Brussel, een stad aan het water GREEN Een blauw en een groen netwerk langs de zijbeken van de Zenne bepalen de toekomst van Brussel. De natuur naar de stad halen, wordt pure noodzaak. “Enkel zo houden we het leefbaar.” Leefmilieu Brussel en landschapsarchitect Bas Smets geven tekst en uitleg bij het gedwongen huwelijk van water, groene natuur en stadsuitbreiding. Peter Van Dyck E r was al sprake van een blauw en groen netwerk, als hulpmiddel voor stedelijke integratie, in het Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GewOP) van 2002. Landschapsarchitect Bas Smets is een van de vele spelers – architecten, ingenieurs, beleidsexperten… – die mee helpen bij de concretisering van dit idee. Vijf jaar geleden leverde zijn bureau, ietwat symbolisch gelegen aan het kanaal Charleroi-Brussel, de Territoriale Visie 2040 af. Dit was het resultaat van een twee jaar durende studie, uitgevoerd in opdracht van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Zoekend naar een oplossing om de Zennevallei terug in het stadsbeeld te krijgen, kwamen Smets en zijn team er via luchtfoto’s van Brussel achter dat 80 procent van het huidige groen gelinkt is aan de valleien van de secundaire stromen, zoals de Woluwe en de Molenbeek. Hun conclusie: deze zijbeken kunnen structuur geven aan de uitbreiding van de metropool. “Zoals steden zich vroeger ontwikkelden langsheen de rivier, zo moet het landschap nu ook een plaats krijgen in de verdere verspreiding van het stedelijk gebied”, stelt de landschapsarchitect, die daarmee onrechtstreeks verwijst naar de voorgeschiedenis van Brussel. De stad is immers ontstaan uit de samensmelting van een aantal dorpskernen rond het moeras aan de Zenne. Het komt erop neer dat de bestaande open ruimtes beter met elkaar verbonden zouden moeten worden. Neem de Molenbeekvallei, die begint bij bronnen in de velden buiten de Ring en groene verlengstukken vindt in het Laarbeekbos, het Koning Boudewijnpark, enkele moerassige gebieden, het Heizel-plateau en het Park van Laken. “Als je die als één lineaire structuur gaat beschouwen, kun je er een echt groen netwerk gaan uitbouwen”, meent Bas Smets. “Moet er dan bijvoorbeeld een nieuwe parking komen voor de Heizel, dan kun je die aanleggen in functie van dat grotere geheel. Elk bouwproject binnen de 100 meter van een beek34 BECI - Brussel metropool - juni 2017 vallei, zou moeten voldoen aan de regelgeving van de betreffende vallei. Bouwpromotoren en projectontwikkelaars zouden bijvoorbeeld rekening moeten houden met een verhoogde capaciteit om water op te slaan, met mogelijkheden voor recreatie langs de waterloop Landschap is voor ons geen esthetisch decor, maar een onderdeel van de stedelijke mechaniek. Bas Smets en met een goede ontsluiting via het openbaar vervoer. Uiteraard maakt die grondige aanpak het economisch ook interessanter om woningen langs een park te verkopen. Op die manier wordt het project als het ware zelfbedruipend.” Regenwater opvangen Vermits het groen en blauw netwerk deel uitmaken van het gewestelijk beleid, kan het vergunningenbeleid urbanisatieprojecten verplichtingen opleggen, al zijn de adviezen van Leefmilieu Brussel niet bindend. “Via contacten met private ontwikkelaars proberen we projecten al in de embryonale fase de goede richting uit te duwen”, is bij Leefmilieu Brussel te horen. “Tot hiertoe leidde dat tot positieve ervaringen.” D.R. © Reporters
37 Online Touch Home