33

Opgelet voor de Lage-emissiezone! De gebruikte brandstof beïnvloedt de uitstoot aanzienlijk. Zo heeft Parijs bijvoorbeeld de verwarming op brandhout beperkt wegens een veel hogere uitstoot van fijne stofdeeltjes dan bij gas of stookolie. In het Brusselse Gewest gebruikt volgens een studie slechts 0,20% van de woningen hout als brandstof, en slechts 0,35% steenkool en derivaten. Dit aandeel is dus verwaarloosbaar. Ook stookolie produceert fijne stofdeeltjes. Evenals andere brandstoffen draagt hij bij tot de uitstoot van NOx, die later aanleiding geeft tot ozon (O3) in de troposfeer. 17% van de Brusselse woningen gebruikt stookolie. Aardgas vertegenwoordigt 66% en elektriciteit 6%. Stookolie is slechts voor 7% aanwezig in het energieverbruik van gebouwen in de tertiaire sector – een veel kleiner aandeel dan minder vervuilende energiebronnen als elektriciteit (48%) en aardgas (44%). Initiatieven in de bouwsector De sector tracht deze vormen van emissies uiteraard in te dijken. Maar hoe houdt de Confederatie Bouw Brussel Hoofdstad (CBBH) concreet rekening met de kwaliteit van de lucht? Het antwoord van Charline Boyer, opdrachthouder: “Wij gaan voor duurzame bouwtechnieken. Deze aanpak reikt veel verder dan de focus op de energieprestaties van gebouwen (EPB) alleen. Wij leggen de klemtoon op al wat met de duurzaamheid van een gebouw te maken heeft: de EPB uiteraard, maar ook de impact op het milieu, de gebruikte materialen, het comfort en de luchtkwaliteit.” De CBBH voert bovendien sensibiliseringsacties rond vluchtige organische stoffen (VOS) die, evenals NOx, bijdragen tot de vorming van ozon in de troposfeer, ten nadele van de kwaliteit van de lucht. De cel Energie & Milieu van de CBBH organiseert al meerdere jaren seminars rond het gebruik van natuurlijke verfproducten en plamuren. En wat betreft de energiebron die voor verwarming wordt aangewend, sensibiliseert de CBBH de spelers van de bouwsector voor de verscheidene vormen van hernieuwbare energie, waarbij de impact van energieproductie op de luchtkwaliteit als een belangrijk argument geldt. De lage-emissiezone (LEZ) is slechts één van de 64 maatregelen van het Gewestelijk Lucht-Klimaat-Energieplan, maar wel een van de meest ambitieuze en een van de vroegste, want ze wordt al in januari 2018 van kracht. Binnen zes maanden, dus. De voertuigen die in het Brusselse Gewest rondrijden, ondergaan twee vormen van controle. ANPR camera’s verbonden met de databank van de DIV zullen de in België geregistreerde voertuigen identificeren. Onder het half miljoen voertuigen dat dagelijks in Brussel rondrijdt, bezit 5% (ongeveer 25 000 wagens) een buitenlandse nummerplaat. Deze wagens zullen ‘op het terrein’ worden gecontroleerd. Dit is duidelijk onrechtvaardig: Belgische voertuigen worden systematisch gecontroleerd (en desnoods beboet), terwijl voertuigen met een buitenlandse nummerplaat slechts nu en dan en lukraak zullen worden onderzocht (met een veel kleinere kans op een boete). Het blijft echter twijfelachtig of de camera’s er op tijd zullen zijn: de voorafgaandelijke studie van de controlesystemen is nog volop aan de gang. Bovendien zouden alle bestaande en toekomstige lage-emissiezones aan dezelfde normen moeten beantwoorden. Er bestaat al een LEZ in Antwerpen, die ook betrekking heeft op bepaalde benzinevoertuigen (terwijl de Brusselse LEZ in een eerste fase slechts de dieselmotoren zal betreffen). Andere projecten zijn in voorbereiding, onder andere in Gent en Mechelen. De toegangsvoorwaarden voor elk van deze zones zullen volgens een eigen tijdschema evolueren… In 2020 zal een bestuurder die van Antwerpen, via Mechelen naar Brussel rijdt, moeten nagaan of zijn voertuig conform is met drie verschillende LEZ! Enne… kent u de Euronorm van uw motor? Ischa Lambrecht, adviseur mobiliteit BECI ila@beci.be Afvalverbranding en luchtkwaliteit In Neder-Over-Heembeek veroorzaken de afvalverbrandingsinstallaties vooral een uitstoot van dioxines en zware metalen. Hoe beïnvloedt dit de kwaliteit van de lucht? Het metingstation van het Meudonpark, op ongeveer een kilometer afstand, heeft sinds zijn installatie in 1998 nooit enige noemenswaardige impact kunnen vaststellen. Het verkeer is een van de oorzaken van de luchtvervuiling in Brussel, maar zeker niet de enige. Omwille van het verbrandingsproces produceren de installaties in Neder-over-Heembeek echter ook stikstofoxiden (NOx) en fijne stofdeeltjes (PM10). Gelukkig zorgt sinds 2006 een rookverwerkingssysteem voor 75% vermindering van de NOx uitstoot. De industriële activiteiten zijn in Brussel vrij beperkt en hebben dus globaal weinig impact op de luchtvervuiling en de kwaliteit van de lucht die we inademen. ● BECI - Brussel metropool - juni 2017 31 © Reporters

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication