68

De zuigeling Als het zandmannet je komt de foetus slaapt minstens 20 uur op 24 uur in mama’s buik. Na de geboorte blijft dat aanvankelijk nagenoeg hetzelfde zodat een pasgeborene toch nog tussen de 17 en 20 uren per etmaal slaapt. Geleidelijk aan vermindert de slaapduur maar een kind van één jaar slaapt toch nog gemiddeld 13 tot 18 uren per 24 uur. We mogen niet vergeten dat tot de leeftijd van één of twee maanden de baby nog geen onderscheid maakt tussen wat voor ons dag en nacht is. Hij of zij slaapt drie tot vier uren en wordt dan wakker omdat hij of zij honger heeft. Als een baby weent omwille van een hongergevoel moet je hem dan ook voeding geven ( fles of borst ). Dat is ook het geval in de loop van de nacht. Stilaan schakelt de baby over op het ons vertrouwde dagnachtpatroon, maar dit mag niet geforceerd worden. Hij zal geleidelijk aan’s nachts minder vaak honger voelen en op de leeftijd van anderhalve tot twee maanden zal hij -tot grote opluchting van mama en papa !-’s nachts doorslapen. Het volstaat dan een voeding te geven rond 22 uur en de volgende rond 8 à 9 uur’s morgens. Maar die overschakeling verloopt niet altijd van een leien dakje en het kan voorkomen dat de baby wel eens’s avonds tussen 17 en 20 uur ontroostbaar begint te wenen. In dat geval kan dikwijls noch het geven van voeding, noch het strelen of zelfs het geven van een badje helpen. Het beste is om in dergelijk geval hem te helpen om terug zachtjes in te sluimeren door er even rustig mee te wandelen of door hem gewoon wat alleen te laten. 68 Baby& mama Hou uw kindje goed in het oog en leg hem rustig in zijn bedje van zodra de voorlopers van de slaap hun intrede doen : geeuwen, in de oogjes wrijven, minder met de oogjes knipperen … Zorg dan voor een rustige omgeving zonder geluid van radio, televisie, gepraat, enzovoort. Bij sommige kindjes is het normaal dat ze even moeten wenen alvorens ze in slaap vallen. Neem uw kindje dan niet te vlug weer op maar wacht even rustig af. Het in slaap vallen neemt trouwens meer tijd in beslag naarmate de baby wat ouder wordt. Tot de leeftijd van 3 maanden valt een baby zeer gemakkelijk en snel in slaap. Maar vanaf de leeftijd van 3 maanden neemt de tijd voor het inslapen geleidelijk toe. Zo kan het op 9 maanden wel 20 minuten duren alvorens het kindje inslaapt en op 3 jaar zelfs een vol uur. Daarna gaat het dan weer vlotter en zal het oudere kind terug sneller inslapen. Net zoals volwassenen zijn ook niet alle kinderen hetzelfde en dat geldt ook voor het slapen. Sommige kinderen hebben meer slaap nodig dan andere. Het is in ieder geval belangrijk dat ze de gelegenheid hebben om de rust te krijgen die ze nodig hebben. Tot de leeftijd van 2 maanden slaapt een pasgeborene meestal in perioden die 3 tot 4 uur duren. Als hij dan wakker wordt, moet hij gevoed worden. Als hij slaapt kan hij nogal woelig zijn en soms kan hij zelfs met de ogen open slapen ; dat kan voorkomen tot de leeftijd van ongeveer 3 maanden. Bega dus niet de fout om het kindje uit zijn wieg te halen enkel omdat zijn ogen open zijn. Voorkom slaapproblemen Het is gemakkelijker om slaapproblemen te voorkomen dan om ze op te lossen. Daarom is het best een aantal richtlijnen te volgen. Vanaf de leeftijd van 2 maanden is het best dat de baby in zijn eigen kamer slaapt en niet meer bij de ouders. Rond de leeftijd van 2 maanden maakt u uw kindje best ook niet meer wakker voor een nachtvoeding. Zelfs als hij wakker wordt, wacht dan een vijftal minuten of hij niet terug inslaapt. Zoniet, geef hem dan een voeding die wat minder bevat of voed hem wat korter dan overdag. In ieder geval zou op 4 maanden de nachtvoeding moeten gestopt zijn. Als uw baby weent, ga er dan naar toe maar neem hem niet onmiddellijk uit zijn bedje : wrijf even over zijn buikje of rugje en praat zachtjes tegen uw kindje. De leeftijd van 6 à 8 maanden is vaak een moeilijke periode omdat het kindje dan angst begint te krijgen om gescheiden te worden van zijn ouders. Leg dan iets vertrouwds in zijn bedje zoals een speelgoedbeestje of een dekentje. Laat eventueel zijn deur open of laat een lichtje branden. Ook later als het kind een nachtmerrie heeft, ga er dan naartoe en stel hem gerust door zacht tegen hem of haar te praten. Dr. I. Nagels

69 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication