31

De Belg legt dagelijks gemiddeld 22 km af naar zijn werk. Waarom geen « mobiliteitsbudget » voorstellen in de plaats van een bedrijfswagen ? MOBILITEIT EN LOGISTIEK Hoe maken we de Belgische werkkracht minder afhankelijk van zijn wagen? De Belg is een pendelaar. Meestal heeft hij niet het geluk – of misschien geen zin? – om vlakbij zijn werkplaats te wonen. Voor het op en af rijden tussen huis en werk gaat de voorkeur vaak naar de eigen wagen of, in België althans, de bedrijfswagen. Dit is al jaren zo, ook voor fiscale redenen. Zoiets houdt Brussel, door de verkeersoverlast, niet langer vol. Wat kunnen bedrijven doen om deze gedragingen te veranderen? Olivier Fabes B elgen leven niet graag in het stadscentrum. In tegenstelling tot andere hoofdsteden groeit in Brussel de koopkracht vaak met de afstand van het stadscentrum. Al tientallen jaren lang gaf deze eigenheid aanleiding tot politieke keuzes die uitmondden op de aanleg van talrijke autosnelwegen, ringwegen en invalswegen. Traag maar zeker droeg dit bij tot een expansieve verstedelijking – in het geval van Brussel zelfs tot aan de uiteinden van beide provincies Brabant. De economische centra zijn de stadskernen echter trouw gebleven. Als gevolg legt de Belg dagelijks gemiddeld 22 km af naar zijn werk. Veel meer dan in de buurlanden. In Frankrijk ligt het gemiddelde bijvoorbeeld rond 14 km. De Belg rijdt gemiddeld 23% meer dan een Nederlander en 19% meer dan een Fransman. En toch leven we in een kleiner land. “Om dit gebrek aan evenwicht bij te sturen, bracht ons systeem op sociaal en fiscaal vlak andere aspecten uit evenwicht, waardoor mensen werden aangemoedigd ver van hun werk te gaan wonen. Denk maar aan de terugbetaling door de werkgever van de afstanden tussen woon- en werkplaats, in functie van de afstand. Dit is verplicht in het geval van openbaar vervoer. Wanneer de auto wordt gebruikt, voorziet een collectieve overeenkomst een vergoeding per kilometer. Zulke stelsels zijn in Europa nogal uniek”, stelt Vincent Campeol, adviseur mobiliteit bij BECI. Dezelfde gedachtegang met bovendien een loonprikkel om de hoge kost van het werk in ons land enigszins te compenseren, hebben het Belgisch systeem aangespoord om de formule van de bedrijfswagen te veralgemenen, daar waar dit voordeel in andere landen strikt beperkt blijft tot directiefuncties. Bij ons maakt dit stelsel hoe langer hoe meer deel uit van het loonpakket, zelfs voor een beginnende consultant. De bedrijfswagen is evenals de alleenstaande villa een soort norm geworden. Dit in vraag stellen, geldt als een aanval tegen verworvenheden en gedragingen. Ligt dus gevoelig en vergt enige politieke moed. Sinds enige tijd wijst een aantal voorstellen of berichten in de media echter op een mogelijke kering. Het mobiliteitsbudget In het raam van zijn programma ter hervorming van de arbeidsmarkt kwam de federale Minister van Werk Kris Peeters (CD&V) in februari met het concept van een ‘mobiliteitsbudget’ in de ondernemingen op de proppen, als een alternatief voor de bedrijfswagen. Dit budget zou kunnen worden aangewend voor verschillende vervoermiddelen (openbaar vervoer, aanschaf van een fiets, autodelen enz.). De werknemer zou over een bepaald bedrag beschikken en zelf beslissen over de besteding ervan. En bovendien zou het mobiliteitsbudget van het loon zelf worden afgezonderd en daarom vrijgesteld van sociale lasten en fiscale heffingen voor de werknemer. “Hierdoor verdwijnt het financiële argument ten gunste van de bedrijfswagen”, verklaarde Kris Peeters destijds in Le Soir. In de komende weken vernemen we hoe de federale regering dit voorstel concreet in de sociale wetgeving verwoordt. Eind mei verklaarde Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) open te staan voor een herziening BECI - Brussel metropool - september 2016 29

32 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication