TOPIC DE ECONOMIE VAN HET GELUK Er is meer dan het BBP Geldt het geheel van de financiële waarde dat een Staat tot stand brengt, als een betrouwbare aanwijzing van de levensstandaard en het geluk van zijn burgers? Wie een dergelijke vraag stelt, kent het antwoord al. Er werd veelvuldig gepoogd om indicatoren te ontwikkelen die vollediger zouden zijn en dichter zouden aanleunen bij de menselijke behoeften. De gecreëerde waarde zegt niets over haar verdeling, de levensverwachting of de toegang van de burgers tot opvoeding, Justitie, een weinig vervuilde omgeving enz. E en heel complexe opdracht is dit, uiteraard. Hoe gaan we nu het geluk en de ontplooiing van een bevolking meten, volgens een methode die overal toepasbaar zou zijn? Vandaag blijft het Bruto Binnenlands Product (BBP) de meest gebruikte indicator, ondanks zijn welbekende beperkingen. Het BBP meet het geheel van de waarde die werd geproduceerd door ondernemingen, overheidsinstellingen, de burgerlijke samenleving enz. Ondanks zijn onvolkomenheden slaagt het BBP erin de economische ontwikkeling van een samenleving op een vrij precieze manier te ramen. En theoretisch gaat dit gepaard met een verbetering van de levensstandaard, de uitbreiding van de middenstand en de toegang tot woningen en kwalitatieve gezondheidszorg. Anderzijds is het onmogelijk hiermee enige vorm van ‘duurzaamheid’ te meten. Spijtig, want ook de houdbaarheid van het model dient te worden gemeten. En niet bezoldigde diensten zouden eveneens aan bod moeten komen. Laten we er meteen bij vertellen dat het BBP nooit heeft beweerd een toonaangevende indicator te zijn: pas na de Grote Depressie in de jaren 30, in de Verenigde Staten, werd deze indicator de referentie die we nu kennen. Sindsdien is de kritiek nooit geluwd. De beroemde economisten James Tobin en William Nordhaus hebben er enkele tekortkomingen van aangeklaagd. Een hiervan betreft de zogenaamde ‘defensieve’ uitgaven die economische spelers maken om zich te behoeden tegen schade aangericht door andere activiteiten (of om die schade te herstellen), in de weet dat zowel deze activiteiten als de defensieve uitgaven bijdragen tot het BBP. Erger nog, de uitbraak van een grootschalige epidemie of een golf van misdaad zullen deze indicator eveneens in positieve zin beïnvloeden. Anderzijds wordt in het conventionele BBP nauwelijks rekening gehouden met overheidsdiensten, het onderwijs of bijvoorbeeld de veiligheid. IMO, Bruto Binnenlands Geluk … Andere indicatoren zagen ondertussen het daglicht. Zo bijvoorbeeld de Indicator van Menselijke Ontwikkeling (IMO), die voortvloeit uit het Programma van de Verenigde Naties voor Ontwikkeling. Hiermee is het de YAB bedoeling meer te focussen op kwalitatieve aspecten, die nochtans meetbaar blijven. Drie parameters komen hier aan bod: de levensverwachting bij de geboorte, de toegang tot opvoeding (wordt gemeten door de gemiddelde duur van scholing bij volwassenen ouder dan 25 jaar) en het BBP per inwoner, bij koopkrachtpariteit. De levensverwachting is een goede aanwijzing van de toegang tot drinkwater, gezonde voeding en gezondheidszorg. Deze dynamiek kwam in een stroomversnelling na de verschijning, in 2009, van het Stiglitz-Sen-Fitoussi verslag over de Meting van de Economische Prestatie en de Sociale Vooruitgang. Een aantal indicatoren proberen de tekortkomingen van het BBP bij te sturen door weglating van de veronderstelde waarde van een aantal ongelijkheden en/of door toevoeging van punten voor externe factoren met een positieve invloed op sociaal of economisch vlak. Deze benadering bereikte een top in het begin van de jaren 2010 met de Indicator van het Beter Leven van de OESO. Met dit interactief hulpmiddel kunnen burgers landen vergelijken door zelf de belangrijkste criteria te kiezen in een tiental thema’s, waaronder onderwijs, milieu of vastgoed. Het ‘Bruto Binnenlands Geluk’, een concept van een Canadese organisatie, maakt van zijn kant gebruik van indicatoren met betrekking tot de economische veiligheid, het gemiddelde verbruik van de inwoners, het niveau van sociale gelijkheid en de kwaliteit van het menselijke kapitaal. In België heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen al beslist de waaier van gemeten economische activiteiten uit te breiden, onder meer met een evaluatie van de waarde van de ondergrondse economie, de inkomsten uit prostitutie, de drugshandel en smokkelarij. Bovendien levert het Instituut talrijke specifieke indicatoren en heeft het de waarde van investeringen in de gezondheidszorg bijvoorbeeld onlangs opgewaardeerd. ● ©Thinkstock
20 Online Touch Home