TOPIC rommelen in de marge”, vindt professor De Grauwe. “Ik ben niet gekant tegen het idee van een deeleconomie, maar laat ons de auto als voorbeeld nemen. We kunnen er niet omheen dat dit nog steeds een statussymbool is. Sommige mensen lachen je weg als je hen zou vragen hun auto met de buurman te delen. De gewone man in de straat wil niet dat je zijn auto van hem afpakt. Hij zal in het beste geval tot carpoolen te bewegen zijn, maar daarmee gaan we het probleem niet uit de wereld helpen. We hebben fundamentele veranderingen nodig.” Er zijn grenzen aan een bepaald soort groei. De productie die intensief gebruik maakt van energie en grondstoffen moet inbinden. De conclusie van de auteurs luidt: bij elke verdubbeling van de inkomens gaat een land een derde meer land en water nodig hebben om zijn economie te ondersteunen, alleen al door de consumptie van dierlijke producten. Een ander rapport in het blad Resources stelt dat het verbruik van materialen de voorbije 30 jaar met 94 procent is toegenomen. De wereld kan niet blijven evolueren aan dit tempo, daarvoor zijn gewoon niet genoeg grondstoffen voorhanden. Aanhangers van de degrowth-beweging – die twijfels heeft bij de noodzaak van een economische groei in de traditionele zin – zien de overschakeling naar een volledig circulaire economie als een antwoord daarop. Paul De Grauwe: “De vraag is of we vandaag over voldoende technologische knowhow en wetenschappelijke kennis beschikken om zo’n volledig circulaire economie te realiseren en wel op zo’n snelle manier dat we catastrofes kunnen vermijden. Technologie-optimisten geloven dat dit zal lukken, maar volgens mij is een cruciale rol voor de overheid weggelegd. Als de overheid geen initiatieven neemt, zal de markt niet voor die radicale omslag kiezen. De economische markt zal dit pas doen als de overheden een beleid voor juiste prijszetting gaan voeren. Neem nu het transport: dat is vandaag nog altijd te goedkoop. De prijszetting stemt niet overeen met de échte kosten. Als je alle kosten in rekening brengt, dus ook de externe kosten die ontstaan bij vervuiling en congestie, dan kan je niet anders vaststellen dan dat wij te weinig betalen voor het transport van onze goederen. We mogen niet verwachten dat de markt spontaan de transportprijzen zal verhogen. De overheid moet taksen introduceren, zodat de tarieven de échte kosten weerspiegelen. Er zou een serieuze CO2-belasting moeten komen.” Intensief energieverbruik In het degrowth-kamp rekent men op een mogelijke redding dankzij de verdere digitalisering, die nieuwe platformen zal ontwikkelen voor de deeleconomie. “Dat is slechts 20 BECI - Brussel metropool - juni 2017 De boodschap dat er grenzen zouden zijn aan de groei verontrust bedrijven, maar Paul De Grauwe nuanceert. “Er zijn grenzen aan een bepaald soort groei. De productie die intensief gebruik maakt van energie en grondstoffen moet inbinden. Als de overheid de juiste voorzetten geeft, dan is zoiets best mogelijk. Ik ben geen absolute pessimist. Het is haalbaar om anders te gaan produceren, maar makkelijk zal het niet zijn. Een grondige reorganisatie is onafwendbaar. Sectoren die te veel energie verbruiken, zoals de chemie of de automobielindustrie, zullen dat moeten afbouwen. Die zullen zich uiteraard verzetten en met alle mogelijke argumenten schermen, zoals het verlies van tewerkstelling, maar er is eenvoudigweg niet aan te ontsnappen.” Sprookjes De Britse econoom Tim Jacobs, die een hand had in het overheidsrapport Prosperity Without Growth, stelt zijn hoop in inspirerende voorbeelden uit de ondernemerswereld, zoals het duurzame kledingmerk Patagonia en de bank Triodos. “Vertrouwen op een nieuwe moraliteit in de bedrijfswereld, dat is niet wat de zaken drijft”, countert professor De Grauwe. “We zitten met een concurrentiële markt waarin elk bedrijf wil overleven. Dat het heil moet komen van enkele verlichte bedrijfsleiders is een sprookje waarin ik niet geloof. Vergeet het, zo zit de wereld echt niet in elkaar. Grote veranderingen kunnen er enkel komen als instanties buiten de markt duidelijke lijnen trekken: bij uitstoot ga je flink moeten betalen! Pas dan zullen bedrijven zich massaal gaan aanpassen. Wat ik nu zeg, is absoluut geen nieuw idee: Arthur Cecil Pigou ontwikkelde 100 jaar geleden al de theorie van externe kosten in de markteconomie die je enkel tegemoet kan komen met het heffen van belastingen.” Tim Jacobs denkt dat familiebedrijven sneller voorbij de winstcijfers kijken en bereid zijn om groei af te meten aan de kwaliteit van de geleverde diensten. Bij multinationals ligt volgens hem het debat wat moeilijker, omdat zij koste wat het kost hun aandeelhouders tevreden willen houden. “Klinkklare onzin”, oordeelt De Grauwe. “KMO’s staan evengoed onder druk. Elk bedrijf wil zijn winst maximaliseren, zegt de economische theorie. Dat kleine bedrijven zich anders zouden opstellen, is nooit wetenschappelijk bewezen. Die enkele bedrijfsleiders die het uit een soort schuldgevoel anders willen doen: dat is slechts een symbolische strijd. Zij veranderen de werkelijkheid niet, hoogstens de perceptie. De verandering moet op grote schaal plaatsvinden, anders gaat het niet lukken.” ● © Reporters
23 Online Touch Home