19

TOPIC “Brussel moet zijn architecturale creatie opwaarderen” Als stedenbouwkundige en docent architectuur aan de ULB (La Cambre-Horta), vindt Benoit Moritz dat het de stedenbouwkundige projecten in Brussel tegelijk als een uitdaging en een ambitie moeten worden beschouwd: “De grootste opdracht van Brussel vandaag is volgens mij de mobiliteit. Ze vormt een geweldige uitdaging, maar niemand ondersteunt duidelijk de projecten. De laatste belangrijke verwezenlijking was de ontsluiting van de Kleine Ring met de opening van twee metrostations, in 2006. De demografische groei verloopt echter aan een veel hoger tempo. In Bordeaux wenste Alain Juppé een tramlijn. Ondanks veel tegenkanting slaagde de man erin het project in de tijdspanne van een legislatuur rond te krijgen. In Brussel wordt de aanleg van een tramlijn – tram 7 bijvoorbeeld – al gauw een heet hangijzer en verloopt er minstens 10 jaar tussen het idee en het begin van de werkzaamheden. Dat is veel te lang! Neem een kijkje in Wenen, een stad die in vele opzichten vergelijkbaar is met Brussel: de mobiliteit is een doordacht, duidelijk en wel geregeld. Ik geloof dat de druk van het autoverkeer vandaag zodanig zwaar is geworden dat alleen het invoeren van een stadstol zoals in sommige Scandinavische steden een oplossing kan bieden.” “Ik vind bovendien dat Brussel zijn eigen stedenbouwkundige en architecturale creatie beter in de verf moet zetten. Sommige Brusselse kantoren ontwikkelen bijzonder interessante zaken. Denk maar aan het Elia gebouw, aan Greenbiz (Architectes Associés), aan het Centre de la Mode et du Design (V+), aan Port-Sud (Bogdan-Van Broeck) en aan het Eco-Pôle (Baneton-Garrino). Wanneer deze projecten binnen enkele jaren klaar zullen zijn, zullen ze toeristen aanlokken. Deze verwezenlijkingen worden de typische architecturale handtekening van Brussel. Vedetten hebben we in Brussel niet nodig maar we beschikken over schitterende architecten van wie het werk nu echt in de kijker moet komen te staan.” naast waarschijnlijk een aquaponie-systeem en een restaurant. Op langere termijn zijn andere gebouwen voorzien: “Wij willen activiteiten aantrekken die de huidige economische activiteiten aanvullen. Wie weet? Misschien komt daar ook een bedrijvenincubator bij te pas? Wij sluiten evenmin uit dat er hier op termijn woningbouw komt of zelfs openbare gebouwen, zoals een school. Dit is echter niet onze corebusiness; we zijn dus momenteel op zoek naar een partner om ons in zulke projecten te begeleiden.” Deze projecten beogen dus een mix van productieve en industriële (economische) activiteiten, naast huisvesting en publieke aangelegenheden, zoals het al in Tromsø gebeurt. Internationale uitstraling In het noorden van Brussel komt het toekomstig nationaal voetbalstadion. “In feite is alleen de naam nationaal, omdat de Rode Duivels er zullen spelen. We vergeten soms dat het privébedrijf Ghelamco het risico neemt hierin 260 miljoen euro te investeren.” Alain Courtois (MR), schepen van sport van de Stad Brussel, verdedigt het project waar hij al zo lang achterstaat: “Het Gewest investeert in de parkeergelegenheid door het behoud van de bestaande parking (10.000 plaatsen) en de aanleg van een tweede, als ontradingsparking. Op die manier zullen we over 12.000 parkeerplaatsen beschikken, meer dan in Wembley of langs de Stade de France. Hierdoor kunnen we ook het Tentoonstellingspark verder uitbreiden voor internationale evenementen”, zoals concerten en handelsbeurzen. Nieuwe tramlijnen zullen worden aangelegd en het parkeersysteem is ontworpen om prijsverminderingen aan te bieden aan mensen die vroeg arriveren en laat vertrekken. “Dit bevordert de mobiliteit en werkt als een stimulans voor de handelszaken op de site.” De Stad zal in city marketing investeren: “Rondom het terrein plaatsen wij borden met de vermelding 'City of Brussels' tijdens de Champions League en de internationale wedstrijden. En we verzorgen ons public-relationsbeleid, met plaatsen die wij aan eigen behoeften voorbehouden.” Al ligt het buiten het Gewest, het project van het nieuwe stadion zal een impact hebben op de toekomst van de stad. Anderlecht wordt de thuisploeg van het stadion (“de enige economisch haalbare formule, volgens een studie die wij aan Deloitte hebben toevertrouwd”), maar de site zal ook in ruimere zin aan sport worden gewijd. “In partnerschap met de Belgische Voetbalunie en het Brugmann ziekenhuis voorziet het project de ontwikkeling van een campus en een zorg- en revalidatiecentrum voor topsporters.” Het einde van de werkzaamheden is in 2019 voorzien. De schepen doet trouwens een oproep aan Brusselse en Waalse ondernemingen: “Sinds het begin van het project heb ik talrijke aanbiedingen gekregen van de Vlaamse ondernemingen die hieraan willen deelnemen. Uit Brussel en Wallonië komt er echter helemaal niets. Toon uw belangstelling! Dit stadion zal de inbreng van talrijke ondernemingen nodig hebben voor de bouw, de decoratie en ook de exploitatie!” In feite gaat een flinke brok van onze stad volledig van gedaante veranderen door de ontwikkeling van de activiteiten van het Tentoonstellingspark en de bouw van NEO, zijn shoppingcenter, congrescentrum, hotels en handelszaken en, uiteraard, nieuwe woningen. Zal er binnen 10 jaar sprake zijn van een werkelijke Brussels touch? Nog even geduld… ● BECI - Brussel metropool - februari 2016 17 R.T. © Jaspers-Eyers Architects

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication