Bovendien ondertekende België op 30 maart 2007 het verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, dat op nationaal niveau in werking trad op 1 augustus 2009. De Verenigde Naties overhandigden België in oktober 2014 hun waarnemingsrapport. Daarin werd gewezen op verschillende overtredingen die overeenstemmen met de waarnemingen van Eurostat. De Verenigde Naties betreuren dat personen met een handicap worden voorgesteld als personen met een gebrek en niet als burgers die ten volle deelnemen aan het maatschappelijke leven. Ze betreuren in hun rapport ook dat in verband met toegankelijkheid de nadruk vooral ligt op personen met een fysieke handicap en dat er niet genoeg aandacht gaat naar toegankelijkheid op auditief, visueel, intellectueel en psychosociaal vlak. Het zal niemand verbazen dat België voor de toegang tot werk een onvoldoende krijgt, net als voor de aanwezigheid van inclusief onderwijs. De Verenigde Naties vonden ook dat de voorstelling in de media problematisch is. Algemeen gesproken moet België dus nog veel inspanningen Voor een handicap kan het ontbreken van ‘redelijke aanpassingen’ wettelijk gezien als discriminatie gelden. Dat kan een kost meebrengen voor de werkgever, ook al voorziet de COCOF (Franse Gemeenschapscommissie) een financiële tegemoetkoming (in termen van begeleiding of ontwikkeling van infrastructuur), en kan de toegang tot de arbeidsmarkt voor werknemers met een handicap belemmeren. In 2004 is in alle federale overheidsdiensten en instellingen van openbaar nut een diversiteitsplan ingevoerd. Dat beoogt een verhoogde participatie van personen van vreemde afkomst, vrouwen en personen met een handicap bij de federale overheid. De FOD Personeel en Organisatie (P&O) is belast met de follow-up van dit plan. De dienst heeft een cel Diversiteit opgericht die initiatieven voorstelt en uitwerkt om de tewerkstelling van personen met een handicap en het aanbrengen van redelijke aanpassingen te bevorderen. Er is een netwerk van verantwoordelijken opgericht in alle federale overheidsdiensten. Het Koninklijk Besluit van 5 maart 2007 regelt de aanwerving van personen met een handicap bij het federaal administratief openbaar ambt. Het stelt een bijzondere (maar niet bindende) lijst van personen met een handicap op. Die moeten dezelfde selectieproeven ondergaan als personen zonder handicap. Ze kunnen naargelang van hun handicap echter wel gebruik maken van redelijke aanpassingen die hen in staat stellen de proeven in dezelfde omstandigheden af te leggen als leveren op het vlak van voorstellingen en acties in verband met handicaps. 4.4.2. Overheidsmaatregelen A. WETGEVING De nationale antidiscriminatiewet van 2007 op grond van een handicap heeft het begrip ‘handicap’ niet beperkt. Ze heeft het begrip niet ingesloten in een statuut of een officiële erkenning. Het begrip heeft niet enkel betrekking op de personen die in contact staan met de openbare instellingen voor personen met een handicap. Het Hof van Justitie van de Europese Unie daarentegen heeft met zijn arrest Chacón Navas uit 2006 een gezaghebbende uitspraak gedaan. Het Hof oordeelde dat het begrip ‘handicap’, in de zin van de Europese richtlijn, dient te worden opgevat als “een beperking die met name het gevolg is van lichamelijke, geestelijke of psychische aandoeningen en die de deelneming van de betrokkene aan het beroepsleven belemmert”. Het Hof benadrukt: “Een beperking kan dus slechts als een ‘handicap’ worden opgevat indien het waarschijnlijk is dat zij van lange duur is”. De lange duur die bepaald is voor de handicap differentieert hem de facto van de zwakke ‘gezondheidstoestand’ die van korte of middellange duur is. 32
35 Online Touch Home