25

Interview De luide stem van BECI Bij de voornaamste opdrachten van BECI horen de vertegenwoordiging van de leden en de verdediging van hun belangen. Daar bestaat een woord voor: lobbyen. “H e, dit is geen vies woord!”, oppert VOB secretaris-generaal Jan De Brabanter. “Lobbyen heeft niets te maken met het opleggen van zijn eigen standpunt. Belangen verdedigen waar niet noodzakelijk rekening mee werd gehouden, daar gaat het om. En ook het voorleggen van argumenten en voorstellen. Burgerverenigingen en vakbonden gaan eveneens op die manier te werk …” Als vanzelfsprekende vertegenwoordiger van de Brusselse werkgevers zit BECI aan de tafel van sociale partners, in het raam van de Brusselse Sociaal-Economische Raad (SER), waar Jan De Brabanter momenteel als vicevoorzitter optreedt. BECI oefent bovendien talrijke vertegenwoordigings- of beheermandaten uit in gewestelijke Instellingen van Openbaar Nut (ION). Zo bijvoorbeeld bij Actiris, Citydev, Bruxelles Formation enz. “Evenals de vakbonden zetten we ons in om onze rol als medebeheerders in deze ION te behouden.” “Wij worden soms verward met de instellingen die eigen zijn aan het Gewest”, aldus nog Jan De Brabanter. “Ik beklemtoon vaak dat wij een privé organisatie zijn. Wij verdedigen de belangen van de ondernemers in Brussel. Die mensen zijn onze leden. Vandaar de legitimiteit van onze opdracht.” Ethiek is bovendien van essentieel belang bij het uitoefenen van zulke mandaten: “Wie in de raad van bestuur van een ION zetelt, draagt bij tot het beheer van een orgaan dat door de belastingplichtigen wordt gefinancierd. Vandaar de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Wij moeten dus een goed bestuur verzekeren en tegelijk onze zelfstandigheid vrijwaren, want op die manier kunnen we ons zo nodig tegen een of ander voorstel verzetten. Onze missies mogen we nooit uit het oog verliezen: de verdediging van de algemene economische belangen van de Brusselse economie en, uiteraard, de afzonderlijke belangen van elke onderneming.” Ondankbaar maar boeiend werk De zesde Staatshervorming, die nieuwe bevoegdheden naar de Gewesten heeft overgeheveld, heeft de taak nog versterkt. “De gezinsuitkeringen, het doelgroepenbeleid, de economische steunmaatregelen, de tewerkstelling van werkzoekenden… Allemaal lijvige dossiers die Brussel nu overneemt en waardoor de versterking van de economische vertegenwoordiging van fundamenteel belang wordt.” Jan De Brabanter geeft toe dat lobbyen soms ondankbaar kan zijn: “Dit werk gebeurt achter de schermen. De onderwerpen zijn meestal van vertrouwelijke aard. En de verdiensten bij de verkregen resultaten komen meestal niet aan bod. Deze activiteit vereist dialoog en onderhanJan De Brabanter. “Wij treden op als bevoorrechte spelers, in de onmiddellijke nabijheid van de beslissingsorganen. (…) Het gebeurt dat wij op de hoogte zijn van wetsvoorstellen nog vóór de parlementsleden ervan worden ingelicht.” delingen. Toegevingen zijn onvermijdelijk. Soms kampen we met tegenstrijdige belangen tussen ondernemers of bedrijfssectoren. Onze taak bestaat erin het best mogelijke compromis te sluiten.” De secretaris-generaal van het VOB voegt er meteen aan toe dat zulke opdrachten ook boeiend zijn. “Wij treden op als bevoorrechte spelers, in de onmiddellijke nabijheid van de beslissingsorganen, binnen de SER en in nauw contact met de kabinetten. Op die manier genieten wij een zeer snelle toegang tot kersverse informatie en wordt er naar ons geluisterd. Het gebeurt dat wij op de hoogte zijn van wetsvoorstellen nog vóór de parlementsleden ervan worden ingelicht.” Relevantie en vakkundigheid BECI moet zijn taak met de nodige relevantie uitvoeren. “Dit vereist luistervaardigheid naar onze leden toe. Concreet doen wij een beroep op opiniepeilingen en eigen organen als de raad van bestuur, de uitvoerende raad en commissies. Wij werken ook nauw samen met de sectorale federaties. Wij vergaren al de nodige informatie om onze dossiers voor te bereiden en wij roepen de deskundigheid van ons kenniscentrum in. Dit centrum houdt zich permanent op de hoogte van al wat omgaat in thema’s als mobiliteit, stedenbouwkunde, duurzaamheid e.a. Voor onze mandaten hebben wij een beleid uitgestippeld: de taken vertrouwen we toe aan deskundigen in de betrokken domeinen van wie wij weten dat zij onze standpunten zullen verdedigen.” “Ter afronding zouden we ons moeten afvragen wat er zou gebeuren indien BECI niet bestond. Wie zou de Brusselse ondernemingen vertegenwoordigen in dossiers als de ‘tunnelgate’, het voetgangersgebied of de fiscale hervorming? De huidige belangstelling van Brussel voor car-sharing resulteert bijvoorbeeld uit een wens die in 2014 in ons ‘Witboek van de Mobiliteit’ werd aangekaart. Het resultaat van al het gepresteerde werk kan natuurlijk moeilijk worden ingeschat, maar het kan evenmin worden miskend.” n 23 - ACTIVITEITENVERSLAG 2016 | BECI jaarverslag 2016

26 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication