46

Het dak van het nieuwe Lidl verkooppunt in Molenbeek is volledig beplant. Brussel, een voorbeeld van duurzaam bouwen SPROUT TO BE BRUSSELS Brussel is méér dan een groene stad (8.000 ha groenvoorzieningen): de hoofdstad van Europa geldt nu ook als een referentie op het gebied van duurzaam bouwen, dankzij een voluntaristisch beleid van de overheid en de inzet van de ganse sector. Johan Debière T oen Brussel begin de jaren 2000 eindelijk ecologisch bouwen besliste te gaan promoten, liep de stad op dit gebied serieus achterop in Europa. Maar in minder dan 15 jaar tijd werd meer dan een miljoen vierkante meter op een ecologische manier gebouwd in Brussel. 400.000 m2 daarvan bestond uit gebouwen met een hoog energetisch en milieuprestatieniveau, samen goed voor bijna 130 BREEAM of Leed certificaten. Groene daken zijn ondertussen eveneens in volle opkomst: de oppervlakte neemt jaarlijks met 5000 m² toe. Ook de zonne-energie doet het goed, met 38 ha fotovoltaïsche zonnepanelen op de daken en steeds meer gebouwen met geïntegreerde fotovoltaïsche cellen. Het buitenland erkent voortaan de Brusselse expertise in ecologisch bouwen en verwijst naar de bij ons ontwikkelde technieken. Denk maar aan projecten als Treurenberg B4f of Greenbizz. Er kwam schot in de zaak met de oprichting van de Ecobuild cluster in 2006 en de geleidelijke aanpassing van de reglementering. Op die manier konden nieuwe criteria van duurzaamheid en energieprestaties worden opgelegd aan nieuwbouw en grondige renovatieprojecten. De Alliantie Werkgelegenheid-Leefmilieu (AWL), die in 2011 onder de vorige meerderheid in werking trad, speelde daarin een leidende rol. De toenmalige Brusselse regering ging er vanuit dat een verbetering van het milieu bovendien voor extra werkgelegenheid zou zorgen – ook bij laaggekwalificeerde werkkrachten. Dit gebeurde onder andere via sectoren als de bouw. “De Europese Commissie stelde zich strenger op wat betreft de controle op het verbruik in woningen”, vertelt Hugues Kempeneers, die bij de Confederatie Bouw Brussel-Hoofdstad de coördinatie verzorgt voor milieu, energie en kringloopeconomie. “Er werden regels ingevoerd om het energieverbruik te optimaliseren. In die tijd ontstonden de concepten van passiefbouw en Nearly Zero Energy 44 BECI - Brussel metropool - mei 2018 (NZE). Iedereen moest worden opgeleid: de arbeiders, maar ook de kaderleden, om de doorbraak naar behoren te laten verlopen.” Bottom-up aanpak Om het doel te bereiken kozen de politici voor een bottomup aanpak: “De regering vroeg aan de spelers op het terrein wat volgens hen eerst moest gebeuren. Dit was een eerste stap die bijdroeg tot het succes van de AWL. Een tweede positief initiatief was het samenbrengen van overheid en privé spelers in de ganse opzet”, aldus nog Hugues Kempeneers. Eerst kreeg de bouwsector informatie over de verscheidene aangeboden mogelijkheden. Nadien werden steunmaatregelen specifiek toegekend om de ondernemingen in deze sector te helpen de nieuwe regels na te leven, meer bepaald wat betreft een beperkte uitstoot van broeikasgassen. Deze steun vergemakkelijkte trouwens een aantal erkenningsprocedures. “In sommige delicate domeinen zoals luchtdichtheid, hielp de AWL bij het organiseren van opleidingen, waardoor arbeiders en kaderleden de technieken perfect onder de knie kregen”, zegt de heer Kempeneers. Als projectbeheerder bij Gillion Construct mocht Thierry Demoustier één van deze opleidingen volgen: “Met behulp van een schaalmodel, een thermische camera en een blower door test hebben we ingezien hoe we vaak voorkomende vergissingen op dat soort werven kunnen vermijden.” Aandacht voor werkgelegenheid en vorming En wat met werkzoekenden? “We hebben samengewerkt met Actiris en Bruxelles Formation”, verzekert Hugues Kempeneers, die echter niet weet hoeveel mensen op die manier heringeschakeld konden worden. In Molenbeek is

47 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication