De "wet van Jevons" stelt dat hoe efficiënter een hulpbron wordt geproduceerd en gebruikt, hoe meer het verbruik ervan stijgt eerder dan afneemt. ENERGIE De paradox van Jevons: green IT misschien toch niet zo groen Heel wat leveranciers hebben de mond vol van groene IT en de lagere impact op het milieu dankzij de nieuwe technologieën. De werkelijkheid op het terrein geeft hen helaas geen gelijk. Dit is te wijten aan het zogenaamde ‘terugslageffect’ (rebound), die deze ecologische voordelen gedeeltelijk of volledig ongedaan maakt. We trachten dit even toe te lichten. E en geheugenopfrisser: in de 19e eeuw al was er sprake van een economisch beginsel dat soms de ‘Paradox van Jevons’ wordt genoemd, naar de Britse Economist William Stanley Jevons. Volgens Wikipedia is het terugslageffect “de toename van het verbruik door een vermindering van de beperkingen op het gebruik van een technologie; deze beperkingen kunnen van monetaire, tijdelijke, sociale of fysische aard zijn of in verband staan met de inspanning, het gevaar, de organisatie, enz.” Gevolg: de aanvankelijk door het rationelere gebruik verwachte energie- of hulpbronnenbesparing kan geheel of gedeeltelijk verloren gaan door de aanpassing van het gedrag aan deze nieuwe situatie. Met andere woorden, de vooruitgang die de technologie teweegbrengt, wordt vaak tenietgedaan door de gedragsverandering die zij veroorzaakt. Een praktisch voorbeeld: toen steenkool de basis vormde van de industriële revolutie, vreesden ingenieurs dat deze hulpbron te snel op zou raken en zochten ze naar een optimale exploitatie ervan. Hierdoor daalde de prijs van steenkool, wat het verbruik deed toenemen ... In feite bestaan er drie soorten terugslag-effecten. Ten eerste het directe rebound-effect, wanneer een daling van de kost van een hulpbron aanleiding geeft tot lagere prijzen en vervolgens een grotere vraag. Ten tweede het indirecte rebound-effect: wanneer een hulpbron efficiënter wordt geproduceerd, dalen de prijzen ervan en besparen de consumenten geld dat zij aan andere vervuilende stoffen kunnen uitgeven. En ten derde het structurele rebound-effect, dat de ganse economie beïnvloedt: lagere brandstofprijzen bijvoorbeeld maken verplaatsingen 48 BECI - Brussel metropool - -juni 2018 goedkoper waardoor de mensen meer gaan rijden en dus ook meer vervuilen. Nieuwe technologieën Hoewel sectoren als de automobielindustrie en de bouw het rebound-effect op grote schaal hebben bestudeerd, besteedden de nieuwe digitale technologieën er nog maar weinig onderzoek aan. Het ligt echter voor de hand dat bijvoorbeeld videoconferenties het aantal verplaatsingen van werknemers, en dus de CO2 -uitstoot, beperken. Of dat e-learning de verplaatsing van medewerkers naar een opleidingscentrum overbodig maakt. Evenzo zou telewerken het aantal auto's op onze wegen moeten verminderen, terwijl het wijdverbreide gebruik van e-mail het papierverbruik zal terugschroeven. Maar dan houden we geen rekening met het beruchte rebound-effect. Uit studies in Denemarken blijkt bijvoorbeeld dat het aantal zakelijke verplaatsingen door telewerken inderdaad is verminderd, maar dat burgers hun auto meer privé zijn gaan gebruiken, wat de positieve effecten gedeeltelijk tenietdoet. Bovendien vereist telewerken dat elke werknemer zijn eigen huis verwarmt en verlicht, in plaats van samen met de collega’s in een groot kantoor te werken. Ook dit zorgt voor extra energiekosten. E-mail wordt eveneens beïnvloed door het rebound-effect. Internet vertegenwoordigt maar liefst 7% van het wereldwijde elektriciteitsverbruik. Als internet een land was, zou het de op twee na grootste verbruiker van elektriciteit ter wereld zijn, na China en de Verenigde Staten (temeer daar het internetverkeer tegen 2020 wellicht zal verdrievoudigen). Algemeen wordt aangenomen dat e-mail Marc Husquinet © Thinsktock
51 Online Touch Home