33

De dichtheid die metropolen verdienen De behoefte aan grond in steden rechtvaardigt een andere aanpak van nieuwbouw, maar mogelijke oplossingen botsen algauw tegen politieke en particuliere belangen. Bouwen is soms overbodig: in Ukkel wordt het voormalige Edith Cavell ziekenhuis omgebouwd tot woningen. I n tegenstelling tot Parijs heeft Brussel heeft geen gecentraliseerd bestuur. Hier hebben 19 burgemeesters en het Gewest het voor het zeggen. Yves Rouyet is een gemeenteraadslid dat zich eind 2018 is gaan bezighouden met stedenbouw. Deze stedenbouwkundige en geograaf dook in de duurzaamheidsproblematiek via zijn partij Ecolo – en 12 jaar op de oppositiebanken, met de uitdagingen van Elsene. Hij droeg bij tot minder asfalt in de openbare ruimtes en de binnenplaatsen van nieuwe sociale woningen. Hij heeft een moestuin en zijn biodiversiteit kunnen redden door af te zien van een gemeentelijk project. Zijn boodschap aan vastgoedontwikkelaars is avantgardistisch: “Bij elke bouwvergunning vernieuw je de stad een beetje. Helaas kopen projectontwikkelaars grond tegen ongehoorde prijzen en bouwen daarop projecten met een hoge dichtheid en een lage kwaliteit. Ze richten zich op marktniches met dure vierkante meters, zoals studentenkamers, en mikken op de top van de markt. Om deze speculatie met grond en vastgoed te doorbreken, zijn we de bouwvergunningen van onaanvaardbare projecten gaan weigeren. De ontwikkelaars geraakten hierdoor onthutst, want zij waren afwijkingen van stedenbouwkundige regels in Elsene gewoon. Anderzijds hebben wij hun investeringen willen veiligstellen met de schriftelijke richtlijnen van onze stedenbouwkundige visie. Met de 30 aandachtspunten daarin kunnen ze vanaf de ontwerpfase rekening houden om te vermijden dat hun projecten worden afgewezen.” De milieugebonden criteria beperken drastisch het kappen van bomen. Ze voorzien het planten van nieuwe bomen. Ze zorgen voor het behoud of zelfs de uitbreiding van vollegrondoppervlakten. Ze bevorderen de biodiversiteit. Ze voorzien doorlaatbare bodems die regenwater opvangen. Ze vermijden bebouwing binnen huizenblokken. En ze zorgen voor de rust binnen de huizenblokken door de indeling van appartementen om te keren, zodat woonkamers en horecaterrassen naar de straat zijn gericht, en de slaapkamers naar de achterzijde. De schepen oordeelt dat de binnenring nu een behoorlijke dichtheid heeft bereikt, maar er is nog veel werk aan bestaande gebouwen. Zijn gemeente is in het Gewest de minst bedeelde voor sociale huisvesting. Toch zoekt hij met zijn collega belast met huisvesting naar mogelijkheden in de vastgoedprojecten. Die wegen echter niet op tegen het aantal privé gebouwen – waar hij de bijbouw van extra verdiepingen tracht te vermijden, evenals de indeling van neoklassieke huizen in meer dan drie woningen. Hij weigert een evolutie naar een overdreven en moeilijk te verdragen bevolkingsdichtheid zoals in Parijs. “Bij elk project bekijk ik de kaarten die voor de voorbereidende werkzaamheden van het GPDO zijn gemaakt en waarmee de bestaande dichtheid in huizenblokken kan worden vergeleken met de ideale dichtheid, volgens criteria als toegankelijkheid, voorzieningen en groenvoorzieningen. Omdat deze studie niet in het GPDO werd opgenomen, hebben hier weinig mensen kennis van. Ik beschouw dit document als een soort bijbel, al mogen we nooit dogmatisch optreden en moeten we elk project apart beoordelen. Ik geloof dat een aantal wijken nog wat dichter kunnen worden bevolkt in buurten die bijzonder toegankelijk zijn.” Brussel Metropool - februari 2020 ❙ 31

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication