32

TOPIC Voor “werkbaar en wendbaar” werk ECONOMIE VAN HET GELUK De maatregelen van de wet op het “werkbaar en wendbaar werk” zijn grotendeels op 1 februari 2017 in werking getreden en willen de wetgeving moderniseren, werkbaar werk mogelijk maken en jobs creëren dankzij meer flexibiliteit en sociale innovatie. Sébastien Roger, advocaat-partner van het kabinet Younity, geeft uitleg bij drie maatregelen van de “wet-Peeters”. 1. Vrijwillige overuren Voor Mr Roger zijn de maatregelen rond de vrijwillige overuren hét speerpunt van deze wet. “Tot op vandaag moest de werknemer zijn werkuren tot op de seconde na naleven.” Overuren waren slechts bij uitzonderlijke werklast of overmacht mogelijk. De werkgever moest voorafgaandelijke maatregelen treffen die ook recht gaven op een loontoeslag en inhaalrust. “In de praktijk bleef een groot deel van de werknemers regelmatig langer dan voorzien op het werk”, legt Mr Roger uit. “Vandaag kan een onderneming een werknemer, met diens toestemming, vragen om tot 100 uur per jaar meer te werken, zonder dit te moeten rechtvaardigen.” Die overuren geven recht op een overloon, maar niet op inhaalrust. “Dat is een belangrijk evolutie voor zij die meer willen werken om meer te verdienen.” De werknemer dient hiertoe een schriftelijke overeenkomst af te sluiten met zijn werknemer. Die is zes maanden geldig en verlengbaar. 2. Occasioneel telewerk De wet-Peeters voorziet dat de werknemer aanspraak kan maken op occasioneel telewerk “omwille van overmacht”. Dat betekent: wanneer hij zijn werkzaamheden niet op de normale arbeidsplaats kan uitvoeren wegens omstandigheden die onvoorzien en onafhankelijk van zijn wil gebeuren, of door “persoonlijke redenen”. Hoewel het geen verplichting is, kan de werkgever via een collectieve overeenkomst of arbeidsreglement een kader bepalen waarin werknemers occasioneel telewerk kunnen aanvragen. “Bepaalde functies kunnen uit dit systeem worden uitgesloten, bijvoorbeeld wanneer de aanwezigheid op de werkplek vereist is”, verklaart Mr Roger. De occasionele telewerker organiseert zijn werk binnen het kader van de in de onderneming geldende arbeidsduur. Hij zal dus hetzelfde aantal werkuren bepaald in zijn werkrooster moeten presteren, zonder hierbij zijn werkrooster strikt te moeten naleven. 3. Glijdende roosters Bij de regeling van glijdende uurroosters bepaalt de werknemer zelf het begin en het einde van zijn arbeidsprestaties en zijn pauzes, mits naleving van vastgelegde stam- en glijtijden. “ Het grote verschil in vergelijking met het vorige systeem is dat de tijdstippen uitgebreid zijn. Het zal mogelijk worden om bepaalde dagen vroeger aan te komen en later te vertrekken, of om kortere dagen te presteren, in de mate waarin dit geen hinder vormt voor de dienst”, legt de advocaat uit. De werkgever dient echter 30 BECI - Brussel metropool - mei 2017 Sébastien Roger (Younity) Gaëlle Hoogsteyn een systeem van tijdsopvolging te voorzien: een prikklok bijvoorbeeld. De werknemer moet dus binnen de toepasbare referteperiode (bijvoorbeeld een trimester of een jaar) zijn gemiddelde wekelijkse arbeidsduur naleven, waar hij ook voor betaald zal worden. Indien hij op het einde van de referteperiode meer uren zou hebben gepresteerd, heeft hij geen recht meer op loon of recuperatie voor deze uren, behalve als ze werden verricht op vraag van de werkgever. Wanneer de werknemer echter minder uren zou hebben gepresteerd, kan de werkgever het loon dat hij hiervoor heeft betaald, aftrekken van een volgende loonbetaling. “De werknemer moet zelf de begin- en eindtijd van zijn prestaties bepalen, zich organiseren en zijn tijd beheren.” En bij de ondernemingen? Bij de ondernemingen stelt Mr Roger een nijpende behoefte aan informatie vast. “De ondernemingen beseffen het belang en de reikwijdte van deze wet niet. Voor het eerst sinds decennia verandert ze het spel compleet. De wet is al in werking getreden en de eerste vragen rijzen nu pas. We hebben het niet over toekomstige maatregelen, maar wel over het hier en nu. Talrijke ondernemingen moeten zich, bijvoorbeeld wat de glijdende roosters betreft, in orde stellen. Velen voelen zich niet aangesproken, hoewel ze dat wel zijn. Het is nu afwachten en zien hoe ze zich in de praktijk zullen aanpassen.” ● R.T..

33 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication