37

De Business Mediation Summit nam eind januari plaats te Brussel. BUSINESS MEDIATION SUMMIT Bemiddeling zorgt voor ongekende creatieve energie Juridische adviseurs wijzen bedrijfsleiders nog te weinig op de mogelijkheden van bemiddeling bij geschillen. Is dit te wijten aan een tunnelvisie, een aversie tegen verandering of een gebrek aan kennis? Enkele deelnemers aan de jongste Business Mediation Summit (BMS) geven hun mening. Peter Van Dyck E en lans breken voor bemiddeling, als alternatief voor een tijdrovende en geldopslorpende rechtszaak om een geschil te beslechten: dat was eens te meer de betrachting van de vierde editie van de Business Mediation Summit die eind januari in Brussel plaatsvond. Met enkele van de sprekers daar – Pierre Schaubroeck (voorzitter van organisator bMediation), Patrick Van Leynseele (bemiddelaar en advocaat-vennoot bij Daldewolf) en Inge Geerdens (CEO van IT-bedrijf CVWarehouse) – kaartten we na over de ideeën die er aan de oppervlakte kwamen. Op de BMS stelde Vlerick Business School een enquête voor die de kloof tussen de bedrijfsleiders en hun juridische adviseurs blootlegde. Inge Geerdens, al 15 jaar ondernemer, schrok van de bevindingen. “Ik stond er versteld van dat juristen zo weinig vanuit het standpunt van de ondernemer denken. Deze laatste is er niet mee gediend dat er veel commotie rond geschillen wordt gemaakt en wil zo weinig mogelijk tijd en energie verspillen. De adviseurs blijken daar gek genoeg niet van doordrongen.” Misschien is die houding van juristen te wijten aan een zekere tunnelvisie? “Als ondernemer heb je het voordeel dat je met zoveel mensen rekening moet houden – medewerkers, klanten, potentiële klanten – dat je haast vanzelf verschillende visies meekrijgt”, stelt Inge Geerdens. Ook het gebrek aan verantwoordelijkheidszin bij adviseurs dat uit het Vlerick onderzoek bleek, verbaasde haar. “Dat ze er vanuit gaan dat wij als ondernemers alles – dus ook de mogelijkheden van bemiddeling – maar moeten weten, is onvoorstelbaar. Ik dacht dat zij er waren om ons te informeren.” Zij zou het stuitend vinden, mochten juridische adviseurs eerder voor gerechtelijke procedures kiezen omdat ze aan hun eigen factuur denken. Patrick Van Leynseele geeft haar gelijk. “Wie van oordeel is dat bij bemiddeling een conflict te snel opgelost is en dit hem bijgevolg te weinig uurloon opbrengt, is zeer kortzichtig. Een advocaat die op lange termijn denkt, zal argumenteren dat duurzame oplossingen tot tevreden klanten leiden.” Verstoppertje Van Leynseele kan weinig begrip opbrengen voor bedrijfsjuristen die zich verschuilen achter de eindverantwoordelijkheid van de CEO. “Ik heb veel contact met juridische departementen van bedrijven en krijg helaas de indruk dat juristen vaak naar de anderen kijken – je zou bijna van een paraplupolitiek kunnen spreken. Ook advocaten durven weleens verstoppertje te spelen.” Ondernemers hebben niets aan onduidelijke adviezen. Als een jurist geen stelling wil innemen en de ondernemer heeft te weinig kennis van zaken om de consequenties van een beslissing in te schatten, komt men geen stap vooruit. “Toen ik nog bedrijfsjurist was, kreeg ik effectief te maken met advocaten die drie mogelijkheden op een rijtje zetten en van mening waren dat de klant het maar moest uitzoeken”, vertelt Pierre Schaubroeck. “Wat onze juridische afdeling dan deed, was alle voor- en nadelen van elke optie onder de loep nemen. Vaak was er niet één oplossing die er bovenuit stak – geen enkele was 100 procent zonder risico. Het criterium dat ik hanteerde om mijn werkgever te adviseren, was: welke optie draagt de minste kans in zich om later juridisch in nesten te komen? De bedrijfsjurist wordt geacht het bedrijf door en door te kennen. Uiteraard is het de bedrijfsleider die de eindbeslissing neemt, maar in werkelijkheid gaat daar een overleg met de jurist aan vooraf en draait het dus om een consensus.” BECI - Brussel metropool - april 2017 35 © Studio Dann

38 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication