Van theorie naar praktijk Martin’s Hotels maakt al enkele jaren werk van niet-financiële reporting. Dit jaar is de onderneming trouwens genomineerd voor de EMAS Awards rond het thema van de kringloopeconomie. Wij leggen Gaëlle Mourlon Beernaert, Sustainability Project Coordinator van de Martin’s Hotels, drie vragen voor. 1. Waarom is het belangrijk om te communiceren over de acties die u op dit vlak voert? Wij communiceren rond ons duurzaam ontwikkelingsproject om onze stakeholders te betrekken, te informeren, te vormen en aan te moedigen. Intern betekent dit de uitvoering van de best practices die elk personeelslid bij zijn aanwerving meekrijgt. Extern moedigt dit onze klanten aan om gebruik te maken van ons Eco-bonprogramma en zet het onze leveranciers aan tot een duurzaam aankoopbeleid. Zo krijgen wij ook feedback van onze stakeholders en kunnen we nieuwe acties ondernemen om beter te worden. 2. Welke meerwaarde betekent dit voor uw bedrijf? Een dergelijke aanpak biedt talrijke voordelen en opportuniteiten. We denken bijvoorbeeld aan het samenhorigheidsgevoel en de fierheid om voor Martin’s Hotels te werken, de opstelling van structuren en procedures om ons engagement concreet om te zetten, de opvolging van nieuwe technologieën en wetgevingen waardoor we voortrekkers blijven, enz. Het is bovendien een uitstekend communicatiemiddel. 3. Wat gebeurt er daarna met de resultaten? Wij verzamelen alle resultaten in de verklaring en het milieuverslag, die op de website beschikbaar zijn. Ze worden ook aan het directiecomité, de hoteldirecteurs en de personeelsleden gecommuniceerd. Voor ons is het belangrijkste echter dat deze resultaten geen dode letter blijven. Dat is de reden waarom wij regelmatig tot actie overgaan (plaatsen van schuimkoppen op de mengkranen in de badkamers, kiezen voor een wasserij met ecolabel, aankoop van 100% groene energie, enz.) dossier dat weinig mensen zullen lezen. “De tendens bestaat er vandaag in te kiezen voor steeds meer communicerende en interactieve versies”, verklaart Arnaud Grégoire. “Wij stellen onze klanten korte versies van hun verslag voor, met de belangrijkste punten, cijfers enz., die wij daarna vertalen naar het gewenste formaat (papier, web, video...) met aangename en dynamische grafieken”. Het doel is om er een instrument van te maken dat de onderneming gemakkelijk kan gebruiken om haar acties te promoten. Daarnaast moet ook rekening worden gehouden met de verspreiding ervan. “Hoe wordt deze versie van het verslag verspreid en gepromoot? Door een papieren versie aan een welbepaald publiek te sturen? Via web en sociale media? Dat is een strategie die we samen met de ondernemingen opstellen”, concludeert Arnaud Grégoire. ● 28 BECI - Brussel metropool - juni 2017 Voedingswinkels keren terug in de stadskernen De groene golf overspoelt alles, met nieuwe consumptiepatronen (lokaal of bio) en nieuwe levenswijzen (nabijheid, gemak, autoloze verplaatsingen …). Dit geldt evenzeer voor voedingswinkels. Ze zijn in de steden aan een grote terugkeer begonnen, ondanks belemmerende parameters als mobiliteit, de groei van e-commerce en de consument die naar nieuwigheid snakt. Om hun activiteiten te bestendigen en de klanten tevreden te stellen, hebben deze handelszaken echter hun strategieën moeten herzien: meer winkels maar van kleinere omvang, een aangenamere koopbeleving en uitgebreide openingstijden... De sector boomt en het valt voor dat twee of drie dergelijke winkels zich in dezelfde straat vestigen. Ze differentiëren zich door een aparte aanpak, zoals dit trouwens ook het geval is voor de sterk groeiende consumptie van bioproducten. The Barn Bio Market Bio vertegenwoordigt vandaag 2,8% marktaandeel. De omzet is in 2015 met 18% gestegen. De conventionele supermarkten blijven het voornaamste distributiekanaal van bioproducten, maar hun relatief aandeel daalt jaar na jaar ten voordele van speciaalzaken. Dit is kenmerkend voor de trend naar lokale consumptie, die vooral in steden sterk aanwezig is. Deze evolutie heeft ook een weerslag op de logistiek, met onder andere het LaMiLo project (voor een duurzame stedelijke logistiek). De vastgoedsector volgt de trend met een meer gemengd ruimtegebruik in nieuwbouw. Zo bijvoorbeeld in de Sint-Honorégalerij, waar het residentieel aanbod grondig werd herzien en aangevuld met een handelsoppervlakte voor een Carrefour Market. Eaglestone biedt met zijn Nautilus project eveneens een lokale oplossing, dankzij een handelscomplex rond 197 appartementen. Bureau Gérard past zich aan. Wij stellen vast dat de vraag naar handelsoppervlakten tussen 250 en 400 m² voor lokale distributieprojecten fors stijgt. Onlangs hebben wij meegewerkt aan de opening van The Barn Bio Market en een nieuwe Färm Store, allebei in de wijk van het Jubelpark. Al deze veranderingen hebben een positieve invloed op ontluikende handelszones. De herontplooiing van duurzame handelszaken brengt nieuwe uitzichten en oplossingen, niet alleen voor de vastgoedsector, maar ook voor het consumptiegedrag en de beleving van de consument. De ‘groene’ handel gaat een mooie toekomst tegemoet en betekent dagelijks nieuwe uitdagingen voor de verscheidene sectoren die erbij betrokken zijn! Renaud Slegers – Retail Department renaud.slegers@bureau-gerard.com
31 Online Touch Home