TOPIC ring voor de levenskwaliteit zolang er een goede balans bestaat tussen individuele en collectieve ruimtes en de stad gemakkelijk toegang biedt tot verschillende diensten. Bovendien brengt verdichting de burgers dichter bij een aantal diensten en zorgt ze ervoor dat mensen dichter staan bij hun werkplek, school, kleuterschool, sportfaciliteiten, culturele centra, enz. Pierre-Alain Franck legt uit: “We moeten intelligent verdichten. Laten we dingen bouwen die mensen echt nodig hebben, inclusief gemeenschappelijke ruimtes zoals wasserijen, feestzalen, tuinen, parkeerterreinen, enz. waar alle inwoners van een wijk van kunnen genieten.” Zo bestaat het Tivoli-project bijvoorbeeld uit gemeenschappelijke wasserijen, collectieve moestuinen, stadsserres, huurbare kamers ... “We moeten mutualisering niet zien als iets dat we ondergaan, maar als een manier van leven waar we voor kiezen”, stelt Benjamin Cadranel. Vroeger werden de functies binnen de stadsplanning gescheiden (de plaats waar we slapen versus die waar we werken, enz.). Tegenwoordig zien we bij gemengde vastgoedprojecten het tegenovergestelde. Deze tendens volgt de constant groeiende vraag van de nieuwe generatie. “De hybridisatie is een trend in de manier van leven. Het gaat erom de stad zo te verdichten dat er positieve complementariteiten ontstaan tussen de verschillende functies,” vervolgt hij. Laten we ook vermelden dat de huidige vastgoedprojecten zo ontworpen zijn dat ze aan de biodiversiteitsbehoeften van de stad voldoen. Het zijn bovendien ook energiezuinige of zelfs volledig passieve gebouwen, in tegenstelling tot het merendeel van het huidige woonbestand. Dit verlaagt dus de energiekosten op individueel niveau, maar betekent ook een lagere totale ecologische voetafdruk. Steeds meer gemengd vastgoed Deze intelligente verdichting voorziet daarom gemengde projecten die woningbouw en commerciële activiteiten combineren. In de praktijk moeten we het gebruik van ruimte rationaliseren en plaats vrijmaken voor huisvesting, mét behoud van een economische activiteit. Bedrijven of werkplaatsen bevinden zich meestal op de benedenverdieping. De daken kunnen dan weer voor allerlei andere doeleinden dienen. In Barcelona is bijvoorbeeld het dak van een Decathlonwinkel omgetoverd tot een sportveld. “In het Citycampus-project bouwen we studentenhuisvesting bovenop de werkplaatsen,” geeft Benjamin Cadranel als voorbeeld aan. De ontwikkeling van een Ogso2 is hierbij essentieel. Pierre-Alain Franck, bestuurder van de BVS. Momenteel stellen projectontwikkelaars projecten voor die voldoen aan de vraag van de overheids2 Ondernemingsgebieden in een stedelijke omgeving. BECI - Brussel metropool - juni 2018 39 Benjamin Cadranel, algemeen bestuurder van Citydev. sector. De vraag is echter wie op de lange termijn zal zorgen voor het beheer van deze ruimtes (bestemd voor economische activiteiten). “Bedrijven willen er wel werken en ze huren, maar hebben niet de middelen of de wens om ze te kopen. De vraag stelt zich hoe je deze ruimtes vlotter op de markt brengt en verkoopt. Zouden we in het Brussels Gewest niet een nieuwe (publiek-) private speler oprichten die net als Citydev voor de ontwikkeling van de economische activiteiten zou zorgen via het beheer van het patrimonium onroerende goederen?” vraagt Pierre-Alain Franck zich af. “Wie de economische actoren worden op die benedenverdieping weten we nog niet,” erkent Benjamin Cadranel. “Als stadsontwikkelaars ontwikkelen wij – maar ook de MSI3 en Perspective – projecten die voldoen aan de verwachtingen van verschillende doelgroepen. In samenwerking met de overheid laten we zien dat projecten mogelijk en ook winstgevend zijn.” Communiceren om rechtszaken te voorkomen Voor Pierre-Alain Franck moeten promotoren consistente producten aanbieden die bovendien ook een meerwaarde bieden voor de wijk. Maar ook de inwoners, verenigingen, wijkcomités, enz. zijn ervoor verantwoordelijk om projecten niet systematisch en uit principe tegen te werken. “Er lopen vandaag veel erg dure zaken in beroep die de procedures en vooruitgang van de projecten gevoelig vertragen,” zegt hij. Als je velden achterin je tuin gewoon bent, wil je er niet noodzakelijk een gebouw op gepoot zien worden. Dan begint de strijd van het collectieve versus het individuele belang. “De overheid moet overtuigen dat het collectieve belang niet destructief is. Verdichten gaat niet noodzakelijk gepaard met verhogen. Er bestaan andere oplossingen dan torens van 30 verdiepingen te bouwen. Wanneer je een programma samenstelt dat ook aan de verwachtingen van een wijk voldoet, kom je uiteindelijk tot overeenstemming. Hoe meer we de lokale bevolking betrekken, hoe beter,” besluit Benjamin Cadranel. ● D.R. © Reporters
42 Online Touch Home