59

IZEO ontwikkelde een fiscaal schild voor KMO­bedrijfsleiders! Ondergaat u of uw beheermaatschappij een belastingcontrole en bent u het niet eens met de fiscale rechtzetting? Dan garandeert de door IZEO onderschreven fiscale rechtsbijstandsverzekering u de betaling van de honoraria van een boekhouder of accountant en/of van een advocaat fiscalist die u zowel tijdens de administratieve als de gerechtelijke fase zal verdedigen. De voor de administratieve fase verzekerde kapitalen bedragen 6.250 €. Voor de gerechtelijke fase lopen ze op tot 20.000 €. Deze verzekering maakt deel uit van het pakket dat wij voor slechts 149 € per jaar aan onze leden KMO-bedrijfsleiders aanbieden. Word lid met enkele muisklikken op www.izeo.be. Echt gebeurd Handelskantoor en niet-concurrentiebeding Christophe T is gedelegeerd bestuurder van een internationaal actieve onderneaankloppen: “Nee hoor, wij staan niet alleen ten dienste van de grote ondernemingen, maar van alle bedrijven!” De waarheid achter het discours? Zodra een KMO-bedrijfsleider een aanvraag tot voorafgaande beslissing indient, schiet de ambtelijke machine wakker. De DVB ambtenaren die de aanvraag moeten opvolgen, overrompelen de moedige kandidaat met e-mails, vragen en aanvragen tot leveren van informatie en van allerlei documenten (waarvan men zich soms afvraagt waartoe die zouden kunnen dienen). Ontbreekt er één papier, dan loopt alles strop. Deze ambtenaren willen geen kwaad verrichten, maar hun haarkloverij, hun behoefte aan overvolledige dossiers en de bijkomende voorwaarden die ze opleggen (waarvan sommige in de fiscale wetgeving zelfs niet zijn voorzien) slagen erin heel wat bedrijfsleiders te ontmoedigen of ze te verplichten een beroep te doen op een adviseur. Die zal natuurlijk moeten worden bezoldigd voor al de tijd die hij spendeert aan het invullen van eindeloze vragenlijsten. Wat een verspilling van tijd en energie voor soms heel eenvoudige en terechte vragen! KMO’s hebben wel wat beters te doen! Volgens een studie van een groot auditbureau spenderen de Belgische KMO’s meer dan 140 uur per jaar aan de naleving van alle fiscale verplichtingen. De pietluttige zorgvuldigheid van sommige ambtenaren verergert dit nog en heeft nare gevolgen voor onze economie. Waartoe dienen nieuwe fiscale voordelen voor KMO’s als die teloor gaan door de talloze in de administratieve draaikolk verloren uren en het afleveren van massa’s informatie waarvan de ambtenaren nog niet weten wat ze ermee moeten beginnen? In een wereld die razendsnel evolueert, hebben de KMO’s wel wat beters te doen! Kortom, we ondergaan hier een welbedoelde maar absurde strategie die de zaken verergert. Pierre-François Coppens IAB fiscaal adviseur (www.coppensfiscaliste.be), secretaris-generaal van OECCBB ming. Hij moet een agentuurovereenkomst ondertekenen met een Italiaanse firma om in haar naam in bepaalde landen contracten te onderhandelen. Te dien einde legt het Italiaanse bedrijf hem agentuurovereenkomst voor, met daarin een niet-concurrentiebeding dat vanaf het einde van het contract twee jaar geldig blijft. Verder is voorzien dat de heer T slechts met concurrenten mag samenwerken voor zover de Italiaanse partner hierin toestemt – ook na afloop van de overeenkomst en voor een onbepaalde duur. De heer T vraagt ons om advies omdat hij deze clausules bijzonder streng vindt. De agentuurovereenkomst werd vroeger bepaald door de wet van 13 april 1995. Vandaag staat de wetgeving hieromtrent in Deel X van het Wetboek van Economisch Recht. Daar is er sprake van twee belanghebbenden: een opdrachtgever (in dit geval de Italiaanse firma) en een agent (de heer T). De overeenkomst houdt in dat de agent zaken onderhandelt (en eventueel afsluit) in naam en voor rekening van de opdrachtgever, op permanente wijze en tegen bezoldiging. Bij het ondertekenen van een dergelijke overeenkomst dient u vooral te letten op de volgende elementen: het al dan niet bestaan van een niet-concurrentiebeding, het recht op een verdringingsvergoeding en de manieren om het contract te verbreken. De geldigheid van een niet-concurrentiebeding hangt af van meerdere voorwaarden. Om te beginnen moet het beding schriftelijk worden vermeld, want een niet-concurrentiebeding laat zich nooit stilzwijgend veronderstellen. Ten tweede moet het verband houden met de zaken waarmee de agent werd belast: de opdrachtgever kan zijn agent nooit dwingen concurrentie te vermijden aangaande zaken waarmee de agent niet werd belast. Bovendien kan het beding slechts betrekking hebben op de geografische sector die aan de agent werd toevertrouwd. En ten slotte blijft een dergelijke clausule hooguit zes maand na het einde van de overeenkomst geldig. Opgelet: de clausule zal niet toepasbaar zijn indien de opdrachtgever het contract verbreekt zonder aan de medecontractant melding te maken van ‘uitzonderlijke omstandigheden die elke vorm van samenwerking definitief onmogelijk maken’ of van een ‘ernstige tekortkoming’ van de agent bij de naleving van zijn verplichtingen. Hetzelfde geldt als de agent het contract verbreekt, maar dit keer mét vermelding van dezelfde redenen. Goed om weten: Het niet-concurrentiebeding in een agentuurovereenkomst wordt toegestaan voor zover het aan specifieke voorwaarden beantwoordt. Bovendien heeft het voor de agent niet alleen negatieve gevolgen: het veronderstelt dat de agent de opdrachtgever aan de nieuwe klanten heeft geholpen. Daarom verwerft agent het recht op een verdringingsvergoeding. Laila Nejar, juridisch adviseur, BECI lne@beci.be ; 02 563 68 58

60 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication