26

TOPIC STEDENBOUWKUNDE Waarom zou Brussel niet in de hoogte uitbreiden? Het vraagstuk van een verticale ontwikkeling van een grote stad als Brussel kan niet langer worden ontweken. Het is een van de meest voor de hand liggende oplossingen om een hoger aantal inwoners per vierkante kilometer te huisvesten, en om de stad (en haar bevolking) rijker te maken. Of dit in het wilde weg mag gebeuren? Brussel Metropool ging de vraag aan enkele stakeholders stellen. Johan Debière O p de wereldbol zijn er voorbeelden genoeg van grote steden en zelfs megasteden die in de hoogte zijn gaan groeien. Goede voorbeelden en, eerlijk gezegd, ook minder goede. Beweren dat Aboe Dhabi of Hongkong het toonbeeld zijn van een geslaagde verticale architectuur, zou op zijn minst overdreven zijn. Naast zulke voorbeelden onderscheiden zich een aantal steden door een meer gematigde aanpak. In Parijs bijvoorbeeld, waar de absolute beperking tot een skyline van maximum enkele verdiepingen vandaag niet meer zo streng wordt toegepast. Olivier Bastin vindt dat het behoud van de middenstand in Brussel best te rijmen valt met hoogbouw. In de Lichtstad kunnen stedenbouwkundigen eindelijk, onder bepaalde voorwaarden, de ontwikkeling van hoogbouwprojecten overwegen. Deze evolutie zal waarschijnlijk zeer voorzichtig en binnen zeer strenge beperkingen plaatsvinden om een uitweg te vinden voor het tekort aan huisvesting en kantoren aan redelijke prijzen. Dit is althans de wil die de Parijse overheid duidelijk tot uiting laat komen, mede via het succes van de socialistische burgemeester Anne Hidalgo in het dossier van de ‘tour Triangle’ in het 15e arrondissement (wij verwijzen u in dit verband naar de krant Le Monde van 30 juni 2015, vrij toegankelijk op de website van het dagblad). Dit project is van betekenis, want de toren is nagenoeg 180 m hoog, 100 m minder dan de Eiffeltoren maar toch drie keer zo hoog als de ‘Arc de Triomphe’... 24 BECI - Brussel metropool - februari 2016 De negatieve weerslag van de verbrusseling In het Brusselse Gewest heerst nog steeds een zeker wantrouwen ten aanzien van torengebouwen, vooral onder inheemse Belgen en bijgevolg ook bij sommige Brusselse beleidsmensen die weten hoeveel hindernissen zulke vastgoedprojecten moeten overwinnen. De mening van Lise Nakhlé, adviseur stedenbouwkunde bij BECI: “De terughoudendheid is voornamelijk te wijten aan het trauma van de jaren 60 en 70 en de zogenaamde ‘verbrusseling’, die vandaag nog in de geheugens gegrift staat”. Daarna is er sprake geweest van meerdere reglementeringsprojecten: een eerste Gewestelijk Ontwikkelingsplan (GewOP), een GPDO, iets later een tweede en een hele resem reglementaire hulpmiddelen waarmee het politieke beleid de bouwactiviteiten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest binnen bepaalde perken wilde houden. Duurzaam aantrekkelijke levensstandaard Een evenwichtige stad, wat moeten we ons daarbij voorstellen? Een status-quo? Uit de statistieken blijkt dat de middenstand de neiging heeft om de stad te verlaten. Dit is precies de bevolkingscategorie die onder meer door de inning van opcentiemen, het Gewest kan voeden. “Bij de jaarlijkse berekening van de nieuwkomers en de mensen die de stad verlaten, stellen we in de middenstand een netto saldo van -10.000 inwoners vast”, stelt Mathieu Sonck, opdrachthouder bij Inter-Environnement Bruxelles. Volgens hem zal de werkelijke middenstand zich niet in de nieuwe residentiële torengebouwen gaan vestigen: de prijzen liggen te hoog, waardoor deze woningen de facto naar expats en Brusselaars van de hogere sociale klassen gaan.

27 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication