Het kan ook u overkomen… In beide gevallen kan men er van uitgaan dat de minder gunstige voorwaarden van het zwangerschapsverlof voor zelfstandige vrouwen een belemmerende impact heeft op het vrouwelijke ondernemerschap, dat wij nochtans bijzonder nodig hebben! De Brusselse beweging van zelfstandigen IZEO heeft deze onrechtvaardigheid willen aanklagen door aan Willy Borsus een petitie met meer dan 5000 handtekeningen af te geven. De petitie vroeg dat het zwangerschapsverlof van zelfstandige moeders zou worden verbeterd en gelijkgesteld met het verlof waarop loontrekkende moeders recht hebben. “Een niet te rechtvaardigen discriminatie” “Het verschil in behandeling tussen zelfstandige moeders en moeders in loondienst met een ambtenaarsstatuut beschouwen wij als een niet te rechtvaardigen onrecht”, verklaart IZEO Secretaris-generaal Miguel Van Keirsbilck. “De vermoeidheid, de zorgen voor het kind, de noodzakelijke aanwezigheid van de moeder in de eerste levensweken van het kind… gelden die zaken niet evenzeer voor zelfstandige moeders als voor andere mama’s?” Een zelfstandige moeder heeft vandaag recht op 3 à 8 weken zwangerschapsverlof, vergeleken met 15 weken voor mama’s in loondienst. IZEO vraagt dat het zwangerschapsverlof voor zelfstandige moeders wordt opgetrokken tot maximaal 15 en minimaal 8 weken. Verder liggen de toegekende vergoedingen voor zelfstandige moeders gemiddeld nagenoeg twee maal lager dan voor loontrekkende vrouwen. De beweging van zelfstandigen vraagt dat deze vergoedingen voor het zwangerschapsverlof van zelfstandige moeders sterk verbeterd worden. Ten slotte zijn zelfstandigen de enige werkkrachten in dit land die sociale bijdragen betalen tijdens het zwangerschapsverlof. Vandaar de derde eis van IZEO: een vrijstelling van de sociale bijdragen tijdens het trimester waarin de baby geboren wordt, zonder verlies van rechten op pensioen. De beweging van zelfstandigen eist bovendien dat deze drie maatregelen ook op het adoptieverlof worden toegepast. “Ieder jaar bevallen 5.500 zelfstandige moeders en genieten ze een zwangerschapsverlof. Wij hebben berekend dat de maatregelen die wij op tafel leggen een jaarlijks budget van 17 miljoen euro in vergoedingen vertegenwoordigen en 10 miljoen euro in vrijstelling van sociale bijdragen. Samen goed voor 27 miljoen euro per jaar. Dit lijkt ons een allesbehalve buitensporig bedrag voor een bijzonder belangrijke inzet: het welzijn van zelfstandige moeders en hun baby.” ● Concurrentiebeding: hoelang? De contracten die u ondertekent, voorzien vaak een concurrentiebeding waarmee de ene partij de andere verbiedt een gelijkaardige activiteit binnen een bepaald geografisch gebied en voor een bepaalde duur te beoefenen. De partij die deze clausule inlast, wil op die manier zijn knowhow en/of zijn clientèle beschermen. clausule bevindt Een dergelijke zich echter op het randje van de vrijheid van handel en nijverheid, een principe van openbare orde die de vrijheid van onderneming promoot, conform artikelen II.3 en II. 4 van het Wetboek van Economisch Recht. Om deze grens niet te overschrijden is een concurrentiebeding slechts onder bepaalde voorwaarden geldig: het moet een schriftelijke clausule zijn, ze moet in de tijd en de ruimte beperkt blijven en betrekking hebben op de uitgeoefende activiteit. Daarom wordt algemeen aangenomen dat een overdreven concurrentiebeding nietig is omdat het de openbare orde overtreedt. De nietigverklaring van een dergelijke clausule kan echter de ganse economische overeenkomst in het gedrang brengen. Met uitzondering van bepaalde contracten (verkoopkantoor, arbeidsovereenkomst) waar de wet het gebruik van een concurrentiebeding regelt, bleef er een zekere onduidelijkheid bestaan over de duur van een dergelijk beding. Het hoogste rechtscollege van het Rijk bracht hierin verduidelijking met zijn arrest van 23 januari 2015. De feiten: een overeenkomst van bedrijfsoverdracht bevatte een concurrentiebeding die aan de overdrager verbood 17 jaar lang een concurrerende activiteit uit te oefenen of te ontwikkelen. Het Hof van beroep van Gent oordeelde dat deze duur overdreven was en verklaarde deze clausule nietig omdat ze indruiste tegen de vrijheid van handel en nijverheid. Het contract bevatte echter een andere clausule volgens welke alle bepalingen die onwettig of nietig konden worden verklaard, toch van kracht bleven binnen de perken die de wet toeliet. Deze zogenaamde ‘matigingsclausule’ toonde duidelijk de wil van de partijen om clausules die de wettelijke beperkingen zouden overschrijden, toch in voege te houden door een beperking (van de duur) tot het wettelijk toegestane maximum. Het Hof van cassatie respecteerde dus de intentie van de partijen en beperkte de nietigheid tot het onwettelijke gedeelte van het contract (en dus tot de onredelijke duur van het concurrentiebeding). Goed om te weten Dit arrest toont het nut aan van een matigingsclausule in een contract. Wanneer de partijen uitdrukkelijk een dergelijke clausule voorzien, zal de rechter die zich moet uitspreken over een concurrentiebeding, de duur tot een redelijke lengte kunnen terugschroeven, zonder het akkoord van niet-concurrentie tussen de partijen ongedaan te maken. Laila Nejar, juridisch adviseur bij BECI lne@beci.be ; 02 563 68 58
56 Online Touch Home