TOPIC het begrip zijn vooral te vinden in overeenkomsten, handelsverdragen en de jurisprudentie.) Vandaar de hevige debatten tussen voor- en tegenstanders. En er wordt vandaag meer gediscussieerd over het al dan niet behouden van dit beginsel dan wel over pragmatische toepassingscriteria. De praktische oplossing zal waarschijnlijk een beroep doen op een onafhankelijk orgaan bestaande uit wetenschapslieden, economisten, sociologen enz., die de nodige deskundigheden zouden (trachten te) samenbrengen om het risico te beschrijven, te noemen en te evalueren. Want pas daarna kan het risico deel uitmaken van een kosten/baten-berekening waarmee de actie al dan niet zal worden goedgekeurd. Op die manier wordt de ondernemer ook van een geweldige aansprakelijkheid ontlast. ● CORENTIN DE SALLE : “Moest het vuur worden verboden aan de prehistorische mens omwille van het brandgevaar?” Bent u voorstander van het voorzorgsbeginsel? “Ik ben gekant tegen een rigoureuze toepassing ervan. Vanzelfsprekend pleit ik voor voorzichtigheid bij het nemen van beslissingen. Er zijn voorbeelden genoeg van uiterst afkeurenswaardige roekeloosheid – denk maar aan het schandaal rond de thalidomide. Een absolute voorzichtigheid is echter ook zinloos. Het verbod van een nieuwigheid zolang men niet 100% zeker is dat er geen enkel risico bestaat, betekent het einde van elke vorm van vooruitgang. Moest het vuur worden verboden aan de prehistorische mens wegens het brandgevaar? Zeker niet, al wist men dat dit ongevallen en zelfs drama’s zou veroorzaken. Toen het gebruik van DDT werd verboden na de bekendmaking van de giftigheid van het product voor een bepaalde vogelsoort, werden Afrikaanse volkeren meteen blootgesteld aan malaria. Meer dan 50 miljoen mensen sneuvelden. Moest dit product dan echt ‘uit voorzorg’ brutaal worden verboden? Het voorzorgsbeginsel kan dus gevaarlijk zijn. Vandaag belet dit principe zelfs voorafgaandelijk onderzoek, nochtans een voorwaarde voor een goede inschatting van een risico. Zo onderbrak de Franse regering haalbaarheidsstudies rond de ontginning van schaliegas. Afzien van deze ontginning is zeker gerechtvaardigd in geval van nare gevolgen, maar precies deze gevolgen moeten op voorhand worden bestudeerd, en dan liefst in een ruimer perspectief, want een lokaal nadeel van een dergelijke ontginning zou misschien ruim worden gecompenseerd door de algemene voordelen. Het voorzorgsprincipe pleit inderdaad voor dit soort voorafgaand onderzoek. Waarom wordt in uw voorbeeld hiervan afgezien? En waarom zou een politieke organisatie, die nochtans constant op zoek is naar energiebronnen en financiering, afstand doen van een dergelijke opportuniteit? “Bepaalde politieke mandatarissen kunnen gevoelig zijn voor de publieke opinie of voor de mening van een kleine groep met veel invloed op de publieke opinie. Daarom kunnen ze, omwille van electorale beschouwingen en tegen het algemene belang in, een nochtans toekomstgericht project opgeven.” Jan-met-de-pet reageert dus weinig oordeelkundig … “Er is hier niet zozeer een gebrek aan onderscheidingsvermogen dan wel aan informatie. Zich een gegronde mening vormen, is echt niet gemakkelijk in zeer technische materies, zeker als de lobby’s verkeerde informatie verspreiden. Vanuit een filosofisch standpunt zouden we kunnen stellen dat het voorzorgs principe een uiting is van een – uiteraard utopische – drang naar of obsessie van zuiverheid. De publieke opinie zal dus geneigd zijn voor overdreven voorzorg te kiezen. En wat het onderscheidingsvermogen betreft, hebben we vooral te maken met een gebrek aan visie. Mensen als Pasteur en Marie Curie waren voldoende bezeten door het algemene belang om terughoudendheid tegenover een risico te overwinnen.” Geldt het voorzorgsprincipe niet als een basiselement van duurzame ontwikkeling? “Op het eerste gezicht wel, ja. Maar duurzame ontwikkeling berust op drie pijlers: de economie, de samenleving en het milieu. Als u dus zwaar de klemtoon legt op de derde, benadeelt u de eerste twee. Dan wordt het voorzorgsbeginsel contraproductief. Als het verbod op een innovatie de tewerkstelling aantast, dan is dit antisociaal en economisch onverantwoord. Maar ook het milieu zal daar de gevolgen van dragen, want een minder welvarende samenleving zal over minder financiële middelen beschikken voor een milieuvriendelijk beleid.” Wat doen we met een voorzorgsprincipe dat de ontwikkeling schijnt te belemmeren? “De aanpak herzien richting van een ‘beginsel van de minimale schade’. Het moet een actieprincipe zijn, geen reden tot immob lisme of afwachting. Het zoeken naar de oplossing beste kosten-baten ratio heeft.” Corentin de Salle is directeur van de Centre Jean Gol (MR). 36 BECI - Brussel metropool - december 2017
39 Online Touch Home