THINK TANK VÓÓR OF TEGEN Het stemrecht voor buitenlanders tijdens de gewestelijke verkiezingen Buitenlandse bewoners (vandaag 35% van de Brusselse bevolking) mogen deelnemen aan gemeenteverkiezingen. Dat recht kunnen ze opnieuw in oktober 2018 uitoefenen. Maar slechts weinigen stappen werkelijk naar het stemhokje. Heeft het dus zin om dit recht uit te breiden tot de gewestelijke verkiezingen in 2019? En zo ja, voor alle buitenlanders, slechts de Europese onderdanen of … voor niemand? Het debat welt weer op. Henri Goldman, hoofdredacteur van het tijdschrift Politique In 1992 stelt het Verdrag van Maastricht het Europese burgerschap in en krijgen alle Europese ingezetenen het recht om deel te nemen aan lokale verkiezingen. In 2004 volgt België het voorbeeld van Ierland, Zweden, Denemarken, Finland, Nederland, Luxemburg, Litouwen, Slovenië, Hongarije en Slowakije, met de uitbreiding van dit stemrecht tot alle burgers van derde landen die in België minstens vijf jaar woonachtig zijn. De helft van de lidstaten van de Europese Unie – met daarbij ook ons land – vindt dus dat het lokale burgerschap niet noodzakelijk gebonden is aan een nationaliteit. Een Spanjaard die geruime tijd in Stockholm woont, hoeft van zijn nationaliteit niet af te zien om zijn mening te laten gelden in de stad waar hij werkt en zijn belastingen betaalt. Het meest relevante lokale niveau zijn de steden, die constant uitbreiden. Om hiermee rekening te houden, organiseerde België in 1975 een vergaande fusie van gemeenten, waardoor hun aantal door vier werd gedeeld. In de steden wiste deze fusie een aantal grenzen dat niets concreets meer vertegenwoordigde. Alle bewoners van Antwerpen, Luik, Gent of Charleroi, ongeacht hun nationaliteit, hebben vandaag inspraak bij de verkiezing van hun burgemeester. Dit geldt echter niet voor Brussel, de grootste stad van het land, die op een vaak absurde manier versplinterd blijft in 19 gemeenten die aan de fusie zijn ontsnapt. Met als resultaat dat burgerlijke rechten die elders in het land wordt erkend, dat in de hoofdstad niet zijn, terwijl het aandeel van buitenlandse bewoners daar maximaal is: 35%! Een dergelijke anomalie dient te worden rechtgetrokken. De 415.000 niet-Belgische Brusselse inwoners moeten de gevolgen niet dragen van de wankele politieke compromissen die in Brussel de weg versperren voor gezond verstand en hervormingen. Op een of andere manier moeten deze mensen een stemrecht genieten op stadsniveau, want daar creëert het lokale burgerschap een werkelijk draagvlak. Vandaag betekent dit toegang tot de gewestelijke verkiezingen. Cédric Lobelle Alain Destexhe, Senator – Brusselse volksvertegenwoordiger (MR) Voor de gemeentelijke en gewestelijke verkiezingen ben ik voorstander van een stemrecht beperkt tot de onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie. Ondanks de globalisering en de steeds grotere diversiteit van onze samenleving, zeker in Brussel, behoudt het concept van natie zijn waarde. Een natie is een gemeenschap die een aantal zaken gemeen heeft: een geschiedenis, tradities, gebruiken en – onder andere – waarden. Renan beschouwde de natie als een dagelijkse volksstemming (“Un plébiscite de tous les jours”). Hoewel steeds meer (maar nog niet de meerderheid van de) Vlamingen hun lot in eigen handen willen nemen, voelt de meerderheid van de Belgen zich nog steeds Belg en gebonden door een gemeenschappelijk beleid in verscheidene domeinen (politiek, sociale zekerheid, defensie). In tegenstelling tot wat sommigen vandaag laten doorschemeren, heeft het woord ‘vreemdeling’ geen negatieve gevoelswaarde. De vreemdeling is degene die anders is en die dus ook niet dezelfde geschiedenis, tradities en gebruiken heeft (wat betreft wellevendheid, gedrag in het openbaar of houding tegenover vrouwen). Omdat hij per definitie anders is, maakt de vreemdeling geen deel uit van de politieke gemeenschap en moet hij daarom ook geen stemrecht krijgen. Dit recht behoort tot de politieke gemeenschap, op welk niveau dan ook. Al 60 jaar lang werken wij aan een toenadering tussen Europese volkeren. Sinds een twintigtal jaar bouwen wij aan een Unie die ook een politieke dimensie bekleedt. Er is zelfs sprake van een Europees burgerschap (terwijl het concept van wereldburger in feite niet bestaat). Voor deze redenen ben ik voorstander van een stemrecht voor Europeanen tijdens de gemeentelijke en gewestelijke verkiezingen. Het zou eventueel ook kunnen voor de parlementsverkiezingen, maar omdat het Europese burgerschap nog niet rond is, vind ik dat de soevereine domeinen nog steeds politiek moeten worden bepaald door de eigen onderdanen. Volgens het principe ‘No taxation without representation’, zou het nochtans wenselijk zijn dat de ambtenaren van de Europese Unie die in België woonachtig zijn, aan dezelfde gemeentelijke en gewestelijke fiscaliteit dan de Belgen zouden worden onderworpen. BECI - Brussel metropool - april 2018 19 © Reporters
22 Online Touch Home