27

TOPIC proces te laten rijpen en bereid zijn zich te confronteren met de terughoudendheid van een conformistische omgeving. Michel Munzenhuter (topman van de Elzassische onderneming SEW Usocome), heeft deze nieuwe werkEen goede innovatie is een ongehoorzaamheid die is geslaagd. (Michel Munzenhuter) organisatie met succes in zijn onderneming toegepast en had hierover de volgende commentaar: “Een goede innovatie is een ongehoorzaamheid die is geslaagd5 ”. ● Werk en ongeluk In zijn boek Le Droit à la paresse (Het recht op luiheid) dat in 1880 verscheen, ontkracht Paul Lafargue de geldelijke waarde van arbeid, waarvan een straatarm proletariaat nochtans zodanig overtuigd werd dat het zelf niet meer inzag dat arbeid de oorzaak van al zijn ellende was. Dit proletariaat kwam op voor een ‘recht op arbeid’, zonder te begrijpen dat het eerder een “[…] recht op armoede […]” was, want “De arbeiders dragen zelf bij tot de opeenhoping van productief kapitaal en daarom ook tot het uitlokken van een gebeurtenis die vroeg of laat een deel van hun salaris zal wegkapen6 .” Dit boek reageert emotioneel op de arbeidsomstandigheden bij het begin van de industriële revolutie. Het levert echter ook een relevante analyse van een verderfelijke en totale absurde economische cyclus. De technische vooruitgang maakt geen tijd vrij voor de mens, maar doet concurrentie ontstaan tussen mens en machine. Dit veroorzaakt op zijn beurt een drang naar steeds meer productiviteit, en dus steeds meer werk. De exponentiele groei van de productie ‘dwingt’ de bezittende klasse dan nog minder te werken, steeds meer huishoudelijk personeel aan te werven (het aantal huisbedienden kan dan zelfs het aantal productieve krachten overtreffen) en overdadig te consumeren. Maar het proletariaat, dat diep overtuigd is van de waarde van het werk en verontwaardigd reageert tegen zoveel onrechtvaardigheid, herhaalt wat het zelf zo vaak heeft moeten aanhoren: “wie niet werkt, niet eet!”. De burgerij zal deze opstandige woede-uitbarstingen het zwijgen proberen op te leggen door een heleboel “[…] pretorianen, politiemannen, magistraten en gevangenbewaarders die improductief werken” en bovendien deelnemen aan de nodige consumptie van de in overvloed geproduceerde goederen. Hetzelfde systeem wordt in de koloniën aanbevolen, met als gevolg een vorm van grimmige internationale handel in de greep van een kaste van ‘kleine bazen’: “[…] Het grote probleem van de kapitalistische productie bestaat er niet meer in producenten aan te trekken en steeds meer aan macht te winnen, maar wel consumenten te vinden, ze gretig maken en kunstmatige behoeften doen ontstaan”. “[…] Kapitaal en goederen zijn in overvloed voorhanden. De financiers weten niet meer wat ze ermee moeten beginnen. Ze richten zich dan tot gelukkige landen die van de zon genieten en een sigaretje roken, en ze gaan daar spoorweglijnen leggen, fabrieken oprichten en de vloek van het werk invoeren.” Paradoxaal genoeg wordt deze zinloze spiraal niet door de hardwerkende klasse doorbroken (“[…] De doem van het werk zit verduiveld diep in het hart van de arbeiders geankerd […]”), maar door industriële bedrijfsleiders die een verkorting van de werkdag vragen wanneer ze vaststellen dat een gelijkaardige maatregel in Engeland de productiviteit verbetert (dit is: wanneer de arbeider de drempel van de uitputting en de afstomping niet dagelijks overschrijdt), waardoor ook tijd vrijkomt voor een potentiële consumptie. Aan de hand hiervan pleitte Lafargue voor de mechanisatie van het werk en een werkdag van 3 uur, in afwachting van beter, zoals het voorbeeld dat deze atheïst graag aanhaalde: “Jehova, de baardige en saaie god, gaf aan zijn aanbidders het goddelijkste voorbeeld van de ideale luiheid: na zes dagen werk ging hij voor de eeuwigheid rusten!” 6 Zie https://www.youtube.com/watch?v=lGShsSQatN8 7 Tekst staat online te lezen onder https://www.marxists.org/francais/lafargue/works/1880/00/lafargue_18800000.htm BECI - Brussel metropool - oktober 2015 25

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication