3. De evolutie, per sector In de drie gewesten was de belangrijkste groeimotor in 2017 de sterke heropleving van de tak "overige marktdiensten". Voor de duidelijkheid: deze activiteiten omvatten een breed scala van zakelijke diensten en de uitzendsector, die beide gevoelig zijn voor de economische situatie. In Brussel steeg de toegevoegde waarde van de sector met 3,3% (tegenover -0,4% in 2016), waardoor het aandeel van deze diensten in de economische groei van de regio steeg van -0,1 procentpunt (pp) tot 1,0 pp in 2017. Wat de andere dienstensectoren betreft, droeg de sector "transport en communicatie" vorig jaar met 0,2 pp positief bij tot de groei in elk van de drie regio's, in schril contrast tot 2016, toen deze sector negatief bijdroeg tot hun respectieve groei. In Brussel had de relatieve specialisatie van de gewestelijke economie in financiële diensten – in een aanhoudend klimaat van zeer lage rentevoeten – tot gevolg dat de groei van het bbp van de gewesten in 2017 werd afgeremd (-0,3 procentpunten). Voor de jaren 2018 en volgende, en voor het Brusselse Gewest, zou de groeidynamiek op middellange termijn voornamelijk gebaseerd zijn op de bijdrage van de sectoren "kredieten en verzekeringen" en "andere marktdiensten". Hun gemiddelde jaarlijkse bijdrage zou dus respectievelijk 0,2 pp en 0,4 pp moeten bedragen over de periode 2020-2023. Hoewel lager dan vóór 2016, zou de bijdrage tot de groei van de sector "openbaar bestuur en onderwijs" (die 1/5 van de Brusselse toegevoegde waarde voor zijn rekening neemt) positief blijven bijdragen tot de groei in Brussel, namelijk 0,2 procentpunt per jaar op middellange termijn (tegen 0,3 procentpunt over de periode 2003-2016). Bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen in volume: Brussels Hoofdstedelijk Gewest (Jaarlijkse schommelingen, in %) 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 2021 2022 2023 1. Landbouw 2. Energie 3. Verwerkende nijverheid a. Intermediaire goederen b. Uitrustingsgoederen c. Verbruiksgoederen 4. Bouw 5. Marktdiensten a. Vervoer en communicatie b. Handel en horeca c. Krediet en verzekeringen d. Gezondheidszorg en maatsch. dienstverlening (inclusief dienstenques) e. Overige marktdiensten (inclusief dienstenques en pwa-banen) 6. Niet-verhandelbare diensten a. Overheid en onderwijs b. Huishoudelijke diensten 7. Totaal -59,0 380,0 -17,0 2,9 3,6 -3,3 12,9 5,7 1,3 0,6 -4,2 -0,6 1,6 1,4 2,2 1,4 1,5 -5,7 0,9 -26,2 -20,5 -29,0 -31,0 -4,9 2,3 -1,3 7,0 -6,8 -2,6 0,0 -1,3 1,8 1,9 -8,4 -2,6 16,5 -1,0 6,7 12,7 -13,0 -1,7 1,0 -4,2 3,7 3,8 -1,4 0,5 1,8 1,9 -12,8 1,5 4,8 -17,9 -0,9 -5,9 -7,6 7,7 -6,8 3,7 6,7 0,2 5,6 3,6 3,1 1,7 1,7 1,1 2,1 5,9 -16,6 -1,4 1,7 -6,5 -0,4 6,8 0,3 2,7 -3,5 2,6 2,9 -0,9 1,6 1,6 5,2 0,0 -32,2 -12,6 0,6 -7,0 6,6 2,6 -2,9 -0,6 2,1 -3,6 -4,4 -1,1 2,5 1,9 2,1 -18,1 -0,5 85,4 -2,9 -1,9 0,9 6,9 -9,2 0,7 -2,4 5,2 -4,6 -10,4 -2,3 1,0 1,9 1,9 -2,4 -1,5 10,3 38,2 -1,8 25,8 -23,1 -7,2 5,4 0,3 2,0 -0,2 -2,5 -1,7 2,1 -1,0 -1,0 -0,1 1,0 -1,2 -6,9 -2,0 -0,1 -2,7 -3,5 -2,5 0,9 -1,3 -3,1 6,3 2,5 -0,4 3,0 3,0 0,0 0,9 -8,7 -2,4 0,2 -1,7 4,1 0,0 1,6 1,4 2,1 0,5 -1,7 1,8 3,3 1,0 1,0 -4,8 1,2 -1,0 1,2 0,1 -0,5 -0,8 1,3 2,2 1,6 3,2 0,6 1,5 1,5 1,5 0,8 0,8 -0,9 1,4 1,4 1,3 0,0 -1,2 1,7 0,3 1,3 1,5 2,7 0,8 1,4 1,3 1,6 0,7 0,7 0,9 1,3 0,8 1,1 0,2 0,0 -1,3 1,1 1,7 1,4 1,7 0,8 1,7 1,5 1,4 1,0 1,0 1,6 1,3 0,8 1,2 -0,1 -0,8 -0,3 0,7 1,6 1,3 0,8 0,7 1,7 1,4 1,3 1,0 1,0 1,9 1,2 0,9 0,5 0,0 -0,5 -0,6 0,9 1,5 1,2 1,0 0,7 1,3 1,6 1,3 0,9 0,9 1,7 1,1 0,7 -0,8 -0,1 -1,0 -0,3 0,9 1,9 1,1 0,6 0,7 1,2 1,4 1,1 0,9 0,9 1,5 0,9 Bron: berekeningen van het FPB, BISA, IWEPS en Statistiek Vlaanderen aan de hand van de gewestelijke rekeningen in ESR 2010 (INR) 4. Werkgelegenheid en werkloosheid De afgelopen jaren versnelde de daling van het werkloosheidscijfers in alle gewesten, zij het iets sterker in Vlaanderen. In 2017 daalde de werkloosheid sterk tot 17,5% in Brussel, 14,1% in Wallonië en 7,2% in Vlaanderen. De gegevens die in juli van dit jaar in Brussel beschikbaar zijn, wijzen erop dat het werkloosheidscijfers dit jaar verder zullen dalen (tot 16,3%). Dit zou echter van tijdelijke aard kunnen zijn: de groei van de actieve bevolking zal in de periode 2019-2020 hernemen terwijl die van de effectief werkende beroepsbevolking enigszins zal vertragen, wat de daling van de werkloosheid in Brussel bijna zal halveren. Verwacht wordt dat dit tempo in de tweede helft van de Beci Activiteitenverslag 2018 | 27
30 Online Touch Home