TOPIC VASTGOED EN STEDENBOUWKUNDE Veranderingen op komst voor de stedenbouwkundige vergunning Op het eerste gezicht schrikt deze vrij technische materie wat af. Toch staat er enorm veel op het spel: honderden miljoenen euro’s, de mogelijkheid om projecten binnen redelijke termijnen af te werken, aangepaste stedenbouwkundige hulpmiddelen en vereenvoudigde procedures. De vraag is of de aangekondigde hervorming dit alles zal mogelijk maken. Vincent Delannoy I n zijn regeringsverklaring voorziet de Brusselse executieve een vereenvoudiging van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO), de referentie in deze materies. Het is ook de bedoeling om de overheidsspelers belast met ruimtelijke ontwikkeling te ‘rationaliseren’. Bij het afsluiten van dit nummer doorliep het project voor een tweede keer een goedkeuringsproces. De gewestelijke regering zou een dossier binnenkort finaal moeten goedkeuren. De hervorming van het BWRO vloeit voort uit de politieke wil om het Gewest sneller te laten reageren en zo het hoofd te bieden aan de demografische groei, althans voor terreinen die onder bevoegdheid van het BHG vallen. Het is hiermee de bedoeling om de chronische vertragingen van de grootschalige vastgoedprojecten in te dijken. Zulke projecten gaan gebukt onder de complexiteit van de huidige stedenbouwkundige en milieuprocedures. Hierbij dient gezegd dat overdreven uitstel bij het starten van bouwprojecten gepaard gaat met kolossale gederfde inkomsten onder de vorm van niet geïnde fiscale lasten. De versnelling van de procedures is dus een van de hoekstenen van de hervorming. De termijnen blijven natuurlijk van kracht maar, hoe merkwaardig ook, als het bestuur zich niet binnen deze termijnen uitspreekt, geldt dit als een negatief antwoord! Voor de overheidsfinanciën betekenen zulke vertragingen gederfde inkomsten op het vlak van personenbelastingen, aanvullende belastingen, onroerende voorheffing en extra’s, taksen op kantoren en handelszaken. En dan hebben we het nog niet over de miljoenen van de stedenbouwkundige lasten. BECI kwam via een simulatie tot de vaststelling dat 10 jaar uitstel in de verwezenlijking van een project van 250.000 m2 75.000 m2 , bestaande uit een wijk met 1.250 woningen, kantooroppervlakte en 25.000 m2 handelsoppervlakten voor de gemeentelijke en gewestelijke financiën een inkomstenderving van 72 miljoen euro zou betekenen. Een rationalisering van de procedures vermindert de kost van de projecten en verlicht de factuur voor de eindklant: de Brusselse bewoner. Wat de hervorming inhoudt, is een reorganisatie van de vergunningen volgens drie types: de stedenbouwkundige vergunning, de verkavelingsvergunning en de beheervergunning. De onderzoeksprocedure voor aanvragen verloopt in vier stappen: 1. Indienen van de aanvraag en controle van de volledigheid, 2. Raadpleging van het publiek en van de bevoegde besturen en instanties, 3. Eventuele wijziging van de aanvraag, 4. Afgifte van de vergunning. Valkuilen Volgens BECI behoort de juridische veiligheid tot de te vermijden valkuilen. In dit opzicht is de hiërarchie van de plannen en programma’s niet duidelijk genoeg. Zo zou bijvoorbeeld moeten worden verduidelijkt wanneer het richtplan een indicatieve dan wel een reglementaire waarde heeft. Ook de taak van de afgevaardigd ambtenaar wordt in vraag gesteld. Momenteel wordt hij door aanvragen overrompeld en worden de opgelegde termijnen niet meer nageleefd. Verder moet ook de onafhankelijkheid van de afgevaardigd ambtenaar bij de uitvoering van zijn opdracht worden gewaarborgd. BECI vraagt bovendien een herziening van de procedure van de stedenbouwkundige vergunning om de projectontwikkelaar tijdens de eerste fase sneller waarborgen te bieden aangaande de ontvankelijkheid van de aanvraag. Hoe sneller het publieke debat hierover plaatsvindt, hoe eenvoudiger de wijzigingen kunnen worden overwogen en hoe minder duur hun toepassing zal zijn. Het stedenbouwkundig attest is tot verdwijning gedoemd. De directie van de stedenbouwkundige dienst krijgt extra personeel om de dossiers sneller te verwerken. Bij de milieueffectonderzoekingen zouden de kortere termijnen een tijdwinst van drie of vier maanden moeten mogelijk maken. De 19 gemeentelijke stedenbouwkundige reglementen zullen worden afgeschaft en vervangen door een enkele gewestelijke reglementering. BECI oordeelt ten slotte dat geen kortere termijnen moeten worden voorzien zonder een doortastende reorganisatie van de administratie. De herziening van het BWRO is echter nog aan de gang. Laten we op succes hopen, want alle betrokken partijen hebben er baat bij. ● Info: Lise Nakhlé, adviseur stedenbouwkunde/vastgoed bij BECI ; lna@beci.be ; 02 643 78 21. BECI - Brussel metropool - februari 2017 25 © Reporters
28 Online Touch Home