Stedelijke verdichting: een ecologische uitdaging GREEN In Brussel wordt veel, hoog en vooral woningen gebouwd. Deze projecten botsen regelmatig op de tegenstand van verenigingen die ecologische argumenten aandragen. Wanneer de vraag naar bebouwingen stijgt, is het dan niet beter om de stad te verdichten dan het platteland te verstedelijken? We leggen het voor aan Pierre-Alain Franck, beheerder van de BVS (Beroepsvereniging van de vastgoedsector) en Benjamin Cadranel, algemeen bestuurder van Citydev. V ergeleken met de grote Europese hoofdsteden is Brussel geen bijzonder dichte stad: het Brussels Hoofdstedelijk Gewest telt 7.454 inwoners per vierkante kilometer, tegen 10.131 in Londen (Inner London) en 21.067 inwoners per vierkante kilometer in Parijs intra-muros. Toch is Brussel de jongste vijftien jaar met 216.000 inwoners gegroeid. Dat is vergelijkbaar met een stad als Gent die zich in het Brusselse Gewest zou hebben opgelost. Bovendien zal het groeipercentage van 0,5% per jaar de bevolking naar verwachting tegen 2040 met 100.000 mensen (vergelijkbaar met Brugge) doen toenemen, tot 1,3 miljoen1 . Bouwen is in Brussel daarom absoluut noodzakelijk, maar niet eenvoudig. Veel projecten stoten op verzet, vooral om ecologische redenen. Maar is de stad uitspreiden milieuvriendelijker dan ze verdichten? Voor Benjamin Cadranel (Citydev) luidt het antwoord duidelijk nee: “Stedelijke uitbreiding is slecht voor de ecologische voetafdruk, het fileprobleem en zelfs de sociale cohesie. Als je als een stadsbewoner op het platteland leeft, dan vernietig je het. Het gebruik van de grondoppervlakte ligt er veel hoger per individu. Er is geen sprake van synergieën of optimaal gebruik, elke ruimte is een privéruimte. Je gebruikt er individueel ruimtes die voor iedereen zouden moeten zijn.” Pierre-Alain Franck (BVS) deelt deze mening: “Er is al te veel aan het platteland geknabbeld. De overheid draagt een verantwoordelijkheid om de stadsuitbreiding in te dammen en om de inwoners te laten begrijpen dat verdichting noodzakelijk is.” Een verouderd model Een van de eerste argumenten voor stedelijke verdichting is ongetwijfeld een betere mobiliteit in en rond de hoofd38 BECI - Brussel metropool - juni 2018 Gaëlle Hoogsteyn stad. “De oorzaak van het fileleed in Brussel is de stadsuitbreiding,” legt Benjamin Cadranel uit. “Mensen kopen een huis in Brabant of Henegouwen en komen dan met de auto naar Brussel omdat ze geen andere mogelijkheden hebben. Vanaf een bepaalde afstand, vooral met een te kleine menselijke agglomeratie, wordt het onbetaalbaar om collectief openbaar vervoer te organiseren. Deze situatie is helemaal niet duurzaam.” De stadsuitbreiding beschadigt de stad ten koste van degenen die er wonen. “Een grote individuele tuin bezitten is allemaal goed en wel, maar als je daarvoor twee of meer uren per dag vastzit in het verkeer, loont het dan echt de moeite?” Het is echter niet de bedoeling om de pendelaars met de vinger wijzen – die volgen slechts het model dat hen al jaren wordt voorgelegd – maar wel om hen iets aantrekkelijker aan te bieden. Volgens Benjamin Cadranel is deze visie van woonwijken in de voorsteden, zoals België ze in de jaren vijftig verdedigde, ondertussen volledig achterhaald. “De tijd dat iedereen zijn eigen huisje had, ligt achter ons. Meer en meer mensen vragen zich af of ze dit model nog steeds willen. Wat is het meest interessante? Een woning in de buitenwijken bezitten of een appartement in de stad huren met uitzonderlijke gemeenschappelijke ruimtes die ze zich anders niet zouden kunnen veroorloven?” De stedelijke ontwikkeling vandaag ambieert een stad waar het aangenaam leven is. Naar een slimme verdichting We moeten naar een veel dichtere, maar kwalitatieve stad. Voor onze twee experts vormt dichtheid geen belemme1 Demografische vooruitzichten 2017-2070, Federaal Planbureau. © Thinsktock
41 Online Touch Home