6

SPEAKER’S HET ECONOMISCHE GEDOE HET MONSTER VAN LOCH NESS BESTAAT WEL DEGELIJK We hebben het ontmoet bij de FOD Financiën en in de gewestelijke, provinciale en gemeentelijke administraties. | Jean Blavier Echt waar? Wel ja, het monster van Loch Ness bestaat, al is het dan niet boven het duistere water van het Schotse meer dat Whiskydrinkers zijn schim hebben waargenomen. Nee, hoor, het dier leeft in de even abyssale afgronden van onze fiscaliteit. Ik heb het hier over het kadastraal inkomen. Sinds hoelang is hiervan sprake? Nicolas Sarkozy zou antwoorden: “Eh bien, je vais vous le dire : mil neuf cent soixante-quinze ». Veertig jaar, dus. Voordien was dit een inkomen zoals vele andere en het werd om de vijf jaar geperequateerd. Tot wanneer de Minister van Financiën van toen – wijlen Willy De Clercq, waarschijnlijk – hier over uitgleed en geen enkele van zijn opvolgers nog deze electoraal bijzonder gladde weg wou bewandelen. Ondertussen liet de administratie steeds luider weten dat zij niet meer in staat was de perequatie door te voeren. Ben ik goed wakker? Een minister, nee, zelfs een hele resem ministers van Financiën die weigeren een belasting op een onmogelijk te verplaatsen inkomen te verhogen, en een administratie die hen gelijk geeft! Is it in Belgium ? Dat valt moeilijk te geloven. Nog moeilijker te geloven: 40 jaar later zijn sommigen blijkbaar in de zolder gaan rommelen en zou het kadastraal inkomen nu toch worden geperequateerd. En als het niet lukt, vindt men iets gelijkaardigs uit, in het raam van de tax shift waarvan ondertussen iedereen heeft gesnapt dat het eerder om een tax lift zal gaan. Een nog sterker verhaal? Ja hoor, in Wallonië. 4 BECI - Brussel metropool - juni 2015 O Lasne! Het jaar is schier ten einde En kijk, over het beminde water waar het naar verlangde Kom ik vandaag alleen uitkijken... (Alphonse de Lamartine) In ons rustige Wallonië vertelde onlangs André Antoine, toen Minister van Financiën en Begroting, dat het niet nodig was de registratierechten op onroerend goed te verlagen, aangezien slechts 6% werd aangerekend op de helft van de transacties. Waarom zou men dit percentage van 12,5 naar 10% terugbrengen zoals in Vlaanderen, terwijl het een keer op twee tot 6% beperkt blijft? Een rekenkundig onweerlegbaar argument. Eén Waal op twee betaalt slechts 6% registratierechten omdat in de helft van de gevallen het kadastraal inkomen lager dan 745 euro ligt. Als de federale regering beslist een perequatie door te voeren, schieten de registratierechten de hoogte in. En als de gewestelijke regering, de provincies en de gemeenten hiervan dankbaar gebruik maken om ook hun opcentiemen te perequateren, zal het hier stuiven. Enkele inwoners van Lasne hebben mij al toevertrouwd dat het misschien tijd wordt om naar… Vlaanderen uit te wijken. Van immigratie gesproken – het zelfde in omgekeerde richting –, de welingelichte burger zal zeker de Europese studies over de mediterrane variante van dit fenomeen hebben doorgenomen. Er gaat geen week voorbij of een of ander overvolle boot kapseist voor de kust van Lampedusa. Van Jan-metde-pet krijgen we dan commentaar in de zin van “We kunnen hier toch niet al de ellende van de wereld binnenlaten”, “Dat ze allemaal naar huis terugkeren”, “We moeten ze beletten hun land te ontvluchten. En als ze al onderweg zijn, moeten wij ze terugbrengen…” Stop! Even nadenken. Het is niet op Belgisch niveau dat er over zulke zaken wordt beraadslaagd, wel Europees. Ik wil niemand van wat dan ook overtuigen, want ik ben zelf radeloos. Maar denk aan de gezinnen in hun afdrijvende bootjes, aan de verdronken kinderen en aan de hebzuchtige mensensmokkelaars die een genadeloze straf verdienen. Misschien moeten wij beseffen dat deze migranten bereid zijn jobs te aanvaarden waar wij Europeanen niet meer van willen. Misschien zijn die mensen een kans om onze ontoereikende demografie recht te trekken en, op termijn, ons pensioenstelsel te financieren? Een onvolmaakt berouw, geef ik toe. ● CORNER

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication