgevoerd door een medewerker die met de steun van Actiris wordt aangeworven. Deze door het hoger onderwijs ontwikkelde diversiteitsplannen zijn een primeur voor Brussel en een belangrijke stap naar een meer inclusieve samenleving. "Ik ben blij dat Actiris zijn expertise kan delen met de ULB en de VUB. Onze diversiteitsconsultants helpen bij de ontwikkeling van een inclusief rekruteringsbeleid en de bijbehorende communicatie”, aldus nog Cathy Van Remoortere. Informatie: www.vub.be ; www.ulb.be ; www.actiris.be Mobiliteitsverzekeraar Mobly biedt een gratis en praktische module aan om de totale kostprijs van een elektrische auto te berekenen op basis van zijn levensduur en deze te vergelijken met die van een voertuig op fossiele brandstof. De eerste resultaten tonen aan dat elektrische voertuigen na 5 jaar voordeliger zijn. Deze berekeningen houden rekening met de lage verbruikskosten (energie en onderhoud), maar ook met fiscale voordelen en een hogere wederverkoopwaarde. Deze elementen komen vaak onvoldoende aan bod. "Met deze rekenmodule wil Mobly automobilisten informeren en motiveren om over te stappen op elektriciteit. Onze vloot moet groener worden en de tijd dringt", zegt Gerrit Nollet, CEO van Mobly. Vanaf 2030 mogen dieselvoertuigen Brussel niet meer binnen en vanaf 2035 geldt hetzelfde voor alle auto's op benzine of LPG. Nog eens 17 steden overwegen om een lage-emissiezone te creëren. Dit zal al gauw een impact hebben op de restwaarde van auto's die op traditionele brandstoffen rijden. Met de gratis rekenmodule wil Mobly de keuze voor intelligente en duurzame mobiliteit stimuleren. Informatie: http://www.mobly.be Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 9 © Getty

Ideeën Vóór of tegen een CO2-heffing aan de grenzen van de EU? Om de CO2-uitstoot te bestrijden, pleiten sommigen voor een ‘laissez-faire’ op de markt, terwijl anderen voorstander zijn van een belasting op ingevoerde producten uit landen die zich weinig of niet bekommeren om hun koolstofvoetafdruk. Thierry Bréchet, hoogleraar economie aan de Louvain School of Management en onderzoeker aan het CORE (UCL). De Britse econoom en filosoof Ricardo oordeelde1 dat open grenzen voor iedereen gunstig zijn. Toch kunnen we ons niet veroorloven staal uit China te importeren dat daar werd geproduceerd in ecologische en humanitaire omstandigheden ver onder onze eigen criteria. China en India hebben allebei de akkoorden van Parijs geratificeerd. Vooral China investeerde aanzienlijk in hernieuwbare energiebronnen. Nochtans blijft China stoot in absolute cijfers het meeste CO2 uit ter wereld. India staat op de vierde plaats (net achter Europa). In feite ben ik voorstander van een CO2-heffing op alle geproduceerde goederen en op alle markten. Bovendien pleit ik voor een versterking van de ETS-markt (nvdr: de EU-regeling voor de handel in emissierechten). Beschouw dit niet als een vergelding maar als een eerlijke rechtzetting. De opwaartse aanpassing van de prijs zou een psychologische schok moeten teweegbrengen om de consument aan te zetten zijn gewoontes radicaal te veranderen. Deze aanpassingen zijn dringend noodzakelijk. Als we ze niet doorvoeren, zullen de ecologische en milieurisico’s over 20 of 30 jaar enorm zijn toegenomen. Al in de 19e eeuw voorspelde Britse economist Jevons het einde van de steenkool2 . Hij vestigde in 1884 de aandacht op het risico dat het Britse Rijk zou verdwijnen als het niet tot het besef kwam dat zijn steenkoolvoorraden eindig waren. Hetzelfde geldt vandaag voor alle vormen van grijze energie en voor het vermogen van onze planeet om ongekende niveaus van CO2 te absorberen. Als we daar geen rekening mee houden, gaan we een rampzalige situatie tegemoet. Rémy Prud’homme doceerde economie aan de Universiteit van Parijs XII en aan het MIT. Ik ben gekant tegen een CO2-heffing aan de grenzen. We kunnen trouwens aan Braziliaanse of Indiase producten geen belasting laten betalen waarvan Europese producten zouden zijn vrijgesteld. En nu even serieus: wie zou ooit geloven dat de 27 Europese landen het eens zullen worden over één enkel koolstofbelastingtarief? Bovendien zou een dergelijke belasting in de praktijk zeer moeilijk uitvoerbaar zijn. We horen zeggen dat de belasting zou worden berekend aan de hand van het koolstofgehalte van geïmporteerde producten. Goed zo, maar wie kan ons vertellen hoeveel koolstof er in een shirt uit Bangladesh of een Chinese batterij zit? (...) Het protectionistische discours vergeet ook dat minder invoer automatisch minder uitvoer betekent. Koolstof of geen koolstof, een invoerbelasting blijft een belasting en leidt sowieso tot vergeldingsmaatregelen. Tot slot zou een dergelijke belasting een kwantitatief te verwaarlozen effect hebben op de CO2-volumes en het klimaat. Een vermindering van de CO2-uitstoot met één gigaton tegen 2050 zou tot een temperatuurschommeling leiden van 0,0005°. Ziedaar de winst voor het klimaat van een Europese koolstofbelasting van € 60 per ton CO2. Peanuts! Een aantrekkelijker invalshoek is natuurlijk de steun aan onderzoek, bijvoorbeeld inzake CO2-opslag. ● Johan Debière 1 In zijn Theorie van het comparatief voordeel 2 The coal question 10 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 © Getty

Open Source De kunstenaar en de manager Management is een kunst. Ongeacht de omvang, de leeftijd of de sector van een onderneming, het beheer ervan is steeds hoogstaand trapezewerk. Wat sommigen ook mogen beweren, een ‘one size fits all’ methode bestaat niet voor het management van mensen, want die zijn allesbehalve rationeel (des te beter, trouwens). Management kan evenmin als kunst worden onderwezen. Uiteraard bestaan er scholen, opleidingen en boeken die beginselen, technieken en referenties toelichten, maar het beroep van manager leer je door de praktijk, net als kunst. Beoordelen we een werk van Warhol, van Gogh of Pollock op de naleving van ‘regels’? Volgens de specificaties van een lastenboek? Of aan de hand van ‘Key Performance Indicators’? Uiteraard niet. Deze aanpak zou al even verkeerd zijn met Musk, Jobs of Gates. Net als de kunstenaar volgt de manager eigen regels en wordt hij per slot van rekening alleen beoordeeld op zijn resultaten. Zowel de kunstenaar als de manager heeft te maken met ‘stakeholders’. Voor de kunstenaar zijn dit het publiek en in zekere mate de critici. De manager confronteert zich aan aandeelhouders (die optreden via een raad van bestuur, de directie of de hiërarchie) en aan de teams onder hem. In beide gevallen hangt het succes af van het vermogen om deze stakeholders tevreden te stellen. Alleen de resultaten tellen. Als niemand belangstelling vertoont voor zijn werk, heeft de kunstenaar gefaald. Dit neemt echter geen enkele verdienste weg van niche-kunstenaars, want niemand heeft ooit beweerd dat succes wereldwijd moet zijn. Ook de manager faalt als hij de stakeholders niet tevreden kan stellen. Hij kan vele doelstellingen nastreven: groei, rentabiliteit, bedrijfscultuur, welzijn van de teams, maatschappelijke bijdragen … In de huidige samenleving zijn de vereisten en criteria van het management veel ingewikkelder dan in de vorige generaties. In ons leven, en zeker in onze tienerjaren, hebben we allemaal mensen ontmoet die de houding aannamen Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 11 van een kunstenaar, zonder echter de minste artistieke aanleg te vertonen. Hetzelfde doet zich voor, maar dan op volw sen leeftijd, met de vele ma nagers die we ontmoeten en die enorm inspelen op attitude, zonder echter hun rol volwaardig te vervullen. Een boek beoordeel je niet naar zijn omslag. De kunstenaar herken je niet aan zijn kleding. En de manager niet aan zijn overmaats ego. Kunst en management zijn ontegensprekelijk ego-gerichte beroepen. Het ego kan echter een gevaarlijke vijand worden, omdat hij ons verblindt en ons afsluit voor constructieve commentaar van anderen, dat ons nochtans vooruit zou kunnen helpen. Zowel de kunstenaar als de manager – zeker als hij succesvol is – heeft de neiging om “zijn eigen marketing af te breken”, in de overtuiging dat hij almachtig of zelfs onoverwinnelijk is. En dan begint vaak de ellende. Het vermogen om onszelf in vraag te stellen is dus van fundamenteel belang om ons voortdurend opnieuw uit te vinden, naarmate de situatie rondom ons verandert. Onze wereld evolueert steeds sneller en bestraft op wrede wijze degenen die op hun lauweren rusten. Schilderkunst, literatuur, muziek, film … Een kunstwerk verschilt van een industrieel product door zijn vermogen om ons te verrassen, te ontroeren en tot denken aan te zetten. Ook hier bestaat er een parallel met het management: goed management moet dezelfde emotionele en intellectuele reacties om zich heen kunnen uitlokken. Het Engelse woord ‘move’ is in beide gevallen goed van toepassing: we moeten ‘moved’ (ontroerd) zijn door het werk van de kunstenaar, en evenzeer ‘moved’ (voortgestuwd) door de initiatieven van de manager. En dit, ongeacht de methode, hoe onorthodox ook. ● Giles Daoust, CEO van Daoust en Title Media D.R.

Ideeën Barometer: de mobiliteit zit opnieuw muurvast Waar maken de Brusselse ondernemers zich zorgen om? Wat zijn hun prioriteiten en verwachtingen? Om daar achter te komen, raadpleegt Beci haar leden en sympathisanten twee keer per jaar. De jongste editie van onze barometer meldt een opflakkering van de bezorgdheid over de mobiliteit. Vincent Delannoy en Emmanuel Robert 1. Politiek: Clerfayt en Gatz vóór Vervoort Hoe beoordelen ondernemers de efficiëntie van de Brusselse ministers? Op het scorebord wordt minister-president Rudi Vervoort (2,24/5) ingehaald door Bernard Clerfayt, minister van Werk en Beroepsopleiding (2,83), en door Sven Gatz, minister van Financiën (2,61). Minder populair zijn Pascal Smet (Stedenbouw en Buitenlandse Handel; 1,90) en Elke Van den Brandt (Mobiliteit en Openbare Werken; 1,73). Maar het is wellicht nog te vroeg in deze legislatuur om conclusies te trekken. Beoordeel de doeltreffendheid van de ministers van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tussen 1 en 5 Bernard Clerfayt Werk en Beroepsopleiding Sven Gatz Rudi Vervoort Barbara Trachte Financiën, Budget … Minister-President Economische Transitie en Wetenschappelijk Onderzoek Nawal Ben Hamou Huisvesting, Gelijke Kansen Alain Maron Klimaat, Milieu, Energie … Pascal Smet Stedenbouw, Buitenlandse Handel … Elke Van den Brandt Mobiliteit, Openbare Werken … 2,83 2,61 2,24 2,17 2,02 2,01 1,90 1,73 2. De gewestelijke spelers Hub.brussels blijft aan de top van de ranglijst, maar het vertrouwen is wel wat uitgehold ten opzichte van de barometer van juli (2,99 versus 3,36). Hetzelfde geldt voor de laatste in het klassement, Brussel Mobiliteit, die van 2,53 naar 1,82 daalt. Weinig significante verschillen scheiden de tweede (VDAB op 2,88) van de zesde (Actiris, op 2,77). Hub.brussels (Impulse/Brussels Invest Export/Atrium) VDAB Finance.brussels (GIMB) Innoviris Citydev (GOMB) Actiris Bruxelles Formation MIVB Leefmilieu Brussel Brussel Mobiliteit 2,99 2,88 2,82 2,80 2,79 2,77 2,69 2,56 2,51 1,82 12 ❙ Brussel Metropool - februari 2020

Ideeën 3. Ondernemers die bereid zijn te investeren of aan te werven … De trend van de vorige barometer wordt bevestigd: ondernemers lijken zelfzeker genoeg om te investeren of aan te werven: meer dan 60% van hen zegt hiertoe bereid te zijn. Maar zonder enige economische opleving geeft dit cijfer misschien eerder aan hoe moeilijk rekruteren wel kan zijn. Als bedrijfsleiders willen aanwerven, dan kan dit ook zijn omdat ze gewoon geen kandidaten vinden. Deze veronderstelling heeft te maken met de huidige HR-uitdagingen (zie punt 8). 4. …maar niet noodzakelijk in Brussel Minder heuglijk nieuws: 41% van de Brusselse ondernemers overweegt nu een gedeeltelijke of volledige verhuizing, vooral naar Vlaanderen (19%). Een eventuele uitbreiding gebeurt dus richting het aangrenzende gewest, waarvan wordt vermoed dat het meer kansen biedt. Wellicht een reactie op de onzekerheden in het beleid van de huidige Brusselse regering (op het vlak van economie, mobiliteit, fiscaliteit, ...). 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Jul.17 > Dec. 19 20% 30% 40% 50% 60% 70% 10% 0% Jul.17 > Dec. 19 Ja, binnen Brussel Ja, in Wallonië 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Welke drie thema's moet de Brusselse regering prioritair behandelen? Ja, in Vlaanderen Ja, buiten België 5. Prioriteiten van de ondernemers: mobiliteit, belastingdruk en netheid Mobiliteit Verlaging van de regionale en lokale fiscaliteit Netheid Vereenvoudiging van de administratieve procedures Nov.16 > Déc.19 Veiligheid Imago van Brussel als handelscentrum Hulp bij investeringen Een sterke comeback van de mobiliteit, die in 75% van de antwoorden wordt vermeld, tegen 68% in de vorige enquête. Dit heeft misschien te maken met de vorige vraag. De verstrenging van het BWLKE en van de belasting op bedrijfsparkeerplaatsen, de aangekondigde veralgemening van de snelheidslimiet van 30 km/u, de "lage emissie zone", het gekibbel rond de kilometerheffing: al deze onderwerpen kunnen van belang zijn voor ondernemers. De verlaging van de gewestelijke en gemeentelijke belastingen blijft op de tweede plaats staan (32%). Netheid neemt de derde plaats over van de administratieve vereenvoudiging, die nog steeds door 27% van de respondenten wordt aangehaald. Bruxelles Métropole - janvier 2020 ❙ 13 Neen Overweegt u om een gedeelte van uw activiteiten te verhuizen of delocaliseren? Zal u gedurende de volgende 12 maanden investeren en/of recruteren? Ja Nee Ik weet het niet

Ideeën 6. Mobiliteit, een zorg voor bedrijven Meer dan 50% van de ondernemers geeft toe "medeverantwoordelijk" te zijn voor de mobiliteit tussen thuis en werk. Concreet? 84% van hen verklaart zich ("volledig", "waarschijnlijk" of "onder bepaalde voorwaarden") bereid om de werktijden aan te passen. Meer dan de helft (51%) zou aanvaarden 5 tot 8 €/reis te betalen voor een "trein-bureau", als de NMBS deze dienst zou aanbieden. Deze cijfers wijken nauwelijks af van onze vorige enquête. Carpooling blijft van zijn kant onduidelijk: het zou marginaal zijn (0 tot 5% van de werknemers) in een grote meerderheid van de bedrijven (62%), maar meer dan 22% van de werkgevers geeft toe niet te weten in welke mate hun werknemers er gebruik van maken. Ja Ja, tegen bepaalde voorwaarden Bent u bereid de werkuren van uw werknemers aan te passen om de verkeersdoorstroming te verbeteren? 7,26 % 8,38 % 9,50 % 22,60 % 34,64 % 38,42 % 25,42 % 40,22 % Als de NMBS reizigers een rollende kantoorruimte biedt (5 tot 8 euro per rit), bent u dan bereid om dit aan uw werknemers aan te bieden? 13,56 % Waarschijnlijk Eerder niet Neen Om de mobiliteit in en rond Brussel te verbeteren, is de invoering van een intelligente kilometerheffing volgens u: 10% 20% 30% 40% 50% Dec.17 > Dec.19 7. Bedrijven die zich inzetten voor een ecologische transitie Het milieu en het klimaatvraagstuk lijken steeds beter te worden geïntegreerd in de bedrijfsstrategieën. Bijna een derde van de ondervraagde bedrijven (32%) zegt een milieuadviseur (of een gelijkaardige functie) te hebben aangesteld. In dezelfde verhouding zeggen zij zich in te zetten voor een lagere uitstoot van broeikasgassen. 14 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 Is uw bedrijf betrokken bij een initiatief betreffende de reductie van broeikasgassen? JA 32,4 % NEEN 67,6% Een interessant idee Een onaanvaardbaar idee Ik weet het niet Het concept van een kilometerheffing zorgt nog steeds voor veel verdeeldheid. "Voor" en "tegen" nemen afwisselend de leiding, maar de resultaten blijven op enkele percentpunten na vrijwel identiek. Geen doorbraak in zicht.

Ideeën 8. HR-uitdagingen: meertaligheid, nieuwe technologieën, retentie Voor welke uitdagingen staan de Brusselse werkgevers inzake personeelsbeheer? Het toptrio is hetzelfde als in juli en behoudt de volgorde van toen: meertalige werknemers vinden (23% van de respondenten), werknemers vinden die zijn opgeleid in nieuwe technologieën (17%) en talent behouden (16%). Daarop volgt het salarispakket (16%) en de balans tussen werk en privéleven (12%). Het beheer van verandering, de generatiekloof of de diversiteit komen echter in minder dan 5% van de reacties aan bod. Wat zijn de drie grootste uitdagingen in uw HR-beleid? Het vinden van meertalige medewerkers Het vinden van medewerkers die voldoende geschoold zijn in nieuwe technologieën Het behouden van onze medewerkers Aanbieden van een voldoende aantrekkelijk salarispakket Voldoen aan de werk-privébalans Beheer van professionele verplaatsingen van onze medewerkers Het vinden van kandidaten die bereid zijn in Brussel te werken Misschien Ja Bent u bereid het aandeel telewerk in uw organisatie te verhogen? Nee Wegens een aantal van bovenstaande zorgen wordt telewerk een gangbare praktijk: 65% van onze respondenten zegt dat hun personeel 5 tot 15% – of zelfs meer – van zijn tijd telewerkt. Bijna de helft van de werkgevers zegt bereid te zijn om het aandeel van telewerk te vergroten. 4% 18% Op welke prioriteit legt uw diversiteitsplan de nadruk ? 52% ■ Gender ■ Leeftijd ■ Afkomst ■ Handicap ■ Meerdere ■ Andere 18% 6% 2% Meer dan een derde van de werkgevers zegt een "diversiteitsplan" of een gelijkaardig plan te hebben. Op de vraag naar de inhoud van het plan zegt 52% de voorkeur te geven aan een combinatie van doelstellingen. Diversiteit van geslacht en herkomst (elk 18%) behoren tot de specifieke prioriteiten. Voor leeftijd (2%) is dat niet het geval. Bruxelles Métropole - janvier 2020 ❙ 15

Ideeën Brusselse KMO’s moeten nu de digitale stap zetten Eind 2015 bundelde Google de krachten met Beci om de Brusselse bedrijven de digitale wereld binnen te loodsen. De opleiding tot Digital Marketer is toegankelijk voor alle KMO werknemers, evenals voor werkzoekende jongeren, die nadien in contact worden gebracht met werkgevers. Olivier Willocx (Beci, links) en Thierry Geerts (Google Benelux) T hierry Geerts hoopt als directeur van Google Benelux dat Brussel de hoofdstad wordt van Digitalis, de naam die hij in 2018 in zijn gelijknamige boek aan het land van de geconnecteerde mensen gaf. Deze ambitie spoort Brusselse ondernemers aan om het voortouw te nemen, bijvoorbeeld door lokale leveringen voor kleine winkels te ontwikkelen of door online nieuwe films aan te bieden, net na hun lancering in de bioscopen. Hij bespreekt dit alles met Olivier Willocx, CEO van Beci. Waarom besliste u om uw opleidingen in België te richten op bedrijven? Thierry Geerts: "Vandaag wonen we in Digitalis, een nieuw land van 4 miljard mensen die zijn aangesloten op het internet. Het concept toont aan hoezeer onze wereld is veranderd. U kunt mensen in Singapore e-mailen, producten kopen in China of chatten met jeugdvrienden via WhatsApp. De zakelijke dimensie? 4 miljard potentiële klanten in één klik. Alle bedrijven, ook kleinere, staan in het middelpunt van de wereld en kunnen alles verkopen aan iedereen, waar dan ook ter wereld. De Belgen zijn hyper geconnecteerd, maar helaas zijn hun bedrijven dat nog helemaal niet. In België vloeit 70% van de internethandel naar het buitenland. Zelfs Belgische stripverhalen moet u in Frankrijk bestellen. Belgische bedrijven besteden nog steeds gemiddeld 79% van hun marketingbudget aan traditionele media en dus slechts 21% aan digitale. In Nederland is dit 65% digitaal en 35% traditioneel. Er ligt een efficiencywinst van 40% voor het grijpen in marketing. Met digitale marketing bereikt u uiteraard het traditionele publiek, maar weet u ook precies 16 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 hoeveel mensen uw advertentie hebben gezien en hoe lang ze die hebben bekeken. U krijgt bovendien gegevens die inzicht verschaffen in wie uw klanten echt zijn. 76% van de Belgische bedrijven die in 2016 failliet gingen, hadden geen website. Vandaag volstaat een site niet meer: u moet ook aanwezig zijn op de mobiele media. En over twee of drie jaar lopen bedrijven die geen gebruik maken van kunstmatige intelligentie het risico failliet te gaan.” Waaraan ligt deze terughoudendheid? Olivier Willocx: "Vergeleken met de Franse markt is de Belgische zeer klein en in taalgebieden gefragmenteerd. Digitale connectie is er misschien minder vanzelfsprekend, maar ik merk geen terughoudendheid. Eerder belangstelling, maar dan meteen met de vraag ‘hoe moet dit?’. Veel ondernemingen hebben hun website toevertrouwd aan een of andere jeugdige webdesigner en zijn nu teleurgesteld over de resultaten. Aanwezigheid op het net is niet voldoende. U moet bepalen waarom u dat doet en hoe. De ganse organisatie moet erachter staan. Dit is een strategisch debat. Velen verwarren Facebook, Instagram & co met digitalisering. Toch zou de aanwezigheid op de sociale media slechts 2,5% van de strategie moeten inpalmen. De digitalisering moet binnen het bedrijf worden beheerst. Dat betekent niet dat een beroep op externe consultancy niet meer mag. Dingen delegeren wil niet zeggen dat je ze kwijtspeelt. Toch moet de digitalisering in het DNA van het bedrijf gegrift staan. Als de baas oordeelt dat hij daar niets mee te maken heeft, is zijn bedrijf op sterven na dood. Zo heeft een grote Belgische operator zijn marktaandeel zien verdwijnen naar Zalando. Het is ook niet omdat een bedrijf lokaal actief is, dat het kan beweren met digitalisering niets te maken te hebben. Ik herinner me een winkel waar de managers klaagden dat ze geen klanten meer hadden. Ik keek even naar Google My © Reporters

Ideeën Business – een gratis tool die ze niet kenden – en daar las ik slopende reviews, in tegenstelling tot hun drie directe concurrenten, op minder dan 30 meter afstand!” T.G.: "Er zijn nog steeds bedrijven die denken dat het niet hoeft – of die de zaken verkeerd aanpakken. Het is niet eenvoudig. Het is zelfs nogal ingewikkeld. Bij digitaal is de variantie groter. Het belangrijkste risico is onoplettendheid. Als een concurrent een verkooppunt aan de overkant van de straat opent, is iedereen op oorlogspad. We organiseren meteen promoties, we houden de prijzen in de gaten... Maar als een webwinkel opengaat, reageren we niet. Ik zat in de raad van bestuur van een grote KMO, waar mij werd verteld dat het bedrijf digitaal bezig was en een consultant had. Toch werd daar slechts 5% van de tijd besteed aan digitaal en 50% aan inventarisatie! Peter Hinssen, de Vlaamse goeroe van de digitalisering, spoort iedereen aan om na te denken over 'overmorgen'. Laten we niet te veel focussen op vandaag of, erger nog, op de ellende van gisteren. We moeten nadenken over wat er morgen gaat gebeuren, en niet alleen onder de vorm van een begroting. Vandaag wordt de toekomst uitbesteed aan een of andere werknemer, of zelfs aan een consultant. In de digitale wereld moet consultancy dienen om de kennis van bedrijven te vergroten. Om controle te hebben, moet je inzicht aken hebben.” Zijn uw opleidingen voldoende om de verandering van perspectief te bewerkstelligen? T.G.: "We hebben 5 miljoen trainingen georganiseerd in Europa en bijna 90.000 in België. We hebben de nadruk gelegd op jongeren in Spanje, wegens de hoge werkloosheid, en De Belgen zijn hypergeconnecteerd, maar helaas zijn hun bedrijven dat nog helemaal niet. Thierry Geerts op KMO's in België, omdat zij het potentieel niet benutten. We trainen bedrijfsleiders, marketingmanagers of CIO's. We trachten hun kijk op de digitale wereld te veranderen. In feite zou dit op de basisschool moeten beginnen. In België organiseren gemotiveerde leerkrachten, vzw's of ouders tal van initiatieven, maar in de onderwijsprogramma’s staat er niets. Kinderen leren hoe ze de straat moeten oversteken, maar niemand vertelt hen hoe ze de informatiesnelweg die er langs loopt moeten gebruiken.” O.W.: "We maken een transf matie van de economie mee. In tien jaar tijd zouden in Brussel 600.000 mensen moeten worden opgeleid. Vandaag raadpleeg ik alle actoren, zowel overheid als privé, om na te gaan hoe dit moet gebeuren. De grote moeilijkheid is dat deze overgang voor het eerst niet concreet is, niet gekoppeld aan een machine. Met digitalisering hebben we ons Het volstaat niet op het net aanwezig te zijn. U moet weten waarom en hoe. De hele organisatie moet erachter staan. Dit is een strategisch debat. Olivier Willocx losgekoppeld van de computer. De vraag is nu hoe je moet nadenken. Het bezit van data is nutteloos, maar het verkeer ervan opvangen is wel interessant. Bezit betekent niet veel meer. De theoretische modellen van vraag en aanbod worden nog steeds aangeleerd. Nu, het is niet storend om daar een uurtje aan te besteden, want om de nieuwe modellen te begrijpen, moet je met de eenvoudigste beginnen. Vandaag is er wel degelijk een evenwicht op sommige markten, maar op bepaalde seconden, in functie van de IP-adressen en het prijsbeleid van de concurrenten. We hebben mensen nodig die deze ingewikkelde modellen kunnen begrijpen. Sommige universiteiten passen zich aan, andere niet.” Als België inderdaad achterop hinkt, waarom zou Brussel in staat zijn om de hoofdstad van Digitalis te worden? T.G.: "Kleine stappen zijn ingewikkelder dan een grote ambitie. Dat deed Kennedy in de jaren '60 toen hij besloot de mens op de maan te doen landen. Als we in België, net als de vorige regering, beweren dat we twee plaatsen in de digitale rangschikking van landen willen gaan winnen, verliezen we er twee. Maar door aan te kondigen dat we in Brussel in 2020 de ‘Expo AI Brussels’ gaan organiseren, inspireren we iedereen: niet alleen politici met ambitieuze doelstellingen, maar ook universiteiten en bedrijven. De ULB en de VUB staan wereldwijd aan de top en er zijn veel AI-laboratoria in Brussel.” O.W.: "De Belgen zijn zeer bescheiden, maar hebben heel veel externe contacten. Nergens anders ter wereld vind je zoveel talenkennis en zoveel getrainde mensen. ” ● Ophélie Delarouzée Bruxelles Métropole - janvier 2020 ❙ 17 © Reporters

Enterprise Europe Network Registratie van chemicaliën: ook iets voor u? Chemicaliën vindt u overal: niet alleen in industriële processen, maar ook in ons dagelijks leven. Om controle uit te oefenen op deze stoffen ontwikkelde de EU een twaalftal jaar geleden het geïntegreerde reglement Reach. Deze regeling blijft relatief onbekend, hoewel ze van toepassing is op een zeer groot aantal bedrijven, van fabrikant tot distributeur, en de eindgebruiker. Kent u uw rol en verplichtingen in deze keten? R each staat voor ‘Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction of Chemicals’ (registratie, evaluatie, goedkeuring en beperkingen van chemische stoffen). Het reglement trad in 2007 in werking en biedt een geïntegreerd wettelijk kader voor de handel van chemische stoffen in de ganse Europese Economische Ruimte (EU, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein). De regeling is bedoeld om de menselijke gezondheid en het milieu te beschermen en tegelijk het concurrentievermogen te vrijwaren en de innovatiedrang van Europese bedrijven te versterken. De verordening is in principe van toepassing op alle chemische stoffen: degene die door de industrie worden gebruikt, maar ook chemicaliën die we in ons dagelijks leven tegengekomen. Zo bijvoorbeeld in verf, schoonmaakmiddelen, kleding, plastic of elektrische apparaten. In totaal gaat het om zo’n 30.000 verschillende stoffen. Reach heeft dus een impact op de meeste bedrijven, waar ze zich ook bevinden in de waardeketen van de betrokken producten. Voordat deze stoffen op de markt belanden, moeten de 18 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 bedrijven instaan voor de identificatie en het beheer van de risico’s die gepaard gaan met de chemische stoffen die zij produceren, gebruiken of verdelen. Zij moeten dus de voorwaarden bepalen waaronder deze producten in alle veiligheid kunnen worden gebruikt. Verder moeten ze aan de eindgebruikers richtlijnen meedelen voor een correct beheer van het risico. Doen zij dat niet, dan kan de bevoegde overheid het gebruik van de producten beperken of zelfs verbieden. Op langere termijn wordt er gezocht naar alternatieven voor de gevaarlijkste chemische producten. De verplichtingen van de ondernemingen variëren in functie van hun plaats in de keten: • De fabrikant, die chemicaliën voor eigen gebruik of voor gebruik door derden (export inbegrepen) produceert, is verplicht om elke stof te registreren die onder het toepassingsgebied van Reach valt en waarvan meer dan een ton per jaar wordt geproduceerd. De registratie gebeurt bij het Echa (het Europees agentschap voor chemische stoffen), dat de conformiteit van het product beoordeelt evenals de hiermee verbonden risico’s en de mate waarin deze risico’s kunnen worden beheerst. Op hun beurt kunnen de EU-lidstaten dan bepaalde stoffen beoordelen op hun impact op de menselijke gezondheid of het milieu. • De invoerder is degene die een stof (als zodanig, in een mengsel of in een voorwerp) uit een land buiten de EER invoert. Ook de invoerder moet stoffen registreren die in hoeveelheden van meer dan één ton per jaar worden ingevoerd. • De distributeur is degene die een stof (als zodanig, in een mengsel of in een voorwerp) uit een EER land koopt en die alleen instaat voor de opslag en de verdeling ervan op de markt. Hij hoeft deze stof niet te registreren, aangezien de fabrikant of importeur dat al heeft gedaan. Wel is hij verplicht relevante informatie te verstrekken aan de andere spelers in de keten, zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts. • De gebruiker, stroomafwaarts, is de koper van een stof en is soms de begunstigde van bepaalde informatieverplichtingen. Meer weten? De browser van het Echa helpt u bij het identificeren van de betreffende stoffen en informeert u over uw rol en verplichtingen in het raam van Reach, of van eventuele vrijstellingen die op uw bedrijf toepasselijk zijn. Zie www.echa.europa.eu. Er bestaat bovendien een helpdesk op het Ministerie van Economische Zaken. ● Emmanuel Robert © Getty

www.beci.be

Stedenbouw en immobiliën Pleidooi voor een gedeelde stad E r gaat geen dag voorbij of we hebben het over de stad van vandaag en morgen. En dat Sophie Le Clercq staat al meer dan 20 jaar aan het hoofd van het bouwbedrijf CIT Blaton, dat door haar grootvader Émile Blaton werd opgericht. Ze beheert bovendien haar eigen vastgoedbedrijf JCX en zorgt voor het beheer van de Davids, een biologisch landbouwbedrijf in de Franse Luberon, waar ook gasten welkom zijn. Sophie Le Clercq is gasthoofdredacteur van ons magazine Brussel Metropool voor het dossier ‘Stedenbouw’, waarin ze de relatie tussen stad en natuur voor het voetlicht brengt. Ze is ook te gast in een aflevering van onze podcast Metropool, die u kunt beluisteren op www.beci.be/podcast. 20 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 is uiteraard boeiend. De stad is een smeltkroes van ervaringen. Ze is tegelijk open en gesloten, voortdurend in beweging en de kern van alle vraagstukken. Haar ontwikkeling is nauw verbonden met de visies van haar beleidsmensen. Helaas garanderen de slingereffecten van politieke veranderingen niet altijd een harmonieuze ontwikkeling op voldoende lange termijn om grootschalige verwezenlijkingen mogelijk te maken. Tegelijk staat ook de planning op lange termijn machteloos tegenover de steeds snellere evolutie van beleidspraktijken en leefpatronen in de stad. De voorbereiding van de toekomst berust o.a. op vraagstukken als het behoud van de biodiversiteit en het delen van gemeenschappelijke ruimten. Dit zijn de openbare voorzieningen uiteraard, maar ook lucht, licht, lawaai of stilte, het erfgoed – die ons allen toebehoren. De toekomst van de stad vereist passende antwoorden op de crisis die we doormaken op het gebied van mobiliteit, biodiversiteit, bewoonbaarheid en toegankelijke huisvesting voor iedereen. Deze vraagstukken gaan gepaard met een heleboel tegenstrijdigheden, eigen aan de stad van vandaag. Hierbij hoort de uitdaging van een correcte aanpak in een context van klimaatnood. Een oplossing zoeken kan je vergelijken met een draadje oppikken in een kluwen dat zo verward is dat je nooit weet of je het bij het rechte eind hebt. De informatie zit zodanig tegenstrijdig in elkaar dat je je al gauw machteloos voelt. We moeten woningen voorzien voor iedereen, maar de stad niet dichter maken dan ze nu al is. Voertuigen moeten trager rijden, maar het openbaar

Stedenbouw en immobiliën vervoer moet zijn commerciële snelheid behouden. Er zijn nieuwe fietspaden nodig, maar dan zonder te knagen aan de aan auto’s voorbehouden ruimte. Er is meer passiefbouw vereist voor woningen, maar zonder bestaande gebouwen af te breken. De huizen moeten worden geïsoleerd, maar zonder aan bestaande straatgevels te raken. We moeten bomen planten om de opwarming van de aarde te bestrijden, maar wel met inheemse soorten, die deze opwarming misschien niet zullen verdragen. We moeten meer groene voorzieningen aanleggen en asfalt weghalen, maar opnieuw zonder ruimte af te snoepen die aan auto’s is voorbehouden … De stad draagt de littekens van ons rampzalig gebruik van hulpbronnen. De bodem zit vol tunnels, riolen en allerlei leidingen. Dit wanordelijk ondergronds kluwen heeft overal de aarde vervangen, wat de noodzakelijke vergroening van de steden bijzonder bemoeilijkt. Het water dringt niet meer in de bodem door omdat de oppervlakte waterdicht werd gemaakt. De biodiversiteit is hierdoor aangetast. Het risico op overstromingen neemt toe en het fenomeen van stedelijk hitteeiland breidt zich uit. De luchtkwaliteit is vaak erbarmelijk, om nog maar te zwijgen over de kwaliteit van de stilte. Ecologisch herstel In zijn schitterend essay “Le nouvel urbanisme parisien” presenteert JeanLouis Missika, adjunct-burgemeester van Parijs, zijn visie op ecologisch herstel toegepast op stedenbouw. Dit herstel is doelbewust en raakt verder dan louter bescherming voor beschadigde natuurgebieden. Het De heropleving van de natuur in de stad is het thema van het eerste artikel in dit stedenbouwkundig De voorbereiding van de toekomst berust o.a. op vraagstukken als het behoud van de biodiversiteit en het delen van gemeenschappelijke ruimten. Dit zijn de openbare voorzieningen uiteraard, maar ook lucht, licht, lawaai of stilte, het erfgoed – die ons allen toebehoren brengt het ecosysteem opnieuw in evenwicht door de oppervlakte van bedreigde natuurgebieden te vergroten en netwerken aan te leggen tussen deze stukjes natuur. Dit ecologisch herstel in een stedelijke omgeving bevordert de biodiversiteit. Het vermindert de ruimte voor auto’s ten voordele van voetgangers en fietsers. Het geeft de voorkeur aan de aanpassing van gebouwen eerder dan aan sloop en heropbouw. Het bevordert de volle grond en bestrijdt de waterdichtheid van bodems. En het stelt de stedelijke dichtheid in vraag. dossier. We bespreken daarin enkele invalshoeken voor ecologisch herstel in Brussel. We onderstrepen er het belang van bomen en dieren in de stad, evenals de noodzaak van volle grond tegenover bevolkingsdichtheid en waterdichte bodems. Het dossier onderzoekt de plaats van de auto en het harmonieus en veilig delen van alle ruimtes die voor mobiliteit zijn bestemd. In tegenstelling tot de voorrang die sommigen willen geven aan de auto, de fiets of de voetganger – wat moeilijk te verzoenen valt – stellen landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen, geografen en sociologen dat de natuur het fundament van de stad moet worden. En daarbij wordt de stad bedacht als een natuurlijke omgeving die planten- en dierenleven combineert. Deze biodiversiteit zou worden hersteld dankzij deugdzame cirkels waaraan elke burger voordelig kan deelnemen. Hiermee zijn we op weg naar de stad van morgen: evenwichtig, gedeeld, aangenaam om in te wonen, vredig, welwillend en open voor ontmoetingen. ● Sophie Le Clercq

Stedenbouw en Immobiliën Nieuw leven voor de natuur in de stad Na de klimaattop COP 21 in Parijs werd de linkse politica Anne Hidalgo burgemeester van de stad en zorgde ze voor een ecologische revolutie. Ook door Brussel liep er bij de jongste lokale en gewestelijke verkiezingen een groene golf. Zowel langs de Parijse Haussmannboulevards als op de Brusselse kasseien werpen landschapsarchitect Bas Smets en Nicolas Gilsoul, (landschaps)architect en doctor in de wetenschappen, een deskundige blik op deze vroege groene experimenten in een stedelijke omgeving. B as Smets hoopt dat de opkomende groene projecten gepaard gaan met een andere kijk op de stad, een zoektocht naar bemiddeling en een evenwicht tussen natuur en mens. “De steden werden ooit achter muren gebouwd om zich te beschermen tegen de natuur. Vandaag vrezen we nog steeds de ‘wilde’ wereld. In 1950 waren we met 2,5 miljard mensen op aarde. In 2050 wordt dit bijna 10 miljard. Vier keer zoveel. Vroeger hadden we de indruk dat bebouwde gebieden omgeven waren door oneindig veel groen. Vandaag heeft de verstedelijking een netwerk gecreëerd waarin we bepalen welke stukjes groen wij willen behouden. Hoog tijd dus om na te denken over hoe de natuur weer een plaats in de stad krijgt. Groenvoorzieningen mogen we niet langer beschouwen als een verfraaiing van de stad, maar als een noodzaak om haar bewoonbaar te houden. We moeten enerzijds de natuur beschermen die nog niet door verstedelijking is aangetast, en anderzijds de natuur integreren in onze kunstmatige omgevingen. Hier blijft veel uit te vinden. Het comfort van onze technocratische samenlevingen vereist de compensatie van wat we hebben vernietigd. De beste manier om warmte-eilanden te bestrijden, fijne stofdeeltjes op te vangen en een lagere temperatuur te verkrijgen is het gebruik van bomen. De boom is het resultaat van miljoenen jaren evolutie. Laten we dus eerder bomen planten dan machines inzetten die min of meer hetzelfde zouden doen.” Nicolas Gilsoul beaamt dit standpunt: “Waar steden zich vandaag voor inzetten, is de volle grond. We moeten een omgeving voorzien die beantwoordt aan de behoeften van levende wezens. En dit begint met het doorbreken van de waterdichte bodembedekking in steden – véél belangrijker dan het uitbreiden van de stad.” Groen maar niet duurzaam Het concept van stedelijke bossen geniet veel sympathie. Nicolas Gilsoul spreekt liever klare taal dan demagogische woorden: “Het belangrijkste in een bos is de bodem. Hij voedt de bomen. Hij stelt hen in staat relaties met elkaar aan te knopen. Hij neemt regenval op en voorkomt droogte. De bodem is weliswaar kwetsbaar, o.a. door vertrapping. De lineaire bosjes langs de Ring zijn toegankelijk voor het publiek maar groeien moeizaam. Deze stukjes groen middenin de infrastructuur bieden nu onderdak aan migranten en verworpelingen. De stedelijke bosprojecten op het plein voor het stadhuis in Parijs of Montparnasse zijn mooie openbare tuinen met bomen, waar stadsbewoners die naar natuur hunkeren op adem zullen kunnen komen. In een goed doordachte combinatie van een lage laag, een struiklaag en een bomenlaag kunnen flora en fauna zich ontwikkelen, weliswaar minder divers dan in een woud.” De enthousiaste uitbreiding van bovengrondse stedelijke landbouw wordt vandaag in vraag gesteld: het rendement is ontoereikend en deze hightech formule zou concurreren met 22 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 © Getty

Stedenbouw en Immobiliën de klassieke landbouw. Daarom verklaart Nicolas Gilsoul zelfzeker dat “de miljoenen die zijn geïnvesteerd in de Parisculteurs projecten duurzamer konden worden gebruikt om stadsparkprojecten te financieren die sociale banden verstevigen en de veerkracht van onze steden verbeteren.” Grote hoeveelheden aarde op daken storten om er bomen te planten betekent een zware last voor de structuren van gebouwen. Toch geeft Bas Smets de voorkeur aan groene daken boven groene gevels, omdat ze regenwater opnemen. “Groene gevels zijn een mooie, maar dure en niet duurzame verfraaiing. Het is ook spijtig architectuur achter groen te verbergen. Een mooi landschap rond een gebouw is een beter alternatief.” De vindingrijkheid van de mens ten dienste van de planten Deze ingenieur put inspiratie uit de logica van de natuur en bootst het opportunisme van planten na om augmented landscapes te ontwerpen. Hij tracht vooral de bodems opnieuw waterdoorlatend te maken: “We hebben parkings aangelegd met een waterdoorlatend wegdek in grind en funderingen die dienst doen als waterreservoir. Deze formule kost niet meer dan een klassieke parking. Het probleem met water is dat we er niet genoeg hebben om de bomen te irrigeren omdat het wegvloeit. En op het laagste punt krijgen we dan te veel water, wat overstromingen veroorzaakt. We moeten het water op de plaats houden aar het valt, om het grondwater aan te vullen en dan te verdampen.'” Rond het spoorwegstation Part-Dieu in Lyon koloniseert een duizendtal bomen een granieten plaat met poreuze voegen. Onder het oppervlak vinden de bomen grote reservoirs in een mengsel van aarde en stenen. “De Bas Smets ondergrond werd in kaart gebracht om de beplantingsgebieden te definiëren”, vertelt Bas Smets. “De dialoog met alle betrokken diensten was niet gemakkelijk. De ondergrond werd nog nooit georganiseerd. Je kunt het vergelijken met het luchtruim. Toen er nog maar enkele vliegtuigen waren, vloog iedereen waar hij wilde. Nu krijgt elk vliegtuig een eigen luchtcorridor. In Paris-La Chapelle werden in samenwerking met agentschap L’AUC ruimtes van 3 m³ onder het wegdek aangelegd voor water-, elektriciteits- en gasleidingen. Al de rest is volle grond voor beplantingen. Dat is de toekomst. Het is wel duur, maar in Parijs bestaat er de nodige politieke wil.” Ook de keuze van de plant- en boomsoorten moet zorgvuldig worden overwogen. Op de Brusselse Sint-Lazaruslaan – een project dat Smets in 2012 in de wacht sleepte – zullen zuiderse bomen in een groene vallei worden geplant om zich In Londen heeft Bas Smets 500 bomen geplant op de binnenplaats van een hotel. tegen de opwarming van de aarde te bewapenen. Het project zal gebouwd worden op straatstenen met waterdoorlatende voegen en het geheel zal rusten op een skelet van aarde en stenen die voor de nodige afwatering zorgt. “Inheemse planten passen zich soms moeilijk aan in het door gebouwen en wegen gewijzigde stedelijke klimaat.”, weet Bas Smets. “Op Tour & Taxis werden pioniersbomen geplant omdat de grond er te zwaar was voor gekweekte bomen. We moeten leren nadenken zoals de planten dat doen: ons afvragen wat het meest geschikt is. Ik heb 500 klimbomen geplant op de binnenplaats van een Londens hotel. Ze waren niet inheems en zouden in de straat niet hebben overleefd, maar ze waren ideaal voor het beschermde klimaat van de binnenplaats. Voor La Défense in Parijs zochten we in de natuur bomen die in 40 tot 50 cm grond groeien. We bewerkten de kluiten om ze vlak te maken. Met een systeem van sondes zullen we de groei van de wortels en hun watervoorziening opvolgen. Zo slagen we erin augmented landscapes te creëren dankzij een betere kennis van de behoeften van de bomen en een betere beheersing van de omgeving.” Brussel schiet wakker Het gebrek aan consensus tussen de gewesten om de ring ten zuiden van Brussel te sluiten, heeft bijgedragen tot het behoud van het Hallerbos en het Zoniënwoud. Met zijn 4400 hectaren biedt het woud een bosrijk gebied 2,5 keer zo groot als het Bois de Boulogne en het Bois de Vincennes samen. De andere troef van Brussel bevindt zich binnen de huizenblokken. Maar de openbare ruimtes scoren zwak. Bas Smets stelt vast dat er geen subsidies bestaan om in Brussel ‘asfalt te doen verdwijnen’, in tegenstelling tot wat in Vlaanderen gebeurt. “Er zijn geen bomen, behalve misschien langs een paar grote lanen. We merken hetzelfde fenomeen in heel wat Vlaamse en Waalse steden. In Parijs staan 25 tot 30 meter hoge platanen langs alle grote boulevards. Ze werden geplant in 8 m³ grote kuilen die tegelijk met de Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 23 D.R. D.R.

Stedenbouw en Immobiliën leidingen en de metro werden ontworpen en aangelegd.” In Brussel breken de wortels door het wegdek en storten heel wat bomen neer in geval van harde wind. “Net als in andere steden gebeurt dit met bomen die recent werden geplant. Ze zijn kwetsbaar voor de wind omdat de veel te compacte ondergrond de groei heeft belemmerd.” Vandaag krijgt iedere nieuwe geplante boom 30 m³ grond. Het Bomenplan van de Stad Brussel speelt in op het vastgestelde gebrek. Net als het bomenplan van Montreal, voorziet het plan eerst en vooral in de bescherming van het bestaande bomenerfgoed. Nicolas Gilsoul oordeelt dat dit initiatief in de goede richting gaat en breder moet worden opgevat: “Laten we eerst de bijzondere bomen in kaart brengen, waarvan de met de leeftijd verworven ecologische waarde niet kan worden vervangen door jonge bomen. Die bomen verdienen efficiënte beschermingsmaatregelen.” Daarnaast moeten studies identificeren waar bomen kunnen worden geplant. “De bewustwording is op gang maar we moeten ter inzicht krijgen in levende organismen en hun metamorfose met het oog op de klimaatverandering”, vervolgt Nicolas Gilsoul. “De straat en de openbare groenvoorzieningen zijn de smeltkroes van de democratie. Zij moeten onze hoop en ambities voor de toekomst aanwakkeren. De Brusselse burgemeester Nicolas Gilsoul Philippe Close vertelde me dat we de natuur transversaal moesten bekijken en aanpakken. Maar als we beweren dat de natuur overal aanwezig moet zijn, riskeert ze overal te verdwijnen of zich te beperken tot enkele blaadjes peterselie op een zwaar verteerbaar gerecht. Een vleugje groen voor de decoratie, maar helemaal geen mozaïek van levende ecosystemen. Nochtans moet de natuur het fundament worden van onze steden. Wanneer we een stadsontwikkelingsproject voorleggen, vragen de beleidsmensen en de journalisten hoeveel bomen zijn voorzien. Nochtans is dit kwantitatieve aspect minder belangrijk dan een goed evenwicht tussen verscheidene ecologische leefomgevingen. De natuur in de stad beperkt zich niet tot een kleur. Met een goede kennis van het leven in de brede zin van het woord en opgevat als een geheel van dieren en planten, kunnen we in de stad een betere levenskwaliteit bereiken.” Een van de slechte voorbeelden is het Fernand Cocq plein in Elsene. De vroegere gemeentelijke meerderheid heeft het oude plein laten vervangen door een minerale voetgangerszone met enkele nieuwe beplantingen. Ook betreurt Nicolas Gilsoul de slechte keuzes langs de voetgangerszone in het stadscentrum, met heel wat grasveldjes die veel besproeiing vereisen en de 24 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 Een blik op de 'Jardin des Senteurs' in Versailles, ontworpen door Nicoals Gilsoul. alomtegenwoordige Japanse esdoorns die, wegens hun gevoeligheid, hun decoratieve rol niet lang zullen vervullen. Er werd onvoldoende nagedacht, waardoor de voorkeur niet ging naar grote bomen, maar aan kleine, sterk vertakte boompjes die gemakkelijk door voorbijgangers worden beschadigd. Nicolas Gilsoul vindt dat “de overheid terughoudend blijft en nog steeds te weinig ambitie aan de dag legt. Ik vind het belangrijk dat de stad wordt gezien als een hybride, natuurlijke omgeving, rijk, complex en levend, waarbij plant en dier elkaar aanvullen. Dit moet dringend gebeuren.” Om deze nieuwe ambities uit te testen, is Brussel op zoek naar pioniers die de logica van de natuur trachten te begrijpen en te integreren in de logica van steden. De Brusselse Staatssecretaris voor Stedenbouw Pascal Smet komt op de proppen met het oude idee van gewaagde architecturale initiatieven. Gedurfde beslissingen rond groenvoorzieningen kunnen inderdaad heel wat impact hebben. Parijs overweegt een vergroening van zijn ‘Périphérique’, ondanks het drukke verkeer en de scheidingslijn die deze ring heeft getrokken tussen steden die elkaar ondertussen negeren. Brussel zou dit gemakkelijker kunnen bereiken op zijn kleine ring tussen de Louizapoort en de Naamse Poort, waar de winkelstraten naar elkaar toegroeien. Beci steunt het project van de wintertuin op meerdere verdiepingen onder koepels, waar bomen en mobiliteit onderdak vinden. In 2003 had Nicolas Gilsoul trouwens al voorgesteld om de auto’s ondergronds te laten rijden, onder een lineair park. ● Ophélie Delarouzée D.R. © Adrien Fouéré

Stedenbouw en Immobiliën Een manifest voor de stedelijke fauna In zijn boek Désir de villes verkende Nicolas Gilsoul de veerkrachtstrategieën van de grote metropolen, wereldwijd. In zijn tweede werk, Bêtes de villes, vertelt hij zijn kennismaking met het nieuwe leven van dieren in de steden. Hij beschrijft een ongelooflijke fauna die naar onze steden trekt om te overleven. En op een of andere manier bijdraagt tot ons eigen voortbestaan. um te delen. “Ganzen hebben de oevers van de vijvers in Elsene omgeploegd tot modderige stranden. Moesten we deze oevers nieuw ontwerpen als een natuurlijke omgeving met hoge grassen, dan zouden de wandelaars de nabijheid van het water en van dierlijk leven zeker opnieuw appreciëren.” E r zijn er blijven beweren dat dieren in het wild moeten leven, al worden natuurlijke gebieden bijzonder schaars. Ergens tussen onverschilligheid en hebzucht moet de mensheid nochtans gaan samenleven met allerlei dieren die de stedelijke netwerken zijn binnengedrongen. “Net als voor de bosjes in de stad moeten we de installatie van wilde dieren begeleiden en hun verspreiding in onze steden aanvaarden”, pleit Nicolas Gilsoul. “We moeten ecologische corridors aanleggen, zodat de dieren in de stad kunnen komen vinden wat buiten niet meer bestaat, en daarna even gemakkelijk terugkeren.” In tegenstelling tot Parijs, waar de dichtheid beperkingen oplegt, zijn in Brussel de meeste groene ruimtes toegankelijk voor honden. Onze hoofdstad biedt ook grote beboste gebieden en een groene wandeling die deze natuur onderling verbindt via de rand. Bovendien beschikt Brussel over talrijke parken, naast privétuinen binnen de huizenblokken. “Als we de gewoontes van dieren in onze steden leren kennen, kunnen we onze tuinen en groenvoorzieningen aanpassen en zo de verplaatsingen van de fauna kanaliseren en beveiligen”, stelt hij. “Het is een kwestie van politieke wil, maar iedereen kan lokaal optreden. Waarom zouden we tuinhekken niet verwijderen om egels door te laten? Sommige tuinen zijn open, maar vooral in het zuiden van Brussel zijn de meeste omsloten door hoge muren. Waarom geen openingen voorzien? Waarom de beplantingen niet aanpassen en inspelen op hun dichtheid? Een gras- en kruidentuin kan een paradijs zijn voor zangvogels, maar zal de meeuwen en grote zeemeeuwen die zich ten noorden van het kanaal hebben gevestigd, afschrikken.” De talrijke vossen in onze steden? Gilsoul beveelt de inwoners aan om het instinct van deze dieren ongedeerd te laten. Dit is trouwens in de Amerikaanse stad Detroit gebeurd met de coyotes die er op ratten en muizen jagen. Het gedrag van dieren observeren is nuttig om hun territoriMet mate optreden De Internationale Unie voor het Behoud van de Natuur stelde een lijst op van meer dan 30.000 bedreigde dier- en plantensoorten. Eventuele maatregelen moeten rekening houden met het evenwicht tussen de bevolkingsgroepen. De honingbijen die massaal in steden werden geïntroduceerd, concurreren vandaag met de wilde bijen, die een solitair leven leiden. Deze foutieve ingreep is geen unicum, weet Nicolas Gilsoul: in de jaren '90 werd het lieveheersbeestje als de vriend van de tuinman beschouwd. We hebben dan maar een vraatzuchtig soort lieveheersbeestjes uit Azië ingevoerd. Deze insecten werden al gauw invasief en vernietigden niet alleen onze bladluizen maar ook onze inheemse lieveheersbeestjes. Gilsoul pleit verder voor de introductie van roofdieren om de populaties van schadelijke soorten te reguleren. “In het 10e arrondissement van Parijs circuleert een petitie tegen de introductie van valken. Mensen hadden blijkbaar moeite met het spektakel van duiven die in volle vlucht werden gedood. Dat viel meer op dan de elektriciteitskabels die op de gevels van openbare gebouwen in het geniep de ledematen van deze vogels afsneden. We moeten onze kijk op dieren veranderen en vooral afzien van onze neiging om dieren in ‘goede’ en ‘slechte’ categorieën te verdelen.” Een verplegend paard in de Franse ziekenhuizen, schapen die in Turijn de grasperken maaien, gieren die wilde stortplaatsen in Lima in kaart brengen … Dit zijn allemaal voorbeelden die in het boek aantonen dat onverwachte soorten soms uiterst effectieve bondgenoten kunnen zijn. ● Ophélie Delarouzée ‘Bêtes des villes’, door Nicolas Gilsoul, uitgeverij Fayard. Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 25

Jacht op automobilisten? Het De Brouckèreplein, nog voor de voetgangerszone: behoort al tot het verleden. De mobiliteit heeft de openbare ruimte volledig ingepalmd. Het asfalt is aan de auto’s te wijten, evenals de luchtvervuiling en voetgangers worden slachtoffers van de zware en te snelle voertuigen op de weg. Al deze auto’s een halt toeroepen, is de logische conclusie. Is het rijk van Koning Auto voorbij? Voetgangerszones: een stap te ver? De Fransen protesteerden met gele hesjes tegen heffingen op brandstof. Velen hebben geen alternatief voor de wagen en elektrische auto’s blijven te duur. Buiten de grote steden dalen de lonen, worden afstanden langer en het openbaar vervoer steeds schaarser. “Frankrijk focust op de metropolen, ten nadele van de talloze B russel bouwde zijn stedelijke snelwegen naar aanleiding van de Expo 58. Dat was toen, met de democratisering van de auto, een schoolvoorbeeld van vooruitgang. Vandaag is de voetgangerszone in het centrum van Brussel de grootste van Europa en het bewijs dat de opvattingen radicaal zijn veranderd. Maar een zo snelle koerswijziging is op zich ook gevaarlijk als je niet precies weet waar je naartoe wil. De gouden generaties van de ontluikende consumptiemaatschappij beschouwden de wagen als de comfortabele oplossing voor mobiliteit, zowel in gezinsverband als alleen. En niemand maakte zich zorgen over het milieu. Vandaag biedt de elektrische mobiliteit zeer lichte voertuigen voor korte afstanden. Een handig steuntje aan de spierenergie, zonder vervuilende koolwaterstoffen, maar nog steeds langs wegen waar allerlei types individuele voertuigen rijden, met inbegrip van zware auto’s voor lange afstanden. Het zou dwaas zijn geen efficiënte recyclingprocessen te ontwikkelen die de verwoestende ontginning van zeldzame metalen ten behoeve van de technologie ietwat zouden afremmen. En omdat binnenkort alles op elektriciteit zal rijden, moet de mix van primaire energiebronnen serieus onder de loep worden genomen en zo schoon mogelijk worden gemaakt. Twee flinke uitdagingen. 26 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 kleine en middelgrote steden”, betreurt Nicolas Gilsoul. “Deze secundaire steden werden aangemoedigd om met voetgangerszones hun centrum aangenaam en gezellig te maken. Vandaag liggen deze stadskernen er totaal verlaten bij, terwijl grote winkelcentra aan de rand van de stad nog aantrekkelijker zijn geworden. Zonder een wagen is het bijvoorbeeld bijzonder moeilijk om naar een stadje in de Creuse te reizen. In België is dit anders, want het land lijkt hoe langer hoe meer op een doorlopende stad.” Omdat Belgen minder afhankelijk zijn van de auto, komen de gele hesjes in ons land op tegen een bredere waaier van sociaaleconomische knelpunten. Toch werd de Brusselse kilometerheffing in Vlaanderen en Wallonië geweigerd. Parijs en Brussel hebben luchtvervuiling met elkaar gemeen, ook al zijn hun openbaar-vervoersnetwerken sterk ontwikkeld en beschikken veel van hun burgers niet eens over een rijbewijs. Deze steden blijven echter afhankelijk van het autoverkeer, vooral wegens pendelaars uit randgebieden. Een te drastische vernauwing van de invalswegen zou extra verkeersoverlast veroorzaken, naast de stagnatie van de luchtvervuiling. “Prioriteit aan wagens, fietsen of voetgangers is niet haalbaar omdat de stad per definitie alle vormen van mobiliteit combineert”, stelt Nicolas Gilsoul. “Des te meer in een reusachtige voetgangerszone zoals die van Brussel. Het doorkruisen van 50 ha te voet is voor sommigen een sportieve uitdaging. Gedeelde ruimtes zijn efficiënter.” Gelukkig zijn er in Brussel vele ‘autoluwe’ zones. Daar krioelt © belgaimage

Stedenbouw en Immobiliën het van de fietsen en elektrische steps, naast voorbehouden banen voor het openbaar vervoer, leveringen en zelfs wagens. “Op een of andere manier zullen minibusjes of andere vormen van duurzame mobiliteit in de Brusselse voetgangerszone worden ingezet”, voorspelt socioloog, architect en stedenbouwkundige Pierre Vanderstraeten, als medeontwerper van de gemeenschappelijke ruimte op het Molenbeekse stadsplein. “De binnenstad wordt in de loop der jaren een grote gemeenschappelijke ruimte. Toch zullen er altijd uitzonderingen zijn. Het bestemmingsverkeer moet voorrang krijgen op het doorrijdend verkeer.” “In gedeelde ruimtes moet elke weggebruiker opnieuw waakzaam worden voor zijn eigen veiligheid. Vandaag worden, naast de technische aspecten, ook gedrag onderzocht.” Gefronste wenkbrauwen en een opgestoken hand om het verkeer te doen stoppen: dit is de typische houding van Brusselse voetgangers die overtuigd zijn dat ze met recht oversteken, zelfs als ze geen rekening houden met de voorzichtigheidsbepalingen in het verkeersreglement. Franse kinderen leren goed te kijken voor ze oversteken. Belgische kinderen moeten vooral leren op de zebrapaden over te steken. Het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid Vias bevestigt dat Franse voetgangers tot de meest ongedisciplineerde in Europa behoren en ook bij rood licht oversteken. In België is meer dan een derde van de automobilisten vooral geïrriteerd door voetgangers die plots over een zebrapad lopen zonder te letten op naderende voertuigen. In Belgische steden gebeurt 60% van de ongevallen met een voetganger op of vlak bij een oversteekplaats. De veralgemening van 30 km/h in Brussel stemt overeen met de aanbevelingen van Vias, maar omdat de wagen door de reactietijd en de remafstand nog 13 tot 15 meter aflegt, adviseert Vias om ook voetgangers aan te leren de tijd te nemen om gezien te worden. Weinig alternatieven voor de auto De vele nieuwe vormen van ‘kleine mobiliteit’ in steden – met inbegrip van kleine auto’s – verhogen de veiligheid van zwakke weggebruikers. Krachtige wagens zijn gevaarlijker, zullen grotendeels afhankelijk blijven van vervuilende brandstoffen en genereren fijne stofdeeltjes wanneer ze remmen. Daarom waardeert Nicolas Gilsoul de maatregelen die Parijs en Brussel hebben genomen om het verkeer evenwichtiger te maken: “Vervuilende voertuigen beperken is positief voor grote steden, des te meer omdat er alternatieven bestaan voor al wie geen milieuvriendelijke wagen kan betalen. De uitbreiding van het fietsnetwerk geeft ook mobiliteit aan vele stedelingen die jong en gezond genoeg zijn om te fietsen.” Het Brusselse Gewest zal bovendien tegen 2030 65.000 bovengrondse parkeerplaatsen afschaffen en de auto’s naar ondergrondse parkeergarages sturen, met inbegrip van parkings van kantoorgebouwen en winkels. Pierre Vanderstraeten vindt dat het de moeite loont: “Laten we naar een betere verdeling streven. In de stad vertonen jongeren niet meer het verlangen om een auto te bezitten.” Nicolas Gilsoul vertelt dat er “in Seoul, een deel van een stadssnelweg werd verwijderd om de onderliggende rivier weer naar de oppervlakte te brengen. En merkwaardig genoeg verliep het verkeer daarna vlotter, dankzij de globale aanpak. Alle beleidsmensen in de stad hebben samen nagedacht over grootschalige initiatieven. In Parijs stralen de openbare vervoersnetwerken en de autosnelwegen vanuit het hart van de stad. Om dit te verhelpen worden momenteel 68 stations in de ‘Grand Paris’ gebouwd. De moeilijkheid in steden is dat één overheid bevoegd is voor vervoer, en een andere voor de openbare ruimte.” Dit is een groot probleem in Brussel, waar geen nieuwe alternatieven In Seoul loopt de rivier Cheonggyecheon opnieuw aan de oppervlakte. De buurt is een populaire wandeling geworden. bestaan voor werkkrachten uit gemeenten en gebieden van de rand. “Het gewestelijk plan voor duurzame ontwikkeling (GPDO) streeft naar een polycentrische stad, waar de dichtheid en de activiteiten zich rond het openbaar vervoer structureren”, aldus Pierre Vanderstraeten. “Met de verspreiding van de woongebieden in Vlaams- en Waals-Brabant, wonen maar weinig mensen in de buurt van haltes van het openbaar vervoer. Vandaar de nood om agglomeratieprojecten met een redelijke dichtheid en mix te ontwikkelen.” Nadenken over de mobiliteit in 2050 moet ook rekening houden met een daling van het aantal elektrische wagens in functie van de ontwikkeling van het openbaar vervoer en kleinere vormen van mobiliteit. ● Ophélie Delarouzée Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 27 © Getty

Stedenbouw en Immobiliën Brussel, schoolvoorbeeld voor tijdelijke gebruiksprojecten? Ondanks een historische achterstand van Brussel op Berlijn, is tijdelijke stedenbouw nu ook hier in opmars. Sterker nog: de omvang van de projecten maakt van onze hoofdstad een pionier. Focus op het stadsleven in een andere vorm, ver weg van de systematische stedenbouw van technocraten. H eel wat planologen en architecten kunnen zich vinden in een definitie van de stad als omgeving waar plaats is voor verandering, een kweekvijver van mogelijkheden. Tijdelijke stedenbouw of tijdelijk gebruik voldoet aan deze kenmerken. Het concept is trouwens doodsimpel: openbare of private ruimte wordt in afwachting van afbraak of renovatie enkele maanden of jaren ter beschikking gesteld van verenigingen, jonge ondernemers of artiesten. Enerzijds maakt het gebruik van deze sites het mogelijk om de beheerskosten (voor onderhoud of bewaking) te drukken, en beperkt het de risico’s van leegstand (brand, bouwvalligheid, kraakacties). Anderzijds maakt het de omgeving aantrekkelijker door burgers te betrekken bij de bouw van hun stad Een zegen? Voor Benjamin Cadranel, algemeen bestuurder van citydev, is tijdelijk gebruik een zegen die de frustratie over de lange doorlooptijd van vastgoedprojecten en stedenbouwkundige procedures vermindert: “Het is altijd een beetje frustrerend het gevoel te hebben dat er niets gebeurt terwijl onze maatschappij concrete veranderingen verwacht.” In vergelijking met andere Europese steden is het vastgoed in Brussel niet heel duur. Maar wel te duur voor heel wat initiatieven van ondernemers en kunstenaars die daardoor geen locatie vinden. Dat heeft citydev alvast goed begrepen: “Tijdelijk gebruik werkt stimulerend aangezien het mogelijkheden creeert die de reguliere markt niet kan bieden.” Als publieke speler beheert citydev momenteel 88 Brusselse sites die tijdelijk in gebruik zijn. Het meest frappante 28 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 Een spectaculair voorbeeld: de 'Velodroom' die het collectief Dallas installeerde in de voormalige Fritz Toussaint kazerne, in Elsene. voorbeeld daarvan is Studio CityGate in Anderlecht, waar zo’n 40 gebruikers dagelijks 22.000 m² met elkaar delen. De site is intussen uitgegroeid tot een creatieve miniatuurstad met 14 artistieke studio’s, een binnen- en openluchtskatepark, een klimzaal, vier schrijnwerkersateliers/smederijen, een chocolatier, een juwelier, repetitiezalen, een concertzaal, een tuin en kantoorruimtes. Een geslaagd stadsinrichtingsproject, dat opnieuw kleur geeft aan deze wijk op een tiental minuten wandelen van het Zuidstation. Stedelijke proeftuinen Voor de Franse architecte en planologe Anne Durand zijn tijdelijke ruimtes laboratoria om ideeën uit te testen en te experimenteren met activiteiten die innovatie in realtime mogelijk maken. Ze tonen wat er leeft bij de plaatselijke gemeenschap, geven een voorproefje van de blijvende stadsprojecten na afloop van het voorlopige experiment, en kunnen die dankzij trial & error zelfs beïnvloeden. In Brussel is See U, momenteel het grootste tijdelijke bezettingsproject van ons land, daarvan een mooi voorbeeld. © Elke-Bruno

Stedenbouw en Immobiliën Meer dan 80 innovatieve, culturele en duurzame projecten hebben voor een periode van twee jaar hun intrek genomen op de 25.000 m² van de voormalige Fritz Toussaintkazerne. 80 uiteenlopende Belgische initiatieven van meer dan 300 spelers, ook wel ‘See Users’ genoemd, brengen de nieuwe participatieve omgeving in hartje Elsene tot leven. Daarbij komt nog een vintage bioscoop, een “café-poussette”, een concertzaal, een tentoonstellingshal, een velodroom, ... De projecten krijgen enkel een plek op de site als ze bijdragen aan de zoektocht naar een sociale en duurzame toekomst. Bouwen aan de stad van morgen Het tijdelijke gebruik wordt in goede banen geleid door Creatis, een vennootschap die de ruimte beheert samen met een bestuurscomité. Jonathan Ectors is een van de vier verantwoordelijken voor de site: “Er bestaat geen referentiemodel voor tijdelijk gebruik; er zijn verschillende mogelijkheden. Wij beheren de site tegen een vaste jaarlijkse vergoeding. De gebruikers betalen geen huur aan ons. Dat is een belangrijk punt, want huurgeld opstrijken is vaak de voornaamste motivatie voor tijdelijke gebruiksprojecten. Onze gebruikers hebben het niet over huur, ze betalen een deel van de kosTijdelijk gebruik werkt stimulerend aangezien het mogelijkheden creëert die de reguliere markt niet kan bieden. Benjamin Cadranel (citydev) ten dat overeenkomt met 30 euro per m² per jaar. Daarmee zitten we flink onder de marktprijzen.” Op de site zijn de gebruikers per sector gegroepeerd: gezin, cultuur, makers, playground, maatschappij, ... Jonathan omschrijft de ruimte als een gemengde en globale derde omgeving om samen te bouwen aan de stad van morgen. Het moeilijkst? Een community bij elkaar brengen die verankerd is in de wijk: “Het mag niet gaan om een geïsoleerde bubbel. Een community vormen vergt tijd, het is een uiterst complex mechanisme waarvoor geen magisch recept bestaat, alleen good practices.” Een echte uitdaging voor het team van Creatis, dat eerst en vooral omkadering biedt: “De zaken zelf beheren is goed, maar werkt niet echt... Het moet gezegd dat tijdelijke gebruiksprojecten die goed verlopen veel werk en ook veel geld vragen.” Alle huurgelden en inkomsten uit evenementen worden trouwens automatisch opnieuw geïnvesteerd in het project als geheel. Voor projecten met winstoogmerk wordt het bedrag verdubbeld en in de gemeenschappelijke pot gestort. In Anderlecht delen nagenoeg 40 bewoners de 22.000 m² grote Studio CityGate, mét moestuin. Al lijkt alles rozengeur en maneschijn bij tijdelijk gebruik, toch duiken steeds meer wanpraktijken op, zoals het omzeilen van de klassieke stedenbouw door van iets tijdelijks iets definitiefs te maken. Zo wordt bijvoorbeeld het gebrek aan financiële middelen van de gebruikers uitgebuit: “Je betaalt niet veel, dus je krijgt niets en kom vooral niet klagen want we zetten je buiten wanneer we willen.” Juridisch gezien worden hier steeds meer vragen bij gesteld, maar er bestaat nog geen specifieke wetgeving. Immaterieel erfgoed Jonathan Ectors werkte lang in de eventsector vóór hij startte met tijdelijk gebruik, dat volgens hem synoniem staat voor kansen en dynamiek in de stad, op het kruispunt van allerlei factoren zoals stadsvernieuwing, economische en politieke belangen. In zekere zin fungeert het echt als een hefboom om de zaken op economisch, sociaal en cultureel gebied in beweging te zetten. Nog een slotwoordje van Creatis? “De grote vraag bij tijdeDe zaken zelf beheren is goed, maar werkt niet echt... Het moet gezegd dat tijdelijke gebruiksprojecten die goed verlopen veel werk en ook veel geld vragen. Jonathan Ectors (Creatis) lijk gebruik is wat er daarna gebeurt. Dat vind ik het grote pijnpunt: altijd maar denken aan ‘nadien’. We leven in een gevangenis van baksteen. Terwijl het 'nu' telt! Erfgoed, wat is het nut daarvan? Wij zien vooral sterk immaterieel erfgoed! ● Elisa Brevet Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 29 D.R.

BOOST Your Business Meer verkoop begint bij het bereiken van een breed publiek. Stuur bovendien de juiste boodschap, naar de juiste ontvanger, op het juiste moment. Uw merk versterken via een imagocampagne, uw reputatie op krikken door promotie van uw expertise, uw producten of diensten bekendmaken ...? Onze media helpen u deze doelstellingen te bereiken omdat ze u toegang verschaffen tot een doelpubliek van leidinggevenden, bedrijfsleiders en inkoopvoorschrijvers, via de informatie die hen aangaat. Onze lezers zijn uw doelgroep! Bekijk onze on & offline formules om ze zeker te bereiken. Bent u lid van Beci? U geniet bovendien voordelige tarieven en exclusieve mogelijkheden. • B2B Communicatie • Paper & Digital • In Brussel CONTACT Informatie en reservaties Anne Schmit – Business Relations Advisor - asc@beci.be • T +32 2 563 68 53 BECI LOUIZALAAN 500, B-1050 BRUSSEL - T. +32 2 648 50 02 - F +32 2 640 93 28 - www.beci.be

De dichtheid die metropolen verdienen De behoefte aan grond in steden rechtvaardigt een andere aanpak van nieuwbouw, maar mogelijke oplossingen botsen algauw tegen politieke en particuliere belangen. Bouwen is soms overbodig: in Ukkel wordt het voormalige Edith Cavell ziekenhuis omgebouwd tot woningen. I n tegenstelling tot Parijs heeft Brussel heeft geen gecentraliseerd bestuur. Hier hebben 19 burgemeesters en het Gewest het voor het zeggen. Yves Rouyet is een gemeenteraadslid dat zich eind 2018 is gaan bezighouden met stedenbouw. Deze stedenbouwkundige en geograaf dook in de duurzaamheidsproblematiek via zijn partij Ecolo – en 12 jaar op de oppositiebanken, met de uitdagingen van Elsene. Hij droeg bij tot minder asfalt in de openbare ruimtes en de binnenplaatsen van nieuwe sociale woningen. Hij heeft een moestuin en zijn biodiversiteit kunnen redden door af te zien van een gemeentelijk project. Zijn boodschap aan vastgoedontwikkelaars is avantgardistisch: “Bij elke bouwvergunning vernieuw je de stad een beetje. Helaas kopen projectontwikkelaars grond tegen ongehoorde prijzen en bouwen daarop projecten met een hoge dichtheid en een lage kwaliteit. Ze richten zich op marktniches met dure vierkante meters, zoals studentenkamers, en mikken op de top van de markt. Om deze speculatie met grond en vastgoed te doorbreken, zijn we de bouwvergunningen van onaanvaardbare projecten gaan weigeren. De ontwikkelaars geraakten hierdoor onthutst, want zij waren afwijkingen van stedenbouwkundige regels in Elsene gewoon. Anderzijds hebben wij hun investeringen willen veiligstellen met de schriftelijke richtlijnen van onze stedenbouwkundige visie. Met de 30 aandachtspunten daarin kunnen ze vanaf de ontwerpfase rekening houden om te vermijden dat hun projecten worden afgewezen.” De milieugebonden criteria beperken drastisch het kappen van bomen. Ze voorzien het planten van nieuwe bomen. Ze zorgen voor het behoud of zelfs de uitbreiding van vollegrondoppervlakten. Ze bevorderen de biodiversiteit. Ze voorzien doorlaatbare bodems die regenwater opvangen. Ze vermijden bebouwing binnen huizenblokken. En ze zorgen voor de rust binnen de huizenblokken door de indeling van appartementen om te keren, zodat woonkamers en horecaterrassen naar de straat zijn gericht, en de slaapkamers naar de achterzijde. De schepen oordeelt dat de binnenring nu een behoorlijke dichtheid heeft bereikt, maar er is nog veel werk aan bestaande gebouwen. Zijn gemeente is in het Gewest de minst bedeelde voor sociale huisvesting. Toch zoekt hij met zijn collega belast met huisvesting naar mogelijkheden in de vastgoedprojecten. Die wegen echter niet op tegen het aantal privé gebouwen – waar hij de bijbouw van extra verdiepingen tracht te vermijden, evenals de indeling van neoklassieke huizen in meer dan drie woningen. Hij weigert een evolutie naar een overdreven en moeilijk te verdragen bevolkingsdichtheid zoals in Parijs. “Bij elk project bekijk ik de kaarten die voor de voorbereidende werkzaamheden van het GPDO zijn gemaakt en waarmee de bestaande dichtheid in huizenblokken kan worden vergeleken met de ideale dichtheid, volgens criteria als toegankelijkheid, voorzieningen en groenvoorzieningen. Omdat deze studie niet in het GPDO werd opgenomen, hebben hier weinig mensen kennis van. Ik beschouw dit document als een soort bijbel, al mogen we nooit dogmatisch optreden en moeten we elk project apart beoordelen. Ik geloof dat een aantal wijken nog wat dichter kunnen worden bevolkt in buurten die bijzonder toegankelijk zijn.” Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 31

Stedenbouw en Immobiliën Torengebouwen in zicht Maatregelen zoals de individualisering van sociale rechten om koppels te herenigen, of de strijd tegen de toename van Airbnb’s, kunnen enigszins bijdragen tot de recuperatie van woningen in het huidige gebouwenbestand. Het Gewest wil het vraagstuk grootschalig aanpakken en torengebouwen oprichten. “De wolkenkrabbers in Chicago werden gebouwd langs grote parken om dit uitzicht te bieden aan de inwoners en tegelijk de prijzen van onroerend goed onder controle te houden”, oppert Nicolas Gilsoul. “Stedelijke verdichting moet hoogkwalitatieve openbare ruimten vrijmaken, zonder mensen op te stapelen in volgepropte konijnenkoten. Tegelijk is een verdichting in het centrum en een verdere uitbreiding naar de periferie toe evenmin coherent.” Ook Pierre Vanderstraeten (UCL) stelt zich voorzichtig op: “Woningen moeten aan steeds strengere normen voldoen, wat naast de technische en kritische eisen bijzonder hoge kosten voor torengebouwen met zich meebrengt. Zulke gebouwen zullen zich dus richten op een welgesteld publiek, terwijl de uitdaging erin bestaat de bevolking voldoende betaalbare woningen aan te bieden.” De verkozenen van Brussel-Stad melden trouwens moeilijkheden om de luxeappartementen in de Up-Site toren aan het kanaal verkocht te krijgen. En wat betreft grote woonwijken voor bescheiden inkomens, vergelijkbaar met de Parijse voorsteden, merkt Pierre Vanderstraeten op dat “sociale huisvestingsmaatschappijen die hoogbouw moeten beheren, grote problemen ondervinden wegens de hoge kosten van onderhoud en renovatie. De overdreven anonimiteit in zulke complexen kan ook als gevolg hebben dat bewoners zich niet meer verantwoordelijk voelen voor collectieve onderhoudstaken.” Het Gewest stelt een oplossing voor onder de vorm van wolkenkrabbers voor gemengd gebruik in de Europese wijk. Het Schumanplein zou volledig geplaveid worden en overdekt met een grote grijze schotel tegen de zon, ter vervanging van de groene oase die voor wat koelte zorgt. Een hogere kijk op Brussel Anne Hidalgo heeft het over de ‘Grand Paris’ omdat ze op grootstedelijke schaal de uitdagingen van mobiliteit, huisvesting en sociale mix wil aanpakken. Voor Brussel volgt Pierre Vanderstraeten dezelfde logica, al zou het concept van gedeeld bestuur zeker wat tandengeknars veroorzaken: “De metropool is voorzien in de Staatshervorming, maar hangt af van de goede wil en samenwerking van de gewestelijke regeringen. Omdat de bevolking wellicht zal blijven groeien en nieuwe verkavelingen onvermijdelijk zullen zijn, moet de opvang van deze bevolking in het grootstedelijk gebied worden gepland. Er moet worden nagedacht over een redelijke bevolkingsdichtheid en de ontwikkeling van werkgelegenheid en voorzieningen om te vermijden dat er zogenaamde slaapsteden buiten Brussel ontstaan.” In dit 32 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 In Chicago werden torengebouwen opgericht rond een gordel van parken. opzicht zou trouwens een herziening van de belastingen in de metropool de vlucht van de middenklasse naar de rand kunnen afremmen. “Gezinnen met een laag inkomen verhuizen nu ook naar Vilvoorde en Tubeke’, oordeelt Yves Rouyet. “De sociaal-ruimtelijke verdeling is omgekeerd in vergelijking met Parijs. De meer precaire bevolkingsgroepen bevinden zich in het centrum van de stad, wat op zich niet negatief is, want de nabijheid van diensten en werkgelegenheid is voor hen gunstig.” En wat betreft het onthaal van welgestelde klassen die hun rust willen beschermen, stelt Pierre Vanderstraeten vast dat “de mentaliteit verandert. De zogenaamde Bimby projecten (Build in my backyard) waarbij, zoals in Frankrijk, bestaande woonwijken een verdichting doorstaan op initiatief van de eigenaren, beperken de verstedelijking van nieuwe gebieden. Zulke ingrepen moeten echter plaatsvinden in de buurt van diensten en openbaar vervoer, voor een betere levensvatbaarheid en om geen nieuwe afhankelijkheid van de auto te veroorzaken.” Brussel kenmerkt zich door een sterk communitarisme. Volgens Pierre Vanderstraten “is dit vooral te wijten aan de wil van de welgestelden om zich te verschansen. De andere gemeenschappen hergroeperen zich dan op een meer passieve wijze om voordeel te halen uit wederzijdse hulp en solidariteit. De inclusieve stad berust op het concept van ‘gemeenschap – samenleving’ dat Ferdinand Tönnies in de 19e eeuw ontwikkelde. De anonimiteit van de binnenstad steunt de lokale samenleving en haar openheid voor diversiteit, terwijl de wijken sociale banden smeden. Om zijn plaats in de maatschappij te vinden, moet elke inwoner op deze twee dimensies inspelen. Er zijn in Brussel veel wijken, maar onvoldoende centra voor sociale vermenging.” Vraagstukken als de uitbreiding van de stad, mobiliteit en sociale vermenging wachten op oplossingen via het polycentrisme. ● Ophélie Delarouzée © Getty

Stedenbouw en Immobiliën De ontluikende verandering van energienetwerken Energieminister Alain Maron (Ecolo) R eeds in 2007 lanceerde het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een oproep tot ‘Voorbeeldgebouwen’, naast stimulansen voor energiezuinige renovatie en passiefbouw met milieuvriendelijke materialen. Sinds 2015 geldt voor nieuwbouw de verplichting van een vrijwel nulenergieverbruik, dat pas in 2021 in de Europese regelgeving van kracht zal worden. “Dankzij de passiefnorm werd Brussel een voorbeeld en konden zijn aannemers technisch meesterschap verwerven”, zegt Alain Maron (Ecolo), de Brusselse minister van Energie. “De uitdaging bestaat er vandaag in om gebouwen die aan het einde van de 19e eeuw werden opgericht, energievriendelijk te maken. Andere Europese stadscentra zitten met hetzelfde probleem, maar de eigenheid van Brussel ligt aan de precaire bevolking in het stadscentrum en het hoge percentage huurders. De Renovatiestrategie die aan het einde van de vorige legislatuur werd goedgekeurd, zal het tempo opvoeren, met een verplicht EPB-certificaat tegen 2025 en de voltooiing van vijf aanbevolen interventies tegen 2050 (één om de vijf jaar, op straffe van sancties die in 2024 worden bepaald). Er wordt ook gewerkt aan uniforme premies voor Renovatie en Energie om het systeem te vereenvoudigen. Verder moeten ook stedenbouwkundige belemmeringen worden opgeheven. Een dak lichtjes verhogen om het te isoleren wordt beschouwd als een verandering van dimensies die een vergunning vereist, als de gemeente de regelgeving strikt toepast.” Warmteverlies en grijze energie Schepen Yves Rouyet buigt zich over de onderliggende technische uitdaging: “Isolatie van buitenaf ontaardt het erfgoed, maar is van binnenuit moeilijk toe te passen. Als overheid moeten we een denkproces over de renovatie van gebouwen aanmoedigen door het organiseren van colloquia en door opdrachtgevers te stimuleren om innovatieve benaderingen aan te durven. Zuinige gebouwen zijn een Het stedelijk energiebeheer volgt nu een nieuw denkproces. Energieverlies wordt niet langer louter economisch bekeken. En de betere circulatie van deze energie is de voorbode van grote veranderingen. alternatief voor het technologisch isoleren van panden. Ze zijn zeker het overwegen waard.” Via zijn richtlijnen spoort hij de architecten aan om van Elsene een laboratorium voor thermische isolatie te maken. Hij pleit voor ecologische materialen met een geringe koolstofvoetafdruk, duurzame bouwplaatsen, renovatie eerder dan afbraak en het ontwerp van modulaire gebouwen. “Het tijdperk van de wegwerpgebouwen is voorbij”, stelt Alain Maron. “De reconversie van voormalige kantoren zorgde voor wat moeilijkheden, maar vandaag ontwerpen architecten modulaire, duurzame gebouwen. Als een pand toch wordt gesloopt, wordt gestreefd naar hergebruik van de materialen om de externe ecologische impact zo klein mogelijk te houden, want de productie van beton en cement vereist heel veel energie.” De lineaire economie wordt geleidelijk aan circulair en de energie begint in lussen te lopen. België behoort tot de Europese kampioenen inzake afvalrecycling. Brussel beschikt trouwens over een bijzonder vlot functionerend inzamelingssysteem, “maar er kan nog veel worden verbeterd”, aldus de minister. “De oranje zak zal geleidelijk worden verplicht om tijdens de volgende legislatuur een biomethaniseringsfabriek in dienst te nemen. We moeten ons eigen afval beginnen te verwerken om het niet meer in heel België of wereldwijd te verspreiden.” Het Gewest vertrouwt op wetenschappelijk onderzoek om de ecologische transitie uit te voeren. Vivaqua ging in Ukkel van start met een pilootproject om de warmte van afvalwater terug te winnen. Van zijn kant ontwikkelt Parijs een ondergronds koelingsnetwerk dankzij de Seine, ter vervanging van airconditioning. En ook een fabriek die, voor bouwprojecten, de ruwe, op de bouwwerf van de toekomstige Grand Paris Express opgegraven aarde zal terugwinnen. “Grote projecten zijn niet kenmerkend voor onze cultuur, maar in Brussel krioelt het van de innovatieve projecten”, besluit Alain Maron. ● Ophélie Delarouzée Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 33

Dynamiek Opnieuw succesvol na een mislukking In 2018 vroegen 3.102 Brusselse ondernemers het faillissement aan (in heel België ging het om 11.000 bedrijven). Ondanks de hoge aantallen zit dit onderwerp nog in een taboesfeer. Voor die mentaliteitsverandering organiseerde reStart een openhartige avond met Isabelle Arpin. W e weten hoe we met succes moeten omgaan, maar voor een mislukking beschikt niemand over een gebruiksaanwijzing. Toch is mislukken menselijk. Het doet deugd om dat goed te beseffen. Sinds maart 2017 schreven al 160 deelnemers zich in voor het reStartprogramma (zie kaderstukje). Meer dan de helft van hen ging opnieuw aan de slag als ondernemer en/of loontrekkende. Want daar gaat het om: je mislukking leren aanvaarden om met hernieuwde kracht zo snel mogelijk uit het dal te klauteren. De bekende chef Isabelle levert daarvan het Arpin Isabelle Arpin perfecte voorbeeld: “Je kunt op allerlei manieren met een faillissement te maken krijgen. Ik ben 34 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 zelf niet failliet gegaan, maar wel het restaurant waarin ik werkte. Psychologisch was dat voor mij een harde noot om te kraken. Je merkt dat mensen je anders bekijken, je sociale leven lijdt eronder, je zelfvertrouwen krijgt een deuk. Niet gemakkelijk.” Het leven heeft Isabelle Arpin niet gespaard, maar daar is ze sterker uit tevoorschijn gekomen. Zij trok de juiste lessen uit de tegenslag en stond al heel snel weer op eigen benen. Zij vertelt enthousiast: “Ik geloof dat het restaurant op 13 december failliet werd verklaard en op 19 februari ging aan de overkant van de laan al een gloednieuw restaurant open, dat nu ook onze eigendom is.” Toch geeft Isabelle toe dat ze geen geboren onderneemster is. “Ik voelde mij goed waar ik zat, rustte een beetje op mijn lauweren. Maar ik was niet vrij. Ik had veel moed, een beetje geld en kreeg steun van mijn omgeving. En het was een goed idee om heel snel te handelen. Ik had het geluk dat het team mij gevolgd is, mij bijstaat en nu functioneert als een goed geoliede motor!” En Isabelle Arpin is ongetwijfeld de brandstof voor die motor. Op tijd stoppen In alle transparantie over je ervaring praten geeft je het gevoel dat alles mogelijk is, vooral na een faillissement. Welke moeilijkheden ervaren ondernemers die er noodgedwongen het bijltje moeten bij neerleggen? Alle experts zijn het erover eens: wanneer een ondernemer de eerste alarmsignalen krijgt, kan hij geen afstand nemen en werkt hij koppig verder, soms zelfs heel alleen. “Wanneer ondernemers met ons contact opnemen is het in 50% van de gevallen te laat. Het bedrijf heeft dan geen overlevingskansen meer. Terwijl er wel degelijk herstelprocedures bestaan die bedrijven duurzamer maken”, zegt Jean-Pierre Riquet, jurist, fiscalist en expert van het Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden (COm) . Hij is ook bedrijfsleider van een KMO en fungeert een beetje als een tovenaar die niet alleen zijn product door en door kent, maar ook heel diverse vaardigheden beheerst. “Als hij onvoldoende afstand neemt, stopt hij altijd te laat. Hij heeft geen duidelijk beeld van de echte situatie van zijn zaak”, zegt Alain Henderickx, curator en advocaat gespecialiseerd in handels- en vennootschapsrecht. Nochtans volstaat soms een beetje gezond verstand om moeilijkheden te vermijden. Je hebt om te beginnen een goed onderbouwd financieel plan nodig om te starten. Jean-Pierre Riquet © Reporters © Getty © Reporters

Dynamiek Dat vermeldt je cashflowbehoefte: hoeveel geld moet je verdienen om geen verlies te boeken ? Dat bevestigt ook Philipp Oosterlincks, consultant, deskundige in ondernemerschap en vrijwillig medewerker bij de Vlaamse zelfstandigenorganisatie Alain Henderickx Dyzo: “Een ondernemer in moeilijkheden hoopt vaak tegen beter weten in. Als ik hem vraag of hij zichzelf nog een loon uitkeert, luidt het antwoord ‘neen’. Dat is een eerste alarmsignaal dat de ondernemer verwaarloost.” Je moet je ook goed omringen, zegt Alain Henderickx: “Als starter moet je terugvallen op een team: je boekhouder, een jurist enz. Te veel ondernemers bekijken hun erelonen als kosten, terwijl het investeringen zijn. Door regelmatig met hen te overleggen krijg je een heldere kijk op je bedrijf en vermijd je ernstige problemen.” Isabelle Arpin is het daarmee eens: “Met enige overdrijving kan ik zeggen dat ik vaker met mijn boekhouder bel dan met mijn moeder. Als ik ergens aan twijfel, bel ik hem. Ik wil zekerheid en nu al rekening houden met momenten waarop het minder goed zal gaan.” Anticiperen op moeilijkheden betekent ook andere oplossingen vinden dan een faillissement. Denk aan het bedrijf overlaten of vereffenen. Elke moeilijkheid biedt kansen Ondernemers die failliet zijn gegaan, houden daar meestal vier trauma’s aan over: zakelijk, financieel, sociaal en persoonlijk. “Maar elk moeilijk moment biedt ook kansen”, benadrukt Jean-Pierre Riquet. “Een programma als reStart legt die kansen bloot en toont concrete uitwegen. Een faillissement is geen mislukking, maar een fase in een proces.” In de Belgische wetgeving zitten trouwens hulpmiddelen voor gefailleerden: de kwijtschelding van schulden en het overbruggingsrecht. Het eerste betekent dat van elke zelfstandige die als natuurlijke persoon zijn activiteit uitoefent en failliet is gegaan, de restschulden worden kwijtgescholden die hij heeft gemaakt voor de goede werking van zijn activiteit. Hij mag dus met een schone lei herbeginnen. Het overbruggingsrecht biedt zelfstandigen die als natuurlijke persoon werken en hun activiteit stopzetten, onder bepaalde voorwaarden gedurende maximaal 12 maanden een sociaal inkomen. Nadat een ondernemer een faillissement heeft aangevraagd, heeft hij de natuurlijke reflex om zich schuldig te voelen, contact met relaties te verbreken en boos te zijn. Maar om dezelfde fouten te vermijden is vooral een scherpzinnige analyse vereist. “Je moet de realiteit onder ogen zien zonder iemand anders de schuld te geven. Wie wil herbeginnen, moet durven analyseren waarom het is misgelopen. Jezelf kritisch bekijken, maar zonder jezelf te pijnigen”, zegt Alain Henderickx. Vervolgens de tijd nemen om een nieuwe activiteit als ondernemer te starten. “Je moet het verleden achter je kunnen laten”, benadrukt Philippe Oosterlincks. “Als je te snel herbegint, zet je je te hard in en riskeer je opnieuw dezelfde fouten te maken.” En om niet in een depressie weg te zinken, heb je de steun van anderen nodig. “Je moet jezelf heruitvinden, persoonlijk en professioneel. Een tijdje voor iemand anders werken kan helpen om afstand te nemen, na te denken over de richting die je wil uitgaan enz.” Elke ondernemer kan vroeg of laat met een faillissement te maken krijgen. Je activiteit stopzetten is menselijk. Dat zegt ook Tarik Hennen, digital consultant bij Beci, die zelf herhaaldelijk dicht bij een faillissement kwam: “Uiteindelijk is een faillissement maar een juridische procedure om mensen te beschermen.” Vergeet niet dat angst om te mislukken gezond is. Dit beseffen en met anderen delen is heilzaam. ● Vinciane Pigarella Het reStart-programma: voor wie en waarom? De doelstelling is dubbel: • Gefailleerden in hun persoonlijk en professioneel leven bijstaan om te herbeginnen met een nieuw project, als ondernemer of loontrekkende. • Door middel van informatiesssies, rondetafelgesprekken en conferenties voor een mentaliteitswijziging bij failliete ondernemers zorgen als het over mislukkingen gaat. Zowel sociaal als economisch. Het programma duurt 5 maanden en staat open voor elke Brusselse ondernemer die minder dan twee jaar geleden met een faillissement te maken kreeg. Een kant-en-klaar nieuw project is niet nodig, wel de wil om constructief in het programma te stappen, bereid om te luisteren en te delen. Contact en info: Eric Vanden Bemden, coördinator • +32 563 68 56 • restart@beci.be • https://go.beci.be/restart Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 35 Philipp Oosterlincks © Reporters © Reporters

Transitie (Re)lighting is een kunst LED-verlichting boekte in de afgelopen jaren flinke vooruitgang. Op enkele uitzonderingen na is die vandaag de enige geloofwaardige verlichtingstechniek. Om geen blunders te begaan, laat u zich nochtans best bijstaan door een professioneel studiebureau. Light to Light heeft de verlichting van de winkel Absoludanse integraal nieuw ontworpen. F iorenzo Namèche is zaakvoerder van het bureau Light to Light. Hij omschrijft zichzelf als een cursif met een passie voor licht. Om een buitenruimte of een gebouw te verlichten, volgt hij steeds dezelfde stappen: “Eerst ontmoeten we de klant om inzicht te krijgen in zijn behoeften. Daarna bezoeken we de ruimte die relighting vereist. Zo kunnen we de werkelijke behoeften diepgaand analyseren en volledig inventariseren aan de hand van allerlei metingen Alle LEDs niet gelijkwaardig Inzake lichtarmaturen is er nog keuze genoeg bij Europese fabrikanten. Maar wat de lichtbronnen betreft, moeten we toegeven dat bijna alles tegenwoordig in China wordt geproduceerd. Hoe dan ook werken Light to Light en alle serieuze spelers alleen met apparatuur die het ENEC label draagt. Dit is de Europese norm die de nationale normen heeft vervangen (in België bijvoorbeeld het CEBEC-label). Alle Chinese producten zijn niet gelijkwaardig. Als het betrokken label niet op de geleverde apparatuur staat en u een beroep doet op een onbetrouwbare leverancier, riskeert u een serieuze teleurstelling. (luxmeter, fotografie …). We vragen ook om de energiefactuur in te kijken om de kost van de huidige verlichting te bepalen”, vertelt hij. In het studiebureau zet de ingenieur al deze gegevens op papier en ontwerpt hij een voorproject met een voorstel van dimensionering en een studie van de rentabiliteit. Als hieruit blijkt dat de kwaliteit van de verlichting kan worden verbeterd met een lager energieverbruik, stelt Light to Light het bestek en de documenten op waarmee dienstverleners kunnen worden geraadpleegd. “Deze voorbereidende fase is een belangrijke stap voor de klant. Dimensioneringsstudies kunnen namelijk worden gesubsidieerd. Bovendien zijn dergelijke voorafgaandelijke studies een voorwaarde om tijdens de tweede fase recht te hebben op subsidies voor de vervanging van de verlichting als zodanig.” Het studiebureau onderzoekt vervolgens de voorstellen van de verlichtingsleveranciers om na te gaan of de aangehaalde oplossingen wel degelijk overeenstemmen met de behoeften. “Wij checken elk voorstel en letten vooral op aanbiedingen die ons te goedkoop lijken (...) Leveranciers maken soms rekenfouten of vergissen zich in de keuze van de apparatuur.” Wanneer alles geregeld is, kan het werk van start gaan. Naast de werkzaamheden aan de verlichting kan de klant van de gelegenheid gebruik maken om gerelateerde elementen te laten controleren of verbeteren: de noodverlichting, de branddetectie of zelfs de plafonds. Light to Light werkt voor allerlei klanten: “Ik heb bijgedragen tot Lichtvisie, het straatverlichtingsplan van het Vlaamse Gewest. Ik zorgde voor de relighting van het zwembad van Vilvoorde, van de Noorddoorgang tussen de Nieuwstraat en de Adolphe Maxlaan of bijvoorbeeld ook van Absoludanse, een winkel van dansartikelen waarvan de verlichting volledig nieuw werd ontworpen om het comfortabeler te maken voor de klanten en tegelijk energie te besparen.” ● Johan Debière Steun van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Voorgaand onderzoek: een tussenkomst van 50% in de kosten, met verplichting om het lastenboek ‘verlichtingsaudit’ te volgen. Werkzaamheden: een premie van 30 tot 40% voor KMO’s en sociale organisaties, in het raam van het Energiepakket van Leefmilieu Brussel, met een maximum van € 15.000 per jaar en per aanvrager. 36 ❙ Brussel Metropool - februari 2020

