20

TOPIC de grote merken zich in nieuwe handelskernen moeten vestigen om een clientèle te behouden en dat een derOlivier Weets (Equilis) en Schaarbeek. We liggen bovendien op een steenworp van het station en binnen enkele jaren komt er een rechtstreekse toegang.” Een niet vol te houden spiraal Een spreiding in de tijd wordt voorgesteld als voorwaarde om de concurrentie van Neo en U-place aan te kunnen. Nochtans acht Didier Gosuin het samenleven van twee handelscentra op zo korte afstand van elkaar niet voor mogelijk: “Ik ben ervan overtuigd dat een van beide het niet haalt. Ten minste één van beide partijen zal verlies lijden. Zodra duidelijk wordt wie de overhand heeft, moeten we een commercieel beleid ontwikkelen dat verder strekt dan de 19 gemeenten en in feite de ganse metropoolgemeenschap dekt. Anders zien we binnen enkele jaren nieuwe vormen van concurrentie ontstaan die de bestaande structuren doen wankelen.” Pierre-Yves Bolus denkt dat de grote merken de markt zullen bepalen: “Ze zijn niet meer aan uitbreiding toe, zoals voor de crisis. Als zij denken dat er geen ruimte bestaat in het noorden voor nieuwe winkels, zullen ze er ook geen vestigen.” Yves Rouyet, die een eindwerk schreef over de toekomst van handelscentra in Brussel (in het raam van een Executive Master in Immobilien), vertelt dat in een verzadigde markt, gelijke verspreiding met een verhoging van de bedrijfskosten gepaard gaat. De ‘rijpe’ Belgische markt betreurt vandaag een eerste verlaten shoppingcenter in Eupen. “De rentevoeten benaderen het vriespunt en het kantoorvastgoed stagneert. Investeerders beschouwen shoppingcenters nu als een alternatief om hun geld te beleggen”, aldus Pierre-Yves Bolus. “Het zijn financiële producten. Met het gevaar dat ze een financiële zeepbel veroorzaken.” Benjamin Wayens verklaart dat “in gans de geschiedenis van de handel, geen enkel model ooit totaal is verdwenen.” Wat niet wegneemt dat de Belgische shoppingcenters tijdens de afgelopen jaren minder druk werden bezocht. De daling bedraagt 3% in de handelscentra van Devimo Consult in 2016, maar dit fenomeen wordt grotendeels toegeschreven aan de periode na de terreuraanslagen. In dit onzekere klimaat is het waarschijnlijk niet aangewezen om de Europese achterstand op het vlak van handelscentrumoppervlakte per inwoner proberen in te halen, zeker als rekening wordt gehouden met de nabijheid eigen aan een klein, dichtbevolkt grondgebied. Claire Scohier, die als co-coordinatrice bij Inter-Environnement Bruxelles werkt, stelt zich kritisch op tegenover de gekozen ontwikkelingsformule: “Het GBP keurde 13.000 m2 extra handelsoppervlakte goed op de Heizel, maar meteen moet Neo de grootste shoppingcenter van België worden. De exogene logica van internationale aantrekkelijkheid is zodanig sterk dat ze vanzelf vooruitgang boekt, terwijl de endogene dynamiek verzwakt. Investeren in uitgebreide voorzieningen eigen aan grote hoofdsteden is nogal riskant in een stad met amper één miljoen inwoners.” Didier Gosuin 18 BECI - Brussel metropool - februari 2017 Nieuw leven in het centrum De verwachte impact van Docks op Woluwe en City 2 werd nauwelijks gevoeld en Devimo Consult doet zijn best om zijn handelscentra nieuw leven in te blazen. Volgens Marion Lemesre “bestaat de uitdaging erin het centrum tegen 2020 te renoveren, nog voor de deuren van Neo open gaan.” In de verkeersvrije zone voorziet ze family shopping met de bedoeling bruggen te bouwen tussen wijken. Benjamin Wayens vindt het beter om op een Brusselse clientèle te focussen dan op andere stromen. Yves Rouyet pleit voor ruimere commerciële en toeristische visies, met een nieuwe start voor het culturele leven langs de grote lanen. Benjamin Wayens waarschuwt dat “planning een zekere vorm van uniformering in de hand werkt, terwijl de verscheidene segmenten van het aanbod naast elkaar moeten kunnen bestaan.” Marion Lemesre combineert meerdere ingrepen: ze ondersteunt de markten en de kleine buurtwinkels, bevordert de terugkeer van de inwoners naar het centrum en stelt aan het Gewest een ordonnantieontwerp voor om vastgoedkantoren te creëren die gemengde handelsactiviteiten zouden vergemakkelijken: “Wij hebben COS in de Dansaertstraat geweigerd om de percelen te beschermen, die ook een troef zijn voor de wijk. De winkelketens die willen inspelen op de aantrekkingsvermogen van deze creatievelingenstraat, hebben er echt geen baat bij de eigenheid van de wijk in het gedrang te brengen.” Marion Lemesre. De Stad en het Gewest sleutelen verder aan de schadeloosstelling tijdens werven, en ontwikkelen hulpmiddelen voor digitalisering of innovatie, via MAD en Opensoon. “Een artikel in een Amerikaans tijdschrift vergeleek Brussel met een soort nieuw Berlijn”, verklaart een trotse Didier Gosuin. “Dit is zeker overdreven, maar onze creatieve vaardigheden in mode en design onderscheiden ons van andere hoofdsteden.” De geraadpleegde deskundigen keuren dit beleid goed maar vrezen voor een tekort aan middelen. Het gewoel rond de commerciële ontwikkeling wijst echter op het belang van de huidige uitdagingen. ● © Reporters © Reporters © Reporters

21 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication