33

witboek over diversiteit 4.4. Discriminatie en handicap De term ‘handicap’ dekt een brede lading, want een beperking kan velerlei oorzaken hebben: een fysieke, psychische of zintuiglijke handicap, een chronische ziekte, een verstandelijke handicap, fysieke of mentale schade als gevolg van een ongeval enz. Het Centrum voor gelijkheid van kansen dringt aan op een brede en sociale benadering van ‘handicap’. Dan wordt elk element dat een individu belet volledig deel te nemen aan het maatschappelijke leven beschouwd als een handicap. Discriminatie op basis van een handicap is bekend. Personen met een handicap die dit vermelden in hun curriculum vitae lopen 4 procentpunt meer kans op een discriminatienadeel dan een persoon zonder handicap.66 Overigens zegt 70% van het hr-personeel dat de gezondheidstoestand van de kandidaat meespeelt tijdens de selectieprocedure.67 Uit de screening van de BECI-enquête blijkt dat bijna 29% van de bedrijven personeel met een handicap in dienst heeft en 71% niet. We vroegen de bedrijven ook of ze over de nodige middelen beschikken om hun infrastructuur aan te passen aan personen met een handicap: 45% van de bedrijven antwoordde bevestigend, 40% ontkennend en 15% sprak zich niet uit. 4.4.1. Handicaps op de arbeidsmarkt Eurostat, het bureau voor de statistiek van de Europese Unie, peilde onlangs in de Europese Unie naar de werkgelegenheidsgraad van personen met een handicap. Terwijl in 2011 in de EU28 de werkgelegenheidsgraad van personen zonder handicap (van 15 tot 64 jaar) 66,9% bedroeg, was dat voor personen met een handicap 47,3%. België zit onder het Europese gemiddelde. De werkgelegenheidsgraad van personen zonder handicap bedraagt bij ons 66,4%, die van personen met een handicap 40,7%. Zweden (66,2%) en Luxemburg (62,5%) zijn de landen waar het arbeidsbeleid voor personen met een handicap het beste werkt. Hongarije (23,7%) en Ierland (29,8%) behoren tot de slechtste leerlingen van de Europese klas. Ook voor toegang tot onderwijs en levenslang leren zijn de cijfers slecht. De participatiegraad voor die cyclussen bedraagt 6,9% voor personen met een handicap, tegenover 9,8% voor personen zonder handicap.68 Nog enkele interessante cijfers69 : • 1 Europees gezin op 4 heeft te maken met een handicap. • In 80% van de gevallen treedt handicap later op in het leven. • 15%: het percentage mensen in België met een handicap en met een werkgerechtigde leeftijd. • 41%: het aantal inactieve Belgische personen met een handicap dat zichzelf in staat acht om te werken. • 91%: het aantal Belgische bedrijven dat tevreden is met hun gehandicapte werknemers. Grafiek 13: Toegang tot werk, levenslang leren en sociale integratie in de EU28, volgens handicaptoestand (%)70 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% Tewerkstellingsgraad (15-64 jaar) Toegang tot levenslange vorming (25-64 jaar) Gehandicapte personen Niet-gehandicapte personen Risico op armoede of sociale uitsluiting (16 jaar en meer) 66. Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding. 2012. Diversiteitsbarometer: Werk. Brussel. p. 91• 67. Ibidem • 68. Europese Commissie - Eurostat: Persbericht 2/12/2014 (184/2014): Situation des personnes handicapées dans l’UE: Moins d’1 adulte handicapé sur 2 avait un emploi dans l’UE28 en 2011 (Situatie van personen met een handicap in de EU: Minder dan één op twee volwassenen met een handicap in de EU28 had werk in 2011). Zie: http://europa.eu/rapid/press-release_STAT-14-2283_fr.htm • 69. BECI. Juni 2015. Bekwaamheid sterker dan handicap. Brussel Metropool.nr.5. p.44 • 70. Europese Commissie - Eurostat: Persbericht 2/12/2014 (184/2014): Situation des personnes handicapées dans l’UE: Moins d’1 adulte handicapé sur 2 avait un emploi dans l’UE28 en 2011 (Situatie van personen met een handicap in de EU: Minder dan één op twee volwassenen met een handicap in de EU28 had werk in 2011). Zie: http://europa.eu/rapid/press-release_STAT-14-2283_fr.htm. 31

34 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication