9

THINK TANK VÓÓR OF TEGEN Een ‘huisvestingstoelage’? De verkeersoverlast behoort tot de grote hoofdbrekers, in België. Op 1 januari ondergingen het belastbaar voordeel van bedrijfswagens en de prijs van de tankkaart voor de werkgever een verhoging in functie van de CO2 normen van de voertuigen. Om dit vraagstuk op een positieve manier te behandelen, met behoud van het fiscaal voordeel, opperde de regering Michel het idee van een ‘mobiliteitsbudget’. In 2009 maakte de toenmalige Staatssecretaris Bernard Clerfayt een ander voorstel: de huisvestingstoelage. Bernard Clerfayt, burgemeester van Schaarbeek Volgens een economische regel stijgen de prijzen van woningen naarmate de panden dichter bij het stadscentrum liggen – en dus meestal ook dichter bij de arbeidsplaats. De som van de uitgaven voor de woning en de kosten voor vervoer naar de arbeidsplaats blijft ongewijzigd. De daling van de waarde van woningen is dus evenredig met de tijd die aan de verplaatsingen tussen woning en werk wordt besteed. Nu is het zo dat de beroepsovereenkomsten die treinabonnementen en bedrijfswagens terugbetalen, de kost van het vervoer fiscaal compenseren. Dit systeem, dat sinds 40 jaar in België functioneert, heeft fiscaal bijgedragen tot het vertrek van de middenstand en de hogere sociale klassen naar de rand, op zoek naar meer groen en een aangenamere omgeving. Een manier om deze stedelijke verspreiding tegen te werken, bestaat erin bij de berekening van het fiscaal voordeel rekening te houden met de hogere kosten van een woning dicht bij de arbeidsplaats, in ruil voor het afzien van een bedrijfswagen. Tegenstanders van deze formule beweren dat dit neerkomt op het geven van een som geld, waardoor een gedeelte van het extra inkomen van midden en hogere kaderleden aan de fiscus ontsnapt. Dit is in feite een ‘second best’-benadering: het probleem niet rechtstreeks aanpakken, maar daarnaast iets ontwikkelen, waarbij men veronderstelt dat het stelsel van de bedrijfswagen wordt behouden. Ondertussen hebben meerdere regeringen dit fiscaal voordeel verminderd, al behoudt België een van de meest gunstige systemen ter zake. De bedrijfswagen geldt vandaag als een voordeel in natura dat de zeer hoge belastingen op hoge inkomsten omzeilt. Oorspronkelijk was dit systeem logischerwijze bedoeld voor kaderleden die zich vaak om beroepsredenen moesten verplaatsen. Ondertussen is het beleid van de ondernemingen op dit vlak aanzienlijk uitgebreid. Vandaag gaat een bepaalde functie gepaard met een bepaalde wagen, ongeacht of de persoon die de functie bekleedt de wagen nodig heeft of niet. Met een huisvestingstoelage zouden kaderleden van de wagen kunnen afzien zonder het fiscaal voordeel te verliezen. Het systeem zit ingewikkeld in elkaar, maar gaat in de goede richting: minder wagens op het wegennet. Het is een theoretische vraag. En toch zou dit onderwerp met bepaalde risico’s gepaard kunnen gaan. Huisvesting is in Brussel een zeer gespannen vraagstuk en er is geen beterschap in zicht. Tijdens de afgelopen jaren werden aanzienlijk minder nieuwe woningen gebouwd dan het aantal nieuwe gezinnen die voortvloeien uit de demografische groei. In zulke omstandigheden zou het toekennen van een huisvestingstoelage aanzet kunnen geven tot een stijging van de huur- en koopprijzen, met een weerslag op de ganse residentiële vastgoedmarkt. Bovendien zou de toelage vooral worden uitgekeerd aan loontrekkenden die in een comfortabele sociale situatie verkeren, of althans op de arbeidsmarkt redelijk veilig zitten. Anderzijds zou een stijging van de prijzen de gezinnen zonder huisvestingstoelage extra hard treffen, daar waar die mensen nu al met haast ondraaglijke huisvestingskosten kampen. Brussel is bijzonder duur geworden en de meeste inwoners zijn echt niet rijk. Heel wat gezinnen zitten in overvolle kleine woningen en besparen op gezondheidskosten omdat ze het financieel niet meer aankunnen. Als de huurprijzen niet op een efficiënte manier onder controle worden gehouden, heerst er een groot gevaar voor de nu al kansarme bevolking. Voor de inwoners van Brussel zou een dergelijke maatregel in feite sociaal onrechtvaardig kunnen overkomen. Vanuit een strikt budgettair standpunt hangt de financiering van het Gewest gedeeltelijk af van de personenbelasting. Brussel heeft er dus alle belang bij om inwoners met hoge inkomsten aan te trekken. De vestiging van zulke vermogende mensen in de rand bestond als fenomeen al lang voor de bedrijfswagens en is te wijten aan de auto in het tijdperk van Ford. De vraag is dus aan wie we denken wanneer we een dergelijke maatregel voorstellen. In het raam van het algemeen belang kan de defiscalisering van een gedeelte van het loon de levensvatbaarheid van ons sociaal systeem in het gedrang brengen. Maar het overhevelen van het voordeel van bedrijfswagens naar de huurmarkt zou eveneens sociale gevolgen hebben. BECI - Brussel metropool - februari 2017 7 Sarah De Laet, onderzoekster in stedelijke en sociale aardrijkskunde (ULB)) © Reporters

10 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication