TOPIC doelstellingscontracten met de overheid om de werkelijke uitdagingen aan te pakken, met behoud van de verantwoordelijkheid en de autonomie van de scholen. Verantwoording gebeurt voornamelijk collectief. Een eventuele weerslag op de individuele beoordeling is vooral formatief bedoeld. Sancties komen er slechts in extreme gevallen en daartegen kan in beroep worden gegaan.” Het basisprincipe: de verlenging van het gemeenschappelijk leertraject De MR heeft er zwaar op gehamerd tijdens de politieke crisis. Het nut daarvan wordt echter serieus betwijfeld door degenen die zich willen voorbereiden op een beroep en die dus zullen moeten afhaken. Maar hierdoor ontkennen ze ergens de vorm van verbanning die ze ondergaan. Karim Djaroud vermoedt dat er op een betere Pisa rangschikking wordt gemikt, waarbij volgens hem de tewerkstelbaarheid van jongeren van 15 jaar in functie van hun vaardigheden wordt beoordeeld. zal worden voorzien tijdens en na de schooluren om de problemen te overwinnen en zittenblijvers te vermijden”, aldus Remels. De keuze van uitmuntendheid krijgt alvast de goedkeuring van filosoof en politoloog Vincent de Coorebyter, die openlijk benadrukt dat de gebrekkige kennis van Frans en wiskunde moet worden opgelost. Het tekort aan nauwgezetheid in de methode en aan moed in de beoordeling is volgens hem te wijten aan richtlijnen die leerkrachten aanzetten het herhaald aanleren van regels te vergeten ten voordele van een speelse aanpak met veel ‘tips & tricks’. Voor zover afstand moet worden genomen van de fundamenten van het onderwijs en de praktijk ervan aan herziening toe is, dan vormt inductief onderwijs een toekomstgerichte oplossing in een context van digitalisering van de kennis en automatisering van de taken, volgens Bruno Colmant: “Het oude voorrecht van de leraar als beschermer van de kennis is voorbijgestreefd. In katholieke landen, waar het onderwijs deductief is, tracht men nog steeds de stof van buiten te leren. Er wordt uitgegaan van de grote principes, die repetitief worden toegepast. In protestantse landen is het onderwijs echter inductief. De werkelijkheid wordt aanvaard en het model dagelijks herzien. Deze adaptieve aanpak is soepeler en de gemeenschap staat open voor verandering.” Olivier Remels (Fondation pour l’Enseignement) “Het pact voorziet een nieuw evenwicht tussen kennis en vaardigheden”, zegt Olivier Remels. Kennis wordt niet achterwege gelaten. “De sociale lift is defect. De schoolresultaten hangen sterk af van het sociaal-economisch niveau van de leerlingen. Veranker dus de kennis bij alle jongeren, zodat ze hun ganse leven lang vlot blijven leren.” De actoren van het pact vinden dat de landen met een langer gemeenschappelijk leertraject hier beter in slagen. De vraag is of dit hier mogelijk is en of de maatregelen tegen het zittenblijven zullen volstaan om het niveau op te krikken. “Remediatie De noodzakelijke toenadering met de bedrijfswereld Iedereen beoogt een opwaardering van het kwalificerend onderwijs. “In Duitsland en Nederland bestaat er meer sociale mobiliteit dan in katholieke gemeenschappen, die meer in categorieën zijn gestructureerd”, zegt Bruno Colmant. “In het vlottere Duitse systeem bestaat geen verwerping van het beroepsonderwijs en vorming duurt er zo lang als de carrière zelf.” Het gemeenschappelijk onderwijstraject bevat ook een kennismaking met beroepen en het ondernemerschap en bouwt dus bruggen. Karim Djaroud beweert echter dat het pact de hiaat nog vergroot tusBruno Colmant sen kwalificerend en hoger onderwijs: “De leerlingen van het algemeen en het beroepsonderwijs kunnen er naartoe, maar die van het technisch onderwijs niet.” De vereenvoudigde algemene vakken verwateren namelijk in de fusie van de technische en beroepstrajecten. Hierdoor verdwijnt het vertrouwen om een optioneel zevende jaar te overwegen, dat nochtans de weg effent naar de technische graduaatstudies. “De leerlingen van het toekomstige gemeenschappelijk traject zullen anders zijn”, nuanceert Olivier Remels. De toenadering met de bedrijfswereld is welkom, onder andere door een beter aanbod aan stages en toegang tot de technologieën. De rationalisering van de leertrajecten volgens de geografische ligging en de beroepsperspectieven zorgt wel voor enige vrees dat de educatieve missie hierdoor minder prioritair zou worden. Door de inkorting van het kwalificerend onderwijs van 4 tot 3 jaar ontstaat zelfs de vrees dat de ondernemingen een deel van de vorming voor hun rekening zouden moeten nemen. “Vandaag worden de beroepen meestal gepresenteerd in het 5e en 6e jaar, want vele leerlingen veranderen van richting nadat ze in het 3e of 4e hun vak hebben gezocht”, weet Olivier Remels. Om positieve keuzes te bevorderen, voorziet het pact een betere informatie aan de gezinnen en steun aan de leerlingen in het ontwerp van een project voor hun leven. Daarna volstaat het om “de inhouden aan te passen aan de evolutie van de beroepen”, besluit Olivier Remels. Agressieve kritiek zou dus het ganse concept kunnen doen wankelen, terwijl opbouwende kritiek een aantal onduidelijkheden zou wegwerken en bepaalde evenwichten zou bijsturen. ● BECI - Brussel metropool - oktober 2017 39 D.R. © Reporters
42 Online Touch Home