Entreprendre Starter Macaria: anticiperen om volwaardig te leven en rustig te vertrekken Catherine Roupin lanceerde Macaria in september vorig jaar om iedereen te begeleiden die nadenkt over het einde van zijn of haar leven. De aanpak berust op een soort planning voor zichzelf, maar ook en vooral voor degenen die achterblijven. projecten, verlies van autonomie, voorbereiding van de begrafenis enz. Voor al deze elementen werk ik samen met partners." Ze volgde ook een opleiding euthanasie, zowel aan Franstalige zijde met Forum EOL (End Of Life) als aan Nederlandstalige zijde met LEIF (LevensEinde InformatieForum). M eer dan ooit blijft de dood een taboe in onze samenleving. We worden allemaal geboren maar zullen zeker niet allemaal op dezelfde manier heengaan. Het is daarom ook zinvol om hierop voorbereid te zijn. Voor zichzelf, natuurlijk, maar ook voor degenen die ons zullen overleven. "Dit is een van de grootste zorgen van mensen aan het einde van hun leven", zegt Catherine Roupin, de oprichtster van Macaria. "Ze maken zich vaak meer zorgen over hun geliefden dan over zichzelf. Elk verhaal is persoonlijk en vereist luistervaardigheid, geruststelling en begeleiding.” Catherine Roupin genoot een opleiding als apotheker en werd geboren in een familie van artsen. Haar hele carrière stond in het teken van de patiënt die ziek is en/of op zoek naar welzijn. "De dag voor zijn overlijden, had ik de kans om een prachtig gesprek met mijn vader te voeren”, herinnert ze zich. “Ik kon hem vaarwel zeggen en hem bedanken voor onze jaren samen. Ik heb ook zieke vrienden en patiënten tot het einde begeleid. Ik zag hoe belangrijk maar ook hoe moeilijk het is om te praten en je voor te bereiden op de laatste periode van het leven, tussen nu en de dood. Zo is dit project ontstaan, beetje bij beetje, om mensen die nog gezond zijn te helpen vrijuit over de dood te praten en wat hen zou kunnen helpen om hun levenseinde rustig te beleven zoals zij dat willen, voor zichzelf en voor hun dierbaren.” Catherine verliet daarom geleidelijk aan de apotheek en begon in september vorig jaar een nieuwe activiteit, die zich als volgt definieert: de globale planning van het einde van het leven. “Ik stel een "one-stop-shop"-aanpak voor, die zich uitstrekt van analyse tot planning en hulp bij de uitvoering van acties en oplossingen. Deze initiatieven zijn bedoeld om gemoedsrust te brengen in alle aspecten van deze levensfase: gezondheid, financiën, huisvesting, In de Griekse mythologie is Macaria de dochter van Hades en Persephone, en de godin van de gelukkige, rustige en vredige dood. Met Macaria biedt Catherine Roupin verscheidene begeleidingsformules en à la carte diensten aan. Ook organiseert ze regelmatig workshops en informatiesessies. "België telt momenteel één 67-plusser voor elke 3,8 personen tussen 18 en 66 jaar. In 2070 zal de verhouding één op 2,5 zijn. Bovendien zijn de kinderen van de naoorlogse babyboom nu senioren. Naarmate de levensverwachting toeneemt, zal de samenleving voor de ouderen moeten zorgen en meer aandacht aan hen besteden. Zo worden er bijvoorbeeld levenseinde-therapeuten aangeworven in bejaardentehuizen of ziekenhuizen.” De dood zal in de komende jaren niet lang meer een taboe blijven. Macaria zal hier hoogstwaarschijnlijk actief aan bijdragen. ● Info : www.macaria.be Guy Van den Noortgate Invest in starters Zeker doen: sluit u aan bij de gemeenschap van investeerders om jonge innovatieve ondernemingen in Brussel te steunen! • U draagt bij tot de economische ontwikkeling van Brussel • U diversifieert uw beleggingen • U geniet fiscale voordelen dankzij de "tax shelter" voor starters Hier moet u zijn: starters@beci.be • www.beci.be/starter Catherine Roupin. Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 37 D.R.

Legal Publicaties in het Belgisch Staatsblad: gedaan met het geknoei Stel u even voor dat een oplichter u aanstelt als bestuurder van een lege vennootschap of dat een malafide persoon zichzelf benoemt tot bestuurder van uw bedrijf. Dat zijn geen verzinsels: dergelijke misdrijven zijn al gepleegd en zijn te wijten aan gebreken in ons systeem van officiële publicaties. De overheid wil dat nu stoppen. Wat moet u weten om vandaag volgens de regels in het Staatsblad te publiceren? D e onregelmatigheden in de bewijsstukken bij publicatie in het Belgisch Staatsblad hebben geleid tot een hervorming van de indieningsprocedure van documenten bij de griffie. Die werd bovendien op nationaal niveau geharmoniseerd. Volgens Paul Dhaeyer, voorzitter van de Ondernemingsrechtbank van Brussel, was de aanscherping van de regels een noodzaak om een einde te maken aan de misbruiken die zich in de afgelopen jaren hebben voorgedaan. De strijd tegen valsheid in geschrifte en fictieve maatschappelijke zetels Zaakvoerders die documenten willen indienen, moeten voortaan hun identiteit bewijzen. Tijdens een interview met de krant L’Echo, gaf Dhaeyer daar onlangs toelichtingen over: “Ik wil er zeker van zijn dat de persoon die naar de griffie stapt, wel degelijk is wie hij of zij zegt te zijn, dat deze persoon bovendien een woonplaats heeft en het bedrijf een maatschappelijke zetel. We gaan die persoon dan ook vragen een document voor te leggen dat de bezetting van het pand bewijst: een huurcontract of een eigendomsakte. Om de veiligheid te waarborgen van degenen die met het bedrijf zullen contracteren, moeten we er zeker van zijn dat de maatschappelijke zetel bestaat, dat ook de aangegeven mandataris bestaat en inderdaad dit mandaat uitoefent, bereikbaar is en eventueel voor de rechtbank kan worden gedagvaard.” Gedaan met tussenpersonen die documenten voor derden indienen Tot voor kort was het gebruikelijk dat een hele resem tussenpersonen de publicatie van documenten in het Belgisch Staatsblad behandelden voor rekening van derden. Ondernemingsloketten, trustees, accountantskantoren of kamers van koophandel boden een dergelijke service. Dat is nu voltooid verleden tijd. Behalve door de mandatarissen van de vennootschap zelf, kan de publicatie in het Belgisch Staatsblad vanaf nu uitsluitend door een notaris worden aangevraagd. Wat is de nieuwe procedure voor het indienen van documenten bij de griffie? 1. Personen die een document willen indienen, moeten een attest invullen met hun identiteitsgegevens. Deze gegevens zullen worden bevestigd door het voorleggen van identiteitsdocumenten en de afgifte van een leesbare kopie van deze documenten. 2. Verder moet de indiener een eensluidend en ondertekend afschrift voorleggen van de notulen van de raad van bestuur of van de algemene vergadering die – krachtens de wet of de statuten van de vennootschap – het in het Belgisch Staatsblad te publiceren besluit hebben vastgelegd. 3. In het geval van een verandering van een bestuurder of van de zaakvoerder, moet de indiener de volgende documenten voorleggen: • een kopie van beide zijden van de identiteitskaart van de bestuurder of zaakvoerder die wordt vervangen. Indien het niet mogelijk blijkt om dit document voor te leggen, moet de reden hiervoor (bv. een ontslagen bestuurder) worden toegelicht aan de hand van een ondertekend document; • een kopie van beide zijden van de identiteitskaart van de bestuurder of zaakvoerder die is aangesteld. 4. In geval van een wijziging van de maatschappelijke zetel, moet de indiener een kopie voorleggen van het document die de bezetting van het pand bewijst (huurcontract, eigendomsakte, overeenkomst …). 5. Als de indiener een mandataris is die een dossier in de plaats van de bevoegde persoon indient, moet voor deze mandataris een gelegaliseerde volmacht worden overhandigd, behalve wanneer deze volmacht uitdrukkelijk wordt vermeld in de in punt 2 genoemde notulen. ● Alexis Bley, juridisch adviseur bij Beci ab@beci.be 38 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 D.R.

Management & HR Aanvaardt de werkgever binnenkort een video-CV als sollicitatiebrief 3.0? Kan de werkgever akkoord gaan met een evolutie van de traditionele sollicitatiebrief? Is het video-CV voortaan de nieuwe manier om zichzelf voor te stellen en te solliciteren? Veranderen de nieuwe media en video binnenkort de manier waarop sollicitanten zich bekendmaken? Dat kan, maar dan met enige voorzichtigheid. Een toelichting. (Coproductie) Amélie Alleman E en recruiter spendeert gemiddeld 11 seconden aan een CV. Genoeg om een mentaal beeld te schetsen van de kandidaat en te beslissen of hij of zij al dan niet beantwoordt aan het gezochte profiel. U stelt dagelijks vast dat ondernemingen steeds vaker aanwerven op basis van de soft skills en de persoonlijkheid van de kandidaat, naast de technische vaardigheden, het diploma en de kennis van zaken. Met die soft skills bedoelen we aanpassingsvermogen, aanleg voor management, interpersoonlijke vaardigheden, vlotte communicatie en houding. Stuk voor stuk zeer begeerde bekwaamheden. Hoe kun je dergelijke ‘zachte’ vaardigheden bij een kandidaat ontdekken zonder een interview via video, Skype of face-to-face? Vooral omdat de talloze koersveranderingen in loopbanen, de zogenaamde atypische profielen en de vele arbeidskrachten die op zoek zijn naar een zinvolle en waardevolle job het hele gebeuren bemoeilijken. Hoe geven we een kandidaat de kans om zijn keuzes, zijn verandering van oriëntatie en de relevantie van zijn vaardigheden uit te leggen als deze rode draad niet meteen in het CV opvalt? Het video-CV vertegenwoordigt de bijdrage van nieuwe technologieën en media aan de evoluerende arbeidsmarkt, geloof ik. Trouwens, wie heeft er vandaag geen smartphone met een camera of toegang tot een PC uitgerust met een webcam? Voorzichtig gebruik Je kan het video-CV nog het beste beschouwen als een aanvulling op het klassieke CV. De video schetst een context en onthult de persoonlijkheid, zonder echter het klassieke CV te vervangen. Het geeft een menselijke dimensie en meer betekenis aan een sollicitatie. Bepaalde profielen en beroepen waarbij een vlotte omgang met relaties van belang is, zullen spontaan een video gebruiken. We mogen nochtans meer introverte of cameraschuwe profielen niet discrimineren. Het is dus belangrijk om voorzichtig om te gaan met zulke video's. We mogen niets verplichten. Al kan het wel een handige tool zijn voor profielen die meer ontwikkelde soft skills vereisen, zoals in de communicatie, nieuwe media of de verkoop. Tot slot denk ik dat het video-CV de versie 3.0 van de begeleidende brief kan worden, althans voor bepaalde profielen. Maar er is nog een lange weg te gaan voordat dit de norm wordt. Het video-CV maakt gebruik van nieuwe media en geeft voorrang aan de menselijke dimensie in het rekruteringsproces. Op zich een interessante paradox voor een bedrijf dat zoekt naar talent met hoogontwikkelde soft skills, op een vaak verzadigde arbeidsmarkt. ● Amélie Alleman Fondatrice de Betuned Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 39 D.R. © Getty © Getty

Community Het Beci nieuws in beeld Beci en de Club van Lotharingen ontvingen de Eerste Minister Sophie Wilmès, die over haar persoonlijke en professionele achtergrond vertelde en vragen van onze leden beantwoordde. “We dromen allemaal van juridische en administratieve vereenvoudiging. Toch zorgen onze complexiteit, ons vermogen om ondanks alles te functioneren en onze aanleg voor consensus voor de internationale erkenning van België”, verklaarde mevrouw Wilmès, de eerste vrouw die deze functie in ons land bekleedt. Sophie Wilmès, naast de de CEO van Belfius Marc Raisière (L.) en de voorzitter van de Club van Lotharingen Herman Craeninckx. Voormalig Eerste Minister Mark Eyskens, naast Evelyn Gessler (Decider’s). In januari ondertekende Beci #GoForBruxelles 2030, de sociaaleconomische strategie van de Brusselse regering. Zie ook onze Woord vooraf. Jan De Brabanter, secretaris-generaal van Beci-VOB. 40 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 © Marie-Noëlle Cruysmans © CESRBC-ESRBHG

Community Brussel van de ondernemers In de voetsporen van Catherine Bodson Op 50-jarige leeftijd besloot Catherine Bodson haar levensloop een radicaal andere wending te geven. Ze had een internationale carrière achter de rug, zowel in de privé sector als bij Europese overheden, toen ze aan een ondernemerstraject begon met de oprichting van Pipaillon, een ambachtelijke conservenfabriek in hartje Brussel. Het concept berust op de knowhow van weleer voor de productie van conserven in glazen stopflessen: jams, chutneys, tapenades en kruiderij gemaakt van verse, biologische en lokaal geteelde en gekweekte producten. Als fijnproever, liefhebber van heerlijke producten en verdediger van ambachtelijke kennis, verklapte Catherine Bodson ons haar favoriete adresjes in Brussel. Waar ze graag rondwandelt? Voornamelijk in twee wijken: het voortdurend veranderende stadscentrum waar Pipaillon zijn winkel heeft: de Vlaanderenstraat, Sint-Katelijne, de kades... en de gloednieuwe voedselmarkt Wolf! En verder de wijk Lepoutre-Brugmann, waar ik sinds het vertrek van de kinderen woon: alle winkels liggen op loopafstand, je vindt er een echt stedelijk leven, maar de wijk ligt toch dicht bij mooie parken en bossen, zoals het Terkamerenbos of het Zoniënwoud. De kroeg waar je vrienden ontmoet? Tortue, in de Edith Cavellstraat. Een adres dat alles combineert wat ik leuk vind: een wijnbar met natuurlijke producten, een echt gevoel dat je welkom bent bij Yann en zijn bende, genereuze gerechten, een intieme sfeer en vrolijke klanten. Ondanks een piepkleine keuken serveren ze heerlijke bereidingen. De geroosterde ricotta is een speciale vermelding waard! Een gastronomisch restaurant? Spreekt me minder aan. Ik geef de voorkeur aan een genereuze, gezellige en smaakvolle keuken, zonder poespas, zoals bij Jamil's l'Intemporelle. Ik raad zijn geweldige omega 3-tartaartje aan, een delicatesse! Dit allemaal zonder tralala! Om de dag optimaal te beginnen … Bij Matinal, Franz Merjaystraat. Een minimalistische bakkerij, waar je niets anders vindt dan het hoofdzakelijke en waar je koffie rechtstaand drinkt, op zijn Italiaans. Régis is de enige die me in het weekend uit mijn bed krijgt. De broden, stokbroden en gebakjes zijn allemaal gemaakt van natuurlijk meel. En daarnaast heerlijke boter, room, rauwe melk (donc comma entre room et rauwe melk) en scharreleieren! Een ongewone plek ? De Villa Empain en de Boghossian Stichting die er nu gevestigd is. Ideaal om je in de wereld van de jaren '30 onder te dompelen, om er te lunchen (lekker eten bij Tero!) en er te genieten van de kwaliteit en originaliteit van de tentoonstellingen. Cultuur? Ik bezoek graag het Paleis van Schone Kunsten. De kaart van de Vrienden van de Musea geeft onbeperkt toegang tot de collecties en geeft me het gevoel een permanente gast te zijn. Vaak gaan mensen er alleen naartoe voor een tijdelijke tentoonstelling. Jammer, want de collecties zijn oneindig rijk en het is een waar genoegen om verloren te lopen in de museumzalen. Een voedingszaak? Niet één maar meerdere adressen langs een kleine wandeling in eenzelfde wijk. Begin bij Chez Petré in Ukkel: allerlei gevogelte en een warm welkom. Wat verder vind je vrijdagse biomarkt op het Brugmannplein, met kaashandelaar Jacques Defrenne, slager Stéphane March en de Ferme du Gasi voor groenten en fruit. ● Elisa Brevet Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 41 D.R. D.R.

Community Kleine verhalen over grote ondernemers Nathan Blecharczyk, Brian Chesky en Joe Gebbia, medeoprichters van Airbnb. Drie jongeren die van nul starten: het zotte verhaal van Airbnb Op enkele jaren tijd heeft Airbnb de wereld van de kortetermijnverhuring grondig door elkaar geschud. Het platform is intussen beschikbaar in 191 landen – wel niet in Iran, Syrië en Noord-Korea – en heeft een geschatte waarde van 30 miljard dollar. Vierdelig verslag van een duizelingwekkend parcours. 1. Het idee: Eind 2007 staat Brian Chesky aan het hoofd van een kleine ontwerpstudio in San Francisco. Zijn huisgenoot Joe Gebbia is werkloos. Wanneer hun huisbaas de huur wil verhogen, zoeken de twee een oplossing. Brian weet dat er binnenkort een conferentie over industrieel design plaatsvindt en dat alle hotels vol zitten. De huisgenoten zien hierin een kans: op 48u tijd ontwikkelen ze een eenvoudige website waarmee ze bij hen thuis een luchtmatras (‘airbed’) inclusief ontbijt aanbieden. Er komen drie gasten logeren, wat hun zo'n 1.000 dollar opbrengt. Waarom niet verder doen? Brian contacteert Nathan Blecharczyk, zijn vroegere huisgenoot en oud-student van Harvard. Brian houdt zich bezig met de strategie en de financiële kant, Nathan met technologie en Joe met design. Het bedrijfje Airbedandbreakfast is geboren. 2. Bedankt, ontbijtgranen! In 2008 stellen Brian, Joe en Nathan hun project voor aan kennissen. De feedback is negatief: de website werkt niet goed en ze hebben geld nodig om hun concept verder uit te werken. Om fondsen te werven, ontwerpen de oprichters dozen voor ontbijtgranen geïnspireerd op de kandidaten voor de Amerikaanse Square Haunting (Francesca Wade) : In het begin van de 20e eeuw verzamelde de artistieke beaumonde van Londen zich in de wijk Bloomsbury. De schrijfster van dit boek zoomt in op Mecklenburgh Square waar op een gegeven moment vijf fascinerende vrouwen woonden, onder wie Virginia Woolf. Faber & Faber 42 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 presidentsverkiezingen: “Obama O’s” en “Cap’n McCains”. In twee maanden verkopen ze 800 dozen voor 40 dollar per stuk. Dankzij dit succes ontmoeten ze Paul Graham, medeoprichter van de incubator Y-Combinator, waar Brian, Joe en Nathan zich in januari 2009 bij aansluiten. Ze krijgen een financiering, veranderen van businessmodel (van luchtmatras naar een concept tussen een hotel en couchsurfing in), en van naam: Airbedandbreakfast wordt Airbnb. 3. In the picture: Toch breken ze niet helemaal door. Paul Graham adviseert hen om in New York enthousiaste gebruikers te gaan ontmoeten. Zo zien ze in dat de advertentiefoto’s van slechte kwaliteit op de website het probleem zijn. Zonder twijfelen kopen ze een fototoestel om zelf de beste kiekjes te nemen. Airbnb neemt daarna een hoge vlucht en haalt 600.000 dollar op bij Sequoia Capital. 4. Het succes: Een paar maanden later wordt het platform uitgebreid naar alle soorten logies. In maart 2009 stond de teller voor Airbnb op 2.500 advertenties en bijna 10.000 gebruikers. ● Elisa Brevet Fatsoen (Cicero): Ze blijven tot de verbeelding spreken, die Romeinen. Duizenden jaren na zijn dood, zijn de geschriften en gedachten van de meester-politicus Cicero nog even sprankelend en actueel. Fatsoen is Cicero’s filosofische testament, in de vorm als een brief aan zijn zoon. Athenaeum On Earth We’re Briefly Gorgeous (Ocean Vung): De kans dat u al een autobiografische poëtische roman hebt gelezen van een Vietnamees-Amerikaanse auteur is eerder klein. Wel, het wordt tijd dat u dat doet. Een buitengewoon gepassioneerd en liefdevol familierelaas. Penguin Press V.R.

Community INDEX VAN BEDRIJVEN EN ORGANISATIES DIE IN DIT NUMMER STAAN Arizona BVBA, Uilenstraat 123 - 1150 Brussel NACE : 59113 - Productie van films, m.u.v. bioscoop- en televisiefilms Afg. : Eric Vandecasteele Atos Worldline NV, Haachtsesteenweg 1442 - 1130 Brussel NACE : 62090 - Overige diensten op het gebied van informatietechnologie en computer 64922 - Verstrekken van hypothecair krediet - 66199 - Overige ondersteunende activiteiten in verband met financiële diensten, exclusief verzekeringen en pensioenfondsen, n.e.g. Afg. : Vincent Coussement BBuild Constructions BVBA, Keyenbemptstraat 109 - 1180 Brussel NACE : 43999 - Overige gespecialiseerde bouwwerkzaamheden Afg. : Stanislav Birg Bouzamour Dawya , NationaleMaatschappijlaan 24 - 1070 Brussel Afg. : Dawya Bouzamour Butterfly&CO BVBA, Kroninglaan 129 - 1200 Brussel NACE : 70210 - Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie Afg. : Elise Falmagne CESI - Médecine du Travail VZW Konrad Adenauerlaan 8 - 1200 Brussel Afg. : François Leruth Climact NV, Place de l'Université 16 - 1348 Ottignies Louvain-laNeuve NACE : 58290 - Overige uitgeverijen van software 63110 - Gegevensverwerking, webhosting en aanverwante activiteiten, 64200 - Holdings Afg. : Pascal Vermeulen Cool Beans Foods BVBA, Robert Dalechamplaan 17 - 1200 Brussel Afg. : Diane Noyes Dotstep BVBA, Erfprinslaan 24 - 1200 Brussel NACE : 62020 - Computerconsultancy-activiteiten 70220 - Overige adviesbureaus op het gebied van bedrijfsbeheer; adviesbureaus op het gebied van bedrijfsvoering 82990 - Overige zakelijke dienstverlening, n.e.g. Afg. : Laetitia van Wijck DVC - Electronic Design & Manufacturing NV, Korporaal Trésigniesstraat 6 - 1190 Brussel NACE : 29310 - Vervaardiging van elektrische en elektronische benodigdheden voor motorvoertuigen Afg. : Marc Vertongen Elisa Brevet, Koningsveldstraat 51 - 1040 Brussel NACE : 63910 - Persagentschappen, 70210 - Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie Afg. : Elisa Brevet Fineduc Belgium NV, Koningstraat 192 - 1000 Brussel NACE : 85429 - Hoger onderwijs, n.e.g., 85599 - Overige vormen van onderwijs, 85609 - Overige onderwijsondersteunende dienstverlening Afg. : Marie-Charlotte Schots Félicité Djimtoloum pp, Grootgodshuisstraat 30 - 1000 Brussel Afg. : Felicité Djimtoloum ISIS DiES CVBA, Aalststraat 7-11 - 1000 Brussel Afg. : Gaetan Moyersoen Karim Sebaihi (Colis-Clic. com) pp, Avenue Lamarche 57 - 7160 Chapelle-Lez-Herlaimont NACE : 47910 - Detailhandel via postorderbedrijven of via internet, 62020 - Computerconsultancyactiviteiten Afg. : Karim Sebaihi Laurent Housen pp, Kroonlaan 340 - 1050 Brussel NACE : 69101 - Activiteiten van advocaten Afg. : Laurent Housen LD Medical Devices / Avisteril , Rue Massart, 13. - 1490 Sart Messire Guillaume. Afg. : Luc De Myttenaere Lemonnier Nathalie pp, Coghenlaan 210 - 1180 Brussel NACE : 85592 - Beroepsopleiding , 85599 - Overige vormen van onderwijs, 86909 - Overige menselijke gezondheidszorg, n.e.g. Afg. : Nathalie Lemonnier Leurquin et Associés BVBA, Tedescolaan 7 - 1160 Brussel NACE : 69101 - Activiteiten van advocaten Afg. : Emmanuel Jacubowitz Partyhomerent BVBA, SintKatharinastraat 7 box 4 - 3300 Tienen NACE : 56210 - Catering, 7729301 - de verhuur van vaat- en glaswerk, keuken- en tafelgerei, elektrische huishoudap Afg. : Tinne Milis Placs BV, Tomberg 10 - 1930 Zaventem NACE : 70210 - Adviesbureaus op het gebied van public relations en communicatie Afg. : Pierre Lorquet Pro-Pay NV, St.-Stevens-Woluweweg 55 - 1130 Brussel NACE : 82110 - Diverse administratieve activiteiten ten behoeve van kantoren Afg. : Geert Van Hoye Sotrexco International NV, Rue Bruyère St-Jean 81 - 1410 Waterloo NACE : 46494 - Groothandel in niet-elektrische huishoudelijke artikelen, 47592 - Detailhandel in verlichtingsartikelen in gespecialiseerde winkels Afg. : Victor Saragossi YodaCity , Waterloosesteenweg 834 - 1180 Brussel NACE : 62020 - Computerconsultancy-activiteiten, 63120 - Webportalen, 94994 - Verenigingen op het vlak van milieu en mobiliteit Afg. : Armand Chariot Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 43

Community 04.06 Actualités de droit social dans la fonction publique (1) 05.06 Les vendredis de l’actualité sociale (1) VERKOOP, MARKETING EN BEDRIJFSCOMMUNICATIE 11.02 Atelier prospection : comment trouver de nouveaux clients ? (1) 13.02 Apprenez à réseauter et franchissez la barrière de l’introversion (1) ICT 13, 20 & 27.02 Lunch digital 5, 12, 19 & 26.03 Lunch digital 2, 9, 16, 23 & 30.04 Lunch digital 7, 14, 21 & 28.05 Lunch digital 4, 11, 18 & 25.06 Lunch digital ➜ Caroline Coutelier +32 2 643 78 13 – cco@beci.be OPLEIDINGEN OP MAAT U vindt de opleiding niet die u zoekt? Contacteer ons! Ons opleidingsaanbod wordt opgesteld in functie van de vragen die u ons stelt. U wilt uw vaardigheden ontwikkelen, uw medewerkers beter laten presteren, de teamgeest in uw onderneming versterken? ➜ Caroline Coutelier +32 2 643 78 13 – cco@beci.be SOCIALE WETGEVING 05.03 Actualités de droit social dans la fonction publique (1) 12.03 Plan cafétéria : la rémunération à la carte pour tous ? (1) 17.03 Remboursement de frais à vos travailleurs (1) 26.03 La prime d’innovation : récompensez vos travailleurs créatifs par une prime 100 % nette ! (1) 02.04 Élections sociales 2020 : autour de la procédure électorale et du jour du vote (1) 23.04 Le trajet de réintégration en pratique dans le secteur public (1) 05.05 La prévention et la gestion des assuétudes : de quels outils dispose l’employeur public ? (1) 28.05 Missions et fonctionnement des organes sociaux (1) 44 ❙ Brussel Metropool - februari 2020 STARTERS & RESTARTERS 17.02 Lunch Starter 4.02 Plan financier, remuneration, rôle du comptable (1) 2, 9, 16, 23 & 30.03 Lunch Starter 3.03 Ce que vous devez savoir avant de vous associer (1) 3.03 Apprenez à lire les comptes de votre entreprise (1) 17.03 Quelles solutions de financement pour votre entreprise - 1819 (1) 17.03 Les solutions de financement de Finance & Invest Brussels (1) 6, 13, 20 & 27.04 Lunch Starter 21.04 Plan financier, remuneration, rôle du comptable (1) 4, 11, 18 & 25.05 Lunch Starter 19.05 Ce que vous devez savoir avant de vous associer (1) 12.06 Actualités « compensation & benefits » (1) 18.06 HR-vinger aan de pols: update sociaal recht (1) 24.09 Temps et facilités accordés aux représentants syndicaux : la contradiction surmontée ? (1) ➜ Frédéric Simon +32 2 643 78 17 – fs@beci.be

Community 25.05 Apprenez à lire les comptes de votre entreprise (1) 1, 8, 15, 22 & 29.06 Lunch Starter 02.06 Quelles solutions de financement pour votre entreprise - 1819 (1) 02.06 Les solutions de financement de Finance & Invest Brussels (1) ➜ Emmanuelle Einhorn starters@beci.be 6.03 Export to the US and comply with the Food & Drug Administration ➜ Beci’s International Department +32 2 210 01 77 - jpm@beci.be 13, 20 & 27.02 Beci Welcome Lunch 4, 11, 18 & 25.03 Beci Welcome Breakfast 5, 12, 19 & 26.03 Beci Welcome Lunch 1, 8, 15 & 22.04 Beci Welcome Breakfast 13, 20 & 27.02 Workshop Digichambers 2.0 2, 9, 16 & 23.04 Beci Welcome Lunch (1) Enkel in het Frans (2) De voertaal is Frans maar de documentatie is ook (volledig of gedeeltelijk) in het Nederlands beschikbaar Schrijf u in op één of meerdere opleiding(en) en geniet subsidies van het Brussels Gewest: 50% van de opleidingskost (min. investering: 1.000 €) Vlaams Gewest: via de KMO-portefeuille (min. projectbedrag: 100 €) Bekijk onze volledige agenda op www.beci.be INDEX VAN BEDRIJVEN EN ORGANISATIES DIE IN DIT NUMMER STAAN Absoludanse Airbnb Artexpo AUC, L’ Aviato BeCommerce Betuned Boghossian Stichting Centrum voor Ondernemingen in moeilijkheden Club van Lotharingen CIT Blaton Citydev Creatis Daoust Davids, Les Dyzo 36 42 4 22-24 5 5 39 41 34-35 4 ;40 20-21 28-29 28-29 11 20-21 34-35 Echa – Europees agentschap voor chemische stoffen Enterprise Europe Network Ferme du Gasi Google Benelux Interparking JCX Immo Light to Light Matinal MIT Pétré Pipaillon Tero Title Media Tortue UCL Universiteit Parijs XII 18 18 41 16-17 4 20-21 36 Louvain School of Management 10 Macaria 37 41 10 41 41 41 11 41 10 ; 31-32 10 Vias Wolf Y-Combinator Brussels Airport Company Citymesh Mobly Nokia Orange Belgium PwC Strategy& ULB VUB Whyte Corporate Affairs Actiris Brussel Mobiliteit NMBS VDAB 15.04 Welkomsaperitief 6, 13, 20 & 27.05 Beci Welcome Breakfast 7, 14 & 28.05 Beci Welcome Lunch 3, 10 & 17.05 Beci Welcome Breakfast 4, 11 & 18.05 Beci Welcome Lunch ➜ Beci Events +32 2 643 78 13 – events@beci.be 26-27 41 42 7-9 7-9 7-9 7-9 7-9 7-9 7-9 7-9 7-9 7-9 7-9 ; 12-15 12-15 12-15 12-15 Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 45

Agentschap lijn 93 KBCMobile Brussels 95% van uw verrichtingen waar u ook bent. kbcbrussels.be/overal V.U. : KBC Group NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. BTW BE 0403.227.515, RPR Brussel.

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
Home


You need flash player to view this online publication