45

Houssein Boukhriss mes die zich gediscrimineerd voelen wanneer een zeer conservatieve moslim bij de begroeting geen hand wenst te geven”, vertelt Boukhriss. “Een geëmancipeerde vrouw interpreteert dat als een gebrek aan respect, terwijl die man wel vriendelijk goedendag wil zeggen, maar liever geen hand drukt uit respect voor de vrouw, en meer bepaald zijn eigen vrouw.” Spelregels voor iedereen Net als confrater Hellemans vindt Houssein Boukhriss dat een goed begrip van de andere culturen, religies en achtergronden nodig is om te oordelen of je bepaald gedrag al dan niet aanvaardt. Ploegbazen en teamleaders moeten goed inschatten waarom medewerkers zich ergens druk om maken. Het is zoeken naar een gulden middenweg: hoe kom je mensen tegemoet zonder het werk in het gedrang te brengen? Boukhriss hamert op professionaliteit. “Privé beslis je met wie je omgaat, maar je collega’s kan je niet kiezen. Je wordt betaald om samen te werken en dus dien je elkaar te respecteren. Je mag collega’s niet pesten, intimideren of discrimineren op basis van hun anders-zijn, dat is bij wet vastgelegd.” Daarnaast wijst de trainer op de noodzaak van duidelijke grenzen. “Je kweekt loyale en tevreden medewerkers wanneer zij zich gerespecteerd voelen in wat zij belangrijk vinden, maar het respect moet wederzijds zijn. Wie deel uitmaakt van een club moet de spelregels in acht nemen. Je moet je aan het intern reglement en de wettelijke voorschriften rond hygiëne en veiligheid houden. Er zijn bedrijven die neutraliteit op het vlak van religie en ideologie eisen, wanneer werknemers in contact komen met klanten. Sommigen kunnen zich daardoor beperkt voelen, omdat zij bv. geen hoofddoek mogen dragen. Kijk er ook op toe dat de continuïteit van de werkzaamheden niet in het gedrang komt. Als je veel moslim personeelsleden telt bv., kun je niet iedereen op hetzelfde moment verlof voor pakweg het suiker- of offerfeest geven.” Bandana van de firma Wanneer een organisatie qua samenstelling diverser wordt, kan ze beslissen haar cultuur geleidelijk aan de nieuwe situatie aan te passen. Boukhriss: “Er zijn bedrijven die een gebedsruimte inrichten. Zij staan bidden toe tijdens de pauzes. Door moslims daar in tegemoet te komen, creëer je bij hen goodwill. Een ander voorbeeld zijn Ikea en grote schoonmaakbedrijven die zelf niet al te opzichtige, bij het uniform Een ja die geen ja is Stel, je hebt een veelkleurig projectteam met blanke Belgen én mensen met een Afrikaanse en Aziatische achtergrond. Deze teamleden hebben uiteenlopende visies op het begrip tijd. Marco Hellemans haalt een UCM training aan voor niet-Europeanen die in België een bedrijf wilden starten. “De trainers waren blanken, de klanten kwamen vooral uit Marokko en Congo. De cursusgevers merkten dat de Congolezen steeds uitvluchten zochten bij het opstellen van een businessplan. Ik heb de trainers verteld dat dit niet uit luiheid of kwade wil was. Die Congolezen weten niet eens wat ze volgende week gaan doen, laat staan wat er in een businessplan moet. Toen de trainers eerst goed uitlegden dat het hier helaas een noodzaak is om na te denken over wat je in de toekomst wil bereiken, ging het een pak vlotter.” Een ander aandachtspunt volgens Hellemans is de meer systematische visie die Aziaten erop na houden. Zij willen te allen tijde overzicht over de hele context bewaren. “Wanneer je een Aziaat een briefing geeft, kun je niet gewoon zeggen: dit moet tegen morgen klaar. Je moet een beetje de voorgeschiedenis schetsen en ook aangeven wat er nadien nog staat te gebeuren. Maak ook duidelijk wat de gevolgen zijn als hij niet op tijd levert. Een Aziaat zal er nooit voor uitkomen dat hij iets niet weet, want voor hem staat dat gelijk aan gezichtsverlies. Hij zegt ook nooit ‘nee’. Dat woord bestaat niet eens in het Mandarijns. En als ze ja zeggen, wil dat niet zeggen: ‘Ja, ik ga met u akkoord’. Wat ze bedoelen is: ‘Ja, ik heb u gehoord’. Als je met hen wil samenwerken, moet je zoiets kunnen decoderen.” ● Marco Hellemans Peter Van Dyck passende hoofddoekjes in bandanastijl voorzien. De vrouwelijke medewerkers in kwestie zijn tevreden dat hun haar bedekt is, terwijl het de klanten nauwelijks opvalt dat zij een hoofddoek dragen.” Als moslims soms tijdens de werkuren wegglippen om te gaan bidden, kan de baas dat als werkweigering beschouwen. “Dan heb je als werknemer niet het recht om te klagen”, oordeelt Boukhriss. “Hetzelfde geldt als je als moslim in een slagerij aan de slag gaat en het versnijden van varkensvlees tot je takenpakket behoort. Ofwel aanvaard je dat ofwel trek je de conclusie dat je niet thuis hoort op dat bedrijf.” Brussel Metropool - mei 2019 ❙ 43 D.R. D.R.

46 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication