18

Ideeën Vorming als hoeksteen voor een betere Brusselse arbeidsmarkt Om over dit belangrijke thema na te denken ontmoette Bernard Clerfayt, minister van werkgelegenheid en beroepsopleiding, een twintigtal grote werkgevers uit het Brusselse Gewest die lid zijn van Beci. De gesprekken dankten veel van hun diepgang aan de zeer verhelderende voordracht van Steven Vanackere, vicevoorzitter van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid en directeur van de Nationale Bank van België. V ia een accurate en pedagogisch opgebouwde uiteenzetting presenteerde Steven Vanackere een overzicht van de arbeidsmarkt in België en Brussel. Hij citeerde een aantal opvallende bevindingen uit het verslag van de Hoge Raad voor de Werkgelegenheid 2019 (zie: http://www.werk.belgie.be/home.aspx). Van meet af aan valideerde Steven Vanackere in grote lijnen de recente analyse en verklaring van minister Clerfayt, waarin staat dat Brussel geen extra banen nodig heeft, wél meer Brusselaars die deze functies kunnen invullen. Het verslag onderzoekt en objectiveert heel wat fenomenen op onze arbeidsmarkt. De directeur van de NBB legde bijzondere nadruk op de manier waarop we de werkgelegenheidsgraad moeten berekenen. Een werkgelegenheidsgraad in voltijdsequivalenten Onze nationale werkgelegenheidsgraad ligt onmiskenbaar nogal aan de lage kant. Toch krijgen we een iets ander beeld wanneer deze waarde in voltijdsequivalenten wordt uitgedrukt. In dat geval scoort België beter dan Nederland. Laten we ook melden dat deeltijdswerk in België meestal een vrijwillige keuze is van de werknemer. Ongewild deeltijdswerk (dat de werknemer dus niet heeft gevraagd) ligt bij ons ver onder het Europese gemiddelde. Deeltijdswerk dient als oplossing zeker te worden bevorderd om onze werkgelegenheidsgraad op te krikken, des te meer omdat het beantwoordt aan de wens van werknemers. Talrijke vraagstukken kwamen aan bod, ondersteund door cijfergegevens. Zo bijvoorbeeld de vergelijking van de Belgische en Brusselse arbeidsmarkt met die van de buurlanden, de omzetting van economische groei in een stijging van de werkgelegenheid, het tekort aan geschoolde arbeidskrachten, niet-ingevulde functies, de werkloosheidsgraad in functie van de doelgroep en op geografische basis, de activiteitsgraad, de op de arbeidsmarkt beschikbare bevolking over een tijdspanne van 10 jaar, spanningen op de arbeidsmarkt, de hiaat tussen vraag en aanbod, de verbetering van de fiscale wig, de werkloosheidsvallen, de kost en competitiviteit van lonen, de gevolgen van de digitalisering … De Brusselaar, de Waal en de Vlaming zijn onvoldoende opgeleid Een andere zorgwekkende bevinding is het percentage volwassenen dat deelneemt aan permanente vorming. In België is dit ongeveer 8,5%, een bijzonder zwak cijfer. Ter vergelijking halen Frankrijk op dat vlak 18%, Nederland 19% en Finland meer dan 25%. De Belgische situatie staat in schril contrast met de mening van zowel de minister als de werkgevers om de tafel: zij bevestigden dat vorming van groot belang is en een uitdaging vormt, niet alleen voor werkzoekenden, maar voor alle werknemers gedurende hun loopbaan. Minister Bernard Clerfayt beschouwde vorming als een grote uitdaging voor Brussel en zijn inwoners. De aanwezige werk16 ❙ Brussel Metropool - Januari 2020 © Getty

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication