13

THINK TANK de tijd en ten slotte de verhouding tot de ruimte. De digitale transitie is dus eerder een pedagogische dan een technologische uitdaging. Daarom moet de leraar deze dimensie in de onderwezen vakken integreren. De rol van digitalisering moet daarom in elk vak worden bepaald, wat tot nu toe nog niet is gebeurd. Het onderwijs zal zijn referentiekaders en het schoolproject moeten herzien, met alle gevolgen hiervan op de vorming van leerkrachten en de permanente navorming: “De leerkrachten hebben steun nodig, waar ze vandaag staan”, stelt B. Delièvre met klem. “Dit betekent op hun werkplaats, met de stof die ze bespreken en rekening houdend met de leerlingen.” Apparatuur speelt hierin een belangrijke rol, maar dan vooral de uitrusting die het schoolproject ondersteunt. En ten slotte bestaat er een behoefte aan uitwisselingstructuren tussen leraren. Ondernemingen zoeken creatieve profielen Drie drukke panels volgden elkaar op. Een hiervan stelde de ondernemingen de volgende vraag: welke impact heeft de digitalisering op de beroepen en de verwachte vaardigheden in de bedrijven? Enkele antwoorden: ➜ Jacques Spelkens, Head of CSR Benelux, bij Engie: “De neveneffecten van de technologische evolutie zijn onbetwistbaar en hebben een impact op 60% van de banen.” En wat betreft de gezochte profielen, attitudes en gedragingen: er is vooral behoefte aan aanpassingsvermogen en de capaciteit om problemen te voorzien. Zulke vaardigheden zijn vandaag bij het verlaten van de school onvoldoende aanwezig. ➜ Catherine Lete, Talent Solutions bij IBM, benadrukt de impact van digitalisering op de gezochte profielen in de computersector: “Er wordt nu vooral gezocht naar creatievelingen eerder dan naar erudiete werkkrachten. Het beroep richt zich niet langer tot wiskundigen alleen, maar ook tot mensen met een bredere waaier aan vaardigheden en kennis.” ➜ Luc Machiels, Deputy Chief Data Officer bij BNP Paribas Fortis, beaamt dit standpunt. Hij vindt dat het onderwijs ook andere (o.a. creatieve) vormen van intelligentie moet ontwikkelen. “Wij zoeken spelers van de technologie, geen consumenten. Het zou daarom interessant zijn om vanaf het middelbaar onderwijs jongeren op te leiden tot programmatie. Dit zou de meest creatieve onder hen onder de aandacht brengen en bovendien een aantal vaardigheden ontwikkelen die wij echt nodig hebben.” ➜ Aurélie Humblet, HR coördinatrice van de arbeiders bij Safran (luchtvaartindustrie), benadrukt eveneens de sociale vaardigheden maar betreurt het tekort aan jongeren in bepaalde beroepen. De jonge verspaners zijn meestal goed opgeleid en beschikken over een degelijke basiskennis, ook van computergestuurde verwerkingsmachines. Ze zijn echter niet talrijk genoeg omdat industriële beroepen nog steeds onder een slecht imago gebukt gaan. ➜ François Constant, Technical School&Knowledge Manager bij de MIVB, kondigt een diepgaande technologische omschakeling in zijn onderneming aan, met de opkomst van hybride en elektrische autobussen en de geleidelijke automatisering van de metro. De uitbreiding van on-board elektronica en digitalisering beïnvloedt nu al de gezochte profielen, die vooral in staat moeten zijn om te ‘leren leren’ en kennis te delen. Eens te meer zijn de sociale vaardigheden van groot belang. Twee andere panels bespraken initiatieven voor een onderwijs van en door de digitalisering. Ze hadden het daarna over de manier waarop de digitalisering haar plaats inneemt in het beroepsonderwijs, en mogelijke partnerschappen met spelers die ook een band hebben met het onderwijs (de gewesten, competentiecentra, beroepsvorming e.a.). ● U vindt een gedetailleerd verslag op de website: www.fondation-enseignement.be Fondation pour l’Enseignement: schot in de zaak! Olivier Remels FPE secretaris-generaal Olivier Remels pleitte voor de permanente vorming van leerkrachten via stages in bedrijfsverband (Entr’apprendr e). 30 ondernemingen uit negen sectoren bieden in 2017 130 zulke stages aan. Spijtig genoeg groeit het aantal kandidaat stagiairs niet even snel. “Mentaliteitswijzigingen zijn een traag proces. Wij blijven informeren over de mogelijkheden en versoepelen tegelijkertijd de voorwaarden en modaliteiten.” De heer Remels kondigde de ontwikkeling van een webplatform aan om de banden tussen leerkrachten en ondernemingen te bestendigen. Hij bevestigde de toegankelijkheid van de stages voor de leraren van algemene vakken. En hij wees op het lopende denkproces over de informatie die leerkrachten van het toekomstige ‘gemeenschappelijke leertraject’ over beroepen en de digitalisering zouden moeten krijgen. Hij kondigde verder het partnerschap aan met het Europese Cokleeco2 project, “om in Europa gemakkelijker goede praktijken op te sporen voor uitwisselingen tussen scholen en ondernemingen, en om vormingstrajecten voor leerkrachten en ondernemingen te helpen ontwikkelen. Met Cokleeco zullen we ook in het buitenland de bij ons ontwikkelde goede praktijken kunnen promoten.” Hij dankte alle partners voor hun inzet en steun aan de Fondation, die sinds 2013 puik werk levert met de hulp van bedrijfsverenigingen en inrichtende machten, in de Federatie Wallonië Brussel. BECI - Brussel metropool - mei 2017 11 R.T.

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication