93

6 Holle betonwelfsels Het zijn al dan niet voorgespannen elementen in de vorm van een rechthoek met twee effen zijden en doorkruist door cilindervormige holtes die het gewicht verminderen. Ze bestaan in verschillende diktes en worden op de juiste lengte (volgens plan) geleverd. Dergelijke elementen zijn wel groot: de vrachtwagen moet dus op de werf kunnen rijden en er moeten geschikte hijsmachines aanwezig zijn. pleiterlaag bedraagt 10 mm. Spuitpleister Dit product brengt men aan met behulp van een spuitmachine. Het pleister moet in een laag van 10 mm gespoten worden en vervolgens afgestreken, met het raapbord of plakspaan bewerkt en gladgeschuurd. Enkele praktische tips Prefab vloerplaten Deze betonnen breedvloerplaten hebben een volkomen effen onderzijde die perfect glad is en klaar om te worden geverfd. De bovenzijde is ruw en voorzien van wapening voor een optimale verbinding met het drukbeton. Ook in dit geval is het noodzakelijk dat de vrachtwagen tot op de werf kan rijden. Alvorens men de versterkende betonlaag stort, maakt men de vloer schoon, bevochtigt men hem en legt men de eventuele wapening bloot. Eén tendens: doorgaans mag de afwerking van muren en plafonds dan al met nat pleisterwerk gebeuren, toch wint droog pleisterwerk (platen en blokken) elke dag terrein. Lees de volgende pagina’s rustig door: ze bulken van de nuttige tips om eindelijk dat extra vertrek af te bakenen of eindelijk die zolder te renoveren! Pleisterkalk Gipsmeel of pleisterkalk is eigenlijk gebrand gips. Het wordt gebruikt in de vorm van een wit poeder dat na toevoeging van water vorm krijgt en een solide maar tegelijk zachte massa oplevert. Gipsmeel voor pleisterwerk verkrijgt men dan weer door toevoeging van additieven. Het pleisterwerk Bedoeling van het pleisterwerk is de binnenmuren, die doorgaans in “gewoon” metselwerk werden opgetrokken, mooi effen te maken. Hoewel het klassieke pleisterwerk vandaag zeker nog bestaat, kiest men toch al vaak voor zichtbaar metselwerk of voor prefab gipselementen (blokken of platen). Men heeft enerzijds dus het “natte” pleisterwerk en anderzijds het “droge” pleisterwerk (platen en blokken). Het natte pleisterwerk Het gebruikte pleister is een wit poeder dat bestaat uit gipsmeel, gebluste kalk, bindingsvertragers en watervasthoudende producten. Sommige pleisters bevatten geëxpandeerd perliet, wat ze lichter maakt en de thermische isolatie ten goede komt. Manueel aan te brengen pleister Het is klaar om aan te maken en wordt geleverd in zakken. Dit product kan men op elk type metselwerk aanbrengen, behalve dan op niet-absorberende gladde oppervlakken. De minimale dikte van de Alvorens met de pleisterwerken te starten, moet u • oneffenheden wegwerken; • stof en vuil verwijderen; • barsten en scheuren dichtmaken; • erg droge of poreuze oppervlakken eerst bevochtigen en zo nodig voorbehandelen; • waterdichte of te gladde oppervlakken eerst opruwen; • vermijden dat u werkt met oppervlakken die verzadigd zijn met water; • metalen delen goed beschermen of afdekken (tegen roestvorming); • de nodige beschermings- of afwerkingsprofielen plaatsen (hoekbeslag, uitzetvoegen, geleidingsprofielen, enz.); • de uitzetvoegen open houden; • niet bepleisteren bij temperaturen onder de 5 °C; • niet bepleisteren bij te hoge vochtigheid; • niet schilderen, behangen alvorens het pleisterwerk volkomen droog is (na ongeveer 2 of 3 weken). En we hebben nog een - niet exhaustief - lijstje met nuttige tips: • het is van groot belang dat het pleister niet té snel opdroogt. Te snel drogen kan onder meer leiden tot te week pleisterwerk, krimpscheuren en een slechte hechting op de ondergrond. Om het pleister langer vochtig te houden, kan men watervasthoudende producten toevoegen aan het voorgemengde gips; • alvorens met de pleisterwerken te starten, moet u uitbloeiingen (muuruitslag) op het metselwerk verwijderen; • beton moet minstens 6 weken oud zijn en helemaal droog voor het kan worden bepleisterd; • op een gemengde ondergrond (metselwerk en hout, metaal, enz.) spant men over de verbindingsvoeg een tegen roest behandeld metaalgaas; • op de plaats waar het plafond en de muren samenkomen, kunnen kleine scheurtjes ontstaan. Opdat die barstjes zich precies in de hoek zouden bevinden, maakt men met het truweel een insnijding aan de rand van het plafond. Dit gebeurt nadat het pleister zich heeft vastgehecht maar vóór het helemaal hard is. Op de insnijding wordt later een nieuw dun pleisterlaagje uitgesmeerd; • op plaatsen waar men barsten kan verwachten, brengt men vooraf op de muur een zelfklevende strook rubberschuim aan, die zal dienst doen als scheidingselement. Degelijk pleisterwerk valt in volgende punten samen te vatten: • de ondergrond moet perfect zijn, versta: schoon (ontdaan van oud pleisterwerk, behangpapier, stof, roet enz.) en vlak; • het pleister mag niet te snel opdrogen. Als het te snel droogt, bestaat het gevaar dat er barsten opduiken en dat het pleister slecht hecht. www.bouwen-verbouwen.be 93 KNAUF

94 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication