17

Mobiliteit Om het kwartier een S-trein Na jaren van discussies over centen zijn de federale overheid en de gewesten eindelijk tot een akkoord gekomen over de investeringen die nog resten om het Gewestelijk ExpresNet (GEN) uit te bouwen. “Dit netwerk is broodnodig, als je weet dat het overgrote deel van de pendelaars in een zone van 25 kilometer rond Brussel woont.” Het station Mouterij in Elsene is een van de nieuwe Brusselse stations. H et dossier van het GEN of S-netwerk – een stevig uitgebouwd voorstadsnet in en rond Brussel – sleept al vele jaren aan. Wanbeheer leidde tot vertragingen, de kosten swingden de pan uit (nu al dubbel zo groot als eerst begroot), de bevoegde overheden discussieerden oneindig over de verdeling van de budgetten, voornamelijk Waals-Brabant botste op problemen met vergunningen en de ruimtelijke planningen ... In januari 2017 trok het Rekenhof aan de alarmbel met een rapport, op vraag van de Kamer. De inhoud was vernietigend en legde de vinger op een verkeerde aanpak van de werken en een gebrekkige opvolging op politiek en administratief niveau. Ook kon men erin lezen dat er onvoldoende geld in het GEN-fonds zat om de werken volledig af te werken zoals gepland. “Ik heb toen meteen een concreet voorstel uitgewerkt om een extra miljard euro – het zgn. ‘deugdzame’ miljard – te lenen om het GEN af te werken”, vertelt François Bellot, federaal minister van mobiliteit. “Door de financiële verdeelsleutel, slaan we twee vliegen in één klap: we maken voldoende budget vrij om het GEN af te werken én de gewesten kunnen veel van hun spoorinvesteringen realiseren.” Niet vrijblijvend Op het einde van 2018 kwam het bericht dat de federale overheid met de gewesten een samenwerkingsakkoord over het GEN had ondertekend. “Ik heb bewust gekozen voor het samenwerkingsakkoord, omdat dit de duurzaamheid van de enveloppe garandeert”, legt minister Bellot uit. “Het akkoord moet door de vier parlementen worden goedgekeurd. Het is dus geen vrijblijvende politieke afspraak die een volgende federale regering zomaar kan negeren.” Pascal Smet, de Brusselse minister van mobiliteit, verduidelijkt dat hij drie pakketten van samenwerkingsakkoorden heeft ondertekend. “Er was het akkoord tussen de federale overheid en de gewesten over de financiering van een strategische spoorweginfrastructuur dat inderdaad nog de zegen van de parlementen moet krijgen. Een tweede is een uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de vier overheden over de voltooiing van de GEN-werken. Dit vereist geen goedkeuring door het parlement. Dat is ook niet het geval met het derde pakket, een bilateraal uitvoerend samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en elk gewest apart. In het geval van het Brusselse Gewest gaat dit concreet over de vaststelling en financiering van diverse spoorwegprojecten in Brussel.” Stukje Beliris Dat laatste luik was voor Brussel de moeilijkste hindernis. Pascal Smet: “We vonden het een probleem dat de federale overheid slechts 19 miljoen euro voorzag. Hiervan nam het er al 6 af voor het perron in Brussel-Zuid, in feite een nationaal en internationaal station. Al bij al bleef er slechts 13 miljoen euro over voor het GEN of S-net, zoals we het nu noemen.” Bijkomend gaat tien miljoen euro van het mobiliteitsbudget van Beliris, de federale bouwheer voor Brussel, naar de uitrusting van de S-stations. “Zo beschikken we, alles samengeteld, over 23 miljoen euro”, rekent minister Smet Brussel Metropool - februari 2019 ❙ 15 © Belga

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication