ENQUÊTE Trotse Brusselse ondernemingen, die echter voor de toekomst vrezen Op initiatief van de Minister van Economie Didier Gosuin organiseerde de Brusselse regering begin maart de Brussels Business Days, met de bedoeling naar de opinie van de Brusselse ondernemers over de hervormingsprojecten te peilen. De verwachtingen van de ondernemingen worden nochtans regelmatig door de sectorale federaties en door BECI bekendgemaakt. Om deel te nemen aan dit debat hebben wij onze eigen enquête gevoerd. Emmanuel Robert D e huidige regering heeft de zesde Staatshervorming volledig geïntegreerd, met inbegrip van de herziening van de speciale financieringswet. In 2025 zullen de Gewesten over een budget beschikken dat voortvloeit uit de inkomsten van voornamelijk hun eigen economische en sociale activiteit. De strategie van Brussel voor 2025 vormt dus een geheel aan maatregelen in het perspectief van een grootstedelijke ontwikkeling. Deze ontwikkeling houdt enerzijds rekening met de inkomsten die nodig zijn om de typische uitgaven van een stad te financieren (tunnels, bijvoorbeeld), en tracht anderzijds het budget in evenwicht te houden (een Europese vereiste). De voornaamste maatregelen – die meestal met de sociale partners werden besproken – houden verband met alle gewestelijke bevoegdheden – en dus ook de economie via de toekomstige Small Business Act, een herziening van de steun aan expansie (subsidies), de rationalisering van de overheidsinstellingen of de publiek-private partnerschappen. Zonder op het initiatief van de regering te wachten, stak BECI met zijn eigen tweeledige enquête van wal: een opiniepeiling rond een tiental vragen gericht aan alle ondernemingen (zie kaderverhaal) en individuele interviews van een tiental beleidsmensen uit de sectoren industrie en onderzoek. Herstelling van de Brusselse aantrekkingskracht De meeste ondernemingen beweren dat ze trots zijn in Brussel te zijn gevestigd en wensen er ook te blijven voor 8 BECI - Brussel metropool - april 2016 Een van de troeven van Brussel is het gunstige klimaat voor R&D. zover dit ‘redelijk’ is voor de business. Ze betreuren echter dat Brussel aan aantrekkelijkheid heeft ingeboet, een situatie die snel moet worden verholpen. Mobiliteit, veiligheid en imago worden als de voornaamste problemen aangehaald. Voor bedrijven die internationaal concurreren, is ‘plaatselijke’ productie een waanbeeld. Deze activiteit is voorgoed verloren want de loonkosten zijn niet langer betaalbaar. Zulke bedrijven richten hun activiteiten dan eerder op onderzoek en ontwikkeling, prototyping en preproductie, waarvoor de fiscale regels aantrekkelijk zijn. Hoor echter deze waarschuwing: elke negatieve evolutie van de fiscale regels zal een onmiddellijk effect hebben op de omvang van hun ‘R&D voetafdruk’. De invalshoek is anders voor ondernemingen die lokaal bezig zijn. Deze leggen vooral de klemtoon op ‘rechtvaardige regels’, meer bepaald wat betreft gedetacheerde werknemers. De administratieve logheid, de loonkost en de reglementering worden eveneens ervaren als risico’s of
11 Online Touch Home