Financiering van ondernemingen: enkele trends Uit de studie over KMO-financiering van 20141 valt een aantal trends af te leiden die vergelijkingen vertonen met de methodologisch verwante resultaten van eerdere bevindingen. Let wel, voor deze studie werden enquêteformulieren verzonden waarvan slechts 900 bruikbaar waren. Enkele opvallende trends op een rij: • Veelvoudig gebruik van kaskrediet: 16% voor KMO’s met meer dan 10 werknemers, 29% voor ZKO’s, 40% voor starters (NB: ondernemers zijn niet te spreken over hoge rentetarieven – die bij nieuwe contracten vaak tot 10% oplopen – terwijl rentevoeten overal historisch laag staan); • 72% van ondernemingen geeft aan niet op de hoogte te zijn van eigen bankrating; • Weinig ondernemingen doen een beroep op een boekhouder/accountant ondanks hun belangrijke rol in relatiebemiddeling met banken; • 40% van ondernemingen en 52% van ZKO’s hebben slechts bij één bank een kredietaanvraag ingediend; • Slechts 0,1% van de Belgische KMO’s heeft een beroep gedaan op crowdfunding: een inhaalslag is nodig t.o.v. Nederland en de Angelsaksische landen; • De studie toont aan dat leningen van het Participatiefonds zeer in de smaak vielen bij starters en raadt dus capaciteitsopbouw van de drie vervangende regionale fondsen aan. aan alternatieve financieringsmiddelen versnipperd, maar dergelijke creatieve destructie is dan weer onvermijdelijk als we Schumpeter mogen geloven... Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is er een van veel subsidies en “subsidieverdelers”. Wordt het stilaan tijd om te rationaliseren? In de publieke sector wordt alvast een eerste grote rationalisatie bereikt met de regionalisering van het Participatiefonds en, als gevolg, een minder aantrekkelijk productenaanbod voor de Brusselse bedrijven. De grootste uitdaging blijft weliswaar de financiering van het voormalig G.I.M.B. (nu finance.brussels) door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De nadruk moet in eerste instantie op subsidiëring door eigen regering liggen opdat nieuwe investeerders en traditionele financiering via de bank ook hun rol opnemen. Dit geldt trouwens ook voor Brustart. Wat halen we finaal uit de regionalisering van de bevoegdheden? Hoe zien expansiesteun, O&O steun, ontwikkelingshulp, de steun aan de buitenlandse handel er straks uit? Zoals ik eerder zei, er valt op de inspanningen van het Participatiefonds niets aan te merken. Het werd door vertegenwoordigers van de middenstand streng gecontroleerd en slaagde er toch in om het ondernemerschap te stimuleren, 1. http://economie.fgov.be/nl/modules/publications/analyses_studies/etude_sur_le_financement_des_pme_2014.jsp TOPIC als is het dan met enig verlies. Het sloot goed aan bij de behoeften van de ondernemers, maar dochteronderneming Brupart, die het met minder moet doen, kan haar producten niet zo aantrekkelijk maken als die van de moederinstelling. De aandacht moet dus duidelijk uitgaan naar Brupart en Brustart. Met de nodige financiële middelen kunnen ze terug risico’s aangaan. Mocht ik er mijn zegje over hebben, dan zou ik in plaats van investeringshulp voor kapitaalinjectie met terugbetaling opteren. Steun aan investeringen brengt in veel gevallen een buitenkanseffect met zich mee, in die zin dat bedrijven vaak ook zonder steun investeren. Daarom pleit ik ervoor om deze hulpmaatregelen te rationaliseren met het oog op meer flexibiliteit. Zo kan onze minister van Economie, Buitenlandse Handel en Wetenschappelijk Onderzoek ieder jaar de verschillende hulptypes, bedragen en criteria correct afstemmen zonder dat daarvoor nieuwe wetten nodig zijn. Zoniet verliest ze de behoeften van de bedrijfswereld mogelijk uit het oog. Bruno Wattenbergh (Impulse): “Ondernemen is bewegen!” Tot slot zou het geen slecht idee zijn om deze hulpmaatregelen regelmatig te evalueren door middel van eenvoudige KPI’s (Key Performance Indicators). Er bestaat zoiets als intensieve overheidssteun, maar slechts een beperkt aantal ondernemers weet hiervan. Mocht iedere ondernemer die in aanmerking komt voor overheidssteun het ook effectief krijgen, dan zouden de beschikbare middelen al na twee maanden opgebruikt zijn. Met andere woorden: je kunt niet anders dan jezelf principiële vragen stellen bij die overheidssteun, om nog maar te zwijgen over de concurrentie tussen de Gewesten! ● BECI - Brussel metropool - april 2015 27 R.T.
30 Online Touch Home