16

THINK TANK VÓÓR OF TEGEN Een verplichte rapportage van niet financiële gegevens? Een Europese richtlijn verplicht voortaan grote organisaties van openbaar nut (beursgenoteerde vennootschappen, banken, verzekeringsmaatschappijen …) die meer dan 500 loontrekkenden tewerkstellen, in hun jaarverslag niet financiële gegevens te vermelden (met betrekking tot duurzaamheid en/ of sociale aangelegenheden). Moet deze regeling in alle ondernemingen worden toegepast? Gaëlle Hoogsteyn ©Thinkstock Roland Van Malderghem bestuurder van Unicef De publicatie van niet financiële informatie geeft aandeelhouders en andere stakeholders een nuttig globaal overzicht van de situatie en de prestaties van de onderneming. Beleggers houden trouwens hoe langer hoe meer rekening met zulke gegevens wanneer zij keuzes maken. En meerdere studies tonen aan dat op het vlak van aanwerving, (vooral jonge) werknemers steeds meer belang hechten aan de waarde van de onderneming waarvoor ze werken. De publicatie van niet financiële gegevens bevordert dus de rekrutering en het behoud van personeel. En ten slotte moeten bedrijfsleiders verder kunnen zien dan louter financiële cijfers om een lange-termijnkijk te krijgen op de rol, de activiteiten, de werking en de levensvatbaarheid van de organisatie. Ik pleit dus voor de invoering van de Europese richtlijn en de bepaling van in te vullen minimumdrempels. Tegen eind 2016 geeft de Europese Commissie bijkomende methodologische aanwijzingen. Ik vind dit een positieve evolutie waardoor zulke verslagen voor iedereen interesEen positieve doorbraak santer en leesbaarder zullen worden. In KMO’s laat de noodzaak zich waarschijnlijk minder voelen, maar in sommige gevallen zijn niet financiële gegevens wel nuttig. Bedrijven kunnen zich op die manier op de markt positioneren en hun imago verbeteren. Als jurylid van de Best Belgian Sustainability Reports kreeg ik de gelegenheid zeer relevante niet financiële jaarverslagen van KMO’s in te kijken. Enkele bladzijden volstaan om de lezer duidelijk inzicht te geven in wat het bedrijf zoal verwezenlijkt. KMO’s hoeven waarschijnlijk niet zozeer in het detail te gaan als grotere ondernemingen, maar een dergelijke reporting blijft zeer interessant. Bovendien vind ik dat NGO’s, die zich per definitie inzetten voor duurzame ontwikkeling, op dit vlak het voorbeeld zouden moeten geven, zeker wat donoren betreft. Enkele grote NGO’s uitgezonderd en ondanks veel goede wil heerst er nog veel amateurisme. Richtlijnen zouden bijdragen tot een meer gestructureerde aanpak. 14 BECI - Brussel metropool - juni 2016 Jean-Marie Postiaux Public Affairs, Solvay Belgium Als internationale onderneming in de chemiesector besliste Solvay in 2006 al verslag af te leggen over duurzame ontwikkeling. Transparantie vinden wij normaal. Wat wij inzetten om onze ecologische voetafdruk te beperken, mag worden gezien. Sindsdien evolueerde onze aanpak flink: wij publiceren vandaag een geïntegreerd verslag volgens de richtlijnen van het Global Reporting Initiative 4 en de ISO 26000 norm. Reporting, ja maar op vrijwillige basis. Verslaggeving over zulke data levert de ondernemingen meestal voordelen op. Steeds meer stakeholders (beleggers, aandeelhouders, klanten, leveranciers, werknemers, NGO’s…) tonen hier belangstelling voor omdat zulke gegevens een visie op veel langere termijn bieden dan de resultaten van het afgelopen kwartaal of jaar. De onderneming zelf kan hierdoor beter inzien hoe ze op een duurzame manier de benodigde hulpbronnen kan gebruiken, met behoud van de creatie van economische waarde. Deze reporting gebeurt momenteel op vrijwillige basis. Ik vind dat het zo moet blijven. Nagenoeg 80% van de grotere beursgenoteerde ondernemingen publiceert al dergelijke jaarverslagen. Ik vraag me daarom af of een verplichting zinvol is. Voor kleine ondernemingen zou dit een zeer zware last betekenen. In KMO’s is de baas al met alles en nog wat bezig. Het lijkt me daarom weinig realistisch ze bovendien te verplichten een dergelijk jaarverslag te publiceren. En als de verplichting er toch komt, dan kan dit alleen op Europees niveau. Op nationale schaal zou dit niet veel zin hebben, want het zou elke vorm van benchmarking met de rest van de markt belemmeren en een serieus probleem opleveren voor ondernemingen die, zoals de onze, in verscheidene landen dochterondernemingen bezitten. Laten we niet vergeten dat deze reporting is bedoeld om aan te tonen wat de bedrijven al dan niet voor het milieu doen. Er kan hier geen sprake zijn van onbezonnen automatisch invullen van cijferkolommen.

17 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication