80

4 Kunststofschuim Er kunnen twee types kunststofschuim onderscheiden worden: polyurethaanschuim (PUR) en ureumformaldehydeschuim (UF). Om polyurethaanschuim te kunnen aanmaken, worden er twee vloeistoffen (polyol en isocyanaat) met elkaar vermengd. Dit vloeibare reactiemengsel wordt ingespoten in de spouw, alwaar het door de toevoeging van een blaasmiddel begint uit te zetten en op te schuimen. Bij bepaalde PUR-types zal de isolatiewaarde na verloop van tijd beginnen te evolueren door de diffusie van het drijfgas uit de schuimcellen. Dit verouderingseffect wordt in rekening gebracht bij de bepaling van de gedeclareerde lambdawaarde (lD-waarde). Omwille van de snelle verharding van deze schuimstof, moeten er voldoende vulopeningen aanwezig zijn. Voor de aanmaak van ureumformaldehydeschuim heeft men ureumformaldehydehars en water nodig. Door de vermenging van deze twee grondstoffen met lucht ontstaat er een schuim, dat na toevoeging van een verharder geïnjecteerd wordt in de spouw, alwaar het verhardt en droogt. Deze droging gaat steeds gepaard met een zekere krimpwerking (binnen de door de STS 71-1 toegelaten grenzen). Hierdoor kan de isolatie loskomen van het binnenspouwblad en/of het buitenspouwblad, met een gebeurlijke convectie in de spouw tot gevolg. Dit effect wordt in rekening gebracht bij de bepaling van de gedeclareerde lambdawaarde (lD-waarde). Vezels Hoewel er doorgaans een onderscheid gemaakt wordt tussen rotswolvezels en glaswolvezels, gaat het in beide gevallen om waterafstotend gemaakte silicatische vezels. Deze worden ingeblazen in de spouw, alwaar ze een dicht pakket vormen dat de lucht vasthoudt. Om zetting en convectie te vermijden, is het belangrijk dat het isolatiepakket over een toereikende volumieke massa beschikt. Granulaten Men kan verschillende types granulaten onderscheiden, bijvoorbeeld geëxpandeerde polystyreenparels, silicaatschuimkorrels, aerogelgranulaat, perliet en geëxfolieerd vermiculiet. EPS-parels vertonen in de regel een geschikte korrelgrootteverdeling en worden met een toereikende hoeveelheid bindmiddel in de spouw geblazen om een compacte massa te bekomen. Dit is nodig om goede thermische prestaties te bereiken en om de infiltratie van waterdruppels te verhinderen. Perlietkorrels vertonen doorgaans een diameter van 1 tot 3 mm. Ze zijn opgebouwd uit een vulkanisch glasachtig gesteente en worden met een waterafstotende stof geïmpregneerd. Gelet op hun kleine diameter en hun grote volumieke massa, kunnen deze korrels zowel van bovenaf in de spouw gego ten worden als ingeblazen. Dit betekent echter ook dat ze via eventuele kieren en spleten uit de spouw kunnen wegstromen. De noodzakelijke open stootvoegen moeten bijgevolg afgesloten worden met een geschikt gaas. Silicaatschuimkorrels (ook aangeduid als geëxpandeerde glaskorrels) worden vervaardigd uit gerecycleerd glas en vertonen gewoonlijk een fijnere diameter, waardoor ze ingeblazen kunnen worden. Afwerking Na afloop van de na-isolatiewerkzaamheden dient men zorgvuldig te controleren of het isolatiemateriaal nergens aanleiding gegeven heeft tot een verstopping van de schoorsteen- en ventilatiekanalen, de afvoeren van geisers of gevelkachels, de ventilatievoorzieningen van de kruipruimten of daken … Ook de goede werking van de eventuele rolluiken of zonneweringen moet aan een nazicht onderworpen worden. Plaatselijke verstoppingen moeten ongedaan gemaakt worden door het verwijderen van het isolatiemateriaal. Ook de oorzaak van het binnendringen van het isolatiemateriaal moet hierbij opgeheven worden. Vervolgens kan men overgaan tot de herinstallatie van de gedemonteerde elementen (afdekkappen, roosters, rolluikkasten …). langs de buitenkant Een muur langs de buitenkant isoleren, is in principe de beste oplossing omdat u op die manier een maximum aan thermische inertie kan bewaren. Bij een nieuwbouw wordt deze techniek aangewend om een volle muur te isoleren. In dat geval werkt u de muur langs de buitenkant af met een pleisterlaag. Isoleren langs de buitenkant is evenwel vooral aangewezen in het kader van een ingrijpende renovatie, waarbij tegelijk problemen met de waterdichtheid en met de isolatie moeten worden opgelost ( als er geen parementmuur is ). Er zijn verschillende systemen. Hier vermelden wij er alvast drie : 1. isolatieplaten ( in rotswol of geëxtrudeerd polystyreen ) met coating. Ze worden gelijmd of mechanisch bevestigd. Hechtpleister zorgt voor de afwerking en voor de mechanische weerstand van het geheel. Dit is het meest gebruikte systeem; 2. isolerende coatings die bestaan uit met cement gebonden polystyreenkorrels. 3. panelen van houtvezel met hoge densiteit. Die houtvezels worden meestal bedekt met een gewapende coating die op zijn beurt wordt bekleed met een pleisterlaag, eventueel in de massa gekleurd naar keuze van de klant. De coating kan ook worden bedekt met baksteenplaatjes om de gevel zijn oorspronkelijke uitzicht terug te geven. iso ProtEct 80 Wanneer wordt gekozen voor een gevelbekleding kan ook de techniek van inblazen van cellulose worden toegepast : over een houtframe wordt een regenzeil gespannen, zo worden caissons gecreëerd waar de cellulose wordt ingeblazen. Daarop komt dan de gewenste gevelbekleding. www.bouwen-verbouwen.be

81 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication