44

Sprout to be Brussels Alexis Pierrard, laureaat van BeCircular. eveneens bij de opdrachtgevers. Marie-Laure Maerckx vermeldt het verhaal van een oude parketvloer die de eigenaar van een gebouw in renovatie uiteindelijk besloot te behouden, ook al was dit niet gepland. Natuurlijk kan dit de duur van een project verlengen en eventueel een budget verhogen, maar het is duidelijk dat de reflex nu bij iedereen is doorgedrongen. Gemakkelijk te deconstrueren materialen Al deze verschuivingen resulteren uit de uitdrukkelijke wens van sommige ondernemers en opdrachtgevers om de zaken anders aan te pakken. Toegegeven, deze beweging werd geïnitieerd door Gewest. Ze kreeg steun van Leefmilieu Brussel. En ze werd technisch opgevolgd door organen als de Confederatie Bouw. Hierdoor slaagden de voorstanders er veel gemakkelijker in de nog steeds bestaande onzekerheden te overbruggen. Een paar dagen geleden verschenen de notulen van de seminars Duurzaam Bouwen. Die zijn een ware goudmijn voor wie de bouw of de renovatie van zijn gebouw op een duurzame manier wil aanpakken. Ambroise Romnée, Project Leader bij het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB): “De ervaringen die wij op het terrein hebben gevolgd, stelden ons in staat de beginselen van kringloopbouw te definiëren aan 42 ❙ Brussel Metropool - juni 2019 de hand van eenvoudige principes. Zo bijvoorbeeld het beperken van het aantal verschillende materialen, het vermijden van onafscheidelijke composieten, het afstemmen van de levensduur van materialen op hun functie, het volledig modulair omgaan met omkeerbaarheid, het behouden van een goede zichtbaarheid van aansluitpunten of nog de voorkeur aan geprefabriceerde materialen, met bouwmaterialen die gemakkelijk te hanteren en te deconstrueren zijn. Het is trouwens de bedoeling om het gebouw maximaal de mogelijkheid te geven om zich aan te passen aan een vaak veranderende omgeving en om rekening te houden met het einde van de eerste levensduur van het pand.” Daarmee zegt het WTCB niets anders dan Le Corbusier, de grote naam van de architectuur, duidelijk de eerste die de beginselen van de kringloopbouw ontwierp (zie kaderverhaal). Urban mining en diensteneconomie Ambroise Romnée stelt dat een kringloopbouwproject in feite omgekeerd wordt aangepakt, te beginnen aan het einde van het project, dus, waar je zou denken dat je uitermate stroomopwaarts zou moeten werken. Het is je natuurlijk ook steeds van belang om de productie van afval en de uitstoot van broeikasgassen te vermijden. Hier dient gezegd dat de sector in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ongeveer een derde van alle afval produceert. Toch nog steeds 645.000 ton per jaar, betreurt de ingenieur. Het echte nieuws met deze aanpak is echter dat ‘urban mining’ een veel groter aantal min of meer gekwalificeerde werknemers mobiliseert, zowel stroomopwaarts als stroomafwaarts van de werf. “Denk bijvoorbeeld aan behandeling, opslag, reconditionering, documentatie, promotie en herverkoop (nvdr: van de teruggewonnen materialen). Bovendien betrekt de verkoop van hergebruikselementen verscheidene functies: de logistiek (magazijn, transport ...), de informatie (beschrijving en zoeken naar informatie over het product), de techniek (reparatie en reconditionering, technische documentatie) en de commerciële activiteiten (verkoop, beheer van de bestellingen, boekhouding en zelfs service na verkoop).” De circulaire economie zorgt dus ook voor extra werkgelegenheid, via de diensten. Johan Debière Le Corbusier, de vader van kringloopbouw Door de voorkeur te geven aan modulariteit en deze in haar kleinste details te bedenken, dacht Le Corbusier aan de meerdere levens van een gebouw, of liever gezegd aan de verschillende toepassingen die het gebouw gedurende zijn verschillende levens kan hebben. De beroemde architect riep het monomaan ontwerpen van gebouwen een halt toe. Hij weigerde een verdeling van de ruimtes in functie van één enkel gebruik waartoe zij zouden worden bestemd. Hij wilde geen woonkamers meer die niets anders konden zijn. En dat gold ook voor keukens en slaapkamers. Idem voor tertiaire gebouwen, met kantoren die misschien ooit woningen zouden worden, en opslagruimten die tot lofts konden worden omgevormd. D.R.

45 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication