92

6 Houten vloeren De structuur van houten vloeren bestaat uit een laag balken, dwarsverbindingen en een betimmering (inclusief zwalpen). Het geheel steunt op de draagmuren met de kleinste overspanning. De balken worden in de muur ingewerkt of rusten op een kraagstuk (een naar voren springend stuk metselwerk of hout dat een balk of een andere last draagt). De balken moeten minstens 7 cm op het metselwerk steunen. Alle hout moet vooraf een beschermende behandeling krijgen. De bovenzijden van de vloerribben worden in een horizontaal vlak gelegd en droog in het metselwerk bevestigd. De balken aan de zijkanten worden op 3 tot 5 cm afstand van de muren gelegd en er tegen vastgezet. Om de anderhalve meter worden de vloerribben aan de hand van verankeringen stevig met elkaar verbonden zodat men een onvervormbaar geheel krijgt dat niet kan gaan doorknikken aan de zijkanten. Om elk gevaar op het doorslaan van brand te voorkomen, plaatst men de jukbalken en de vloerribben minstens 20 cm van de binnenzijde en minstens 10 cm van de buitenzijde van de rook- en ventilatiekanalen. Men mag evenmin houtwerk verankeren in een gemeenschappelijke muur. Komt er een plankenvloer boven een niet-bewoond vertrek (een kelder, een garage en andere onbewoonde ruimtes), dan moet u warmte-isolatie met dampscherm plaatsen. Om de geluidsoverdracht in te dijken, kan u de holle ruimte tussen de balken opvullen en de oppervlakken van elkaar scheiden door een membraan onder de vloerpanelen. In dit geval worden de vloerplanken vastgeschroefd. Een houten vloer biedt vele voordelen en is perfect geschikt voor eengezinswoningen. Vloeren uit gewapend beton Vloeren in ter plaatse gestort beton vormen een vloerplaat uit één stuk. Ze worden gewapend met stalen staven of netten. De onderste staven (weerstandstaven) die in de richting van de overspanning worden aangebracht, vormen de voornaamste wapening. Ze moeten de buig- en trekbelasting opvangen. De bovenste staven (verdeelstaven) hebben tot doel de permanente en tijdelijke belasting over het hele oppervlak te verdelen. De wapeningsstaven worden onderling met binddraad verbonden. Komt de vloerplaat rechtstreeks in aanraking met de bodem, dan wordt ze gestort op een bekisting van puin, gestabiliseerd zand, een ondoordringbare folie, enz. Vormt de vloerplaat de scheiding tussen twee verdiepingen, dan is er ook een bekisting nodig. Deze kan slechts worden verwijderd als het beton volkomen hard is, hetzij na 21 tot 28 dagen. Prefab vloeren Het gaat om vloerplaten uit prefab elementen waarmee men tijd en materiaal uitspaart (geen bekisting, minder stutwerk, enz.). Semi-prefab vloeren Ze bestaan uit voorgespannen betonbalken in de vorm van een omgekeerde “T” (“T”-liggers) en holle vulpotten uit terracotta, die tussen de rijen voorgespannen balken worden aangebracht. Deze vulpotten bestaan uit meerdere afgesloten holle ruimten, die de warmte- en geluidsisolatie bevorderen. De onderzijde van de vulpotten en balken moet ruw zijn, zodat men er de plafondbepleistering rechtstreeks kan op aanbrengen. De vloer vormt uiteindelijk toch een geheel dankzij het beton van de drukplaat dat boven op de elementen wordt gestort en minstens 3 cm dik is. De vulpotten kunnen ook vervaardigd zijn uit andere materialen als beton, plaatstaal of gevormd geëxpandeerd polystyreen. 92 isolAvA

93 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication