Ideeën gevers bespraken eveneens de oriëntering van jongeren in opleiding en van actieve werknemers naar vaardigheden waar de arbeidsmarkt naar vraagt. Wat betreft betaald educatief verlof is Vlaanderen gaan werken aan een betere afstemming op de werkelijke behoeften van de markt. Minister Clerfayt erkende van zijn kant de noodzaak om een betere aansluiting te bereiken tussen de aangeboden opleidingen en de beschikbare banen. De opleidingen moeten beter aansluiten bij de beschikbare banen. Nooit genoeg vorming Het sociaal secretariaat SD Worx nam deel aan het rondetafelgesprek en citeerde Alvin Toffler: “De analfabeten van de 21e eeuw zullen niet zijn wie niet kan lezen of schrijven, maar degenen die niet kunnen leren, afleren en opnieuw leren.” Bart Pollentier legde de klemtoon op deze cruciale noodzaak, om de arbeidsmarkt te betreden, uiteraard, maar ook om er te blijven en om de inzetbaarheid van de werkkracht te behouden en zelfs te verbeteren. Michel Croisé, CEO van Sodexo Belgium, beaamde dit: “Wij hechten veel belang aan vorming en sporen ons personeel dan ook aan om constant bij te leren. Werknemers zijn zich onvoldoende bewust van de kans – en soms van de noodzaak – die de aangeboden opleidingen betekenen.” Ook Geoffroy Gersdorff, CEO van Carrefour Belgium, was deze mening toegedaan: “Wij stellen 11.000 mensen tewerk en willen graag hun inzetbaarheid globaal verbeteren. Wij organiseren dus heel wat trainingen. Het volstaat echter niet dat de werknemer iets anders leert te doen. Hij moet ook werken aan zijn bereidheid om ander werk te aanvaarden. Dat loopt niet altijd van een leien dakje.” Op het terrein bevestigden en illustreerden de werkgevers de cijfers van Steven Vanackere over de deelname van volwassenen aan bij- en nascholing: in alle Belgische gewesten ligt dit percentage laag. Er bestaan mogelijkheden en middelen, de werkgevers trachten die te promoten, maar de resultaten voldoen niet aan de verwachtingen. Waar wringt het schoentje? SD Worx pleitte voor aanzienlijke incentives voor al wie werkt aan het verbeteren van zijn of haar bekwaamheden. Steven Vanackere oordeelde dat er ook stimulansen nodig zijn om de opleidingen te promoten die rechtstreeks leiden tot werkgelegenheid. En wat was het standpunt van de sectoren die bereid zijn massaal aan te werven, maar geen Bernard Clerfayt kandidaten vinden, zoals Jean-Christophe Vanderhaegen van de Confederatie Bouw tot zijn grote spijt vaststelde? Hij pleitte voor meer steun aan efficiënte en resultaatgerichte onderwijsstelsels, zoals het EFP – sfpme, het Brussels centrum voor alternerend beroepsonderwijs, waarvan 80% van de studenten een baan vindt. Opleidingen voor sectoren die aanwerven “Inderdaad”, zei Olivier Willocx, CEO van Beci: “In de Franse Gemeenschap bestaan er opleidingstrajecten die amper 4% sociaal-professionele integratie bereiken. De resterende 96% wordt dus werkloos. Opleidingen in beroepen die niet meer bestaan, moeten we een halt toeroepen. Deze middelen zouden we veel beter besteden aan opleidingen voor veelbelovende sectoren, zoals de bouw. Vandaag zit Brussel met een tekort aan duizenden arbeiders om residentiële gebouwen te renoveren en de energietransitie te verwezenlijken, in lijn met de klimaatdoelstellingen.” Béatrice de Mahieu, CEO van Co.Station, opperde dat ze “om vorming te stimuleren, heel wat ervaring heeft opgedaan met het oplossen van concrete gevallen. Vraag aan uiteenlopende profielen om aan specifieke projecten te werken, en die mensen worden getraind zonder dat ze het zelf beseffen.” In een dergelijke context wordt de opleiding niet aangevoeld als een verplichting. De mensen zijn bijzonder gemotiveerd, mede dankzij een context van startende activiteit en een technologische omgeving, die zeer in trek is. Eigenlijk was iedereen het eens over deze vaststelling: vorming om toegang te krijgen tot een baan of als verdere ontwikkeling van vaardigheden is en blijft een prioriteit. ● Vincent Delannoy Brussel Metropool - january 2020 ❙ 17 © Reporters
20 Online Touch Home