32

TOPIC Export: de voorzorgsmaatregelen vanuit een douane standpunt Om als handelaar vanuit België goederen te exporteren naar een afzetmarkt buiten de EU is het van vitaal belang om de toepasselijke douaneformaliteiten na te leven. De exporteur moet de douaneautoriteiten op de hoogte brengen van de goederen die hij wenst te exporteren en hiervan aangifte doen. Tom Cachet en Dries Bertrand, Deloitte • Het ‘aangeven’: er moet elektronisch aangifte worden gedaan van de uitvoer (lay-out van het ‘Single Administrative Document’ of ‘SAD’). Dit dient te gebeuren bij het vertrek van de goederen, waarbij de goederen in principe (behoudens vereenvoudigingsregimes) moeten worden aangeboden aan de douane. Indien de exporteur gebruik maakt van de diensten van een douane-agent moet hij deze ook goed aansturen zodat aan alle vereisten effectief wordt voldaan. Idealiter worden de wederzijdse rechten en plichten in een contract vastgelegd. Essentiële elementen: • De classificatie van de goederen. De tarief- of goederencodes delen de goederen in verschillende categorieën in. De goederencode wordt gebruikt om het goed te controleren voor export. Op basis van de tariefcode zal het importerende land toepasselijke invoerrechten vastleggen. • De waarde van de goederen. Deze waarde moet aan de hand van documenten (bv. factuur) gestaafd kunnen worden. In de meeste gevallen zal deze waarde ook als basis gebruikt worden voor de berekening van de invoerrechten in het land van bestemming. In de meeste landen worden de invoerrechten berekend als een percentage van de douanewaarde. Dit is dan de verantwoordelijkheid van de invoerder ter bestemming. De uitvoerder in België is echter aansprakelijk voor de correctheid van de informatie t.a.v. de Belgische douane. • De oorsprong van de goederen verwijst naar de economische nationaliteit van het product. In het algemeen is het land van oorsprong het land waar het product geproduceerd is of waar het voldoende bewerkt is. • De Belgische douaneautoriteiten hebben de discretionaire bevoegdheid om bijkomende documentatie te vragen die zij nodig achten om een correcte risicoanalyse te maken van de goederen, zoals een factuur en/of transportdocumenten. Voor sommige goederen zijn bijkomende documenten vereist omwille van de producteigenschappen of de kenmerken van de uiteindelijke gebruiker/bestemmeling: • Een Certificaat van Preferentiële oorsprong moet door de exporteur worden voorgelegd indien de goederen onder een preferentieel regime worden uitgevoerd naar het land van bestemming. Dit kan leiden tot de toepassing van verlaagde invoertarieven, bv. ten gevolge van vrijhandelsakkoorden tussen de EU en het betrokken land. Dergelijk certificaat vormt het bewijs dat het gunstregime op de desbetreffende goederen van toepassing is en wordt door de douane gevalideerd. Vereenvoudigingsmaatregelen zijn hier mogelijk (bv. factuurverklaringen ter bevestiging van de oorsprong). • Exportvergunningen voor bepaalde goederen kunnen om verschillende redenen opgelegd worden. Een overheid kan de uitvoer van goederen onderwerpen aan regels ter bescherming van het milieu of de consument. Enkel als aan deze regels is voldaan kan de exporteur een vergunning krijgen. Een vergunning is ook vereist voor producten met een dubbel gebruik (burgerlijk en militair, zgn. dual use goederen) om te verzekeren dat ze voor de juiste doeleinden gebruikt worden. • Exportverbod bestaat voor de uitvoer naar landen tegen welke een embargo bestaat alsook naar individuen of entiteiten die gesanctioneerd zijn (door de Belgische overheid, de EU of de Verenigde Naties) omwille van illegale praktijken. BECI opleidingen over douaneformaliteiten Contact: Nastasja Otte – nao@beci.be - +32 2 563 68 54 Deloitte Fiscaal Advies Customs and Global Trade tcachet@deloitte.com • dbertrand@deloitte.com • +32 2 600 66 76 • www.deloitte.be 30 BECI - Brussel metropool - november 2016

33 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication