27

BECI | witboek over diversiteit Grafiek 9: Werkgelegenheidsgraad van personen van 18 tot 60 jaar volgens origine55 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 74,2% 66,0% 53,4% 52,4% 43,3% 38,1% 42,9% 46,3% 43,9% 39,7% Bron: Datawarehouse Arbeidsmarkt en sociale bescherming. K.S.Z. Berekeningen: FOD WASO. De tabel hierboven illustreert de significante verschillen per afkomstgroep. De trends wijzen ook op een dubbele moeilijkheid wanneer iemand verschillende discriminerende kenmerken heeft. Dat is met name het geval voor vrouwen van vreemde afkomst. De monitoring benadrukt: “De laagste werkgelegenheidsgraden worden waargenomen voor vrouwen met een origine uit kandidaat-lidstaten en de vrouwen met een origine uit de Maghreb (respectievelijk 29,2% en 31,5%). De gegevens lijken aan te geven dat vrouwen van buitenlandse origine worden geconfronteerd met een ‘dubbele discriminatie’: het feit vrouw te zijn en van buitenlandse afkomst.” 54 De enquête die BECI bij de bedrijven uitvoerde en die peilde naar het percentage van hun werknemers van vreemde afkomst toonde significante trends aan. Uit de gegevens blijkt dat voor de laagst gekwalificeerde functies 27% van de bedrijven geen enkele persoon van vreemde afkomst in dienst heeft en 17% van de bedrijven meer dan 50%. Bij 6% van de bedrijven ontbreekt ook diversiteit bij personen van Belgische afkomst. We zien eveneens dat 36% van de bedrijven werknemers met diversiteitskenmerken tewerkstelt in de hoogst gekwalificeerde functies. Als we de cijfers combineren, blijkt dat 13,5% van de bedrijven geen enkele werknemer van vreemde afkomst heeft (alle niveaus door elkaar), wat wil zeggen dat 86,5% van de bedrijven personeel met diversiteitskenmerken heeft. Uit de gegevens leren we ook nog dat 38% van de bedrijven tussen 0 en 20% werknemers van vreemde afkomst tewerkstelt (alle arbeidsplaatsen door elkaar). Er is sprake van verticale etnostratificatie (aanwezigheid van personen van vreemde afkomst op alle lagere hiërarchische niveaus) bij 22% van de bedrijven met gediversifieerd personeel. Horizontale etnostratificatie van de arbeidsmarkt − een oververtegenwoordiging in bepaalde sectoren en een ondervertegenwoordiging in andere − werd in onze enquête niet gekwantificeerd, maar is wel al vaak onderstreept in andere recente studies. We hebben de bedrijven ook gevraagd naar hun voorkeur in verband met aanwervingen: Bijna 20% van de bedrijven antwoordde positief, meer dan 12 % sprak zich niet uit en 67% antwoordde negatief. Grafiek 10: “Als de kandidaten evenwaardig zijn, neemt mijn bedrijf liever Belgen aan dan buitenlanders of personen van vreemde afkomst.” 0% Waar Niet waar Ik weet het niet 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% Tabel 6: Aandeel personen van vreemde afkomst in mijn personeelsbestand: Geen In de laagst gekwalificeerde functies In de hoogst gekwalificeerde functies In managementfuncties 27,74% 24,48% 51,28% 36,13% 23,08% Minder dan 20% Tussen 20% en 50% Meer dan 50% Meer dan 90% 26,11% 22,61% 23,78% 12,59% 17,25% 12,35% 8,16% 6,29% 3,26% 4,9% Totaal% 100 100 100 25 Totaal België Belg UE-14 UE-12 Kandidaat UE Andere Europeanen Maghrebijnen Andere Afrikanen Zuid/Centraal Amerikanen Aziaten

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication