21

TOPIC MOBILITEIT & LOGISTIEK Interregionale mobiliteit, nu en in de toekomst Er beweegt wat op vlak van mobiliteit in ons land. Terecht ook, want de ellenlange files waarmee de Belgen nagenoeg dagelijks worden geconfronteerd, zijn bij de ergste ter wereld. Een effectief mobiliteitsbeleid moet echter de facto een interregionale aangelegenheid zijn. Wij stelden daarover een paar vragen aan Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts. Brussel Metropool: Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stelt een nieuw mobiliteitsplan op ter opvolging van IRIS Plan 2: het Gewestelijk Mobiliteitsplan (GewMP). Is Vlaanderen hiervan op de hoogte? Is dit niet een gelegenheid voor meer samenwerking tussen de Gewesten op vlak van mobiliteit? Ben Weyts: Ik ben blij te vernemen dat Brussel eveneens goed nadenkt over mobiliteit en dit wil opnemen in een mobiliteitsplan. Ik ga er van uit dat eens de procedure loopt, Vlaanderen om haar visie zal gevraagd worden, net als de aangrenzende gemeenten en andere betrokken actoren. Onze deur staat open om hier constructief aan mee te werken. Komt Brabantnet er echt snel, of gaat het dezelfde richting uit als het Gewestelijk Expresnet (GEN) dat maar vertraging blijft oplopen? Wat zijn de knelpunten? Brabantnet zit op schema. Ik wou ook dat het sneller kon, maar er zijn helaas een aantal procedures – zoals de vergunningsprocedure – die we correct moeten doorlopen. Zelf stel ik alles in het werk om het sneller te doen gaan. Zo bekijken we of we trambussen kunnen inzetten in plaats van trams. Dat heeft verschillende voordelen: we moeten niet investeren in spoorinfrastructuur en bovenbedding en we zijn flexibel in de trajecten. We kunnen met trambussen zelfs vroeger uitrijden, bijvoorbeeld als een tracé nog niet volledig af is. Die flexibiliteit is belangrijk, want voor de betreffende gemeenten is het tracé het grootste knelpunt. Daar hadden ze hun bedenkingen bij, maar er is intussen wel een akkoord bereikt. Het voordeel van de trambussen is dat het tracé heel eenvoudig aan te passen is wanneer hun argumenten achteraf terecht blijken. We weten dat de pendelaars – zo’n 200.000 auto’s per dag – het grootste probleem vormen voor de Brusselse mobiliteit. Ziet u transitparkings als dé oplossing? Ik ben zeker geen voorstander van verschillende grote parkings in de rand van Brussel, want dan creëer je een aanzuigfunctie en misschien zelfs nog meer problemen. Ons doel is de auto’s verspreid op te vangen, op wat ik noem combiparkings, waar je heel makkelijk kan overstappen op het openbaar vervoer. De logica daarachter is simpel: hoe sneller de auto’s van de baan zijn, hoe beter. We bekijken momenteel de mogelijkheden tot combiparkings met de NMBS. Omdat de klemtoon op woon-werkverkeer ligt, focussen we ons daarbij vooral op Vlaams-Brabant. Annick Claus Ben Weyts Er komen steeds meer particuliere mobiliteitsdiensten. Zijn jullie bezig met de integratie van ticketing (tarifering, betalingen ... ) van zowel publieke als private mobiliteitsdiensten? In andere steden en regio’s ontwikkelen ze bijvoorbeeld ‘Mobility as a Service’ (MaaS)-modellen waarbij één actor het unieke aanspreekpunt is voor zowel openbaar vervoer als taxi’s of zelfs autodelen. Wat voor mij belangrijk is, is een opendatapolitiek. Toegankelijkheid van gegevens is nog vaak een probleem. Door onze data open te maken en te delen met de private sector, dagen we hen uit om commerciële toepassingen te ontwikkelen. Zelf zijn we daar niet mee bezig, want ik vind niet dat dat de taak is van de overheid. De autonome voertuigen komen eraan. Moest Vlaanderen niet het voortouw nemen en samen met andere regio’s en het federale niveau een uniforme wetgeving opstellen, zodat het deel uitmaakt van de pioniers op dit vlak en zo de vele actoren van mobiliteit 2.0 snel kan verwelkomen? Ieder speelt daarin zijn rol. De productnormen opstellen is bijvoorbeeld een federale bevoegdheid, maar de homologatie ligt bij de deelstaten. Waar wij mee bezig zijn, is het opstellen van een code of practice naar constructeurs toe. Dat zijn concrete regels over hoe men te werk moet gaan om autonome voertuigen te testen, een gedragscode om de veiligheid te verzekeren. Bijvoorbeeld dat men eerst op privéterrein moet testen alvorens men dat op de openbare weg mag doen. Dat is trouwens niet alleen een verhaal van Vlaanderen en de Federale Overheidsdienst Mobiliteit, onder andere ook het Agentschap Wegen en Verkeer, Agoria en ITS (Intelligent Transport Systems) zitten in onze werkgroep. ● BECI - Brussel metropool - september 2016 19

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication