38

DYNAMIEK Principekwestie Op zoek naar een verklaring voor de diepe kloof, ziet de voorzitter van bMediation, naast de al vermelde foute attitude, ook veel onwetendheid. “Zowel bedrijfsleiders als adviseurs zijn onvoldoende bekend met het bemiddelingsinstrument. Negotiatie, rechtbank en arbitrage zijn de enige middelen die ze kennen om een conflict op te lossen.” Onbekend is onbemind, zegt ook Patrick Van Leynseele. “Het concept bemiddeling is wellicht wel gekend, maar men weet niet het fijne van hoe het precies functioneert. Niet alleen in de bedrijfswereld, maar ook in de advocatuur beseffen te weinig mensen welke perspectieven bemiddeling biedt.“ In een bemiddeling houd je als betrokken partij de controle, wat in de rechtbank niet het geval is. In België durven advocaten hun klant weleens aan te raden niet bij de zitting aanwezig te zijn. Onder het mom dat dit toch maar tijdverlies is, maar in werkelijkheid komt het erop neer dat ze liever geen pottenkijkers hebben. Bij een bemiddeling is de bedrijfsleider altijd present. “Volgens mij speelt bij sommige advocaten eerder een aversie tegen verandering”, meent Pierre Schaubroeck. Er zijn nog altijd bedrijven die vanaf het ogenblik dat er iets misloopt hun advocaat de opdracht geven om de rechter te laten tussenkomen. Soms omdat in hun sector – bijvoorbeeld die van verzekeringsmaatschappijen – bemiddeling weinig gebruikelijk is, soms omdat men oordeelt dat het een principekwestie is (als medewerkers van je bedrijf aangevallen worden, kan je dat niet over je kant laten gaan). “Bij een inbreuk op je Pierre Schaubroeck intellectuele eigendom ben je bijna genoodzaakt om een rechtszaak aan te spannen”, geeft Pierre Schaubroeck als voorbeeld. “Je bent het aan je jezelf verplicht om je merk of patent te verdedigen. Maar zelfs dan kan je nog altijd gaan negotiëren. Bemiddeling kan ook een uitweg bieden als je in een gerechtelijke procedure zit. Zelfs als er al een dagvaarding is geweest, kun je op een gegeven moment het roer omgooien en bemiddeling proberen.” Minder vijandig Toen Inge Geerdens na de BMS een bevriend advocaat aansprak over bemiddeling, reageerde die: “Dat doen wij de helft van de tijd al: proberen een oplossing te vinden zonder de rechtbank, maar dan niet onder de noemer mediation.” Patrick Van Leynseele vangt dergelijke opmerkingen ook geregeld op. “Mediation is niets anders dan onderhandelen met bijstand van een neutrale derde. Ik ken heel wat advocaten die stellen dat ze geen bemiddeling nodig hebben. In het milieu van werkgevers en werknemers heb je gespecialiseerde advocaten die elkaar goed kennen en vertrouwen en daardoor vlot kunnen onderhandelen. Die hebben effectief vaak geen 36 BECI - Brussel metropool - april 2017 onafhankelijke buitenstaander nodig om een correct akkoord te bereiken.” Inge Geerdens Niettemin is Van Leynseele ervan overtuigd dat advocaten de deugden van bemiddeling pas kunnen kennen als ze er zelf één hebben meegemaakt. “Anders besef je niet wat het kan bijbrengen. Ik ben als bemiddelaar vaak bij conflicten betrokken waarbij beide partijen met hun advocaten al hadden geprobeerd om te onderhandelen. Zonder succes. Dankzij bemiddeling komt er uiteindelijk toch een oplossing uit de bus. Bemiddeling brengt een dynamiek op gang die mensen anders naar de zaken doet kijken en hen minder vijandig doet opstellen.” Pierre Schaubroeck: “Soms is het moeilijk om de twee partijen samen rond de tafel te krijgen omdat de emoties te hoog oplopen. In zo’n geval bestaat de toegevoegde waarde van een bemiddelaar eruit dat hij de zaken met een zekere afstand kan bekijken. Er ontrolt zich een subtiel scenario waar de psychologie een rol in speelt. Een bemiddelaar kan geen beslissing nemen of forceren en zolang partijen hun handtekening niet onder een akkoord hebben gezet, kan één van de twee zich terugtrekken en alsnog naar de rechtbank gaan. Dat je een consensus moet bereiken, is een van de grote voordelen van bemiddeling.” Verhelderend rollenspel De neutraliteit van de bemiddelaar moet buiten kijf staan. Hij kiest geen partij. Daar zal hij zich te allen tijde voor behoeden, ook al denkt hij bij zichzelf dat A misschien iets meer gelijk heeft dan B. Hoewel het niet de taak is van de bemiddelaar om een oplossing aan te dragen, merkt Patrick Van Leynseele dat er soms, als de onderhandelingen vast komen te zitten, de expliciete vraag komt of de bemiddelaar niet méér kan doen dan zijn faciliterende opdracht strikt genomen toelaat en een neutraal advies kan leveren. “In het kader van een Internationale Kamer van Koophandel bemiddeling die ik net zelf heb begeleid, verzuchtten de twee partijen na de eerste klassieke bemiddelingsvergadering: ‘We vrezen dat we er zo niet uit gaan geraken. Zou u als bemiddelaar niet kunnen zeggen wat u erover denkt?’. Sommige bemiddelaars zullen daar a priori afkerig tegenover staan, maar als beide partijen het eens zijn over die aanpak, waarom zou ik er dan ‘neen’ tegen zeggen?” Vijftien jaar geleden hoorde Van Leynseele advocaten, van wie je nochtans kon verwachten dat ze goed ingelicht waren, beweren dat bemiddeling zoals arbitrage is. Op zo’n totaal verkeerde inschatting botst hij vandaag niet langer, maar alle begripsverwarringen zijn nog niet uit de wereld. Op het vlak van bewustwording is er dus nog werk aan de winkel. Pierre Schaubroeck vertelt dat een ‘nepbemiddePatrick Van Leynseele © Studio Dann © Studio Dann © Studio Dann

39 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication