24

VROUWELIJK ONDERNEMERSCHAP De Brusselse startsters Tijdens de afgelopen 10 jaar steeg het aantal vrouwelijke ondernemers in Brussel met 34%. En toch blijft het ondernemerschap van Belgische vrouwen het laagste van alle landen in de Europese Unie. Clichés zijn hardnekkig en de mentaliteit moet verder evolueren. Ook de inkomsten blijven verschillen: Belgische onderneemsters verdienen gemiddeld 20% minder dan hun mannelijke collega’s. S inds het begin van de 20e eeuw zijn de rechten van de vrouw in België – vooral wat het werk betreft – constant geëvolueerd, ondanks enkele stappen achteruit, nu en dan. Dit in zijn geheel eerder positief proces verloopt echter te traag en allerlei vormen van discriminatie blijven bestaan. Volgens de jongste nationale studie van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen, bestond er in 2012 voor alle loontrekkenden een salarisverschil van gemiddeld 22% tussen man en vrouw. Als rekening wordt gehouden met de werkelijk gepresteerde werktijd, verschuift dit verschil echter naar 9%. In deze context werd de wet van 22 april 2012 uitgevaardigd, specifiek met de bedoeling het salarisverschil tussen mannelijke en vrouwelijke arbeidskrachten te bestrijden. Er heerst een vergelijkbare discrepantie in ondernemerschap. Volgens het RSVZ verdienden vrouwelijke zelfstandigen in 2014 20% minder dan de mannelijke collega’s. Naargelang van de sector wisselt dit verschil in ruime mate. Mannen komen zogezegd van Mars … In het verslag dat de OESO in 2012 uitbracht over de gelijkheid tussen man en vrouw, staat te lezen dat vrouwen veel minder gebruik maken van financieringsbronnen dan mannen voor het beheer van een onderneming. Anderzijds creëren vrouwen meestal bedrijfsstructuren van kleinere omvang. De uitleg lijkt eenvoudig, maar is misschien simplistisch. Indien er inderdaad verschillen bestaan tussen man en vrouw in de manier waarop ze een zaak beheren, dan kan dit – althans gedeeltelijk – te maken hebben met opvoeding, stelt Marleen Boen, al 10 jaar CEO van Coaching Square: “Heel vroeg krijgen de kinderen van de samenleving een vervormd en gestereotypeerd beeld van de twee 22 BECI - Brussel metropool - oktober 2016 Julien Ide ge slachten. U merkt het in de reclame, in de media en in het onderwijs: de man is sterk, moedig en strijdlustig. De vrouw is delicaat en fijngevoelig; ze staat in voor de opvoeding van de kinderen. Het is daarom niet te verwonderen dat vrouwen meestal minder ambitie aan de dag leggen dan mannen. Deze enge en kleinerende opvatting resulteert uit twee millenia patriarchaat en zou ik, ironisch, als volgt kunnen samenvatten: de vrouw schept het leven en de man schept de wereld. Brainwashing heet dat …” Loubna Azghoud beheert het Vrouwelijke Ondernemerschap bij Impulse. Volgens haar onderhouden meerdere factoren de ongelijkheden tussen genders. “Het op elkaar afstemmen van gezinsleven en beroepsleven: het klassieke gezinsmodel waarbij vrouwen instaan voor huishouding en gezin blijft sterk aanwezig, aldus een studie van Mc Kinsey in 2012. Naar verluidt zouden ze aan zulke taken 50% meer tijd besteden dan mannen. Het gebrek aan zichtbaarheid van onderneemsters: dit heeft natuurlijk te maken met een tekort aan ‘role models’ die vrouwen zouden overtuigen dat ze het wel degelijk aankunnen. Angst voor risico’s: vrouwen zouden voorzichtiger zijn dan mannen. Het gebrek aan zakelijke netwerken specifiek voor vrouwen: zonder netwerking is het heel moeilijk een project op gang te brengen. De moeilijke toegang tot financiering: naast een aantal vooroordelen waar een aantal bankiers nog steeds niet overheen geraken, blijft een tekort aan vorming in bedrijfsen financieel beheer een handicap, zeker bij de verdediging van een financieel plan voor het verkrijgen van krediet. Hoewel de meeste vrouwelijke zelfstandigen in Brussel over een diploma van het hoger onderwijs beschikken, richten ze zich minder naar financiële of management studies. De schaarste aan vrouwen in technische en wetenschappelijke studierichtingen: hierdoor ontstaat een ontoereikende © Thinskstock

25 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication