21

sel, is niet formeel tegen de plannen van de Brusselse regering – “Het kan een mooi project voor Brussel worden dat voor minder autoverkeer in de stad zorgt”, dixit woordvoerder Danny Smagghe – maar vraagt wel begeleidende maatregelen. “Waarom denkt men bijvoorbeeld niet aan een overstapparking?”, vraagt Smagghe zich af. “Voor zo’n Park & Ride (P+R) zone aan de ingang van het Brussels Gewest, daar waar de E40 zal overlopen in een stadsboulevard, pleiten wij al heel lang. Daarnaast zou men het openbaar vervoer beter moeten uitbouwen. Je moet de mensen alternatieve mogelijkheden om zich te verplaatsen aanbieden en liefst vóór de versmalling een feit is. Dan kun je pas écht spreken van het anders invullen van de mobiliteit.” Vele stemmen binnen de GMC zijn vragende partij voor een proefopstelling, gekoppeld aan impactmetingen. “Zoiets is perfect mogelijk”, meent Danny Smagghe. “Een soortgelijke proefopstelling is er op dit moment al in de buurt van de Basiliek van Koekelberg, omdat men daar van rijrichtingen wil veranderen. Daar zijn intussen al aanpassingen doorgevoerd op vraag van de buurtbewoners. Het is goed bij zo’n test de impact op de doorstroming van het verkeer te analyseren. Meten is weten en laat je toe aanpassingen aan te brengen voor de versmalling definitief wordt. Wat wij vrezen is dat er stroomopwaarts meer file zal ontstaan. Mocht dat effectief blijken, dan moet men daar toch rekening mee houden? Het is raadzaam om daar experts bij te betrekken. De GMC kan daar zeker zijn steentje toe bijdragen. Daar zijn tenslotte externe studiebureaus bij betrokken, laten we gebruik maken van hun expertise.” Beperkte impact Bij het kabinet van Rudi Vervoort horen we dat het studiebureau dat Pascal Smet en Ben Weyts, Brussels minister en Vlaams minister van mobiliteit. met de uitwerking van het Masterplan voor de E40 belast werd, de impact heeft bestudeerd van de uiteenlopende voorstellen. “Wat het autoverkeer betreft, ging men ervan uit de bestaande verwerkingscapaciteit te behouden, wat neerkomt op 6.000 particuliere of daarmee gelijkgestelde voertuigen per uur tijdens het spitsuur”, licht Jo De Witte toe. “Het voorstel zal dus niet uitsluitend invloed hebben op de bereikbaarheid van het stadscentrum, maar zal ook de levenskwaliteit in de wijken verbeteren omdat de auto’s er trager zullen rijden en minder geluidshinder veroorzaken. Bovendien zullen de auto’s die Brussel binnenrijden gebruik kunnen maken van een betere signalisatie en wegmarkeringen, waardoor het verkeer vlotter zal verlopen.” Vlaams minister voor mobiliteit Ben Weyts bevestigt dat een Brusselse studie heeft uitgewezen dat er geen effect zou zijn voor de Ring rond Brussel. “De E40 bestaat in Vlaanderen uit tweemaal drie rijstroken en gaat over in tweemaal vier en zelfs tweemaal zes rijstroken in Brussel”, legt hij uit. “Mocht er een weerslag zijn, dan zou dat vreemd zijn. Vandaag hebben we een omgekeerde trechter. In Brussel verbreed je dus. Als de Brusselse regering beslist om de E40 te versmallen, dan zal de impact daarvan eerder beperkt zijn. Er zijn wél nog een aantal openstaande vragen. Wat is de impact op de andere gewestwegen, op het onderliggende wegennetwerk?” Goed overleg Volgens Jo De Witte zal een eerste fase van de versmalling, bestaande uit enkele snelle aanpassingswerken, meteen dienst doen als test. Over mogelijke flankerende maatregelen, zoals investeringen in openbaar vervoer en overstapparkings zegt hij dat de logica achter de heraanleg van de toegangsweg deel uitmaakt van een globale aanpak. “Het Gewestelijk Plan voor Duurzame Ontwikkeling werd onlangs officieel door de Brusselse regering goedgekeurd en hetzelfde zal binnenkort met het mobiliteitsplan Good Move gebeuren. Beide ondersteunen dezelfde visie, waarin de levenskwaliteit in de Brusselse wijken centraal staat. Het aanbod van het openbaar vervoer zal in dat verband effectief verder moeten evolueren en ook het P+R principe wordt erin meegenomen.” Ben Weyts vindt een proefproject niet strikt noodzakelijk, zolang er goed overleg is tussen de administraties. Hij zegt dat hij zich in de contacten met collega Smet soepel opstelt en zelf alle nodige informatie over zijn eigen plannen met de Ring rond Brussel deelt. “Dan verwacht ik ook volledige transparantie en bereidheid tot overleg.” ● Peter Van Dyck Brussel Metropool - januari 2019 ❙ 19 © Belga

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication